GR van 21 december 2023

Politieverordening - bekrachtiging van het besluit van de burgemeester van 18 december 2023 'Politieverordening - openbare orde en veiligheid - verbod op het bezit van pyrotechnische middelen en wensballonnen in de openbare ruimte van 19 december 2023 tot en met 3 januari 2024 - bestuurlijke inbeslagneming en vernietiging van de pyrotechnische middelen en wensballonnen - goedkeuring' - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Op 18 december 2023 nam burgemeester Sanne Van Looy volgende beslissingen in het besluit met als titel 'Politieverordening - openbare orde en veiligheid - verbod op het bezit van pyrotechnische middelen en wensballonnen in de openbare ruimte van 19 december 2023 tot en met 3 januari 2024 - bestuurlijke inbeslagneming en vernietiging van de pyrotechnische middelen en wensballonnen - goedkeuring':

"Artikel 1 - het bezit, het tonen, het uitstallen en het treffen van elke voorbereidende handeling voor het ontsteken of doen knallen van pyrotechnische middelen of voor het oplaten van wensballonnen in de openbare ruimte door personen die de volle leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt te verbieden. De burgemeester kan toelating geven om hiervan af te wijken.

Artikel 2 - dat Lokale Politie Voorkempen de pyrotechnische middelen en wensballonnen, die in strijd met artikel 1 van deze politieverordening in het bezit waren van een persoon die de volle leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, bestuurlijk in beslag kan nemen overeenkomstig artikel 30, § 1 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992.

Artikel 3 - de overeenkomstig artikel 30, § 1 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992 bestuurlijk in beslag genomen pyrotechnische middelen en wensballonnen, die in strijd met artikel 1 van deze politieverordening in het bezit waren van een persoon die de volle leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, niet ter beschikking te houden van en terug te geven aan de houder, bezitter of eigenaar maar ze om redenen dwingende redenen van openbare veiligheid onmiddellijk te vernietigen.

Artikel 4 - dat deze politieverordening van toepassing is van 19 december 2023 om 10 uur tot en met 3 januari 2024 om 23.59 uur.

Artikel 5 - een kopie van deze politieverordening per e-mail te bezorgen aan:

●         Lokale Politie Voorkempen

○        post Malle: pz.voorkempen.politiepostmalle@police.belgium.eu

○        dienst handhaving van de openbare orde: pz.voorkempen.hhoo@police.belgium.eu

○         secretaris Veronique Berat: Veronique.Berat@police.belgium.eu

●         Brandweer Zone Rand, post Malle: malle@brandweer.zonerand.be."

Juridische gronden

Nieuwe Gemeentewet, artikel 134, §1 en artikel 135, §2

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 23

Motivering

De burgemeester nam op 18 december 2023 een noodzakelijk besluit in het kader van de vrijwaring van de openbare orde en veiligheid. De motieven om het besluit te nemen worden afdoende weergegeven in het besluit zelf en worden overgenomen.

Het besluit kan dan ook bekrachtigd worden.

Beraadslaging

Burgemeester Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Wim Vervloet vraagt waarom er gekozen is tot 16 jaar en niet tot 18 jaar.

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat het geëvalueerd zal worden en dat er voor gekozen werd om minder streng te starten.

Raadslid Tom Lauryssen vraagt of er in het verleden boetes werden uitgeschreven.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat er interventies zijn geweest in het verleden, maar dat niet meer vast te stellen was wie wat had gedaan.

Raadslid Tom Lauryssen vraagt hoe er gecontroleerd zal worden.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat het moeilijk blijft om het te controleren. Er zal een aanleiding moeten zijn, er zullen concrete gedragingen moeten zijn.

Raadslid Tom Lauryssen stelt dat het goed is dat het goedgekeurd wordt, maar dat controle toch moeilijk zal zijn.

Raadslid Lennert Vorsselmans stelt dat de Malmejo een vergunning heeft om vuurwerk af te schieten. Hij stelt dat het misschien wel zinvol is om iemand van de politie aanwezig te hebben omdat er al eens bommetjes in het publiek gegooid worden.

Burgemeester Sanne Van Looy wijst erop dat het een drukke nacht is voor de politie en dat de aanwezigheid niet evident is. Ze geeft aan dat de leiding van Malmejo ook een rol kan spelen.

Raadslid Wim Vervloet licht toe dat communicatie over het verbod via de scholen en jeugdverenigingen zinvol zou zijn.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt zo breed als mogelijk gecommuniceerd te hebben.

Raadslid Paul Van Ham vraagt wat er met de daders gebeurt als het vuurwerk is afgeschoten.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat het moeilijk handhaafbaar is. Alle problemen zullen niet opgelost zijn met dit reglement.

Raadslid Kim Geys stelt dat het belangrijk is om het door te briefen naar de scholen.

Raadslid Alex Van Loon wijst erop dat er doorheen het schooljaar ook bommetjes worden afgeschoten. Hij geeft aan dat het belangrijk is om te weten dat er buiten de eindejaarsperiode ook problemen zijn.

De gemeenteraad besluit

bij 16 ja stemmen en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het agendapunt met titel 'Politieverordening - bekrachtiging van het besluit van de burgemeester van 18 december 2023 'Politieverordening - openbare orde en veiligheid - verbod op het bezit van pyrotechnische middelen en wensballonnen in de openbare ruimte van 19 december 2023 tot en met 3 januari 2024 - bestuurlijke inbeslagneming en vernietiging van de pyrotechnische middelen en wensballonnen - goedkeuring' - goedkeuring' bij hoogdringendheid aan de agenda van de gemeenteraad van 21 december 2023 toe te voegen, in toepassing van artikel 23 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

bij 16 ja stemmen en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 2 - het besluit van de burgemeester van 18 december 2023 'Politieverordening - openbare orde en veiligheid - verbod op het bezit van pyrotechnische middelen en wensballonnen in de openbare ruimte van 19 december 2023 tot en met 3 januari 2024 - bestuurlijke inbeslagneming en vernietiging van de pyrotechnische middelen en wensballonnen - goedkeuring' te bekrachtigen.

GR van 21 december 2023

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeenteraad keurde op 22 december 2022 het gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen goed. Het reglement geldt tot 31 december 2025.

Juridische gronden

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

Motivering

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk. Omwille van de stijgende inflatie is een aanpassing nodig.

Masten en pylonen worden als landschapsverstorend ervaren en brengen hinder mee voor de lokale bevolking en het gemeentelijk landschap. De gemeenteraad wil deze landschapshinder compenseren.

De gemeente Malle ondertekende op 30 september 2021 het Lokaal Energie en Klimaatpact (LEKP). Met de ondertekening van het LEKP 1.0 heeft Malle zich verbonden om geen heffing op hernieuwbare energie-installaties in te voeren en bestaande af te bouwen tegen ten laatste 2025. Het Agentschap Binnenlands Bestuur wees de gemeente hierop en vroeg bij brief, binnengekomen op 21 december 2023 dan ook om de nodige aanpassingen te doen op de eerstvolgende gemeenteraad. Constructies die dienen voor productie van windenergie of andere groene stroom worden dan ook vrijgesteld van de belasting.

Beraadslaging

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit

bij 16 ja stemmen en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het agendapunt met titel 'Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen - goedkeuring' bij hoogdringendheid aan de agenda van de gemeenteraad van 21 december 2023 toe te voegen, in toepassing van artikel 23 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

bij 15 ja stemmen en 1 neen stem (Tom Lauryssen) en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 2 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

Gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen

Artikel 1 – definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van constructie en mast samen minstens 20 meter boven het maaiveld bedraagt.

2° pyloon: een individuele verticale structuur opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 20 meter boven het maaiveld.

Artikel 2 - termijn en belastbare grondslag

De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een belasting op masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevindt.

Artikel 3 - belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon op 1 januari van het aanslagjaar. De eigenaar van de constructie en of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht, is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Artikel 4 - berekening van de belasting

§1 De basisbelasting bedraagt 2.200 euro per jaar per mast of pyloon.

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende jaarlijkse verhogingen:

●         De tarieven worden vanaf 2024 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de consumptieprijsindex van november van het voorafgaande jaar. De basisindex is de index van november 2022 (127,92).

§3 De gemeente Malle hanteert de volgende afrondingsregels:

●         Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,01 euro.

Artikel 5 - vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd voor constructies die dienen voor productie van windenergie of andere groene stroom.

Artikel 6 - aangifte

§1 De belastingsplichtige moet, ten laatste op 31 maart van het aanslagjaar, aangifte doen van het aantal belastbare masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente op het door de gemeente ter beschikking gestelde formulier. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet er zelf om verzoeken. Het niet ontvangen van een dergelijk aangifteformulier ontslaat de gebruiker niet van zijn aangifteplicht.

§2 Als een aangifte ontbreekt of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

§3 Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

§4 De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

§5 Het gemeentebestuur is te allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen met het oog op een correcte toepassing van deze reglementering.

§6 Beëdigde ambtenaren, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen stellen de overtredingen vermeld in dit artikel vast.

Artikel 7 - vestiging en invordering

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

§3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

Artikel 8 - bezwaren en geschillen

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Artikel 9 - inwerkingtreding en bekendmaking

§1 Het reglement treedt in werking op 31 december 2023.

§2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikel 3 - het gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 december 2022, op te heffen vanaf 31 december 2023.

GR van 21 december 2023

Gemeenteraad - notulen en zittingsverslag zitting 30 november 2023 - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De vorige gemeenteraadszitting vond plaats op 30 november 2023. De ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag die er betrekking op hebben worden ter goedkeuring voorgelegd.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 277 en 278 betreffende de opmaak van de notulen

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van 31 januari 2019, artikels 31 en 32

Motivering

De gemeenteraad stelt vast dat de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de zitting van 30 november 2023 correct en volledig werden opgesteld.

Beraadslaging

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 30 november 2023 goed te keuren.

GR van 21 december 2023

Gemeentepersoneel - samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Zoersel voor het uitlenen van een intergemeentelijke deskundige informatica - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeentebesturen van Malle en Zoersel wensen in het kader van hun samenwerkingsovereenkomst 'Uitbouw en structurele samenwerking ICT' in te zetten op een intergemeentelijke functie van ‘deskundige informatica’. Malle en Zoersel willen op deze manier investeren in expertise en ervaring op het vlak van ICT en deze zaken op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier laten verlopen.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 41, 196 en 387

Besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 betreffende de rechtspositieregeling van lokale en provinciale besturen

Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, meer in het bijzonder artikel 31, §1, tweede en derde lid

Gemeenteraadsbeslissing van 29 september 2022 'Informatica - samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente Malle en gemeente & OCMW Zoersel over de uitbouw en de structurele samenwerking op het vlak van ICT - goedkeuring'

Motivering

Zoersel en Malle vonden elkaar in dezelfde zoektocht naar een deskundige informatica.

Met het uitwerken van een intergemeentelijke functie beogen beide besturen onder meer:

●         een zo uniform mogelijke werkwijze na te streven

●         een deling van kennis en goede praktijken

●         een verdeling van de kosten en een verhoging van de efficiëntie.

Een dergelijke samenwerking is mogelijk op basis van een geschreven overeenkomst steunend op de artikelen 196 en 387 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 31, §1 tweede en derde lid van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.

De gemeenteraad is bevoegd om een dergelijke samenwerkingsovereenkomst goed te keuren. In voorliggend ontwerp zal de gemeente Zoersel, als gebruiker, een beroep doen op de gemeente Malle, als juridische werkgever, en worden hiervoor de nodige afspraken gemaakt.

De overeenkomst werd goedgekeurd door de gemeenteraad in Zoersel op 19 december 2023.

Financiële gevolgen

De jaarlijkse reële bruto kost van een voltijdse, contractuele tewerkstelling op niveau B2 trap 12 bedraagt 56.395,98 euro.

De helft van deze loonkost wordt doorgefactureerd aan de gemeente Zoersel.

Beraadslaging

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Wim Vervloet wijst op de cyberaanvallen in Antwerpen. Hij vraagt of de gemeente Malle bezig is met het vermijden van dergelijke aanvallen.

Schepen Dries Van Dyck wijst op de grote investering in firewalls samen met Zoersel. Het is een grote uitdaging. Als Antwerpen er al niet in slaagt om het te vermijden, is het zeker niet evident.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat de vraag niet is of het in Malle kan gebeuren, maar dat de vraag is wanneer het zal gebeuren. Er wordt zo goed als mogelijk geprobeerd om maatregelen te nemen.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Zoersel met als titel 'Samenwerkingsovereenkomst Malle-Zoersel uitlenen intergemeentelijke deskundige informatica' bestaande uit 5 pagina's als volgt goed te keuren:

"SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MALLE -ZOERSEL

UITLENEN INTERGEMEENTELIJKE DESKUNDIGE INFORMATICA

TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN:

de GEMEENTE ZOERSEL, Handelslei 167, 2980 Zoersel, vertegenwoordigd door Marcel De Vos, voorzitter van de gemeenteraad, en Kristof Janssens, algemeen directeur, in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2023

hierna genoemd de “Gebruiker”

en

de GEMEENTE MALLE, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle,vertegenwoordigd door Jolien Vrints, voorzitter van de gemeenteraad en Sven Brabants, algemeen directeur, in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2023

hierna genoemd de “Juridische Werkgever”

Hierna gezamenlijk genoemd de “Partijen” en elk afzonderlijk de “Partij”.

WORDT OVEREENGEKOMEN:

1. DOEL EN VOORWERP

In het kader van de functie ‘deskundige informatica’ wensen Malle en Zoersel samen te werken om elkaars personeelsnoden op te vangen.

Deze materie vergt immers de nodige aandacht, vakkennis, ervaring en tijdsinvestering om voldoende kwalitatief te kunnen zijn. Door te opteren voor een schaalvergroting door middel van een intergemeentelijke functie, wensen beide gemeenten te investeren in expertise, ervaring en zekerheid op het vlak van IT en informatieveiligheid. Door hierop maximaal in te zetten willen beide gemeenten deze zaken op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier laten verlopen.

Zoersel en Malle vonden elkaar in dezelfde zoektocht naar een optimale invulling van deze gedeelde functie. Door het bundelen van de krachten beogen beide besturen onder meer:

- een zo uniform mogelijke werkwijze na te streven;

- een deling van kennis en goede praktijken;

- een verdeling van de kosten en een verhoging van de efficiëntie.

Beide besturen komen overeen dat de gemeente Zoersel, als Gebruiker, hiervoor een beroep zal doen op de gemeente Malle, als Juridische Werkgever. Zij doen daartoe een beroep op de artikelen 196 en 387 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 31, §1 tweede en derde lid van de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.

2. TAKENPAKKET

2.1. De deskundige informatica wordt gedeeld door gemeente Zoersel en Malle. Dit houdt in dat hij/zij halftijds voor de respectievelijke besturen zal werken en ook zal rapporteren aan een gezamenlijke stuurgroep. De deskundige informatica zal hiervoor zowel een werkplek in de gemeente Zoersel als in de gemeente Malle hebben.

2.2. De deskundige informatica zal hierbij instaan en verantwoordelijk zijn voor de volgende taken, op gelijkwaardige wijze uit te voeren voor gemeente en OCMW Zoersel en gemeente en OCMW Malle conform de richtlijnen en accenten van de stuurgroep en zoals gespecifieerd in de functiebeschrijving:

IT:

Optimaliseren en beheren van de IT infrastructuur;

Ondersteunen van medewerkers via een helpdeskregistratiesysteem;

Opleiden van medewerkers;

Opvolgen van trends en nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied;

Opvangen van GIS-taken;

Voorstellen van verbetering aanbrengen;

Voorbereiden, plannen en uitvoeren van projecten;

Continuïteit van de organisatie samen garanderen.

informatieveiligheid:

Samenwerken met de diensten informatieveiligheid om de technische beveiliging van informatie te optimaliseren;

Opvolgen van incidenten.

3. UITVOERINGSMODALITEITEN

3.1. Het juridisch werkgeverschap ligt bij gemeente Malle. Voor de Opdracht zal Malle overgaan tot aanwerving van de deskundige informatica. De aansturing zal gebeuren door de teamverantwoordelijke IT van de gemeente Malle en hij/zij zal in de cluster financiën & ondersteuning ondergebracht worden. De deskundige informatica staat geenszins onder gezag, leiding of toezicht van de gemeente Zoersel en er bestaat geen band van ondergeschiktheid tussen de deskundige informatica en de Gebruiker.

3.2. De Juridische Werkgever en de deskundige informatica voeren naar best vermogen, volgens de regels van de kunst en rekening houdend met de reglementen en voorschriften, het in artikel 2.2. vermelde takenpakket uit. De volgende elementen komen hiervoor exclusief toe aan gemeente Malle en maken in geen geval deel uit van het instructierecht van gemeente Zoersel:

●      Aanwervingsbeleid (interviews, selectie- en aanwervingscriteria, etc.) en functiebepaling;

●      Vaststelling en beleid m.b.t. loons- en arbeidsvoorwaarden;

●      Vakantieplanning;

●      Vorming, training en opleiding;

●      Evaluatie- en functioneringsgesprekken;

●      Beleid inzake disciplinaire sancties;

●      Afwezigheden (ziekte, vakantie, omstandigheidsverlof,…).

3.3. De gemeente Zoersel kan, als Gebruiker, volgende instructies geven aan de deskundige informatica, zonder het werkgeversgezag uit te hollen:

●         De instructies die verband houden met het welzijn op het werk;

●         De planning van de uit te voeren opdrachten en tussentijdse resultaten;

●         De toegang tot de locaties en/of faciliteiten van de Gebruiker die in aanmerking moeten worden genomen voor de uitvoering van de opdracht (bv. badge, registratiesysteem, etc.);

●         De tussentijdse wijzigingen in verband met de uitvoering van het in artikel 2.2. vermelde takenpakket en het leggen van lokale accenten op het vlak van activeringsbeleid;

●         De omstandigheden, voorschriften, procedures, afspraken en handelswijzen van de Gebruiker waarmee rekening moet worden gehouden bij de uitvoering van de Opdracht;

●         De technische aanwijzingen om veilig en correct te werken;

●         Het deelnemen aan teamvergaderingen en werkoverleg.

4. SOCIALE WETGEVING

De gemeente Malle waakt, als Juridische Werkgever, over de toepassing van de sociale wetgeving en de arbeidsreglementering ten opzichte van de Uitvoerder(s), voor zover en in de mate dat deze van toepassing is.

5. AANSPRAKELIJKHEID

Op de gemeente Malle rust de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid als Juridische Werkgever.  De gemeente Zoersel vrijwaart de Juridische Werkgever en de deskundige informatica evenwel tegen schade en aansprakelijkheid jegens derden veroorzaakt in uitvoering van het voor haar in artikel 2.2. uitgevoerde takenpakket. Zoersel is ook verantwoordelijk voor schade aan eigendommen, personen en verlies of diefstal van bezittingen van de Juridische Werkgever of de deskundige informatica veroorzaakt in het kader van deze overeenkomst.

6. INFORMATIE-UITWISSELING EN CONFIDENTIALITEIT

De Partijen bewaken het confidentiële karakter van de informatie, gegevens en documenten en zullen deze niet aan derden bekend maken zonder akkoord van de andere Partij.

7. VERGOEDING EN VERDELING VAN KOSTEN

7.1. De Juridische Werkgever heeft recht op een vergoeding door de Gebruiker. Deze vergoeding bestaat uit de helft van alle kosten die gemaakt worden door de Juridische Werkgever, zoals omschreven in artikel 7.2.

7.2. Beide partijen komen overeen dat deze kosten omvatten:

●         Kosten voor de selectieprocedure

●         Loonkost

●         Mobiliteitskosten

●         ICT- en telefonie-kosten

●         Opleidingskosten

●         Andere kosten verbonden aan de functie (vb. aankoop boeken, abonnementskosten,…).

7.3. Voor de vergoeding zal de Juridische Werkgever jaarlijks een factuur opmaken gericht aan de Gebruiker. Eventuele prestatiestaten en onkostennota’s worden daaraan aangehecht.

8.     AANVANG, DUUR EN BEËINDIGING VAN DEZE OVEREENKOMST

8.1. Deze overeenkomst gaat in zodra de gemeenteraden van beide partijen zich hiermee akkoord verklaard hebben en geldt in principe voor onbepaalde duur tenzij ze in onderling overleg ontbonden wordt.

9.  SAMENWERKINGSVERPLICHTING

9.1. Partijen verbinden zich er wederzijds toe deze overeenkomst in al haar onderdelen te goeder trouw uit te voeren.

9.2. Beide besturen richten samen een Stuurgroep op, bestaande uit:

●         voor Malle:

○         Teamverantwoordelijke informatica

○         De financieel directeur

○         De algemeen directeur. (optioneel)

●         voor Zoersel:

○         Diensthoofd IT

○         Het afdelingshoofd personeel en organisatie

○         De algemeen directeur. (optioneel)

Deze Stuurgroep wordt belast met het verder uitwerken van het in artikel 2 vermelde takenpakket en opvolging van de in artikel 3 vermelde uitvoeringsmodaliteiten. Zowel de gemeente Malle als de gemeente Zoersel hebben het recht om deze Stuurgroep samen te roepen.

9.3. Hiernaast duiden beide partijen een contactpersoon aan als rechtstreeks aanspreekpunt

●         contactpersoon Gebruiker: het afdelingshoofd personeel en organisatie

●         contactpersoon Juridische Werkgever: de teamverantwoordelijke informatica.

10. GESCHILLEN

10.1. Bij conflicten dient steeds verplicht binnen de Stuurgroep te worden gezocht naar een minnelijke oplossing. Een vordering in rechte is pas mogelijk als geen minnelijk akkoord kan worden bereikt.

10.2. Bij gebrek aan een minnelijke regeling tussen de Partijen, zal elk geschil beslecht worden voor de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de Juridische Werkgever.  Deze overeenkomst valt onder de toepassing van de Belgische wetgeving.  

Gedaan te Malle op 21 december 2023 in twee originele exemplaren waarvan elke partij erkent één exemplaar ontvangen te hebben.

Gelezen en goedgekeurd 

Voor de Gebruiker            Voor de Juridische Werkgever

Marcel De Vos  Jolien Vrints

Voorzitter gemeenteraad Voorzitter gemeenteraad

Kristof Janssens     Sven Brabants 

Algemeen directeur     Algemeen directeur"

GR van 21 december 2023

Gemeentepersoneel - proefproject wijziging feestdagenregeling - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Het managementteam wenst te onderzoeken of het zinvol is om feestdagen die samenvallen met een weekenddag niet te verplaatsen naar de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar (de huidige regeling), maar toe te voegen aan het vakantiesaldo.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

Arbeidsreglement gemeentepersoneel Malle, hoofdstuk IV artikel 2 in verband met de feestdagen

Protocolakkoord van het Hoog Overlegcomité van 11 december 2023

Motivering

Artikel IV.2 van het arbeidsreglement stelt:

"Naast de bovengenoemde inactiviteitsdagen moet het personeelslid niet werken op volgende feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, O.H. Hemelvaart, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november, 25 december en 26 december.

Het personeelslid heeft bovendien verlof van 27 december tot en met 31 december ter compensatie van de feestdagen die samenvallen met een weekenddag.

Personeelsleden die toch werken in de periode van 26 december tot en met 31 december, kunnen deze uren op een vrij te kiezen dag, in samenspraak met de functioneel verantwoordelijke, recupereren."

Volgens de huidige feestdagenregeling worden feestdagen die samenvallen met een weekenddag verplaatst naar de dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar. De feestdag zelf verliest het karakter van feestdag en de dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar nemen deze rol over, ongeacht het aantal feestdagen die samenvallen met een weekenddag.

Deze regeling is eveneens van toepassing op het OCMW-personeel.

Deze regeling is niet logisch: 

●         Een personeelslid met een tijdelijke tewerkstelling in het voorjaar geniet geen vervangingsfeestdagen. Een personeelslid dat in dienst komt in december daarentegen geniet van de vrije dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar zonder geconfronteerd geweest te zijn met een feestdag in het weekend.

●         Een collega uit het woonzorgcentrum die werkt op een feestdag krijgt de gewerkte uren toegevoegd aan zijn feestdagteller en kan deze op een later moment compenseren. Omdat een feestdag in het weekend het karakter van feestdag verliest, wordt het werken op deze feestdag echter niet beloond. Als deze collega dan niet wordt ingepland in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar, is er geen enkele compensatie voor het werken op een feestdag.

Het is wenselijk om deze regeling binnen de hele organisatie bij te sturen. Er wordt voorgesteld dat een feestdag die samenvalt met een weekenddag niet meer verschuift naar de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar, maar wordt toegevoegd aan het vakantietegoed van het personeelslid. Deze kan dan op een later moment opgenomen worden in overleg met de leidinggevende.

Er wordt voorgesteld om de nieuwe feestdagenregeling in 2024 als proefproject in te voeren en te evalueren in januari 2025 met het oog op een eventuele aanpassing van het arbeidsreglement.

Beraadslaging

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 16 ja stemmen en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het proefproject goed te keuren waarbij in 2024 feestdagen die samenvallen met een weekenddag worden toegevoegd aan het vakantietegoed van het personeelslid, en niet verplaatst worden naar de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Het vakantietegoed van feestdagen in december die samenvallen met een weekenddag mag overgedragen worden naar het volgende kalenderjaar.

GR van 21 december 2023

Beleids- en beheerscyclus - goedkeuring van de jaarrekening 2022 door de gouverneur van de provincie Antwerpen - kennisneming

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeenteraad stelde op 29 juni 2023 de jaarrekening van 2022 vast.

De gemeenteraad formuleerde geen bezwaren tegen bepaalde verrichtingen.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 332, § 1, derde lid

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 260 tot en met 262

Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus

Ministerieel besluit van 1 oktober tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen

Gemeenteraadsbeslissing van 29 juni 2023 betreffende de vaststelling van de jaarrekening 2022

Motivering

Het Agentschap Binnenlands Bestuur onderzocht de jaarrekening. Uit dit onderzoek blijkt niet dat de jaarrekening onjuist of onvolledig is of dat ze geen waar en getrouw beeld geeft van de financiële toestand.

Beraadslaging

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit

Artikel 1 - kennis te nemen van de goedkeuring van de jaarrekening 2022 door de gouverneur van Antwerpen.

GR van 21 december 2023

Subsidies op naam 2023 - Pop-in-Malle, Muzika en Renessound - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeente kende tot en met 2022 toelagen op naam toe aan 3 verschillende verenigingen (Pop in Malle vzw, Renessound en Muzika vzw), die zich mee inzetten om op het grondgebied van Malle een mooi en gevarieerd concertaanbod te realiseren.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 23°

Motivering

Eerder besliste het bestuur om vanaf 2023 op een andere manier de samenwerking met deze verenigingen voort te zetten.

De middelen, die eerder werden ingezet als toelage, werden vanaf 2023 toegevoegd aan het programmatiebudget van de gemeente Malle. Bedoeling was en is om de samenwerking met deze verenigingen te continueren, en samen blijvend in te zetten op een divers cultuuraanbod in Malle. Toekomstige afspraken worden vastgelegd in jaarlijkse samenwerkingsovereenkomsten, op basis van het reglement voor de samenwerking met partners voor de realisatie van een cultuurprogrammatie (goedgekeurd in de gemeenteraad van 29 juni 2023). De samenwerkingsovereenkomsten worden steeds goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

De overgang naar deze nieuwe manier van samenwerken is echter niet snel genoeg verlopen, waardoor de nieuwe afspraken, voornamelijk met betrekking tot de afhandeling van betalingen, nog niet zijn doorgevoerd. Concreet hebben de desbetreffende verenigingen in 2023 zelf nog de kosten gedragen voor onder andere artiesten en technische ondersteuning van bepaalde evenementen, terwijl de budgetten hiervoor in het programmatiebudget van gemeente waren voorzien. Om de verenigingen hiervoor te compenseren, wil het bestuur eenmalig een toelage toekennen van maximum 5.000 euro aan elk van deze drie verenigingen.

Het bestuur wenst in te zetten op een gevarieerd cultureel en vrijetijdsaanbod, bij voorkeur in samenwerking met lokale partners. Muzika vzw, Pop in Malle vzw en Renessound zijn in dit verhaal van samenwerking jarenlange partners. Het bestuur wenst daarom met een toelage tussen te komen in de kosten die elk van hen maakten bij hun inspanningen voor een gevarieerd cultureel aanbod in de gemeente Malle, dat georganiseerd werd in samenspraak met de gemeente. Aan elk van hen wordt een toelage toegekend van maximum 5.000 euro. De toelage wordt toegekend op basis van bewezen kosten, gemaakt in functie van de in overleg georganiseerder culturele evenementen op het grondgebied van Malle in de loop van 2023.

De toekenning van deze toelage veroorzaakt geen extra uitgaven, maar wordt gefinancierd met de daartoe oorspronkelijk voorziene middelen uit het programmatiebudget van de gemeente Malle.

Beraadslaging

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Paul Van Ham wijst op de gekke manier van werken. Hij stelt dat beter eerst bewijsstukken worden opgevraagd. Hier wordt een blanco cheque gegeven.

Schepen Dries Van Dyck stelt dat de kosten altijd worden meegegeven.

Raadslid Alex Van Loon vraagt of het maximum 5.000 euro is.

Schepen Dries Van Dyck bevestigt dat op basis van bewijsstukken tot maximum 5.000 euro wordt betaald.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 6 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Paul Van Ham, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen) en 3 onthoudingen (Alexander Van Loon, Mieke Laenen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - de volgende subsidies op naam toe te kennen voor het jaar 2023:

Artikel 2 - de dienst financiën te machtigen om, indien nodig, bewijsstukken op te vragen om de subsidies te verantwoorden.

GR van 21 december 2023

Meerjarenplan - aanpassen van subsidies op naam 2023 - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 bevat een aantal subsidies op naam.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 23°

Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2022 'Meerjarenplan - subsidies op naam 2023 - goedkeuring'

Motivering

De gemeenteraad wenst een aantal toegekende subsidies op naam aan te passen voor het jaar 2023. Het betreft een aantal technische aanpassingen:

●         Investeringssubsidie - Sint-Pauluskerk: het saldo van de investeringssubsidie die werd toegekend in 2022 werd niet overgedragen naar 2023. Deze subsidie corrigeert dit.

●         Subsidie - naschools zwemmen: de toegekende subsidie van 2023 is ontoereikend om de factuur van APB Beerse (op basis van de samenwerkingsovereenkomst) te betalen.

●         Subsidie - brailleliga: er werd in de gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2022 een verkeerd bedrag opgenomen.

●         Subsidie - Ganspoel centrum voor begeleiding: deze subsidie wordt aangepast op basis van het aantal personen.

●         Subsidie - Monnikenheide: bij deze subsidie is een extra tussenkomst voorzien voor het initiatief 'gewoon spelen'. Deze tussenkomst gebeurde voordien via een reglement dat ondertussen is opgeheven.

●         Subsidie - Sportregio Vlaanderen, Subsidie - Regionaal landschap de Voorkempen en Subsidie - Sportregio Vlaanderen - g-sport zijn aanpassingen omwille van indexeringen van de bijdrage.

●         Subsidie - kerkfabriek Sint-Paulus - tekort exploitatie en huurtoelage is een aanpassing gebaseerd op het meest recente budget van de kerkfabriek.

●         Subsidie - oudercomité GIBLO Beerse is een aanpassing op basis van het aantal leerlingen.

Beraadslaging

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - de volgende subsidies op naam aan te passen voor het jaar 2023:

Artikel 2 - de dienst financiën te machtigen om, indien nodig, bewijsstukken op te vragen om de subsidies te verantwoorden.

GR van 21 december 2023

Lening IGEAN - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Wanneer IGEAN dienstverlening in opdracht van de gemeente Malle de financiering van een project verzorgt en hiervoor een door de gemeente Malle gewaarborgde lening aangaat bij een bank, wordt in de regel de intrest de eerste drie jaren van die lening gekapitaliseerd. Vanaf het vierde jaar tot de afrekening van het project werden de intresten door IGEAN voorgefinancierd.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

Gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2015 'Intercommunales - IGEAN dienstverlening - Kennisneming brief van IGEAN dienstverlening van 5 maart 2015 - Intrekking gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2010 - Waarborg lening inzake verwerving gronden hoek Antwerpsesteenweg-Nijverheidsstraat voor de realisatie van het RUP 'De Hooyberg' in opmaak - goedkeuring'

Beslissing van de raad van bestuur van IGEAN dienstverlening van 18 oktober 2023

Motivering

IGEAN geeft aan dat de sterke en voortdurende stijging van de rentevoeten maakt dat de bedragen die door IGEAN voor alle gemeenten samen voorgefinancierd moeten worden vanaf 2023 tot een voor IGEAN dienstverlening, gezien haar beperkte kapitalisering, onrealistisch hoog niveau oplopen.

De raad van bestuur van IGEAN besliste dat de niet-gekapitaliseerde intresten van projectgebonden leningen bijgevolg retroactief vanaf begin 2023 moeten aangerekend worden aan de betrokken besturen. Hierbij zal volgende werkwijze gehanteerd worden:

●      IGEAN verstrekt het bestuur een overzicht van de betrokken projecten en leningen en vermeldt de verschuldigde rente voor 2023. In dit document vraagt IGEAN dit bedrag als voorschot.

●      Het bestuur betaalt, voor de vervaldag (rond 15 december 2023), de rente van 2023 als terugbetaalbaar voorschot in het betrokken project.

●      Het betaalde bedrag wordt bij IGEAN als een door het bestuur ingebracht voorschot in het project geboekt.

●      Wanneer het betrokken project een gunstig eindsaldo heeft, zal IGEAN het betaalde voorschot terugbetalen tot zover het eindsaldo het toelaat. Dit kan omdat het om een terugbetaalbaar voorschot gaat.

●      IGEAN verstrekt jaarlijks in februari en augustus aan de betrokken besturen een overzicht waarin de verwachte bedragen voor het betrokken jaar vermeld worden, desgevallend opgesplitst in 2 vervaldagen, juni en december. Betaling van de bedragen wordt verwacht 14 dagen voor de betrokken rentevervaldag.

De raad van bestuur van IGEAN dienstverlening nam in vergadering van 18 oktober 2023 de volgende beslissing:

●         "Art. 1: IGEAN rekent retroactief vanaf 1.01.2023 het niet-gekapitaliseerde deel van de intresten van projectgebonden leningen aan, aan de betrokken besturen.

●         Art. 2: De bestuurders gaan akkoord met de voorgestelde werkwijze aangezien IGEAN niet langer financieel in staat is om deze intresten te voorfinancieren.

●         Art. 3: IGEAN zal de methodiek evalueren, waarbij IGEAN de projectregie voert voor grondgebonden projecten op basis van een lastgevingsovereenkomst en projectnota en het lokale bestuur ontzorgt."

De gemeente Malle heeft voor een bedrag van 1.450.000 euro leningen lopen waarvoor zij borg staat en de rente niet door de bank gekapitaliseerd wordt. De totale betrokken rente voor 2023 bedraagt 55.360,36 euro.

In bijlage wordt een overzicht van de betrokken leningen met vermelding van de verbonden projecten aangehecht.

Financiële gevolgen

De financieel directeur leverde op 8 december 2023 een visum af onder voorbehoud van de goedkeuring van het meerjarenplan.

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Paul Van Ham stelt dat zijn fractie zal tegen stemmen en geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

●         Het is bizar dat er maar één bijlage is waar één lijn op staat.

●         Het gaat hier over intresten van een lening die IGEAN is aangegaan. De gemeente stond enkel waarborg.

●         IGEAN heeft de opdracht destijds niet vervuld. De verkoop kon niet doorgaan zolang er geen herbestemming was.

●         Het is een etterende zweer die met IGEAN uitgeklaard moet worden.

●         De lening is in 2015 hernieuwd geweest. Wat is de looptijd van de lening?

●         Het is een onvoorstelbaar verhaal.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat over het dossier al veel verteld is en dat ze er niet opnieuw op zal ingaan. Ze geeft aan dat de herbestemming een belangrijke voorwaarde is en dat de gemeente ermee bezig is. Het is de bedoeling om het gebied naar recreatie te herbestemmen. Zolang dat niet gebeurd is, zal die rekening naar de gemeente komen. Burgemeester Sanne Van Looy geeft aan dat het belangrijk is om naar de toekomst te kijken.

Raadslid Paul Van Ham stelt dat het een heel moeilijk verhaal is en stelt dat er nog veel tegenstand zal komen.

Burgemeester Sanne Van Looy vraagt of de sporthal dan zal tegengehouden worden.

Raadslid Paul Van Ham wijst op de herbestemming en stelt dat het de eerste keer is dat de sporthal ter sprake komt.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat het onvoorstelbaar is wat ze hoort. Het is een tijd terug besproken geweest. De intentie is uitgesproken. Het is op de commissie besproken geweest. De nodige stappen voor het beleidsplan worden genomen. Eind februari zal het terug op de commissie omgeving komen.

Raadslid Paul Van Ham wijst erop dat de gemeente intresten betaalt die niet van de gemeente zijn.

Raadslid Alex Van Loon stelt raadslid Paul Van Ham te volgen. De fractie was destijds ook enkel akkoord om de overdracht te laten plaatsvinden op voorwaarde van de herbestemming. De fractie zal dan ook tegen stemmen.

Raadslid Paul Van Ham wijst erop dat burgemeester Sanne Van Looy zich in 2015 in het dossier onthouden heeft.

Burgemeester Sanne Van Looy wijst op voortschrijdend inzicht.

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 9 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - de rente op de lopende leningen van IGEAN waarvoor de gemeente Malle borg staat, en waarvoor de rente niet meer gekapitaliseerd wordt door de bank, aan IGEAN dienstverlening te betalen als terugbetaalbaar voorschot in de betrokken projecten. IGEAN dienstverlening verstrekt hiertoe de informatie zoals beschreven in de bovenvermelde werkwijze. Voor 2023 gebeurt dit op basis van het in bijlage verstrekte overzicht.

Artikel 2 - de algemeen directeur en de financieel directeur te machtigen om deze betaling uit te voeren.

GR van 21 december 2023

Kerkfabriek Sint-Laurentius - budgetwijziging 2023 - kennisneming

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeente Malle heeft de budgetwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Laurentius ontvangen op

17 november 2023.

Het bisdom leverde een gunstig advies af op 26 oktober 2023.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meer bepaald titel II, hoofdstuk 3, artikels 48 en 50

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012

Ministerieel besluit van 27 november 2006 - modellenbesluit gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013

Motivering

De gemeente ontving volgende toelichting van kerkfabriek Sint-Laurentius:

"code 2011 - aankoop altaarlinnen

Er wordt dit jaar geen linnen meer aangekocht (-1.500 euro)

code 2103 - onderhoud hoofdgebouw

Er wordt jaarlijks een budget van 10.000 euro voorzien voor het onderhoud van de kerk. Aangezien we tot hiertoe nog geen onkosten hebben, wordt dit budget met 7.000 euro verminderd.

code 2209 - andere uitgaven

Extra-onkosten bij het feestweekend bij de viering van 50 jaar kerkgebouw Sint-Laurentius

(+ 3.600 euro)

Investeringsuitgaven

Op advies van de ondersteuning bij religiosoft hebben we ervoor gezorgd dat het overschot in 2022 van 27.047,18 euro bij de investeringen weggewerkt wordt. Door de investering in de laptop van 918,99 euro (code 420) en een investeringsbelegging van 26.128,19 euro (code 436) is de Z-waarde in 2024 gelijk aan 0. Met akkoord van de ondersteuning bij religiosoft houdt dit wel in dat het investeringsresultaat in 2023 negatief is. Maar dit betekent zeker niet dat wij beroep willen doen op een investeringstoelage van de gemeente."

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit

Artikel 1 - kennis te nemen van de budgetwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Laurentius waarvan de balans als volgt is samengesteld:

GR van 21 december 2023

Kerkfabriek Sint-Laurentius - budget 2024 - kennisneming

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeente Malle heeft het budget 2024 van de kerkfabriek Sint-Laurentius ontvangen op 17 november 2023.

Het bisdom leverde een gunstig advies af op 26 oktober 2023.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meer bepaald Titel II, hoofdstuk 3, artikel 48

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012

Ministerieel besluit van 27 november 2006 - modellenbesluit gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013

Motivering

De gemeente ontving volgende toelichting van kerkfabriek Sint-Laurentius

"Uitgezonderd enkele kleine aanpassingen is het budget 2024 gelijklopend met dit van 2023."

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit

Artikel 1 - kennis te nemen van het budget van de kerkfabriek Sint-Laurentius voor het dienstjaar 2024 waarvan de balans samengesteld is als volgt:

GR van 21 december 2023

Kerkfabriek Sint-Martinus - budgetwijziging 2023 - kennisneming

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeente Malle heeft de budgetwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus ontvangen op

17 november 2023.

Het bisdom leverde een gunstig advies af op 26 oktober 2023.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meer bepaald titel II, hoofdstuk 3, artikels 48 en 50

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012

Ministerieel besluit van 27 november 2006 - modellenbesluit gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013

Motivering

De gemeente ontving volgende toelichting van de kerkfabriek Sint-Martinus:

"Code 4100 grote herstellingen hoofdgebouw

Uitstel schilderwerken binnenkant kerk ten bedrage van 100.000 euro naar 2024.

Code 4110 grote herstellingen andere gebouwen

Financiële steun voor de renovatie van het dak van het parochiecentrum ten bedrage van 15.000 euro.

Code 436 investeringsbeleggingen

Beslissing om bedrag op zichtrekening te gebruiken om te beleggen in termijnrekening

(~ 125.000 euro) en om bedrag (41.231,27 euro) over te hevelen op een patrimonium-spaarrekening."

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit

Artikel 1 - kennis te nemen van de budgetwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus waarvan de balans als volgt is samengesteld:

GR van 21 december 2023

Kerkfabriek Sint-Martinus - budget 2024 - kennisneming

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeente Malle heeft het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus ontvangen op

17 november 2023.

Het bisdom leverde een gunstig advies af op 26 oktober 2023.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meer bepaald Titel II, hoofdstuk 3, artikel 48

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012

Ministerieel besluit van 27 november 2006 - modellenbesluit gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013

Motivering

De gemeente ontving volgende toelichting van kerkfabriek Sint Martinus:

"De patrimoniumuitgave voorzien in 2023 van 100.000 euro voor schilderwerken aan de binnenkant van de kerk wordt uitgesteld naar 2024."

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit

Artikel 1 - kennis te nemen van het budget van de kerkfabriek Sint-Martinus voor het dienstjaar 2024 waarvan de balans samengesteld is als volgt:

GR van 21 december 2023

Kerkfabriek Sint-Paulus - budgetwijziging 2023 - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeente Malle heeft de budgetwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Paulus ontvangen op

24 november 2023.

Het bisdom leverde een gunstig advies af op 17 november 2023.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meer bepaald titel II, hoofdstuk 3, artikels 48 en 50

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012

Ministerieel besluit van 27 november 2006 - modellenbesluit gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013

Motivering

De gemeente ontving volgende toelichting van kerkfabriek Sint-Paulus:

"code 111 gebruiksvergoeding eredienstgebouwen

In de richtlijnen van de Vlaamse bisschoppen van 2012 lezen we onder punt 6 :

Parochiekerken worden niet ter beschikking gesteld voor niet-christelijke rituelen of

vieringen (zoals burgerlijke uitvaart, burgerlijk huwelijk of riten van een niet-christelijke

godsdienst).

Bijgevolg hebben wij de voorziene inkomsten voor de verhuring van de kerk verminderd met

2.150,- € naar 600 €.

code 2101 nutsvoorzieningen

Ingevolge de slotfactuur over 2022 voor het gebruik van gas en elektriciteit dienen wij het

budget met 1.000 € te verhogen naar 9.500,- € per jaar.

code 4100 investeringsuitgaven

De studie voor de aanbesteding van vervanging verticale raampartijen werd reeds opgemaakt door AID architecten. De factuur van het architectenbureau bedraagt 7.174,- € en werd ingeschreven in boekjaar 2023."

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 1 neen stem (Lennert Vorsselmans) en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen)

Artikel 1 - de budgetwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Paulus waarvan de balans als volgt is samengesteld goed te keuren:

GR van 21 december 2023

Kerkfabriek Sint-Paulus - budget 2024 - goedkeuring mits aanpassing

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeente Malle heeft het budget 2024 van de kerkfabriek Sint-Paulus ontvangen op

24 november 2023.

Het bisdom leverde een gunstig advies af op 17 november 2023.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meerbepaald titel II, hoofdstuk 3, artikel 43

Besluit van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012

Ministerieel besluit van 27 november 2006 - modellenbesluit gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013

Motivering

De voorziene exploitatietoelage voor 2024 bedraagt 15.398,92 euro (berekend als volgt: 23.098,38 euro * 2/3 voor Malle).

De voorziene huurtoelage voor 2024 bedraagt 6.182,85 euro. (berekend als volgt: 9.274,28 euro * 2/3 voor Malle).

De gemeente ontving volgende toelichting van de kerkfabriek Sint-Paulus betreffende de aangevraagde investeringssubsidie:

"Na de realisatie van de vervanging van de schuine daklichten, de nieuwe verwarmingsinstallatie en de toiletten voor minder validen hebben we het plan opgevat om de verticale raampartijen te vervangen. Het gaat nog om de originele kaders en beglazing die dringend aan vervanging toe zijn. Bovendien speelt er een energetisch aspect want de beglazing is nog enkel glas. Gezien het om een aanzienlijk aantal m² gaat, zal een vernieuwing ook belangrijke besparing in het energieverbruik zijn. De studie voor de aanbesteding werd reeds opgemaakt door AID architecten. De factuur van het architectenbureau bedraagt 7.174 euro en werd ingeschreven in boekjaar 2023. De totale kost van de investering bedraagt 100.000 euro en zal ingeschreven worden in het boekjaar 2024. Er is een gecumuleerd investeringsoverschot van 52.165,41 euro dat we hiervoor kunnen aanwenden. Blijft een tekort van 47.834,59 euro waarvoor we een beroep doen op de gemeente Malle en Zoersel en dit via het budget 2024.

Paulus-centrum vzw is bereid een voorschot van 45.000 euro te verlenen, jaarlijks voor 1/3 terug te betalen, zonder intrest. Als wij dus jaarlijks een investeringstoelage zouden kunnen krijgen van 15.000 euro (Malle : 10.000 euro en Zoersel 5.000 euro) en dit gedurende drie jaar, met aanvang in 2024), dan kan dit een oplossing zijn. Er zou ook kunnen gesteld worden dat deze toelage maximum 15.000 euro per jaar is, zo kunnen wij de bedragen van eventueel andere sponsors, in mindering brengen."

In tegenstelling tot wat er in het budget 2024 staat (47.834,95 euro) vraagt de kerkfabriek maar een investeringstoelage van 45.000 euro te verdelen over 3 jaar.

In het meerjarenplan van de gemeente is een investeringstoelage voorzien vanaf 2025 voor 10.000 euro per jaar (berekend als volgt: 45.000 euro * 2/3 voor Malle te verdelen over 3 jaar).

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 1 neen stem (Lennert Vorsselmans) en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen)

Artikel 1 - goedkeuring te verlenen mits aanpassingen aan het budget 2024 van de kerkfabriek Sint-Paulus waarvan de balans als volgt is samengesteld :

mits onderstaande aanpassingen:

- MAR 3100: 0 euro

- MAR   331: 2.834,59 euro

- MAR   350: 45.000 euro

- MAR   450: 0 euro

GR van 21 december 2023

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeenteraad keurde op 22 december 2022 het gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

Grondwet, artikel 173

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

Motivering

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

De tarieven werden geïndexeerd op basis  van de consumptieprijsindex van november 2023 (128,89). De basisindex is de index van november 2022 (127,92). Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro.

Het voorzien van een retributie voor een gegraveerde ster voor een sterrenkindje werd toegevoegd.

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

Gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen

Artikel 1 - algemeen

Vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 2 - gebruikers

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

Artikel 3 - tarief en berekening

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 §2 De gemeente Malle hanteert de volgende jaarlijkse verhogingen:

○         De tarieven worden vanaf 2025 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de consumptieprijsindex van november van het voorafgaande jaar. De basisindex is de index van november 2022 (127,92).

 §3 De gemeente Malle hanteert de volgende afrondingsregels:

○         Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro

Artikel 4 - invordering

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 §3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

○         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

○         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 5 - bezwaren

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 §1 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2024.

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikel 2 - het gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen goedgekeurd op 22 december 2022, op te heffen vanaf 1 januari 2024.

GR van 21 december 2023

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement betreffende materiële steun (uitleendienst) - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeenteraad keurde op 22 december 2022 het gemeentelijk retributiereglement betreffende de materiële steun (uitleendienst) goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

Grondwet, artikel 173

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

Gemeentelijk reglement uitleendienst van 19 mei 2022

Motivering

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

Omdat de doelgroepen die vallen onder artikel 1.1 van het gemeentelijk reglement bijdragen aan de gemeentelijke infrastructuur via de gemeentelijke belastingen, genieten zij 100% korting op de huurprijs. Dit geldt niet voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk.

Omdat de doelgroepen die vallen onder artikel 1.2 hun materiaal ook gratis uitlenen aan de gemeente, genieten zij 100% korting op de huurprijs. Dit geldt niet voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk en de overdekte podiumwagen.

De tarieven werden geïndexeerd op basis  van de consumptieprijsindex van november 2023 (128,89). De basisindex is de index van november 2022 (127,92). Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro.

Een retributie voor een aantal nieuwe spelmatarialen werd toegevoegd zoals voor boerengolf, kubb en een reuzen jenga. Daarnaast zijn herbruikbare bekers niet meer beschikbaar in een set van 400, maar enkel nog in sets van 150.

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Lennert Vorsselmans stelt dat het goed is dat de extra materialen in de uitleendienst komen. Hij geeft als suggestie mee dat het fijn zou zijn om ze gratis te kunnen ontlenen.

Raadslid Tom Lauryssen wijst op de passage over het gebruik van zwaar materieel. Hij vraagt wat het juist is en vraagt of hierbij een chauffeur zit of niet. Hij stelt dat het bovendien duur is.

Raadslid Wim Vervloet stelt dat het duidelijk moet zijn waarvoor het in het reglement staat.

Schepen Yannis Leirs stelt dat het bekeken zal worden en erop teruggekomen zal worden.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

Gemeentelijk retributiereglement betreffende materiële steun (uitleendienst)

Artikel 1 - algemeen

Vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor materiële steun.

Artikel 2 - gebruikers

 §1 De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het ontleenbaar materiaal.

§2 Door het in ontvangst nemen van materiële steun, aanvaardt de aanvrager de bepalingen van het gemeentelijk reglement uitleendienst en het retributiereglement.

Artikel 3 - tarief en berekening

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

○         De tarieven voor het ontleenbaar materiaal zijn opgenomen in bijlage 1

§2 De gemeenteraad verleent delegatie aan het college van burgemeester en schepenen om bijlage 1 actueel te houden wanneer dat nodig is.

§3 Aanvragen van organisaties die onder artikel 1.3 van het gemeentelijk reglement uitleendienst vallen, moeten het tarief betalen, vermeerderd met een uurtarief van 42 euro per uur per personeelslid voor het leveren en ophalen van het materiaal vermeld in artikel 3.1.1 van het gemeentelijk reglement uitleendienst.

§4 Bij verlies of beschadiging van materiaal, zoals vermeld in artikel 4.2 van het gemeentelijk reglement uitleendienst gelden de volgende bijkomende retributies:

 §5 Voor het extra inzetten van gemeentepersoneel, op verzoek van de aanvrager, gelden de volgende bijkomende retributies:

§6 Als materiaal, vermeld in artikel 3.1.1 en 3.1.3 van het gemeentelijk reglement uitleendienst, laattijdig wordt ingeleverd, geldt een bijkomende retributie van 11,10 euro.

§7 Als de WC-wagen niet leeg of proper terug wordt aangeboden, zoals vermeld in artikel 6.1.3 van het gemeentelijk reglement uitleendienst, geldt een bijkomende retributie van 221,65 euro.

 §8 Als de herbruikbare bekers niet proper afgewassen en droog terug worden aangeboden, zoals vermeld in artikel 4.2.1 van het ‘gemeentelijk reglement uitleendienst’, geldt een bijkomende retributie van 166,25 euro voor een bak herbruikbare bekers.

 §9 De gemeente Malle hanteert de volgende jaarlijkse verhogingen:

○         De tarieven worden vanaf 2025 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de consumptieprijsindex van november van het voorafgaande jaar. De basisindex is de index van november 2022 (127,92).

 §10 De gemeente Malle hanteert de volgende afrondingsregels:

○         Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro.

Artikel 4 – waarborg

 §1 Voor het uitlenen van de WC-wagen wordt, zoals vermeld in artikel 6.1.1 van het ‘gemeentelijk reglement uitleendienst’, een waarborg gevraagd van 200 euro. Dit bedrag wordt terugbetaald nadat de WC-wagen nagekeken en volledig in orde is. Indien de WC-wagen niet leeg of proper terug wordt aangeboden, zoals vermeld in artikel 6.1.2 van het ‘gemeentelijk reglement uitleendienst’, wordt een retributie geheven van 200 euro.

Artikel 5 - vrijstellingen

 §1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

§2 Aanvragen van organisaties die onder artikel 1.1 van het gemeentelijk reglement uitleendienst vallen, krijgen 100% korting op de huurprijs, met uitzondering voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk.

§3 Aanvragen van organisaties die onder artikel 1.2 van het gemeentelijk reglement uitleendienst vallen, krijgen 100% korting op de huurprijs, met uitzondering voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk en de overdekte podiumwagen.

Artikel 6 - invordering

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgende de volgende regels:

○         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

○         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 7 - bezwaren

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

Artikel 8 - inwerkingtreding en bekendmaking

 §1 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2024.

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Bijlage 1: lijst van uitleenbaar materiaal met huurprijs en kostprijs vanaf 1 januari 2024

Artikel 2 - het gemeentelijk retributiereglement betreffende de materiële steun (uitleendienst) goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 december 2022, op te heffen vanaf 1 januari 2024.

GR van 21 december 2023

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement op het uitvoeren van werken voor derden - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeenteraad keurde op 22 december 2022 het retributiereglement werken voor derden goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

Grondwet, artikel 173

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

Motivering

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

Een aantal wijzigingen zijn nodig:

●         verduidelijking dat dit retributiereglement ook van toepassing kan zijn op dienstverlening

●         toevoegen van een aantal elementen waaruit de retributie is samengesteld

●         verduidelijking over de verzekering van vervoerde goederen.

De tarieven werden geïndexeerd op basis  van de consumptieprijsindex van november 2023 (128,89). De basisindex is de index van november 2022 (127,92). Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro.

Beraadslaging

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 16 ja stemmen en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

Gemeentelijk retributiereglement op het uitvoeren van werken voor derden

Artikel 1 - algemeen

Vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het uitvoeren van werken of dienstverlening voor derden.

Artikel 2 - gebruikers

De retributie is verschuldigd door

●         de aanvrager van de werken of dienstverlening

●         de schadeveroorzaker in geval van schade berokkend door derden.

Artikel 3 - tarief en berekening

§1 De retributie bestaat uit de som van onderstaande elementen:

○         Dossierkosten: 27,70 euro/dossier

○         Werkuren op weekdagen in de normale werkuren: 42,10 euro/uur

■         Van maandag tot en met donderdag: 07.30 uur tot 16.00 uur

■         Vrijdag: 07.30 uur tot 12.00 uur

○         Werkuren op weekdagen buiten de normale werkuren: 63,20 euro/uur

○         Werkuren op weekends en feestdagen: 84,25 euro/uur

○         Transport per gereden km exclusief werkuren chauffeur: 0,35 euro/km

○         Gebruiksduur zwaar materieel (bv. kraan, veegwagen, ...) exclusief werkuren chauffeur: 83,15 euro/uur

○         Forfait voor dringende oproep buiten kantooruren: 168,50 euro

○         Extra kosten voor het overschrijden van het aantal km’s vanaf km 251, tol of péage, kosten verbonden aan wachttijden omwille van een rijverbod voor vrachtwagens in het buitenland, etc. worden doorgerekend aan de aanvrager

○         Materiaalkosten worden doorgerekend aan de aanvrager

○         Andere kosten verbonden aan het uitvoeren van werken.

 §2 De aanvrager staat zelf in voor de verzekering van de goederen die vervoerd worden.

 §3 Het totaalbedrag van de retributie wordt vastgesteld door het college van burgemeester en                schepenen aan de hand van een gedetailleerde kostenstaat met opgave van de gepresteerde uren                             en de gebruikte materialen.

 §4 De gemeente Malle hanteert de volgende jaarlijkse verhogingen:

○         De tarieven worden vanaf 2025 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de consumptieprijsindex van november van het voorafgaande jaar. De basisindex is de index van november 2022 (127,92).

 §5 De gemeente Malle hanteert de volgende afrondingsregels:

○         Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro.

Artikel 4 - invordering

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

○         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

○         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

Artikel 5 - bezwaren

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

Artikel 6 - inwerkingtreding

 §1 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2024.

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikel 2 - het gemeentelijke retributiereglement voor werken voor derden, goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 december 2022, op te heffen vanaf 1 januari 2024.

GR van 21 december 2023

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Op 22 december 2022 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven goed. Het reglement geldt tot 31 december 2025.

Juridische gronden

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

Motivering

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

Personen met een tweede verblijf kunnen een extra bijdrage leveren aan de financiële toestand van de gemeente.

Doordat tweede verblijven niet als hoofdverblijfplaats kunnen gebruikt worden loopt de gemeente inkomsten uit de aanvullende personenbelasting mis. Een billijke compensatie is dan ook aangewezen.

De gemeente acht het billijk om het belastingstarief aan te passen van onderhavige belasting zodat deze meer in lijn licht met het belastingstarief voor leegstaande woningen. De gemeente acht het billijk om het basistarief, te weten 1.150 euro, voor leegstaande woningen ook toe te passen op een tweede verblijf.

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Tom Lauryssen vraagt of een tweede verblijf in dezelfde straat kan.

Raadslid Kris Mintjens stelt dat het theoretisch inderdaad kan.

Burgemeester Sanne Van Looy bevestigt dit.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

Gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven

Artikel 1 – definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° Tweede verblijf: elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

●         het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

●         verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.

Artikel 2 - belastbare grondslag

De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een directe gemeentebelasting op tweede verblijven.

Artikel 3 - belastingplichtige

De belasting is ondeelbaar en voor het volledige jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 4 - berekening van de belasting

§1 De belasting wordt vastgesteld op 1.150 euro per jaar per tweede verblijf.

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende jaarlijkse verhogingen:

●         De tarieven worden vanaf 2025 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de ABEX-index van november van het voorafgaande jaar. De basisindex is de index van januari 2023 (1004).

§3 De gemeente Malle hanteert de volgende afrondingsregels:

●         Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro.

Artikel 5 - vestiging en invordering

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

§3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover Deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

Artikel 6 - bezwaren en geschillen

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Artikel 7 - inwerkingtreding

§1 Het reglement treedt in werking op 31 december 2023.

§2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 december 2022, op te heffen vanaf 31 december 2023.

GR van 21 december 2023

Meerjarenplan - gemeentelijke bijdrage 2023 en 2024 aan de Lokale Politie Voorkempen - vaststelling

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeenten die deel uitmaken van de Lokale Politie Voorkempen financieren het saldo van de zone.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, artikel 40 dat bepaalt dat elke gemeenteraad van de zone de dotatie stemt die aan de politiezone wordt betaald

Koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende vaststelling van de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotatie in de schoot van een meergemeentenzone

Motivering

Om te komen tot een positief algemeen begrotingsresultaat 2023 wordt de dotatie van de gemeente Malle voor 2023 vastgelegd op 2.361.295 euro exploitatietoelage en 27.628 euro investeringstoelage.

Om te komen tot een positief algemeen begrotingsresultaat 2024 wordt de dotatie van de gemeente Malle voor 2024 vastgelegd op 2.803.229 euro exploitatietoelage en 98.627 euro investeringstoelage.

Financiële gevolgen

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 1 neen stem (Tom Lauryssen) en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - de exploitatiebijdrage van de gemeente Malle, zoals ingeschreven in het politiebudget 2023, namelijk 2.361.295 euro, goed te keuren.

Artikel 2 - de investeringsbijdrage van de gemeente Malle, zoals ingeschreven in het politiebudget 2023, namelijk 27.628 euro, goed te keuren.

Artikel 3 - de exploitatiebijdrage van de gemeente Malle, zoals ingeschreven in het politiebudget 2024, namelijk 2.803.229 euro, goed te keuren.

Artikel 4 - de investeringsbijdrage van de gemeente Malle, zoals ingeschreven in het politiebudget 2024, namelijk 98.627 euro, goed te keuren.

Artikel 5 - te bevestigen dat deze bedragen werden ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025 in het jaar 2023 en 2024.

Artikel 6 - een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de provinciegouverneur en aan de Lokale Politie Voorkempen.

GR van 21 december 2023

Meerjarenplan - gemeentelijke bijdrage 2024 aan de Brandweerzone Rand - vaststelling

Toelichting

Aanleiding en context

De gemeenten die deel uit maken van de Brandweerzone Rand financieren jaarlijks het saldo van de zone.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid art. 68: “De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting.”

Omzendbrief BB 2014 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, ABB, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel van 5 september 2014 waarbij gemeld wordt dat vanaf 1 januari 2015 de brandweerzones actief worden

Raadsbesluit van 28 augustus 2017 'goedkeuring waardebepaling en verrekening van de roerende goederen binnen Brandweerzone Rand', waarin werd beslist om het verschil tussen de waarde van de inbreng volgens verdeelsleutel en onze ingebrachte waarde, nl. 626.233 euro gespreid over een periode van 10 jaar in mindering te brengen van onze gemeentelijke dotatie

Motivering

Om te komen tot een positief algemeen begrotingsresultaat 2024 wordt de dotatie van de gemeente Malle voor 2024 vastgelegd op:

●         583.317 euro exploitatietoelage

●         192.066 euro investeringstoelage.

Financiële gevolgen

Beraadslaging

Schepen Yannis Leirs geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 16 ja stemmen en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - de bijdrage van de gemeente Malle, zoals ingeschreven in de begroting 2024 van de Brandweerzone Rand, namelijk 583.317 euro exploitatietoelage en 192.066 euro investeringstoelage, goed te keuren.

Artikel 2 - te bevestigen dat de bedragen respectievelijk werden ingeschreven onder registratiesleutels MJP000816 en MJP000817 in het meerjarenplan 2020-2025 in jaar 2024.

Artikel 3 - een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de provinciegouverneur en aan de Brandweerzone Rand.

GR van 21 december 2023

Meerjarenplan - aanpassing 2023/05 aan het meerjarenplan 2020-2025 - deel gemeente - vaststelling

Toelichting

Aanleiding en context

Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, deel gemeente, wordt aan de gemeenteraad voorgelegd.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 171 §4 en 176, 249 tot en met 256

Besluit van de Vlaamse regering over de beleids- en beheerscyclus van 30 maart 2018

Ministerieel besluit over de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018

Omzendbrief KB/ABB 2019/4 inzake strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen van 3 mei 2019

Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen

Motivering

Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan werd bezorgd aan de gemeenteraadsleden op 7 december 2023.

Beraadslaging

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 4 neen stemmen (Alexander Van Loon, Mieke Laenen, Wim Vervloet, Lennert Vorsselmans) en 6 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Paul Van Ham, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen)

Artikel 1 - de kredieten voor het boekjaar 2023 als volgt te wijzigen:

●         Exploitatie - uitgaven: 19.641.253 euro

●         Exploitatie - ontvangsten: 24.877.565 euro

●         Investeringen - uitgaven: 2.849.273 euro

●         Investeringen - ontvangsten: 266.130 euro

●         Financiering - uitgaven: 622.466 euro

●         Financiering - ontvangsten: 164.607 euro

Artikel 2 - de kredieten voor het boekjaar 2024 als volgt vast te stellen:

●         Exploitatie - uitgaven: 20.086.211 euro

●         Exploitatie - ontvangsten: 23.632.982 euro

●         Investeringen - uitgaven: 4.801.469 euro

●         Investeringen - ontvangsten: 496.160 euro

●         Financiering - uitgaven: 1.635.414euro

●         Financiering - ontvangsten: 3.219.479 euro

Artikel 3 - de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, deel gemeente, vast te stellen.

GR van 21 december 2023

Meerjarenplan - aanpassing 2023/5 aan het meerjarenplan 2020-2025 - deel OCMW - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, deel OCMW vast.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 171 §4 en 176, 249 tot en met 256

Besluit van de Vlaamse regering over de beleids- en beheerscyclus van 30 maart 2018

Ministerieel besluit over de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018

Omzendbrief KB/ABB 2019/4 inzake strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen van 3 mei 2019

Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen

Motivering

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, deel OCMW vast.

De gemeenteraad is bevoegd om de aanpassing van het meerjarenplan, deel OCMW, goed te keuren.

Beraadslaging

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 9 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans) en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

Artikel 1 - de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, deel OCMW, dat door de raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld, goed te keuren.

Artikel 2 - vast te stellen dat door deze goedkeuring de volledige aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is vastgesteld.

GR van 21 december 2023

Verordening 'lasten bij omgevingsvergunningen' - vaststelling - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Het Instrumentendecreet van 26 mei 2023 wijzigt artikel 75, § 3, 4° in die zin dat financiële lasten in een omgevingsvergunning slechts zullen kunnen worden opgelegd als dit voorzien werd in een stedenbouwkundige verordening. Deze nieuwe regeling treedt in werking op 1 januari 2024.

Gemeente Malle past het instrument van de stedenbouwkundige last toe en wil dit ook na 1 januari 2024 blijven doen. De opmaak en het doorlopen van een traject voor de goedkeuring van een stedenbouwkundige verordening is dus nodig.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 2.3.1 en 2.3.2 (citeeropschrift "VCRO")

Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 mei 2014, artikel 75 en 77

Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen van 10 februari 2017

Decreet betreffende het realisatiegerichte instrumentarium van 26 mei 2023 (citeeropschrift “het Instrumentendecreet van 26 mei 2023”)

Decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995

Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan Milieueffectrapportage van 10 december 2004

Motivering

Artikel 2.3.2 van de VCRO belast het college van burgemeester en schepenen met de opmaak van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen.

Het college van burgemeester en schepenen baseerde zich voor de opmaak van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op de modelverordening die ter beschikking wordt gesteld door het departement Omgeving.

Deze verordening heeft tot doel om op uniforme wijze minimale stedenbouwkundige lasten te verbinden aan aanvragen.

Lasten kunnen ervoor zorgen dat de leefomgevingskwaliteit intact blijft of zelfs verbetert. Via een last kan de gemeente bijkomende verplichtingen opleggen aan de aanvrager. Deze last vindt zijn oorsprong in het voordeel dat de aanvrager uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid voor de uitvoering van de vergunning op zich moet nemen of de gevolgen die de maatschappij zal ondervinden.

Stedenbouwkundige lasten kunnen financieel zijn, maar het kan ook gaan over een last in natura. Sommige projecten kunnen slechts gerealiseerd worden (en zijn slechts vergunbaar) als er wegenis wordt aangelegd of als een hoogspanningscabine, waterinfiltratiebekken of waterzuiveringsinstallatie wordt voorzien. De aanleg of renovatie van dergelijke noodzakelijke infrastructuur wordt niet gevat door de verordening. Het opleggen van die infrastructuur is uiteraard ook een stedenbouwkundige last, maar de verordening behandelt ze niet, behalve in artikel 2.

Het ontwerp van de stedenbouwkundige verordening vermeldt de lasten die een vergunningverlenende overheid verplicht moet opnemen in een omgevingsvergunning in toepassing van het nieuwe artikel 75 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning. Ook de tarieven van de lasten bij zonevreemde omgevingsvergunningen worden in het ontwerp van de verordening bepaald. Het ontwerp voorziet in de hoogste financiële last voor een nieuwe woning. De grootte van de financiële last vermindert voor respectievelijk het herbouwen, het uitbreiden en het verbouwen van een zonevreemde woning en naargelang de grootte van zonevreemde gebouwen. Voor zonevreemde functiewijzigingen wordt omwille van de impact rekening gehouden met de oppervlakte van de functiewijziging.

De tarieven voor de overige financiële stedenbouwkundige lasten die het ontwerp voorziet, zijn de tarieven dewelke thans worden voorzien in het retributiereglement op het plaatsen van perceelstoegangen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 augustus 2023. Na inwerkingtreding van de stedenbouwkundige verordening zal het retributiereglement (deels) opgeheven worden voor de tarieven die zijn opgenomen in deze stedenbouwkundige verordening. Het ontwerp voorziet tevens in de indexering en de afronding van de tarieven.

Het ontwerp voorziet voorts in een aantal vrijstellingen. Het is aangewezen om bepaalde projecten, die een meerwaarde realiseren voor de samenleving, of die gepaard gaan met aanzienlijke extra kosten voor de ontwikkelaar, vrij te stellen van een stedenbouwkundige last.

Projecten die door een private ontwikkelaar worden gerealiseerd en later verhuurd zullen worden via een sociaal verhuurkantoor vallen niet onder deze vrijstelling.

Het ontwerp biedt ook de mogelijkheid om een afwijking van de toepassing van de stedenbouwkundige verordening aan te vragen en bepaalt de modaliteiten om zo’n afwijking aan te vragen. Die aanvraag zal dan door de vergunningverlenende overheid worden beoordeeld.

Artikel 75 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning (na wijziging door het Instrumentendecreet van 26 mei 2023) bepaalt: “De inkomsten van de financiële lasten, vermeld in paragraaf 3, 4°, worden door de bevoegde overheid aangewend voor het ruimtelijk beleid. De bevoegde overheid bewerkstelligt bij de opmaak van haar begrotingen dat ten minste een equivalent van de in het vorige begrotingsjaar doorgestorte inkomsten bestemd wordt binnen het ruimtelijke beleid, zoals in het bijzonder het voldoen van planschadevergoedingen en de aanwending van het instrument planologische ruil. Onder planologische ruil wordt verstaan: de omwisseling van gebiedsbestemmingen vanuit een samenhangende visie op de duurzame ruimtelijke ordening van het volledige plangebied.”. Dit werd bijgevolg uitdrukkelijk opgenomen in het ontwerp van stedenbouwkundige verordening.

Hoewel het niet verplicht is, worden ook lasten in natura opgenomen in de stedenbouwkundige verordening. Het gemeentebestuur wil aanvragers informeren over de verschillende soorten lasten die opgelegd kunnen worden. Een last in natura wordt opgelegd als tegemoetkoming ten aanzien van de bijkomende, generieke taakstelling die de gemeente heeft door de uitvoering van het project.

Voor zover de aanvrager in zijn aanvraag reeds handelingen integreert die de bijkomende taken voor de gemeente die voortvloeien uit de vergunde verkaveling of het vergunde project verminderen of voor zover daaromtrent een overeenkomst wordt gesloten met de aanvrager, wordt hiermee rekening gehouden bij de berekening van de resterende financiële stedenbouwkundige last.

Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt ook de verplichte financiële waarborg bij lasten in natura in het ontwerp van stedenbouwkundige verordening geregeld.

Conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan Milieueffectrapportage moeten sommige gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen onderworpen worden aan een plan-m.e.r.-screening.

Deze verordening beperkt zich louter tot het onderwerp “lasten” en vormt bijgevolg geen beoordelingskader om te bepalen of een vergunning verleend kan worden, maar maakt de financiering mogelijk van de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van een vergunning op zich moet nemen. Deze verordening heeft geen significante effecten op beschermde soorten en habitattypes in habitat- en vogelrichtlijngebieden en bijgevolg is een passende beoordeling niet vereist.  Een plan-m.e.r.-screening is aldus niet vereist voor deze gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.

In toepassing van artikel 2.3.2 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening legt het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor advies voor aan het departement Omgeving, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO). Tevens onderwerpt het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening aan een openbaar onderzoek van dertig dagen.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 1 november tot en met 30 november 2023. Tijdens het openbaar onderzoek werd advies uitgebracht door de provincie Antwerpen en de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en werd in totaal één bezwaarschrift ingediend. De gegronde opmerkingen en adviezen werden verwerkt in de definitieve gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘lasten bij omgevingsvergunningen’. Hoe er met de opmerkingen en adviezen is omgegaan in de definitieve gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'lasten bij omgevingsvergunning' is opgenomen in het document 'Resultaten openbaar onderzoek gemeentelijke stedenbouwkundige verordening lasten bij omgevingsvergunningen’ van 6 december 2023. Het maakt integraal deel uit van onderhavige beslissing.

Artikel 2.3.2 van de VCRO belast de gemeenteraad met de definitieve vaststelling van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen.

Beraadslaging

Burgemeester Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Paul Van Ham stelt dat zijn fractie zal tegen stemmen. Het is een verkapte vorm van belastingverhoging. Er staan zaken in die de gemeente al lang doet, maar er staan ook nieuwe zaken in.

Burgemeester Sanne Van Looy vraagt om te verduidelijken wat nieuw is.

Raadslid Paul Van Ham verwijst naar zijn opmerking bij aanvang van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn en stelt het niet te hebben kunnen lezen.

Raadslid Alex Van Loon stelt dat hij graag een toelichting in de commissie had gekregen. Hij verwijst naar enkele passages uit het reglement en meent dat deze nieuwe lasten zijn. Hij stelt ook dat sommige passages doen denken aan het afkopen van bouwovertredingen.

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat het afkopen van bouwovertredingen niet aan de orde is. Het gaat over zonevreemde zaken waar rechten aan ontleend worden. Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat er geen nieuwe gemeentelijke lasten zijn.

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 9 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans) en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

Artikel 1 - kennis te nemen van de adviezen, opmerkingen en bezwaren door de provincie Antwerpen, de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en één inwoner tijdens het openbaar onderzoek.

Artikel 2 - het document 'Resultaten openbaar onderzoek gemeentelijke stedenbouwkundige verordening lasten bij omgevingsvergunningen’ van 6 december 2023 goed te keuren en de erin opgenomen motivering tot de zijne te maken en integraal deel uit te laten maken van onderhavige beslissing.

Artikel 3 - de verordening inzake ‘lasten bij omgevingsvergunningen’ vast te stellen zoals hieronder bepaald:

"Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 – inleidende bepalingen

§ 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

●         bevoegde overheid: de overheid bedoeld in artikel 15 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

●         bovengrondse nuttige vloeroppervlakte: de netto vloeroppervlakte gemeten in de zone met een plafondhoogte van minstens 220 cm en bij hellende plafonds gemeten in de zone met een vrije hoogte groter dan 180 cm.

●         decreet betreffende de omgevingsvergunning: het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

●         handelingen: werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties, conform artikel 1.1.2, 7° VCRO

●         VCRO: de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

●         woongelegenheid: een woning of een deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer.

§ 2 Deze verordening heeft tot doel om op uniforme wijze minimale stedenbouwkundige lasten te verbinden aan aanvragen. Geval per geval kunnen, in toepassing van artikel 75 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, grotere stedenbouwkundige lasten dan voorzien in deze verordening worden opgelegd, zowel financieel als in natura.

§ 3 Bij de goedkeuring van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden zal de gemeente een financiële stedenbouwkundige last opleggen als een last in natura onmogelijk, onwenselijk of onvoldoende is. Stedenbouwkundige lasten in natura en financiële stedenbouwkundige lasten kunnen gecombineerd worden.

§ 4 De volgende stedenbouwkundige lasten worden bij de toepassing van artikel 3 en volgende van deze verordening buiten beschouwing gelaten:

1° lasten die de aanleg of renovatie van infrastructuur, noodzakelijk voor de realisatie van een project, zoals openbare wegen en nutsvoorzieningen, inhouden

2° lasten die de kosteloze overdracht van de infrastructuur, vermeld in punt 1°, of de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd, inhouden.

Hoofdstuk 2 Financiële stedenbouwkundige lasten

Artikel 2 – verplichte lasten opgelegd door het Decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1 Overeenkomstig artikel 75, §1, tweede lid, van het decreet betreffende de omgevingsvergunning neemt de bevoegde overheid volgende lasten op bij een omgevingsvergunning:

1° de lasten die de gemeenteraad heeft opgelegd bij de beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, vermeld in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

2° de lasten met het oog op de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod als voldaan is aan de uitsluitende voorwaarde, vermeld in artikel 5.100 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

3° de lasten die de gemeenteraad met toepassing van artikel 5.6.11, §4, van de VCRO heeft opgelegd bij de volledige of gedeeltelijke vrijgave van een woonreservegebied

4° de lasten bij toepassing van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, van de VCRO:

a) de afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de VCRO

b) de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 van de VCRO

c) de zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de VCRO.

§ 2 De financiële lasten, op te leggen met toepassing van paragraaf 1, 4°, bedragen:

1° 2.500  euro per toepassing van de afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de VCRO voor de bouw van een nieuwe woning

2° 1.000 euro voor het herbouwen van een zonevreemd gebouw, met een minimale bruto grondoppervlakte van 500 vierkante meter of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.13, 4.4.14, 4.4.17, 4.4.18 en 4.4.20 van de VCRO

3° 750 euro voor het herbouwen van een zonevreemd gebouw, niet zijnde een woning, met een bruto grondoppervlakte van minder dan 500 vierkante meter, in toepassing van de artikelen 4.4.17 en 4.4.18 van de VCRO

4° 500 euro voor het uitbreiden van een zonevreemd gebouw of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.15 en 4.4.19 van de VCRO

5° 500 euro voor het verbouwen van een zonevreemd gebouw of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.12 en 4.4.16 van de VCRO

6° 10 euro per vierkante meter bovengrondse nuttige vloeroppervlakte die van functie wijzigt, in toepassing van de zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de VCRO.

§ 3 De tarieven in § 2 betreffen minimale tarieven. De vergunningverlenende overheid kan gemotiveerd en op basis van prijsoffertes of facturen afwijken van de minimumbedragen en een hoger bedrag bepalen in de omgevingsvergunning.

Artikel 3 – verplichte lasten opgelegd door de gemeente

De volgende vergunningsplichtige handelingen worden geacht steeds bijkomende taken mee te brengen voor de gemeente, zodat bij de afgifte van de omgevingsvergunning steeds een stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

1° voor het afbreken en/of plaatsen van een overwelving over een baangracht en verhardingen op het openbaar domein.

Artikel 4 – tarieven en berekening financiële stedenbouwkundige last

§ 1 Bij de afgifte van een omgevingsvergunning zal de bevoegde overheid een financiële stedenbouwkundige last opleggen als een last in natura onmogelijk, onwenselijk of onvoldoende is.

§ 2 De financiële stedenbouwkundige last wordt berekend in functie van de omvang van het project volgens onderstaande norm en bedraagt minimaal:

1° als de aanvraag voor het plaatsen van de perceelstoegang het gevolg is van werken uitgevoerd in opdracht van de overheid:

●         Een eerste overwelving van baangracht van 5 meter: gratis

●         Een verbreding van de overwelving van de baangracht naar 7,5 meter: 550 euro

●         Een verbreding van de overwelving, breder dan 7,5 meter, per begonnen meter: 300 euro

●         Een tweede overwelving van baangracht van 5 meter: 1.100 euro

●         Een voetpad van 1,5 meter over een baangracht voor hoekpercelen waarbij de toegang naar de voordeur en de oprit meer dan 5 meter uit elkaar liggen: gratis

●         Een eerste perceelstoegang van 5 meter zonder baangracht: gratis

●         Een verbreding van de perceelstoegang van 7,5 meter zonder baangracht: 220 euro

●         Een verbreding van de overwelving zonder baangracht, breder dan 7,5 meter, per begonnen meter: 150 euro

●         Een tweede perceelstoegang van 5 meter zonder baangracht: 440 euro

●         Een voetpad van 1,5 meter zonder baangracht voor hoekpercelen waarbij de toegang naar de voordeur en de oprit meer dan 5 meter uit elkaar liggen: gratis

2° als de aanvraag voor het plaatsen van een overwelving op eigen initiatief van de aanvrager gebeurt:

●         Een overwelving van de baangracht van 5 meter: 1.100 euro

●         Een overwelving van de baangracht van 7,5 meter: 1.650 euro

●         Een verbreding van de overwelving, breder dan 7,5 meter, per begonnen meter: 300 euro

3° als de aanvraag voor afbraak of uitbreiding van een bestaande overwelving van een baangracht op eigen initiatief van de aanvrager gebeurt:

●         De afbraak van een kopmuur: 220 euro

●         De afbraak van een overwelving per meter: 110 euro

●         De bouw van een kopmuur: 275 euro

●         De uitbreiding van een overwelving van 2,5 meter: 275 euro

●         Een verbreding van de overwelving, breder dan 7,5 meter, per begonnen meter: 300 euro

4° de kostprijs voor de aanleg van een overwelving van een baangracht naar aanleiding van een verkaveling waarbij de exacte plaats van de overwelving niet is vastgelegd in de verkavelingsvoorwaarden:

●         Een overwelving van 5 meter, exclusief verharding: 2.750 euro

●         Klinkerverharding van een perceelstoegang van 5 meter: 825 euro

§ 3 De tarieven in § 2 betreffen minimale tarieven. De vergunningverlenende overheid kan gemotiveerd en op basis van prijsoffertes of facturen afwijken van de minimumbedragen en een hoger bedrag bepalen in de omgevingsvergunning.

§ 4 De kosten voor wijzigingen aan het openbaar domein worden berekend op basis van o.a. prijsoffertes, facturen, vermoedelijke of gepresteerde werkuren, …

Artikel 5 – vrijstellingen

De volgende vergunningsaanvragen of delen ervan zijn vrijgesteld van een financiële stedenbouwkundige last:

1° (het deel van) vergunningsaanvragen voor de realisatie van een sociaal woonaanbod in de zin van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

2° (het deel van) vergunningsaanvragen die niet gepaard gaan met een winstoogmerk en die bestemd zijn voor de realisatie van kinderopvang, scholen, ziekenhuizen, rusthuizen en andere soortgelijke collectieve zorginstellingen

3° vergunningsaanvragen voor stedenbouwkundige handelingen ter uitvoering van een project of omgevingsvergunning voor verkavelen van gronden waarvoor reeds een stedenbouwkundige last is opgelegd bij de aflevering van de omgevingsvergunning voor het project of omgevingsvergunning voor verkavelen van gronden, voor zover de stedenbouwkundige last hetzelfde voorwerp zou hebben als de stedenbouwkundige last die werd opgelegd bij de aflevering van de voorgaande omgevingsvergunning

Artikel 6 – afwijkingen

§ 1 De bevoegde overheid kan een volledige of gedeeltelijke individuele afwijking toestaan op deze verordening, als er bijzondere redenen zijn die een afwijking rechtvaardigen.

Een volledige afwijking houdt in dat geen stedenbouwkundige last wordt opgelegd, behalve de decretaal verplichte lasten.

Een gedeeltelijke afwijking houdt in dat een verminderde stedenbouwkundige last wordt opgelegd. Het bedrag van de vermindering staat in een evenredige verhouding tot de belangrijke en uitzonderlijke financiële inspanningen die de gedeeltelijke afwijking rechtvaardigen.

§ 2 Een individuele afwijking kan alleen worden toegestaan wanneer dit op gemotiveerde wijze wordt gevraagd door de aanvrager. De aanvrager geeft hiervoor in de beschrijvende nota bij de vergunningsaanvraag aan waarom de aanvraag in aanmerking komt voor een individuele afwijking met toepassing van de eerste paragraaf van dit artikel.

Artikel 7 – indexering

De tarieven vermeld in deze stedenbouwkundige verordening worden vanaf 2025 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de ABEX-index van november van het voorgaande jaar. De basisindex is de index van januari 2024.

Artikel 8 – afrondingsregel

De tarieven vermeld in deze stedenbouwkundige verordening worden afgerond naar onder of boven tot op 0,05 euro.

Artikel 9 – bestemming financiële stedenbouwkundige last

Overeenkomstig artikel 75, § 4, tweede lid, van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, worden de inkomsten van de financiële lasten, verworven op basis van deze verordening, door de gemeente aangewend voor het ruimtelijk beleid van de gemeente.

Artikel 10 – betaling financiële stedenbouwkundige last

§ 1 De financiële stedenbouwkundige last wordt betaald binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf ontvangst van de factuur die betrekking heeft op de financiële last van de omgevingsvergunning waarvan geen afstand is gedaan met uitzondering van omgevingsvergunningen voor verkavelen van gronden. Voor financiële stedenbouwkundige lasten gekoppeld aan omgevingsvergunningen voor verkavelen van gronden geldt de wettelijke termijn van 5 jaren te rekenen van de afgifte van de vergunning, waarvan geen afstand wordt gedaan.

§ 2 Indien de beslissing van de bevoegde overheid tot afgifte van de vergunning met een administratief of jurisdictioneel beroep wordt aangevochten, begint de betalingstermijn maar te lopen vanaf de afgifte van de gevraagde vergunning in beroep of vanaf de verwerping van het beroep door de Raad voor Vergunningsbetwistingen of door de Raad van State.

§ 3 De vergunningsbeslissing vermeldt uitdrukkelijk het totaalbedrag van de financiële stedenbouwkundige last, de inhoud van de vorige paragrafen over de betalingstermijn en de betalingsmodaliteiten (naam rekeninghouder, rekeningnummer, te hanteren (gestructureerde) mededeling). Als de vergunning wordt verleend door de deputatie of de Vlaamse Regering, deelt de gemeente deze gegevens mee aan deze overheid.

Artikel 11 – invordering financiële stedenbouwkundige last

Als de vergunninghouder de financiële stedenbouwkundige last niet tijdig betaalt overeenkomstig artikel 10 zal de financieel directeur de financiële stedenbouwkundige last invorderen volgens de volgende regels:

●         voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

●         voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

Hoofdstuk 3 Stedenbouwkundige lasten in natura

Artikel 12 – stedenbouwkundige last in natura

De kosten van de stedenbouwkundige last in natura voor de aanvrager worden geraamd door de bevoegde overheid in de omgevingsvergunning op basis van de aard en de te verwachten gevolgen van het project. Hierbij wordt rekening gehouden met (niet-limitatieve opsomming):

1° de eenmalige kosten van de aanleg van gemeenschappelijke infrastructuur zoals speelpleinen, zitbanken, gemeenschappelijk groen

2° groenschermen en groenvoorzieningen

3° overwelven van waterlopen.

Voor zover de aanvrager in zijn aanvraag reeds handelingen integreert die de bijkomende taken voor de gemeente die voortvloeien uit de vergunde verkaveling of het vergunde project verminderen of voor zover daaromtrent een overeenkomst wordt gesloten met de aanvrager, wordt hiermee rekening gehouden bij de berekening van de resterende financiële stedenbouwkundige last. De handelingen die de bijkomende taken voor de gemeente verminderen en die reeds geïntegreerd zijn in het gevraagde of waartoe de aanvrager zich geëngageerd heeft in een overeenkomst gesloten met de gemeente, worden op evenredige wijze in mindering gebracht van de financiële stedenbouwkundige last. Als de berekende kosten van de last in natura hoger zijn dan de financiële last, wordt geen financiële last opgelegd.

Artikel 13 – financiële waarborg bij last in natura

§ 1 Overeenkomstig artikel 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning wordt de verplichte financiële waarborg bij lasten in natura geregeld.

De waarborg moet gesteld worden binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de afgifte van de vergunning, waarvan geen afstand is gedaan.

§ 2 Indien de beslissing van de bevoegde overheid tot afgifte van de vergunning met een administratief of jurisdictioneel beroep wordt aangevochten, begint de betalingstermijn maar te lopen vanaf de afgifte van de gevraagde vergunning in beroep of vanaf de verwerping van het beroep door de Raad voor Vergunningsbetwistingen of door de Raad van State.

§ 3 De vergunningsbeslissing vermeldt uitdrukkelijk het totaalbedrag van de waarborg, de inhoud van de vorige paragrafen over de betalingstermijn en de betalingsmodaliteiten. Als de vergunning wordt verleend door de deputatie of de Vlaamse Regering, deelt de gemeente deze gegevens mee aan deze overheid.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 14 – sanctie

Het niet uitvoeren van de last kan leiden tot het verval van de vergunning overeenkomstig de artikelen 99 en 102 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Artikel 15 – inwerkingtreding en bekendmaking

Deze verordening treedt in werking op de tiende dag na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en is van toepassing op alle beslissingen die na de inwerkingtreding ervan door de vergunningverlenende overheid worden genomen ongeacht het tijdstip van de aanvraag van de omgevingsvergunning.“

GR van 21 december 2023

Hemelwater- en droogteplan - definitieve versie - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Het doel van het hemelwater- en droogteplan bestaat uit het uitwerken van een integrale ruimtelijke visie om regenwater ter plaatse te houden, te infiltreren en te bufferen en ruimte voor water te creëren.

Elke gemeente moet vanaf 2024 over een dergelijk plan beschikken om voor watergerelateerde subsidies in aanmerking te komen.

Pidpa heeft de opmaak van het plan voor gemeentebestuur Malle gecoördineerd en stelde in dat verband studiebureau IMDC aan.

Het plan bestaat uit twee delen, zijnde een overkoepelend rapport en deelzonefiches. Er zijn acht deelzonefiches. Deze beschrijven telkens de bestaande en geplande toestand.

Het plan wil meerwaarde creëren door in te zetten op:

●         een integrale benadering: grondwater, hemelwater en oppervlaktewater komen aan bod

●         de volledige ruimte

●         het combineren van verschillende principes.

Volgende procedure werd gevolgd:

1. inventarisatie
2. opdelen van de gemeente in verschillende deelzones
3. visie per deelzone om tot een duurzaam watersysteem te komen
4. actieplan met prioriteiten
5. bekrachtigingsfase.

Malle kent volgende knelpunten:

●      Wateroverlast op 33 locaties.

●      Aanwezigheid van verdunningsknelpunten. In verdunningsknelpunten komt regenwater rechtstreeks in het rioleringsstelsel .

●      Aanwezigheid van rechtstreekse lozingen en overstorten van vuil water richting waterloop

●      Droogte: Malle is droogtegevoelig en op sommige locaties zelfs zeer droogtegevoelig

●      Lage rioleringsgraad van 75% in vergelijking met het Vlaams gemiddelde van 88%.

Volgende potenties zijn er in Malle:

●      Realisatie van onthardingsprojecten. Er werden reeds een aantal projecten gerealiseerd.

●      De bodem is infiltratiegeschikt zodat grondwater terug aangevuld kan worden

●      Mogelijkheid tot aanleg van waterbuffers

●      Groenblauwe dooradering die moet zorgen voor extra waterberging. In het kwaliteitsplan werden heel wat groenblauwe aders opgenomen die meegenomen zijn in het plan.

●      Compartimenteren van grachten door het plaatsen van stuwen, actief peilbeheer en peilgestuurde drainage op perceelsgrachten in landbouwgebied.

Vanuit de knelpunten en potenties werd een visie per deelgebied gemaakt voor duurzaam waterbeheer. De visie is gebaseerd op zes specifieke strategische doelstellingen voor Malle die de kapstok van de structuur van het plan vormen:

●      Infiltratie van hemelwater bevorderen en drainage zoveel mogelijk beperken

●      Meer ruimte voor water voorzien en overstromingsrisico’s moeten beperkt worden

●      Uitbouw hemelwaterafvoernetwerk met voldoende vertraagde en verspreide waterafvoer

●      Voorzien van groenblauwe dooradering en -netwerken conform het kwaliteitsplan

●      Circulair en efficiënt watergebruik en -hergebruik

●      Sensibilisering en ondersteuning.

Opvolging gebeurt aan de hand van operationele doelstellingen die de concrete vertaling zijn van de strategische doelstellingen. De operationele doelstellingen zijn gekoppeld aan indicatoren op basis waarvan we het plan kunnen opvolgen. Er wordt gesproken van een ‘nullijn’ zodat we na 3 jaar kunnen beoordelen of er vooruitgang is.

Op 17 oktober 2023 gaven de milieuraad en Gecoro een gezamenlijk advies. De adviezen werden verwerkt in het plan.

Het plan werd voorgelegd aan de gemeenteraadscommissie omgeving van 28 november 2023. Naar aanleiding van de bespreking werd het volgende toegevoegd aan het plan: "Het is belangrijk dat het gemeentebestuur het plan intern opvolgt. In die zin zal er een jaarlijkse evaluatie gebeuren."

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41

Gecodificeerd decreet betreffende het integraal waterbeleid van 15 juni 2018

Motivering

Het hemelwater- en droogteplan biedt een integrale, gedragen en gebiedsdekkende visie op het hele watersysteem, waaraan ook een concreet actieplan wordt gekoppeld. Door een plan op het niveau van gemeente Malle uit te werken, wordt rekening gehouden met de lokale kenmerken van de omgeving en kunnen concrete problemen aangepakt worden. Het is belangrijk dat de gemeente vanaf 2024 over een dergelijk plan beschikt om nog langer voor watergerelateerde subsidies in aanmerking te komen.

Beraadslaging

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Alex Van Loon stelt dat het dossier uitvoerig is toegelicht in de commissie omgeving. Hij vraagt of iets kan verteld worden over de teneur van het advies van de milieuraad en de Gecoro.

Schepen Wouter Patho stelt dat de teneur wat hetzelfde was als in de commissie: hoe dit plan in de praktijk omzetten. Hij stelt dat er ook lang gediscussieerd werd over het belang van wadi's. Mochten er bijkomende middelen vanuit Vlaanderen komen, is dit goed meegenomen, maar op zich zijn de middelen voor de rioleringswerken in het meerjarenplan voorzien.

Raadslid Wim Vervloet vraagt hoe het zit met het onderhoud van de beken.

Schepen Yannis Leirs stelt dat er een onderhoudsprogramma is waarbij er een cycli is waardoor er om de vier jaar minstens overal geweest zal zijn.

Raadslid Tom Lauryssen stelt dat ook al worden de beken onderhouden, het nog niet altijd in orde is. Hij wijst op de vele miljoenen die de uitvoering van dergelijke plannen met zich meebrengt en wijst ook op de gevolgen voor de landbouwsector.

Schepen Wouter Patho wijst op het belang van bufferruimte voor water.

Raadslid Tom Lauryssen stelt het belangrijk te vinden om te weten wat het juist allemaal kost.

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - het hemelwater- en droogteplan voor gemeente Malle goed te keuren.

GR van 21 december 2023

Vervoerregio Antwerpen - ontwerp regionaal mobiliteitsplan en ontwerp plan-MER - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Vlaanderen is opgedeeld in 15 vervoerregio’s waarvoor een regionaal mobiliteitsplan opgemaakt moet worden. Onze gemeente behoort tot de Vervoerregio Antwerpen. Het regionaal mobiliteitsplan legt de visie en ambities van de vervoerregio vast met een tijdshorizon 2030 – 2050.

In september 2023 werden het voorlopig ontwerp van het regionaal mobiliteitsplan en het plan-MER voorlopig vastgesteld door de Vervoerregioraad Antwerpen. Het openbaar onderzoek loopt van 31 oktober tot 29 december 2023. Aan de gemeenteraden wordt gevraagd advies te geven (periode van 90 dagen: 18 oktober 2023 – 17 januari 2024).

Het Routeplan 2030 is het multimodaal mobiliteitsplan voor de Vervoerregio Antwerpen (32 gemeenten) en geeft invulling aan het mobiliteitsbeleid dat op regionaal niveau zal worden (uit-)gevoerd. Het vormt het ontwikkelingskader voor de nadere uitwerking van programma’s en projecten op regionaal en lokaal niveau. Het is gericht op het realiseren van een bereikbare en leefbare regio met een structureel hoger gebruik van de duurzame mobiliteitsmiddelen in 2030.

Het Routeplan 2030 is opgesteld in de overtuiging dat mobiliteitsproblemen aangepakt moeten worden door samen te werken tussen de verschillende bestuursniveaus, de lokale besturen onderling, de aanbieders op het vlak van de vervoersmodi, en met alle betrokken publieke en private stakeholders.

Het Routeplan 2030 geeft invulling aan de beleidsambitie van de Vlaamse regering om het aandeel van de duurzame (combi-)verplaatsingen (te voet, per fiets, met trein, tram en/of bus en passagiers in de wagen) voor de hele Vervoerregio Antwerpen te laten groeien tot minstens 50%, ofwel het aandeel van de auto terug te brengen tot onder de 50%. Dit regionaal mobiliteitsplan legt de globale mobiliteitsvisie voor alle vervoersmodi voor een langere termijn vast in de Vervoerregio en bevat de nodige maatregelen om deze 50/50 ambitie te realiseren. De 50/50 ambitie is er één voor personenvervoer, maar ook logistieke thema’s worden mee behandeld in het Routeplan daar waar het relevant is op dit regionale schaalniveau. Het Routeplan beschrijft een streefbeeld van hoe we de mobiliteit in 2030 zien en hoe de gewenste modal shift kan worden bereikt. Het geeft inzicht in de mobiliteitskeuzes die we tegen 2030 willen aanbieden in onze regio.

Om een duurzame toekomst te verzekeren, zet de vervoerregio in op 9 ambities binnen mobiliteit:

●         integrale aanpak voor een ander mentaliteit: we kiezen voor een gezamenlijk mobiliteitsmanagement om het aantal autoverplaatsingen te beperken. Deze gedragsverandering realiseren we via gerichte communicatie, infrastructuur, technologie en regelgeving;

●         versterking van dorps- en stadskernen: wanneer we woningen, werkplekken, activiteiten en voorzieningen op wandel- en fietsafstand van elkaar organiseren is er minder nood aan verplaatsingen. Deze concentratie in de kernen maakt het bovendien gemakkelijker om deelsystemen en openbaar vervoer te organiseren;

●         reisbeleving van deur tot deur bevorderen: probleemloos overstappen van openbaar vervoer naar fiets naar auto, die vrijheid willen we de reiziger bieden door hoogkwalitatieve en vlot bereikbare mobiliteitsknooppunten te voorzien;

●         van bezit naar gebruik: Mobility as a Service (MaaS) staat voor de verschuiving van persoonlijke vervoerswijzen naar mobiliteitsdiensten zoals openbaar vervoer en fiets- of autodelen. We reiken de reiziger een gebruiksvriendelijke systeem aan om het vlot wisselen van vervoersmiddel of ‘combimobiliteit’ te bevorderen;

●         A-net, snel en betrouwbaar reizen binnen de vervoerregio: het A-net is een kwaliteitsnetwerk dat bestaat uit afgestemde regionale diensten van trein, tram en bus. Het garandeert vlotte en frequente verbindingen, zowel in de urbane zone als in het regionale netwerk.

●         een fietsnetwerk van hoge kwaliteit: we zetten in op een comfortabel en veilig lokaal fietsnetwerk dat aansluit op het A-net en de regionale fietsnetwerken. Voor verplaatsingen over de korte afstand krijgt de fiets de belangrijkste vervoersfunctie;

●         regionale parkeerstrategie, lokaal beleid: we maken een ‘park & choose’ van de mobiliteitsknooppunten buiten de kernen. Met een doordachte tarifering en veel aandacht voor fietsparkeren willen we overstappen stimuleren en vermijden we parkeerdruk in de woongebieden;

●         doorstroming en aansluiting op hoofdwegen: we willen een vlotte afwikkeling op het interregionale hoofdwegennet garanderen, o.a. door een richtsnelheid op en het vervolledigen van het hoofdwegennet. Regionale aansluitingen worden verbeterd met rechtstreekse routes en aansluitingen in twee richtingen;

●         dynamisch verkeersmanagement voor optimale benutting: verkeersregelingen houden in de eerste plaats rekening met regionale fietsverbindingen, het A-net voor openbaar vervoer en de gewenste routes voor het wegverkeer. Dynamische regelingen die op het netwerkniveau met elkaar communiceren zorgen voor minder verliestijden en optimale doorstroming van de verschillende modi.

De procedure om tot het regionaal mobiliteitsplan te komen kende drie fases: de oriëntatiefase, de uitwerkingsfase en de fase van het definitieve beleidsplan en actieplan. Het resultaat van de oriëntatiefase was een oriëntatienota. De uitwerking daarvan gebeurde aan de hand van de opbouw van de strategische visie en operationele doelstellingen. Dit werd vertaald in de synthesenota. Tenslotte werdhet eigenlijke ontwerp van het regionaal mobiliteitsplan opgemaakt. Dit bestaat uit het Routeplan 2030 zelf, aangevuld met 8 gebiedsgerichte nota’s over goederenvervoer, vervoer op maat, personenvervoer over water, doorstroming OV, feederlijnen OV, mobiliteitsknooppunten, parkeerstrategie en wegencategorisering. Het ontwerp regionaal mobiliteitsplan wordt begeleid door een ontwerp plan-MER, dat de milieueffecten van het mobiliteitsplan in beeld brengt.

Juridische gronden

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Bestuursdecreet van 7 december 2018

Decreet op de basisbereikbaarheid van 3 april 2019

Besluit van de Vlaamse regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met integratie van de milieueffectrapportage

Motivering

Vanuit gemeente Malle wordt aandacht gevraagd voor volgende punten:

●         Nota wegencategorisering

○         Tangent Malle fase III toevoegen, segment tussen N153 en N14

○         N153 Malle - Wechelderzande dient nog ingekleurd te worden, is nu aangeduid als lokale weg. De N153 is tevens een route voor uitzonderlijk transport.

○         Herbekijken categorisering N179, N14, N153, N12 na realisatie tangent.

●         Nota goederenvervoer

○         Toevoegen figuur met situatie na realisatie tangent: op dat moment fungeert de N179 niet meer als vrachtroute en ontsluit het bedrijventerrein via de tangent.

●         Nota mobiliteitsknooppunten

○         Enkel Oostmalle staat vermeld als regionaal multimodaal knooppunt. In de corridorstudie Antwerpen - Turnhout is het potentieel van Malle als dubbel multimodaal knooppunt aangetoond.

●         Actieplan

○         Dragend wegennet: Tangent Malle fase III ontbreekt

○         Regionale knooppunten: Westmalle en Oostmalle zijn niet vermeld als regionale knoop.

Beraadslaging

Schepen Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Alex Van Loon stelt dat zijn fractie zal tegen stemmen. Hij stelt dat hij graag meer toelichting had gekregen in bijvoorbeeld een commissie. Het plan is niet realistisch en te algemeen geformuleerd. Het is meer een intentieverklaring.

Raadslid Paul Van Ham stelt dat zijn fractie zal tegen stemmen. Hij stelt het onvoorstelbaar te vinden dat het nu ineens ter stemming wordt gelegd zonder het in de commissie of op de gemeenteraad zelf besproken te hebben.

Schepen Dirk Gerinckx stelt dat het niet te nemen of te laten is. Het materiaal was beschikbaar. Het is een ambitieus plan.

Raadslid Tom Lauryssen vraagt wat het zal kosten.

Schepen Dirk Gerinckx stelt dat er geen bedrag op geplakt kan worden, maar dat het veel zal kosten.

Raadslid Wim Vervloet stelt raadslid Alex Van Loon te volgen wanneer hij zegt dat het meer een intentieverklaring is. Hij stelt te zullen tegen stemmen.

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 9 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans) en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

Artikel 1 - het ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Antwerpen en ontwerp plan-MER goed te keuren, mits aandacht voor volgende punten:

●         Nota wegencategorisering

○         Tangent Malle fase III toevoegen, segment tussen N153 en N14

○         N153 Malle - Wechelderzande dient nog ingekleurd te worden, is nu aangeduid als lokale weg. De N153 is tevens een route voor uitzonderlijk transport.

○         Herbekijken categorisering N179, N14, N153, N12 na realisatie tangent.

●         Nota goederenvervoer

○         Toevoegen figuur met situatie na realisatie tangent: op dat moment fungeert de N179 niet meer als vrachtroute en ontsluit het bedrijventerrein via de tangent.

●         Nota mobiliteitsknooppunten

○         Enkel Oostmalle staat vermeld als regionaal multimodaal knooppunt. In de corridorstudie Antwerpen - Turnhout is het potentieel van Malle als dubbel multimodaal knooppunt aangetoond.

●         Actieplan

○         Dragend wegennet: Tangent Malle fase III ontbreekt

○         Regionale knooppunten: Westmalle en Oostmalle zijn niet vermeld als regionale knoop.

Artikel 2 - het besluit over te maken aan de Vervoerregio Antwerpen.

GR van 21 december 2023

Reglement projectsubsidie voor maatschappelijk versterkende projecten - goedkeuring

Toelichting

Aanleiding en context

Het bestuur schreef in haar meerjarenplan 2020-2025 budget in voor een jaarlijkse oproep voor projectsubsidies voor maatschappelijk versterkende projecten en schreef hiervoor een reglement uit dat oorspronkelijk werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 30 januari 2020, en verder aangepast in de gemeenteraad van 26 november 2020 en 22 december 2022.

Bij die laatste aanpassing kregen jongeren al de kans om een project in te dienen.

In functie van haar strategie voor een kindvriendelijke gemeente wil de gemeente Malle deze projectsubsidie verder inzetten om initiatieven van jongeren te stimuleren en te ondersteunen. De middelen voor de projectsubsidie zullen exclusief worden ingezet voor projecten van jongeren.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

Beslissing van de gemeenteraad van 22 december 2022 'Reglement projectsubsidie voor maatschappelijk versterkende projecten - goedkeuring'

Motivering

Het bestuur wenst extra impulsen te geven aan een kindvriendelijke gemeente, waar jongeren initiatief nemen, en zet hiervoor de projectsubsidie voor maatschappelijk versterkende projecten in.

Om de beschikbare middelen maximaal in te zetten voor jongeren, wordt het reglement aangepast en kan voortaan de projectsubsidie enkel worden aangevraagd door jongeren tussen 12 en 25 jaar.

Ook scholen, feitelijke verenigingen en vzw’s, die samen met en voor kinderen en jongeren van 0 tot en met 25 jaar een project uitwerken, kunnen een subsidieaanvraag indienen.

Volgende inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd:

●         aanpassen doelstelling gericht op jongeren en doelgroep gericht op kinderen en jongeren

●         toevoegen definities

●         aanpassen voorwaarden aanvrager

●         toevoegen van extra ontvankelijkheidsvoorwaarden

●         toevoegen van extra voorwaarden

●         toevoegen extra voordelen voor projectaanvragen en verduidelijking rond maximaal aantal te subsidiëren projecten

●         aanpassing samenstelling jury

●         aanpassen procedure - uitbreiding met 2de projectoproep indien vastgesteld jaarlijks budget voor projectsubsidie niet bereikt is

●         aanpassing en verduidelijking beoordelingscriteria

●         aanpassing uitbetaling

●         toevoegen van extra maatregelen en voorwaarden met betrekking tot controle en sancties.

Financiële gevolgen

In het meerjarenplan is onder MJP000959 10.000 euro voorzien in 2024 en 2025.

Beraadslaging

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig punt.

Raadslid Lennert Vorsselmans stelt dat er nog altijd veel voorwaarden zijn waardoor het voor jongeren niet evident is om een volledig dossier in te dienen. Hij wijst op de beoordelingscommissie waar drie ambtenaren en drie jongeren vertegenwoordigd zijn. Hij geeft aan dat het een aandachtspunt is om de jongere voldoende te horen.

Schepen Elisabeth Joris stelt dat het inderdaad een belangrijk aandachtspunt is.

De gemeenteraad besluit bij 16 ja stemmen en 8 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen, Lennert Vorsselmans)

Artikel 1 - onderstaand reglement voor het toekennen van een projectsubsidie voor maatschappelijk versterkende projecten goed te keuren:

Subsidiereglement projectsubsidie voor maatschappelijk versterkende projecten

Artikel 1 – Doel

Binnen de perken van het jaarlijks vastgestelde budget verleent de gemeente Malle subsidies aan maatschappelijk versterkende projecten. Het gemeentebestuur wil jongeren inspireren, aanmoedigen en ondersteunen om initiatief te nemen en hun verantwoordelijkheid daarin op te nemen en voorziet een projectsubsidie om hen de kans te geven sociale, culturele, artistieke, sportieve of educatieve projecten op maat van jongeren te realiseren.

Artikel 2 – Definities

●         Project: een activiteit of geheel van activiteiten, afgebakend in tijd en met een stapsgewijze indeling

●         Jongere: persoon van 12 tot en met 25 jaar oud.

Artikel 3 – Doelgroep en toepassingsgebied

Voor de subsidie komen in aanmerking:

1. In de gemeente Malle gevestigde feitelijke verenigingen of vzw’s die hoofdzakelijk bestaan uit jongeren of een specifieke jongerenwerking hebben die zich richt op Malse kinderen en jongeren van 0 tot en met 25 jaar
2. Onderwijsinstellingen die in Malle gevestigd zijn
3. Individuele jongeren die in Malle wonen of in Malle naar school gaan. (12 – 25 jaar)

●        Als de aanvrager jonger is dan 18 jaar, moet hij de projectaanvraag mee laten ondertekenen door een meerderjarige ouder of voogd, waardoor deze zich verbindt alle bepalingen van het reglement na te leven.

Voor de subsidie komen niet in aanmerking:

1. Projecten die georganiseerd worden door openbare besturen of door partnerbesturen
2. Projecten die in hoofdzaak een commercieel doeleinde nastreven
3. Privé-activiteiten: projecten die geen openbaar karakter hebben
4. Projecten met een religieus, ideologisch of partijpolitiek karakter
5. Projecten die beschouwd kunnen worden als reguliere taken of activiteiten van de aanvrager.

Artikel 4 - Voorwaarden

Het college van burgemeester en schepenen kan een thema vastleggen waarvoor subsidieaanvragen ingediend kunnen worden. Is er geen thema dan mag de jongere zelf kiezen rond welk thema hij een projectvoorstel indient. De aanvrager kan een eigen voorstel indienen of zich laten inspireren door beproefde modellen, ideeën, projecten maar weet hier vernieuwende elementen aan toe te voegen.

De gemeente Malle kan een project subsidiëren onder de volgende voorwaarden:

Ontvankelijkheidsvoorwaarden:

●         Het project wordt tijdig en volledig ingediend

●         Het project wordt ingediend door een aanvrager die voldoet aan de voorwaarden zoals voorzien in artikel 3

●         Het project vindt plaats op het grondgebied van Malle en moet passen binnen de visie van de gemeente Malle als kindvriendelijke gemeente. Het project moet voor kinderen en jongeren georganiseerd zijn

●         Het project moet publieksgericht zijn of een return hebben naar de Malse jeugd

●         Het project moet kaderen binnen het binnen het vastgelegde thema, enkel als er geen thema wordt vastgelegd mag de aanvrager het thema zelf kiezen

●         Het projectvoorstel kan niet ingaan tegen genomen beslissingen of beslist beleid van het lokale bestuur.

Algemene voorwaarden:

●         Als voor het project iets visueel wordt uitgewerkt dat in Malle een plaats krijgt op of zichtbaar is vanop het openbaar domein, in een publiek toegankelijke locatie (schildering, beeldhouwwerk…), moet het ontwerp en de plaats hiervoor goedgekeurd worden door het college van burgemeester en schepenen

●         De aanvrager moet in alle publicaties met betrekking tot het project (publiciteit, uitnodigingen, affiches, programma’s, persberichten, enz.) de ondersteuning door de gemeente vermelden door middel van het logo van de gemeente Malle opgemaakt volgens de huisstijl. De dienst communicatie van de gemeente Malle stelt het logo ter beschikking na goedkeuring van het project

●         De aanvrager verbindt zich om deel te nemen aan sensibiliserende of informerende acties als de gemeente Malle hierom verzoekt

●         Alle leden van de jury, het college van burgemeester en schepenen en de leden van de gemeenteraad moeten een uitnodiging voor publieksgerichte momenten van het project ontvangen

●         Jongeren die een aanvraag indienen die gelinkt is aan een vereniging of school moeten kunnen aantonen dat het project niet kadert binnen de reguliere werking van die school, vereniging of vzw

●         Per aanvrager wordt jaarlijks slechts één project gesubsidieerd

●         Een identiek project mag door eenzelfde individuele aanvrager, vereniging, vzw of school niet opnieuw ingediend worden

●         De uitvoering van het project moet voorzien zijn ofwel in het jaar van de subsidieaanvraag ofwel in het volgende jaarmaar uiterlijk binnen de 12 maanden na toekenning van de subsidie.

Artikel 5 – Subsidiebedrag en voordelen

Voor elk projectvoorstel mag een maximum subsidiebedrag van 3.000 euro worden gevraagd.

Het totaal beschikbaar jaarlijks subsidiebedrag van 10.000 euro wordt als volgt verdeeld:

●         Maximaal één project kan 3.000 euro van het jaarlijks totaal subsidiebudget ontvangen

●         Tien projecten kunnen ieder maximaal 1.000 euro ontvangen. Als een project minder dan 1.000 euro subsidie krijgt toegekend, dan kan er een extra project gesubsidieerd worden, tot het jaarlijks voorziene subsidiebedrag bereikt is

●         Het bedrag van de toegekende subsidie wordt bepaald op basis van:

○         de omvang van het project

○         de kostenraming van het ingediende project

●         De aanvrager kan nog extra subsidies voor hetzelfde project aanvragen via andere kanalen. De totaalsom van de verkregen subsidies mag de totale kostprijs van het project echter niet overschrijden. De aanvrager communiceert hierover transparant, en neemt het overzicht vanuit andere subsidies mee op in het aanvraagformulier (indien al gekend) en in de inkomsten-uitgavenstaat die bij het eindverslag gevoegd moet worden

●         De subsidie kan niet aangewend worden voor reguliere personeelskosten en/-of werkingskosten

●         Gesubsidieerde projecten worden tijdens de duur van het project gelijkgesteld met een erkende vereniging wat betreft de voordelen die de gemeente Malle hen biedt zoals het gratis uitlenen van materiaal, het gebruik maken van onze communicatiekanalen en van onze gemeentelijke infrastructuur

●         Een overzicht van de voordelen voor erkende verenigingen is terug te vinden op de website van de gemeente Malle: https://www.malle.be/activiteit-organiseren.

Artikel 6 – Jury

De projecten worden op het einde van iedere termijn van indiening beoordeeld door een jury die als volgt wordt samengesteld:

●         Drie ambtelijke leden met kennis en ervaring over diverse jeugdthema’s

●         Eén vertegenwoordiger van de jeugdraad

●         Twee jongeren uit Malle jonger dan 25 jaar.

De ambtelijke leden van de jury bekijken eerst of het project voldoet aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden zoals vermeld in artikel 4.

De projecten die voldoen aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden, worden gepubliceerd op het participatieplatform ‘denkmee.malle.be’. Daar kan door burgers van Malle worden gestemd op de projecten. De beoordeling door burgers wordt meegenomen in de beoordeling, zoals vermeld in artikel 8.

De jury maakt over de projectvoorstellen die voldoen aan de voorwaarden uit artikel 4 een gemotiveerd advies op voor het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen beslist over het al dan niet toekennen van de subsidie.

Artikel 7 – Jaarlijkse oproep en procedure

§1 Oproep

In principe is er één projectoproep per kalenderjaar voorzien.

Als het vastgestelde jaarlijkse budget voor de projectsubsidie nog niet bereikt is na de eerste projectoproep, kan er een tweede projectoproep gelanceerd worden binnen hetzelfde kalenderjaar.

§2 Procedure

De (afgevaardigde van de) aanvrager vraagt de subsidiëring voor zijn project aan via het daartoe bestemde aanvraagformulier. Het reglement en het aanvraagformulier zijn beschikbaar op de gemeentelijke website.

Het aanvraagformulier omvat minimaal:

1. een korte formulering van het idee en de motivatie waarom er een subsidie wordt gevraagd
2. een omschrijving van het project
3. een timing en fasering
4. een begroting (raming inkomsten en uitgaven en overzicht van andere subsidies)
5. de identificatiegegevens van de aanvrager en van de afgevaardigde van de aanvrager.

De aanvrager kan na de projectoproep zijn aanvraag indienen en krijgt hiervoor telkens minimum 2 maanden de tijd. De richtdata voor het indienen van een project zijn 1 april en 1 november. Hierover wordt duidelijk gecommuniceerd tijdens de projectoproep.

De aanvrager vult de subsidieaanvraag in via de website of bezorgt de subsidie-aanvraag aan de dienst vrije tijd, met de vermelding “ter attentie van het college van burgemeester en schepenen”.

De dienst vrije tijd zal het aanvraagdossier behandelen en is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van het reglement.

Het volledige dossier wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

Het college van burgemeester en schepenen beslist binnen de 6 weken na het verstrijken van de indieningstermijn over het al dan niet toekennen van de subsidie op advies van de jury.

De aanvrager wordt op de hoogte gesteld van de beslissing.

Deze termijnen zijn enkel richtdata.

Als het project of de activiteit niet kan plaatsvinden, of wanneer de subsidieaanvraag grondig wordt gewijzigd, stelt de aanvrager het college van burgemeester en schepenen daarvan onmiddellijk in kennis.

Artikel 8 – Beoordeling

De inhoudelijke beoordeling van het project door de voltallige jury gebeurt op basis van een aantal criteria (maximaal 100 punten):

1. De mate waarin het project bijdraagt tot het ontwikkelen en stimuleren van competenties van jongeren
2. Het aantal jongeren tussen 12 en 25 jaar dat betrokken is bij de organisatie of bereikt wordt 
3. De mate waarin het project bijdraagt tot de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
4. De mate waarin het project bijdraagt tot het kindvriendelijk beleid in de gemeente Malle
5. De mate waarin het project vernieuwend en kwaliteitsvol is
6. De gerichtheid op samenwerking en de aandacht voor diverse doelgroepen
7. De onderlinge afweging van de ingediende projecten
8. De voorziene inkomsten en uitgaven en de mate waarin de noodzaak van de subsidie kan aangetoond worden
9. Het aantal stemmen dat het project ontving van de inwoners in Malle die berekend worden als volgt: Het project met de meeste stemmen ontvangt 15 punten en de andere projecten ontvangen punten die in verhouding verdeeld worden door toepassing van de regel van 3.

Aan deze criteria worden door de jury scores toegekend om de beoordeling om te kunnen zetten in een rangorde. De projecten met de laagste scores vallen af als het maximaal aantal te subsidiëren projecten bereikt is of als het project minder dan 50% van de punten ontving.

Artikel 9 – Uitbetaling

●         Een maand na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen over de toekenning van de subsidie, ontvangt de aanvrager op een opgegeven rekeningnummer 90% van het gesubsidieerde bedrag als voorschot, als hij hierom verzoekt. Dit kan via e-mail naar de dienst vrije tijd

●         Ten laatste 12 maanden nadat de subsidie is toegekend bezorgt de aanvrager aan het college van burgemeester en schepenen een eindverslag met inkomsten- en uitgavenstaat, met een motivatie met betrekking tot de besteding van de toegekende middelen via het daartoe bestemde formulier dat beschikbaar is op de gemeentelijke website. Gedetailleerde facturen kunnen opgevraagd worden ter controle

●         De aanvrager verstrekt op vraag van het college van burgemeester en schepenen aanvullende informatie bij dit eindverslag en ontvangt na goedkeuring de overige 10% van het gesubsidieerde bedrag.

Artikel 10 - Controle en sancties

Na afloop van het project en voor het verstrijken van 12 maanden na de toekenning van de subsidie, moeten volgende verantwoordingsstukken worden ingediend via het formulier dat is terug te vinden op de gemeentelijke website:

Een eindverslag: bestaat uit een beschrijving van het projectverloop en een zelfevaluatie.

Een inkomsten-uitgavenstaat: Dit omvat een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van het project alsook een overzicht van eventueel andere subsidies.

Als het project niet wordt uitgevoerd binnen de termijn zoals voorzien in de algemene voorwaarden in artikel 4, vordert het college van burgemeester en schepenen het voorschot terug van de aanvrager.

De subsidie moet steeds gebruikt worden voor het doel waarvoor ze is toegekend en het gebruik ervan dient gerechtvaardigd. Zo niet vordert het college van burgemeester en schepenen de reeds ontvangen subsidie terug van de aanvrager.

De gemeente Malle heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende subsidie te doen controleren. Ingeval de aanvrager zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is hij/zij gehouden de subsidie terug te betalen.

In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van de aanvrager, kan de gemeente Malle beslissen om de toekenning van de subsidie te schorsen en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan de aanvrager en het verleende subsidiebedrag terug te vorderen.

In geval de aanvrager onder curatele wordt geplaatst, kan de gemeente Malle overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie.

Bij het niet indienen van de vereiste documenten en verantwoordingsstukken binnen de vastgelegde termijn kan de gemeente Malle overgaan tot terugvordering van de toegekende subsidie.

Als de uitgaven lager zijn dan de toegekende subsidie en bij het niet of onvolledig uitvoeren van het project kan de subsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden.