Gemeenteraad

Maandag 26 februari 2018

 

Aanwezig

 

Voorzitter:

Harry Hendrickx

Schepenen:

Jules Mintjens, Paul Van Ham, Dries Van Dyck, Maria Vermeyen, Elisabeth Joris, Wouter Patho

Raadsleden:

Thierry van der Straten Waillet, Jan Boeckx, Wim Jordens, Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Pieter van Boxel, Dominique Defossez, Peter Lacante, Kim Geys, Beatrix Knaepkens, Sanne Van Looy, Ingrid Vrints, Paul Wens, Mieke Laenen

Algemeen directeur:

Sven Brabants

 

Overeenkomstig artikel 27 van het gemeentedecreet verlaat Jules Mintjens, Schepen, vanaf punt 5 de vergadering.

Vanaf punt 6 vervoegt Jules Mintjens, Schepen, de vergadering.

Overeenkomstig artikel 27 van het gemeentedecreet verlaat Katleen Mintjens, Raadslid, vanaf punt 9 de vergadering.

Vanaf punt 11 vervoegt Katleen Mintjens, Raadslid, de vergadering.

Overeenkomstig artikel 27 van het gemeentedecreet verlaat Katleen Mintjens, Raadslid, vanaf punt 15 de vergadering.

Vanaf punt 16 vervoegt Katleen Mintjens, Raadslid, de vergadering.

 

 

De gemeenteraad, regelmatig bijeengeroepen door de voorzitter overeenkomstig artikel 22 van het gemeentedecreet, vergadert in het gemeentehuis op 26 februari 2018.

 

De voorzitter stelt vast dat de raad wettelijk is samengesteld.

 

De voorzitter verklaart de vergadering om 20.00 uur voor geopend voor de behandeling van de volgende punten:

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Gemeenteraad - verslag zitting van 29 januari 2018 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het verslag van de zitting van 29 januari 2017 wordt ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 33, betreffende de opmaak van de notulen.

 

Artikel 40, 1ste lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals goedgekeurd in zitting van 28 september 2015.

 

Motivering

 

De gemeenteraad stelt vast dat het ontwerp van de notulen van de gemeenteraadszitting van 29 januari 2018 correct en volledig is opgesteld.

 

Beraadslaging

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat vorige zitting werd beloofd om een commissie met betrekking tot de intercommunales voor aanvang van de huidige gemeenteraad te houden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het volgende gemeenteraad zal doorgaan.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Paul Wens)

 

Artikel 1 - Het verslag van de gemeenteraadszitting van 29 januari 2018 wordt goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Intercommunales - IKA - voortzetting op 27 maart 2018 van de buitengewone algemene vergadering van 21 december 2017 - afvaardigen vertegenwoordiger - mandaat van de vertegenwoordiger

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeente Malle is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA.

 

De gemeente Malle werd per aangetekende brief van 20 september 2017 opgeroepen deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van IKA die op 21 december 2017 plaats had.

 

De gemeente Malle werd per brief van 6 februari 2018 opgeroepen deel te nemen aan de verderzetting van voormelde buitengewone algemene vergadering van IKA die op 27 maart 2018 plaats heeft. Het gaat om de agendapunten 6 tot en met 20.

 

Juridische gronden

 

Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zoals gewijzigd op 18 januari 2013.

 

Omzendbrief van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het decreet intergemeentelijke samenwerking.

 

Artikel 44, 1° en 3° alinea van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarin opgenomen is dat de gemeenten, deelnemers van een intergemeentelijk samenwerkingsverband hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van het intergemeentelijk samenwerkingsverband bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het stemgedrag van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.

 

Rondschrijven van de heer Van Walle, Commissaris van de Vlaamse Regering van 11 maart 2002 aan de colleges van burgemeester en schepenen waarin de modaliteiten van toepassing van het artikel 44 worden omschreven.

 

Conform de wettelijke en statutaire bepalingen heeft elke vennoot bij IKA recht op één volmachtdrager.

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen.

 

Wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales.

 

IKA-statuten.

 

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, inzonderheid artikel 29, goedgekeurd op 28 september 2015, dat vermeldt dat de diverse fracties van de gemeenteraad uiterlijk de derde kalenderdag vóór de dag van de gemeenteraadszitting mededeling kunnen doen van de naam en voornaam van hun eventuele kandidaat voor elk van de te begeven mandaten hetzij schriftelijk tijdens de kantooruren, hetzij via e-mail vóór middernacht aan de gemeentesecretaris (e-mail: gemeenteraad@malle.be).

 

Motivering

 

Voor wat het mandaat van de vertegenwoordiger betreft voor de verderzetting van de buitengewone algemene vergadering van IKA die op 27 maart 2018 plaats heeft, wordt verwezen naar de beslissing van de gemeenteraad van 27 november 2017 ter zake.

 

Nieuwe vertegenwoordigers voor IKA worden aangeduid.

 

Navolgende kandidaturen zijn tijdig binnengekomen bij de gemeentesecretaris:

- vertegenwoordiger: Harry Hendrickx;

- plaatsvervangend vertegenwoordiger: Elisabeth Joris.

 

In openbare zitting worden 23 stembrieven uitgedeeld. Vervolgens wordt geheim gestemd over de ingediende kandidaturen met als resultaat:

- vertegenwoordiger Harry Hendrickx: 15 ja stemmen en 8 nee stemmen;

- plaatsvervangend vertegenwoordiger: 17 ja stemmen en 6 nee stemmen.

 

Beraadslaging

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt om het verloop van de vergadering van december wat toe te lichten en wat er juist beslist is en wat niet.

 

Raadslid Sanne Van Looy geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De vergadering is vrij snel opgeschort. Er was onduidelijkheid over een aantal punten waar extra juridisch advies over ingewonnen moest worden, in het bijzonder of wat er in verschillende gemeenten was gestemd, wel correct was. Verschillende aanwezigen stelden er vragen over. Er werd dan besloten om de vergadering te verdagen.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of dit wil zeggen dat er niets beslist is op de vergadering.

 

Raadslid Sanne Van Looy zegt nee.

 

Raadslid Wim Jordens vraagt of wat de gemeenteraad beslist heeft dan correct was of niet.

 

Raadslid Sanne Van Looy stelt dat de discussie voornamelijk ging over het aspect splitsing en of dit dan al dan niet met een vereffening diende te gebeuren. Dit diende verder uitgezocht te worden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat de agenda hetzelfde is als destijds en dat er reeds een standpunt werd ingenomen. Het gaat in deze enkel nog over de aanduiding van de afvaardiging om niet in dispuut te komen met persoonlijke standpunten.

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat vorige gemeenteraad werd meegedeeld dat het geen probleem zou zijn.

 

Raadslid Sanne Van Looy licht toe dat er geen enkel probleem is, maar geeft aan dat het haar plicht is wanneer tijdens de vergadering blijkt dat een aantal zaken niet kloppen, er duidelijkheid over te krijgen.

 

Raadslid Wim Jordens verbaast zich over de wijziging in afvaardiging aangezien er vorige gemeenteraad werd aangegeven dat er geen probleem is met het persoonlijk standpunt van de vertegenwoordiger.

 

Schepen Jules Mintjens licht toe dat er heel wat gemeenten beslist hadden een bepaald standpunt in te nemen dat niet strookte met standpunten van bepaalde nationale partijen. Er is dan ook heel wat onrust gezaaid tijdens de vergadering. Gemeenteraadsbeslissingen die genomen waren, werden door nationale partijen anders geadviseerd, aldus schepen Jules Mintjens. Daarom werd de vergadering dan ook uitgesteld.

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat het dan toch geen technisch probleem was.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx merkt op dat het met de voorgestelde vertegenwoordiging comfortabeler is voor iedereen.

 

Raadslid Sanne Van Looy licht toe dat onrust niet het juiste woord is, maar dat er tijdens de vergadering vooral onduidelijkheid was.

 

Raadslid Alain De Laet merkt op dat als je een mandaat krijgt van de gemeenteraad, er toch geen probleem kan zijn. Je voert het mandaat van de gemeenteraad gewoon uit.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het voor het raadslid comfortabeler is dat iemand van DBM het standpunt verdedigt omdat het niet compatibel is met wat de nationale partij van N-VA daar van denkt.

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 8 neen stemmen

 

Harry Hendrickx aan te duiden als vertegenwoordiger

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 6 neen stemmen

 

Elisabeth Joris aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger

 

De gemeenteraad besluit

 

Artikel 1 - Kennis te nemen dat navolgende personen werden aangeduid als

- vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IKA: de heer Harry Hendrickx;

- plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IKA: mevrouw Elisabeth Joris.

Bovenstaande personen worden aangeduid tot en met 31 december 2018, het einde van deze legislatuur.

 

Artikel 2 - Kennis te nemen van de verderzetting van de buitengewone algemene vergadering van IKA van 21 december 2017 op 27 maart 2018. Het gaat om de agendapunten 6 tot en met 20.

 

Artikel 3 - Kennis te nemen dat voor de buitengewone algemene vergadering van IKA op 27 maart 2018 bijgevolg de heer Harry Hendrickx, burgemeester, wonende Hoge Warande 1 te 2390 Malle aangeduid als vertegenwoordiger en mevrouw Elisabeth Joris, schepen, wonende Scherpenberg 44 te 2390 Malle aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger werden aangeduid om de gemeente te vertegenwoordigen.

 

Artikel 4 - Kennis te nemen dat de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de verderzetting van de buitengewone algemene vergadering van IKA van 21 december 2017 op 27 maart 2018 zijn stemgedrag zal afstemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van 27 november 2017 in verband met de te behandelen agendapunten.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Politiereglement nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het afgelopen jaar vond er een sterke toename plaats van het aantal nachtwinkels op grondgebied van Malle.

 

Het is dan ook gewettigd en noodzakelijk om de nodige regulering aan te brengen met betrekking tot het vestigen en openen van nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie.

 

Juridische gronden

 

Artikel 42 van het gemeentedecreet bepaalt dat de gemeenteraad alles regelt wat van gemeentelijk belang is.

 

Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet.

 

Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.

 

Motivering

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie verstoren de openbare orde, tasten de netheid aan en belasten de ordehandhavers en de gemeentelijke openbare diensten extra. Dit blijkt uit verschillende klachten en vaststellingen van bewoners evenals politie hieromtrent. Het afgelopen jaar vond er een sterke toename plaats van het aantal nachtwinkels op grondgebied van Malle. Dit ging duidelijk gepaard met een verhoging van overlast in de vorm van enerzijds afvalvorming in de wijde buurt van de nachtwinkels en anderzijds aantasting van de openbare rust en orde.

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie schaden daarnaast de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het winkelapparaat en deze neerwaartse spiraal moet geremd worden door gerichte acties om een ommekeer teweeg te brengen op het vlak van verscheidenheid en kwaliteit van handelszaken. Naast het voorstel van onderhavig reglement dat er een invloed op heeft, loopt er hiervoor ook een project met betrekking tot detailhandel samen met de provincie.

 

Om de verstoring van de openbare orde, de aantasting van de netheid en de belasting van de ordehandhavers en gemeentelijke diensten binnen de perken te houden, zonder evenwel de vrijheid van handel overmatig te beknotten, is het noodzakelijk in een politiereglement een kader uit te werken voor de vestiging en opening van nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie.

 

Door te werken met een vestigingsvergunning en uitbatingsvergunning kan getoetst worden of de toekomstige uitbaters aan de wettelijke normen voldoen, evenals dat voldoende maatregelen worden genomen om de openbare orde, rust en netheid niet te verstoren. Een beperking van de openingsuren van nachtwinkels is dan ook noodzakelijk, zonder evenwel de vrijheid van handel manifest te beknotten. Daarnaast heeft de vestigingsplaats van een nachtwinkel, automatenshop en privaat bureau voor telecommunicatie een belangrijk effect op de verstoring van de openbare orde, rust en netheid in de buurt. Het is dan ook noodzakelijk om de nodige beperkingen inzake de vestiging op te leggen. Gelet op de aard van de vestigingen is het belangrijk dat zij zich niet vestigen in gebieden die enkel en/of specifiek op wonen gericht zijn. In woonomgevingen weegt de overlast van nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie nog extra door. Een beperking van de vestiging tot de (handels)kern van de gemeente is dan ook noodzakelijk, met dien verstande dat ook hier de overlast voor gebouwen gericht op bewoning geminimaliseerd moet worden. Dit kan door de vestiging van een nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie in een meergezinswoning of naast een gebouw met voortuin niet toe te laten. Dit is ook des te belangrijker, rekening houdende met de afvalproblematiek.

 

Het is essentieel dat uitbaters van nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie de impact die hun handelszaak op de omgeving heeft, beseffen en het nodige doen om alle overlast te vermijden. Dit kan door erover te waken dat er geen resten of afval in de ruime omgeving van de winkel achterblijven en er geen zaken die zich op het openbaar domein bevinden, verplaatst worden. De uitbater moet zich eveneens inzetten om hinder veroorzaakt door zijn klanten te voorkomen, zoals wildparkeren, belemmering van de doorgang op de openbare weg, geluid, rumoer of bevuiling waardoor de openbare orde, veiligheid en rust van de omwonenden verstoord wordt. In dat kader is het dan ook aan de uitbaters van een nachtwinkel, automatenshop of van een privaat bureau voor telecommunicatie verboden om een terras te plaatsen en alcoholhoudende dranken te laten verbruiken in een nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie.

 

De middenstandsraad adviseerde het ontwerpreglement positief.

 

Beraadslaging

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt tevreden te zijn dat zijn voorstel wordt voorgelegd, niettemin hadden de uren strikter gemogen, zoals opgenomen in zijn reglement.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of de huidige nachtwinkels kunnen blijven waar ze nu zijn, gelet op de bepalingen met betrekking tot de ruimtelijke ligging (artikel 4, §2, ten eerste) en de mogelijke weigeringsgronden, in het bijzonder met betrekking tot het vestigen van een nachtwinkel in een meergezinswoning. Hij vraagt eveneens wat de ratio achter deze bepaling is.

 

Schepen Dries Van Dyck licht toe dat het enkel voor de nieuwe nachtwinkels is. Het reglement werd afgetoetst bij VVSG en is geïnspireerd op goede praktijken bij andere gemeenten.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat het reglement ertoe zal bijdragen dat overlast beperkt wordt. Niettemin kan een nachtwinkel nog altijd voor overlast zorgen, ook al voldoet hij aan alle bepalingen uit het reglement. Zo kan er drank gekocht worden in de nachtwinkel en op een andere openbare plaats worden opgedronken. Zijn er mogelijkheden of voorbeelden waarbij men alcoholverkoop verbiedt, vraagt raadslid Alex Van Loon.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat een geheel verbod tot het verkopen van alcohol niet mogelijk is. Het beperken van de openingsuren is wel mogelijk, mits de nodige hogere regels worden gevolgd.

 

Raadslid Alex Van Loon meent dat met dit reglement de opening van nieuwe nachtwinkels voorkomen kan worden. Niettemin hoopt hij dat er meer gebeurt dan enkel een reglementair kader scheppen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat er overleg is met de uitbaters van de nachtwinkel en dat de politie streng toezicht houdt in het bijzonder met betrekking tot de verkoop van alcohol aan minderjarigen.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt om zeker ook toe te zien in de omliggende wijken.

 

De gemeenteraad besluit bij 20 ja stemmen en 3 onthoudingen (Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Mieke Laenen)

 

Artikel 1 - Onderhavig politiereglement goed te keuren:

 

"Politiereglement nachtwinkel, automatenshop en privaat bureau voor telecommunicatie

 

Artikel 1. Begripsomschrijving

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

         uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling (de nachtwinkel, automatenshop of het privaat bureau voor telecommunicatie) wordt uitgebaat.

         vestigingseenheid: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres en die voor de consument toegankelijk is waar activiteiten waarop de wet van 10 november 2006 van toepassing is, uitgeoefend worden.

         nachtwinkel: een vestigingseenheid die

a)      ingeschreven is in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) uitsluitend onder de rubriek “verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen”

b)      en geen andere handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld

c)      en een maximale netto-verkoopsoppervlakte heeft van 150 m²

d)      en op een duidelijke en permanente manier de vermelding “Nachtwinkel” draagt.

         privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

         automatenshop: een van op de openbare weg toegankelijke bedrijfsruimte waar de hoofdactiviteit bestaat in het ter beschikking stellen van automatische apparaten voor de verdeling, tegen betaling, van consumptie- en gebruiksartikelen. Als automatisch wordt beschouwd elk apparaat dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat voor de werking, en dat op gang wordt gebracht door inbreng van geldstukken, van een penning of van gelijk welk ander middel dat ervoor in de plaats komt.

         vestigingsvergunning: voorafgaande vergunning voor het vestigen van een nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie verleend door het college van burgemeester en schepenen zoals omschreven in artikel 18§1 van de wet van 10 november 2006.

         uitbatingsvergunning: vergunning voor het uitbaten van een nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie verleend door de burgemeester nadat voldaan is aan een aantal uitbatingsvoorwaarden.

 

Artikel 2. Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op alle nieuw te openen en bestaande vestigingseenheden op het grondgebied van de gemeente die, rekening houdend met de begripsomschrijvingen van artikel 1 van dit reglement, worden beschouwd als een nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie. Wanneer de vestigingseenheid van uitbater verandert, vervalt de vergunning en moet een nieuwe vestigings- en uitbatingsvergunning aangevraagd worden.

 

Als overgangsmaatregel worden de bestaande uitbaters met een bestaande vestigingseenheid vrijgesteld van een vestigingsvergunning. Niettemin dienen zij, zoals omschreven in artikel 5 van onderhavig reglement, te beschikken over een uitbatingsvergunning.

 

Artikel 3. Sluitingsuren van nachtwinkels

§1. In afwijking van artikel 6, c) van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, wordt de toegang van de consument tot nachtwinkels verboden vóór 18 uur en na 2 uur.

 

Artikel 4. Vestigingsvergunning

§1. De vestiging van een nachtwinkel, automatenshop of van een privaat bureau voor telecommunicatie is onderworpen aan een voorafgaande vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen. Deze moet op het eerste verzoek van een bevoegde controlerende ambtenaar worden voorgelegd.

 

Voor het verkrijgen van een vestigingsvergunning dient de uitbater een schriftelijke aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen aan de hand van een daartoe voorzien aanvraagformulier.

 

Bij de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning dienen volgende zaken te worden gevoegd:

een kopie van de identiteitskaart van de aanvrager en zijn telefoonnummer;

de vermelding van het soort zaak dat hij wenst te openen;

het juiste adres, alsmede het plan van het pand;

een attest uitgaand van een bevoegd organisme waaruit blijkt dat de elektrische installaties van het pand beantwoorden aan de voorschriften van de geldende wettelijke reglementaire teksten;

een kopie van de licentie van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, wat een privaat bureau voor telecommunicatie betreft;

een ondernemings- en vestigingsnummer uitgereikt door een ondernemingsloket;

een kopie van de statuten van de vennootschap met stempel van de griffie van de rechtbank van koophandel;

desgevallend een kopie van de aanvraag tot toelating van fabricage of in de handel brengen van voedingswaren bij het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV).

 

De vergunning kan eventueel beperkt worden tot een bepaald aantal jaren.

 

§2. Het college van burgemeester en schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel, automatenshop of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van de ruimtelijke ligging van de handelszaak en de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust.

 

§2.1. ruimtelijke ligging van de handelszaak

Er kan enkel een vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel, automatenshop of een privaat bureau voor telecommunicatie worden verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende zones bevindt:

-deelgemeente Westmalle: Antwerpsesteenweg tussen de Kasteellaan en de Zoerselbaan;

-deelgemeente Oostmalle: Lierselei tussen de Herentalsebaan en de Turnhoutsebaan;

-deelgemeente Oostmalle: Hoogstraatsebaan tussen de Blijkerijstraat en de Smekenstraat.

 

Onverminderd de bovenstaande afbakening van zones geldt dat het aantal vestigingen van nachtwinkels, automatenshops en/of privaat bureaus voor telecommunicatie de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mag overschrijden. 

 

Een vestigingsvergunning kan niet verleend worden wanneer

-de vestiging zich bevindt in een meergezinswoning, of

-de vestiging in of naast een gebouw is met voortuin, of

-de toegang voor consumenten tot de vestiging zich niet langs de openbare weg bevindt, of

-het vestigingspand gebreken vertoont die de openbare veiligheid in gevaar brengen, of

-de vestigingseenheid niet beschikt over de benodigde stedenbouwkundige vergunningen en niet in overeenstemming is met de geldende stedenbouwkundige voorschriften.

 

§2.2. de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust

Hiervoor baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen.

 

§3. De vergunning vervalt van rechtswege, op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor

een periode van langer dan zes maanden feitelijk onderbroken is.

 

§4. De vestigingsvergunning wordt ten persoonlijke titel afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid van nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie en kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of worden overgedragen naar een andere vestigingseenheid.

 

Artikel 5. Uitbatingsvergunning

§1. Voor elke uitbating van een nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 1 van dit reglement, moet de uitbater schriftelijk een uitbatingsvergunning aanvragen bij de burgemeester. De uitbatingsvergunning moet op het eerste verzoek van een bevoegde controlerende ambtenaar worden voorgelegd.

 

Bij de aanvraag tot het verkrijgen van een uitbatingsvergunning dienen volgende zaken te worden gevoegd:

een kopie van de identiteitskaart van de aanvrager en zijn telefoonnummer;

de vermelding van het soort zaak dat hij wenst te openen;

het juiste adres, alsmede plan van het pand;

een attest uitgaand van een bevoegd organisme waaruit blijkt dat de elektrische installaties van het pand beantwoorden aan de voorschriften van de geldende wettelijke reglementaire teksten;

een kopie van de licentie van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, wat een privaat bureau voor telecommunicatie betreft;

een ondernemingsnummer uitgereikt door een ondernemingsloket;

een kopie van de statuten van de vennootschap met stempel van de griffie van de rechtbank van koophandel;

desgevallend een kopie van de aanvraag tot toelating van fabricage of in de handel brengen van voedingswaren bij het Federaal Agentschap voor Voedselbeveiliging.

 

§2. Voor de nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie die worden opgericht na de inwerkingtreding van dit reglement, moet de uitbater in alle gevallen een vestigingsvergunning kunnen voorleggen, voorafgaand aan de indiening van de aanvraag tot uitbatingsvergunning.

 

§3. Voor de nachtwinkels, automatenshop en private bureaus voor telecommunicatie die bestaan op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit reglement, moet de uitbater uiterlijk binnen een periode van 3 maanden na de inwerkingtreding van dit reglement een uitbatingsvergunning aanvragen. De aanvraag geldt als tijdelijke uitbatingsvergunning tot de definitieve vergunning wordt verleend of geweigerd.

 

§4. De uitbatingsvergunning wordt verleend door de burgemeester en kan enkel worden verleend na  een  administratief  onderzoek dat volgende componenten bevat:

 

1. een brandveiligheidsonderzoek:

Een onderzoek of de vestigingseenheid waar de handelsactiviteit wordt uitgeoefend, voldoet aan de minimumnormen inzake brandpreventie. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de brandweer. De uitbater dient een verzekering aan te gaan inzake brand en ontploffing en burgerlijke aansprakelijkheid. Een attest hiervan dient als bewijs voorgelegd te worden aan de burgemeester.

 

2. een financieel onderzoek:

Een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde facturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, uitgaande van de gemeente, die betrekking hebben op de vestigingseenheid en de uitbater. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de financiële dienst van de gemeente.

 

3. een stedenbouwkundig onderzoek:

Een onderzoek naar de stedenbouwkundige conformiteit van de vestigingseenheid waarbij wordt onderzocht of de vestigingseenheid beschikt over de benodigde stedenbouwkundige vergunningen en in overeenstemming is met de geldende stedenbouwkundige voorschriften (inclusief de voorschriften inzake reclame en opschriften). Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de dienst ruimtelijke ordening van de gemeente.

 

4. een moraliteitsonderzoek:

Een onderzoek inzake de zedelijkheid voor het exploiteren van een drankgelegenheid overeenkomstig de regeling van het KB van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken, het KB van 4 april 1953 tot uitvoering van dit KB en de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank, verricht door het gemeentebestuur van de plaats van de drankgelegenheid. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de politie.

 

5. een onderzoek naar de naleving van de hygiënevereisten:

Een onderzoek met betrekking tot de naleving van de vereisten inzake hygiëne, (zoals bepaald in het KB van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken, het uitvoeringsbesluit van dit KB van 4 april 1953), uitgevoerd door het gemeentebestuur van de plaats van de drankgelegenheid.  Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de dienst milieu van de gemeente.

 

6. een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten:

Een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is.

 

§5. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor een termijn van maximum 2 jaar.

Uiterlijk 3 maanden voor het verstrijken van voormelde termijn moet de uitbater schriftelijk een aanvraag indienen bij de burgemeester tot hernieuwing van de uitbatingsvergunning.

De uitbater die nalaat binnen de voormelde termijn een hernieuwing van de uitbatingsvergunning aan te vragen, verliest zijn uitbatingsvergunning op de vervaldag van de duurtijd.

De aanvraag tot hernieuwing van de uitbatingsvergunning geldt als voorlopige vergunning tot

de definitieve inwilliging of weigering wordt verleend.

 

De burgemeester kan de duurtijd van de vergunning beperken tot minder dan 2 jaar. In

voorkomend geval moet de duurtijd minstens 1 jaar bedragen.

 

§6. De vergunning vervalt van rechtswege, op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor

een periode van langer dan zes maanden feitelijk onderbroken is.

 

§7. De burgemeester kan beslissen in de uitbatingsvergunning bijzondere voorwaarden op te

nemen afhankelijk van specifieke omstandigheden, bv. de ligging van de inrichting.

In ieder geval moet de uitbater erover waken dat er geen resten of afval in de ruime omgeving van zijn nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie achterblijven en er geen zaken die zich op het openbaar domein bevinden, verplaatst worden.

De uitbater is eveneens verplicht zich in te zetten om hinder veroorzaakt door zijn klanten te voorkomen, zoals wildparkeren, belemmering van de doorgang op de openbare weg, geluid, rumoer of bevuiling waardoor de openbare orde, veiligheid en rust van de omwonenden verstoord wordt.

Het is aan de uitbaters van een nachtwinkel, automatenshop of van een privaat bureau voor telecommunicatie verboden om een terras te plaatsen.

Het is verboden alcoholhoudende dranken te verbruiken in een nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie.

 

§8. De uitbatingsvergunning is geldig, te rekenen vanaf de datum van ondertekening door de

burgemeester.

 

§9. De uitbatingsvergunning wordt ten persoonlijke titel afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid van nachtwinkel, automatenshop of privaat bureau voor telecommunicatie en kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of worden overgedragen naar een andere vestigingseenheid.

 

§10. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken ten

opzichte van de veiligheid, onmiddellijk te melden aan de burgemeester.

 

§11. De uitbatingsvergunning moet steeds op eerste vordering van een bevoegde controlerende ambtenaar ter inzage worden voorgelegd.

 

Artikel 6. Politiemaatregelen en strafbepalingen

§1. Overeenkomstig artikel 18 §3 van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening kan de burgemeester de sluiting bevelen van de nachtwinkels en privaat bureaus voor telecommunicatie die worden uitgebaat in overtreding op onderhavig gemeentelijk reglement.

 

§2. Bij het overtreden van de in artikel 3 voorziene sluitingsuren gelden de strafbepalingen zoals voorzien in artikelen 19 tot en met 22 van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.

 

§3. Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen bevat, wordt elke overtreding van deze politieverordening overeenkomstig artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet bestraft met:

een administratieve geldboete van maximum 350 euro;

een administratieve schorsing of intrekking van de door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning voor de nachtwinkel, automatenshop of het privaat bureau voor telecommunicatie;

een tijdelijke of definitieve sluiting van de nachtwinkel, automatenshop of het privaat bureau voor telecommunicatie.

 

Artikel 7. Overige bepalingen

§1. Dit reglement treedt in werking op 5 maart 2018.

 

§2. Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 186 van het gemeentedecreet.

 

§3. Afschrift van dit reglement zal, conform artikel 42 §3 van het gemeentedecreet, worden verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank van Antwerpen."

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Gemeentelijk belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie verstoren de openbare orde, tasten de netheid aan en belasten de ordehandhavers en de gemeentelijke openbare diensten extra. Dit blijkt uit verschillende klachten en vaststellingen van bewoners evenals politie hieromtrent. Het afgelopen jaar vond er een sterke toename plaats van het aantal nachtwinkels op grondgebied van Malle. Dit ging duidelijk gepaard met een verhoging van overlast in de vorm van enerzijds afvalvorming in de wijde buurt van de nachtwinkels en anderzijds aantasting van de openbare rust.

 

Het is dan ook gewettigd om nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie financieel te laten bijdragen ten gunste van het gemeentebestuur.

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie schaden daarnaast de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het winkelapparaat en deze neerwaartse spiraal moet geremd worden door gerichte acties om een ommekeer teweeg te brengen op het vlak van verscheidenheid en kwaliteit van handelszaken.

Enerzijds zullen de ontvangsten die hieruit voortvloeien bijdragen in de kosten voor het bestrijden van de overlast en toelaten een doordacht lokaal economisch beleid te voeren in de handelskernen en anderzijds zal de invoering van een belasting op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie dit soort van uitbating ontmoedigen.

 

De eigenaars van de panden moeten zich bewust zijn van het feit dat zij een grote

medeverantwoordelijkheid dragen bij verhuur van hun onroerend goed voor activiteiten die de

openbare orde verstoren, de netheid en het imago van het winkelapparaat schaden. Daarom worden zij solidair en ondeelbaar gehouden tot betaling van de belasting.

 

Juridische gronden

 

Artikel 42 van het gemeentedecreet bepaalt dat de gemeenteraad alles regelt wat van gemeentelijk belang is.

 

Artikel 43 §2 15° van het gemeentedecreet bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het

vaststellen van de gemeentebelastingen en de retributies.

 

Decreet betreffende de vestiging, de invordering en geschillenprocedure van provincie- en

gemeentebelastingen.

 

Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.

 

Politiereglement op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 februari 2018.

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt het heffen van een belasting op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie.

 

Beraadslaging

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat in artikel 3 staat: 1.500 euro per handelszaak. Hij vraagt of er niet beter staat 'nachtwinkel, automatenshop en privaat bureau voor telecommunicatie' om op die manier verwarring en discussie te vermijden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx meent dat het duidelijk genoeg is, mede gelet op de definitie van een nachtwinkel, automatenshop en privaat bureau voor telecommunicatie uit artikel 2.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat de personen genoemd onder artikel 4 in theorie drie verschillende personen kunnen zijn.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat ieder van de drie voor het geheel kan aangesproken worden. Het wil niet zeggen dat het drie maal verschuldigd is.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat het reglement niet strookt met de bedoeling, namelijk overlast bestrijden, en vraagt waarom er 6.000 euro moet betaald worden door de bestaande nachtwinkels. Hoe ga je met een belasting overlast bestrijden?

 

Schepen Dries Van Dyck antwoordt dat 6.000 euro enkel voor de nieuwe is en dat 1.500 euro moet worden betaald door de bestaande.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het ook om te ontmoedigen is. De detailhandelscoach wees erop dat nachtwinkels de kwaliteit van de andere winkels mee naar beneden haalt.

 

Raadslid Pieter van Boxel verwijst naar het eerste punt van raadslid Alex Van Loon en meent dat het woord 'handelszaak' ook best wordt verduidelijkt.

 

Raadslid Alain De Laet merkt op dat eigenaars die nu hun pand verhuren voor een nachtwinkel, niet wisten dat ze mee verantwoordelijk gesteld zouden kunnen worden voor het voldoen van de belasting. Hij vraagt of de eigenaars hiervan op de hoogte zijn gebracht. Dit is toch een serieuze inbreuk op de contractuele vrijheden, aldus raadslid Alain De Laet.

 

Schepen Dries Van Dyck antwoordt dat het gemeld is naar de uitbaters toe en dat er op de middenstandsraad goedkeuring werd gehecht aan het voorstel van reglement.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat er altijd een bezwaarschrift kan ingediend worden als het zover zou komen en dat het college van burgemeester en schepenen dat op dat moment zal bekijken.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat zijn fractie zal tegenstemmen omdat het reglement niet proportioneel is en aanvechtbaar omwille van de schending van het gelijkheidsbeginsel. Bovendien lijkt het politiereglement om overlast te bestrijden en tegelijkertijd het heffen van een belasting met elkaar in tegenspraak.

 

Raadslid Wim Jordens vraagt wat de bedragen in andere gemeenten zijn.

 

Schepen Dries Van Dyck antwoordt dat deze vergelijkbaar zijn.

 

De gemeenteraad besluit bij 20 ja stemmen en 3 neen stemmen (Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Mieke Laenen)

 

Artikel 1 - Met ingang van 1 januari 2018, en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie gelegen op het grondgebied van Malle.

 

Artikel 2 - Definitie

Nachtwinkels: een vestigingseenheid die

a) ingeschreven is in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) uitsluitend onder de rubriek "verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen";

b) en geen andere handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld;

c) en een maximale netto-verkoopsoppervlakte heeft van 150m²;

d) en op een duidelijke en permanente manier de vermelding "Nachtwinkel" draagt.

Automatenshop: een van op de openbare weg toegankelijke bedrijfsruimte waar de hoofdactiviteit bestaat in het ter beschikking stellen van automatische apparaten voor de verdeling, tegen betaling, van consumptie- en gebruiksartikelen. Als automatisch wordt beschouwd elk apparaat dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat voor de werking, en dat op gang wordt gebracht door inbreng van geldstukken, van een penning of van gelijk welk ander middel dat ervoor in de plaats komt.

Privaat bureauvoor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

 

Artikel 3 - De aanslagvoet van de openingsbelasting wordt vastgesteld op 6.000 EUR en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel, automatenshop, privaat bureau voor telecommunciatie. De openingsbelasting is een eenmalige belasting en verschuldigd bij elke opening van een nachtwinkel, automatenshop, privaat bureau voor telecommunicatie, zoals gedefinieerd in artikel 2 van het huidig reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.

De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op 1.500 EUR per handelszaak. De openingsbelasting en jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar en verschuldigd voor het ganse jaar ongeacht de stopzetting van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar van de inkohiering.

De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het aanslagjaar van de inkohiering van de openingsbelasting.

Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan voor welke reden dan ook.

 

Artikel 4 - De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden.

 

Artikel 5 - De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen. De aangifteformulieren die hiertoe door het college van burgemeester en schepenen ter beschikking gehouden worden, vermelden de periode binnen welke de aangifte dient te geschieden. Het niet ontvangen van een dergelijk aangifteformulier ontslaat de gebruiker niet van zijn aangifteplicht.

Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, kan de

belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur

beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde

werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te

dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd

gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn

wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te

bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

Het gemeentebestuur is te allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen met het oog op een

correcte toepassing van deze reglementering.

 

Artikel 6 - In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van een sanctie opgelegd krachtens artikel 43 van het Gemeentedecreet of in geval van tijdelijke of definitieve sluiting omwille van elke andere mogelijke sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele schadeloosstelling aanspraak maken.

 

Artikel 7 - De overeenkomstig artikel 5 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

- 10% bij een eerste overtreding, met een maximum van 1.500 EUR;

- 20% bij een tweede overtreding;

- 50% bij een derde en volgende overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt.

 

Artikel 8 - Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.

 

Artikel 9 - De overtredingen vermeld in artikel 5 worden vastgesteld door de beëdigde ambtenaren, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10 - De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Buurtwegen - afschaffing buurtweg nr. 230 (deelgemeente Oostmalle) - principiële goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 11 januari 2018 heeft de deputatie van de provincie Antwerpen een aanvraagdossier ontvangen van Antea Group en Ekham nv houdende verzoek tot afschaffing van buurtweg nr. 230 (deelgemeente Oostmalle).

 

Het aanvraagdossier bevat een motivatienota opgemaakt door Ekham nv en een wijzigingsplan Atlas Buurtwegen van 12 december 2017 opgemaakt door Antea Group.

 

Op 5 februari 2018 ontvingen wij het schrijven van de Provincie Antwerpen van 1 februari 2018 met referentie GemBU-2017-0044 met de vraag om het aanvraagdossier voor te leggen aan onze gemeenteraad.

 

In zitting van 12 februari 2018 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist principieel akkoord te gaan met de afschaffing van buurtweg nr. 230, gelegen op het kadastraal perceel 2de afdeling, sectie D, 230h en dit verzoek tot afschaffing van buurtweg nr. 230 voor te leggen aan de gemeenteraad tijdens de volgende zitting.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

Wet van 10 april 1841 en 20 mei 1863 op de buurtwegen, en latere wijzigingen.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen.

 

Motivering

 

De buurtweg nr. 230 is volledig gelegen op het kadastraal perceel Malle, 2e afd., sectie D, nr. 83h. Dit perceel is eigendom van Ekham nv. binnen het tracé van buurtweg nr. 230 is een sterfgracht gelegen.

 

Volgens de gegevens in ons bezit werden aan deze buurtweg, sinds zijn vermelding in de atlas der buurtwegen, geen wijzigingen aangebracht die goedgekeurd werden door de deputatie van de provincie.

 

Deze buurtweg is doodlopend en sluit aan op het tracé van buurtweg nr. 17, gelegen naast de eigenlijke asfaltweg genaamd 'Den Brekel'. Hij heeft geen enkele verbindingsfunctie met andere wegenissen in de buurt en bedient geen andere percelen. De afschaffing heeft dan ook geen negatieve gevolgen voor het netwerk van de buurtwegen.

 

De buurtweg is gelegen op een akkerland waar reeds jaren maïs wordt verbouwd, is niet meer zichtbaar op het perceel en wordt ook niet meer gebruikt. Er kan dan ook aangenomen worden dat het openbaar nut van deze weg volkomen achterhaald is en het niet opportuun is de buurtweg te reconstrueren.

 

De voorgenomen afschaffing van de buurtweg dient behandeld te worden overeenkomstig de procedurevoorschriften van de wet op de buurtwegen. Dit houdt in dat de gemeenteraad zich principieel dient uit te spreken omtrent het al dan niet afschaffen van de buurtweg.

Indien de gemeenteraad van oordeel is dat de buurtweg kan afgeschaft worden, dan zal de gemeenteraad opdracht geven tot het houden van een openbaar onderzoek (specifiek omtrent de voorgenomen afschaffing van de buurtweg).

 

 

Financiële gevolgen

 

Budget Gemeente/OCMW

Actie 1419/008/001/001/001

Beleidscode 0600

Algemene rekening 21400007

Beschikbaar krediet25.000,00 EUR

Raming 500,00 EUR

Beraadslaging

 

Schepen Mieke Vermeyen geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt waarom het nu op de agenda komt. Er is een RUP in aantocht, waarom nu al vragen om de buurtweg af te schaffen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat EHKAM gronden gaat ontwikkelen. Het is nodig om dit vooraf te beslissen om vervolgens zekerheid te hebben wat mogelijk is. Het is een logische stap in de procedure.

 

Schepen Paul Van Ham merkt op dat het een verkavelingsaanvraag betreft en geen RUP. In een verkavelingsaanvraag moeten eerst de onderliggende buurtwegen verdwenen zijn.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt niet tegen de ontwikkeling van EHKAM te zijn, maar dat zijn fractie toch zal tegenstemmen omwille van het feit dat de buurtweg op het tracé van de ringweg ligt. Op dit moment is er geen enkele duidelijkheid of de plannen van de ringweg zullen bijdragen aan de mobiliteit in Malle en zijn de plannen van de ringweg niet wat de fractie ervan verwacht, aldus raadslid Alex Van Loon.

 

De gemeenteraad besluit bij 16 ja stemmen en 4 neen stemmen (Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Pieter van Boxel, Mieke Laenen) en 2 onthoudingen (Katleen Mintjens, Ingrid Vrints)

 

Artikel 1 - Principieel akkoord te gaan met de afschaffing van buurtweg nr. 230, gelegen op het kadastraal perceel 2de afdeling, sectie D, 230h en opdracht wordt gegeven tot het instellen van een openbaar onderzoek.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Patrimonium - verwerving van eigendom - Parkimmob nv - kosteloze grondafstand in de ontworpen wegzate van de Jan van Renesselaan/Kievitdreef - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 9 maart 2015 werd de verkavelingsvergunning nr. 2015/05 afgegeven aan Parkimmob nv voor het eigendom te Malle, hoek Jan van Renesselaan/Kievitdreef zn, kadastraal gekend 2e afd., sectie D, nrs. 679h - 679v - 679k, waarin o.a. de volgende voorwaarde werd opgenomen: 

5° Het gedeelte van het eigendom begrepen in de ontworpen wegzate van de Jan van Renesselaan/Kievitdreef (12,50 m²) dient voor inlijving bij het openbaar domein en met bestemming openbaar nut kosteloos aan de gemeente te worden afgestaan.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, § 2, 12°.

 

Motivering

 

Notaris Heidi Debeuckelaere te Antwerpen heeft het ontwerp van akte 'verkavelingsakte met kosteloze grondafstand' opgemaakt waarin de clausule betreffende de kosteloze grondafstand is opgenomen. De ontwerpakte bevat ook een clausule betreffende de overdracht van het rioleringsstelsel aan Pidpa.

 

Er werd een opmetingsplan opgemaakt door beëdigd landmeter-expert Siska Dumoulin te Zoersel op 17 mei 2017.

 

Ons bestuur zal ingevolge de grondafstand twaalf komma negenenveertig vierkante meter (12,49 m²) grond in de ontworpen wegzate van de Jan van Renesselaan/Kievitdreef (hoekafschuining), aangeduid als lot 10 op het opmetingsplan, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

De akte wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd en tot aanvaarding van de af te stane grond. De infrastructuurwerken werden reeds uitgevoerd en voorlopig aanvaard op 18 januari 2018.

 

De gemeenteraad duidt een persoon aan welke, bij sterkmaking namens de gemeente Malle, zal optreden bij het verlijden van de notariële akte.

Volgende medewerker van het notariskantoor van notaris Heidi Debeuckelaere te Antwerpen  wordt voorgesteld:

de heer VERHEIRSTRAETEN Gert Mieke Jan, geboren te Dendermonde op 8 december 1984 (Rijksregisternummer: 84.12.08-279.68 ), wonend te 2640 Mortsel, Windhoek 33.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 – De afstand ten kosteloze titel, aan de gemeente Malle, door Parkimmob nv, van de grond begrepen in de ontworpen wegzate van de Jan van Renesselaan/Kievitdreef (hoekafschuining), aangeduid als lot 10 op het plan opgemaakt door beëdigd landmeter-expert Siska Dumoulin te Zoersel op 17 mei 2017, kadastraal gekend 2e afd., sectie D, deel van nr. 679h, met een oppervlakte van twaalf komma negenenveertig vierkante meter (12,49 m²), wordt aanvaard.

 

Artikel 2 – De grond wordt aanvaard voor inlijving bij het openbaar domein en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – Het ontwerp van akte 'verkavelingsakte met kosteloze grondafstand', opgemaakt door notaris Heidi Debeuckelaere te Antwerpen, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4 – De grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – Volgende medewerker van het notariskantoor van notaris Heidi Debeuckelaere te Antwerpen wordt aangeduid om bij sterkmaking, namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte:

de heer VERHEIRSTRAETEN Gert Mieke Jan, geboren te Dendermonde op 8 december 1984

(Rijksregisternummer: 84.12.08-279.68 ), wonend te 2640 Mortsel, Windhoek 33.

 

Artikel  6 – De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – De kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte zijn ten laste van de verkavelaar (afstanddoener).

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Patrimonium - verwerving van eigendom - Wuyts Christianne & Achiel - kosteloze grondafstand in de ontworpen wegzate van de Sint Lenaartsebaan - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 11 september 2017 werd de verkavelingsvergunning nr. 2017/11 afgegeven aan Wuyts Christianne & Achiel voor het eigendom te Malle, Sint Lenaartsebaan zn, kadastraal gekend 2e afd., sectie A, nrs. 355b - 356w - 356x - 356c2, waarin o.a. de volgende voorwaarde werd opgenomen: 

6° Het gedeelte van het eigendom begrepen in de ontworpen wegzate van de Sint Lenaartsebaan (154 m²) dient voor inlijving bij het openbaar domein en met bestemming openbaar nut kosteloos aan de gemeente te worden afgestaan.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, § 2, 12°.

 

Motivering

 

Notaris Wouter Nouwkens te Malle heeft het ontwerp van akte 'verkavelingsakte met kosteloze grondafstand' opgemaakt waarin de clausule betreffende de kosteloze grondafstand is opgenomen. De ontwerpakte bevat ook een clausule betreffende de overdracht van de grond aan Iveka voor de oprichting van een hoogspanningscabine en de vestiging van een erfdienstbaarheid aan Pidpa.

 

Er werd een opmetingsplan opgemaakt door landmeter De Vry te Malle op 22 januari 2018.

 

Ons bestuur zal ingevolge de grondafstand honderdvierenvijftig vierkante meter (154 m²) grond in de ontworpen wegzate van de Sint Lenaartsebaan, aangeduid op het opmetingsplan, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

De akte wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd en tot aanvaarding van de af te stane grond.

 

De gemeenteraad duidt een persoon aan welke, bij sterkmaking namens de gemeente Malle, zal optreden bij het verlijden van de notariële akte.

Volgende medewerker van het notariskantoor van notaris Wouter Nouwkens te Malle wordt voorgesteld:

Wynants Carla Jozef Joséphine, geboren te Turnhout op 2 april 1984 (Rijksregisternummer: 84.04.02-114.66), wonende De Zwaantjes 15 te 2390 Malle.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 – De afstand ten kosteloze titel, aan de gemeente Malle, door Wuyts Christianne en Achiel, van de grond begrepen in de ontworpen wegzate van de Sint Lenaartsebaan, aangeduid als op het plan opgemaakt door landmeter De Vry op 22 januari 2018, kadastraal gekend 2e afd., sectie A, deel van nrs. 356w - 356c2 - 356x, met een oppervlakte van honderd vierenvijftig vierkante meter (154 m²), wordt aanvaard.

 

Artikel 2 – De grond wordt aanvaard voor inlijving bij het openbaar domein en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – Het ontwerp van akte 'verkavelingsakte met kosteloze grondafstand', opgemaakt door notaris Wouter Nouwkens te Malle, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4 – De grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – Volgende medewerker van het notariskantoor van notaris Wouter Nouwkens te Malle wordt aangeduid om bij sterkmaking, namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte:

Wynants Carla Jozef Joséphine, geboren te Turnhout op 2 april 1984 (Rijksregisternummer: 84.04.02-114.66), wonende De Zwaantjes 15 te 2390 Malle.

 

Artikel  6 – De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – De kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte zijn ten laste van de verkavelaar (afstanddoener).

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Patrimonium - verwerving van eigendom - Van Dommelen Kris & Kerckhofs Marjolein - kosteloze grondafstand in de ontworpen wegzate van de Klaprooslaan - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 29 februari 2016 werd een gunstig stedenbouwkundig attest nr. 2016/02 afgegeven aan landmeter De Vry namens Extensa voor het eigendom te Malle, Klaprooslaan zn, kadastraal gekend 2e afd., sectie A, nr. 365m, waarin o.a. het volgende werd opgenomen: 

- het gedeelte van het eigendom begrepen in het verlengde van de wegzate van de Klaprooslaan, in geel aangeduid op het plan, dient bij de verkoop van het perceel en uiterlijk bij het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, voor inlijving bij het openbaar domein en met bestemming openbaar nut kosteloos aan de gemeente te worden afgestaan.

 

De grond werd openbaar verkocht door notaris Nouwkens en aangekocht door Van Dommelen Kris & Kerckhofs Marjolein op 15 juni 2016.

 

Op 14 december 2017 werd door Van Dommelen - Kerckhofs Kris & Marjolein een aanvraag stedenbouwkundige vergunning ingediend voor het bouwen van een eengezinswoning met autobergplaats op voormeld eigendom. Op 12 februari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen hiervoor de stedenbouwkundige vergunning nr. 2018/025 verleend, waarin ook de kosteloze grondafstand aan de gemeente werd opgelegd.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, § 2, 12°.

 

Motivering

 

Notaris Wouter Nouwkens te Malle heeft het ontwerp van akte 'kosteloze grondafstand' met referte CC/1105/18-2180177 opgemaakt.

 

Er werd een opmetingsplan opgemaakt door landmeter De Vry te Malle op 16 januari 2018.

 

Ons bestuur zal ingevolge de grondafstand driehonderd en één vierkante meter (301 m²) grond in de ontworpen wegzate van de Klaprooslaan, aangeduid als lot 2 op het opmetingsplan, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

De akte wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd en tot aanvaarding van de af te stane grond.

 

De gemeenteraad duidt een persoon aan welke, bij sterkmaking namens de gemeente Malle, zal optreden bij het verlijden van de notariële akte.

Volgende medewerker van het notariskantoor van notaris Wouter Nouwkens te Malle wordt voorgesteld:

Wynants Carla Jozef Joséphine, geboren te Turnhout op 2 april 1984 (Rijksregisternummer: 84.04.02-114.66), wonende De Zwaantjes 15 te 2390 Malle.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 7 maart 2016 beslist dat de opmetingskosten en aktekosten die gepaard gaan met een kosteloze grondafstand, die voortvloeit uit de lasten van een stedenbouwkundige vergunning voor het oprichten van een eengezinswoning, ten laste worden genomen door het gemeentebestuur. Deze beslissing werd bekrachtigd door de gemeenteraad in zitting van 25 april 2016.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Actie

1419/008/001/001/001

Beleidscode

0600

Algemene rekening

613999999

Beschikbaar krediet

25.000,00 EUR

Raming

1.650,00 EUR

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 – De afstand ten kosteloze titel, aan de gemeente Malle, door Van Dommelen Kris & Kerckhofs Marjolein, van de grond begrepen in de ontworpen wegzate van de Klaprooslaan, aangeduid als lot 2 op het plan opgemaakt door landmeter De Vry te Malle op 16 januari 2018, kadastraal gekend 2e afd., sectie A, deel van nr. 365m, met een oppervlakte van driehonderd en één vierkante meter (301 m²), wordt aanvaard.

 

Artikel 2 – De grond wordt aanvaard voor inlijving bij het openbaar domein en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – Het ontwerp van akte 'kosteloze grondafstand' met referte CC/1105/18-2180177, opgemaakt door notaris Wouter Nouwkens te Malle, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4 – De grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – Volgende medewerker van het notariskantoor van notaris Wouter Nouwkens te Malle wordt aangeduid om bij sterkmaking, namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte:

Wynants Carla Jozef Joséphine, geboren te Turnhout op 2 april 1984 (Rijksregisternummer: 84.04.02-114.66), wonende De Zwaantjes 15 te 2390 Malle.

 

Artikel 6 – De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – De kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte zijn ten laste van het gemeentebestuur.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Ruimtelijke ordening - vaststelling wegtracé in de verkaveling 2017/A18 – Schapenstraat / buurtweg nr. 31 - 1e afd., sectie A, nrs. 375/02 - 375w3 - 375n9

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 29 november 2017 werd door Kris Mintjens namens Mintjens Invest & Management bvba een verkavelingsaanvraag ingediend tot het bekomen van een verkavelingsvergunning, voor een eigendom gelegen te Malle, Schapenstraat / Hoge Weg zn, kadastraal bekend 1e afdeling, sectie A nummers 375/02 - 375w3 - 375n9.

 

De aanvraag betreft een verkavelingsontwerp van 2 kavels voor vrijstaande eengezinswoningen.

 

De grond is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Turnhout (koninklijk besluit van 30 september 1977).

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘gebied voor eengezinswoningen’, goedgekeurd op 4 april 2013. Het is een zogenaamd overdruk-RUP dat door middel van een stedenbouwkundig voorschrift in overdruk op het gewestplan en/of BPA de hoofdbestemming wonen beperkt. Het RUP vervangt het gewestplan en/of BPA niet. Binnen het RUP zijn enkel grondgebonden eengezinswoningen toegelaten. Het oprichten van meergezinswoningen alsook bestemmingswijzigingen naar een meergezinswoning zijn niet toegestaan.

 

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan en het RUP 'gebied voor eengezinswoningen', zoals hoger omschreven.

 

Het advies van Pidpa-Riolering van 11 januari 2018 met referentie ALG 1783824, is voorwaardelijk gunstig.

 

Eandis heeft op 10 januari 2017 haar advies gegeven met referentie MALL_41802 en deelt mee dat in voorliggende verkaveling geen behoefte is aan een lokaal voor de oprichting van een hoogspanningscabine.

 

Het advies van de GECORO van 23 januari 2018 is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:

'De GECORO verleent een voorwaardelijk gunstig advies, onder voorwaarde dat de zone tussen de fietsweg en de 'ontworpen rooilijn' zoals weergegeven op het plan, langsheen lot 2, eveneens kosteloos wordt overgedragen aan de gemeente.'

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 16 december 2017 tot 14 januari 2018. Uit het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 16 januari 2018, blijkt dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften of opmerkingen werden ingediend.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, stelt dat indien een verkavelingsaanvraag de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen omvat en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, de gemeenteraad dan een besluit over de weg dient te nemen alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan over de vergunningsaanvraag kan beslissen.

De gemeenteraad beslist uiterlijk op de tweede raadszitting waarop de zaak van de wegen geagendeerd is, zo niet wordt de beslissing over de wegenis geacht ongunstig te zijn.

 

Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen en latere wijzigingen, stelt dat indien de gemeenteraad een gemotiveerd besluit moet nemen over de zaak der wegen, de gemeenteraad dan eveneens kennis neemt van de ingediende bezwaren en opmerkingen.

 

Motivering

 

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over het tracé van de wegen, in het bijzonder over het grondplan van de ontworpen verkaveling met de ontworpen rooilijn van de Schapenstraat en van buurtweg nr. 31, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling.

 

Een minimale rooilijnbreedte van 12 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs beide zijden en een minimale rooilijnbreedte van 10 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs één zijde.

 

Langs de Schapenstraat en de Hoge Weg bevindt zich bebouwing langs beide zijden. Het verkavelingsontwerp voorziet hier een rooilijnbreedte van 12 meter. In de toekomst kan het perceel nr. 403h nog ontwikkeld worden, waardoor langs de buurtweg nr. 31 bebouwing langs 1 zijde mogelijk is. Het verkavelingsontwerp houdt hier al rekening mee en voorziet in een toekomstige rooilijnbreedte van 10 meter voor deze buurtweg ter hoogte van voorliggende verkaveling.

De bouwlijn voor de woning langs de Hoge Weg is gelegen op 8 meter uit de ontworpen rooilijn.

De bouwlijn voor de woning langs de Schapenstraat is gelegen op 6 meter uit de ontworpen rooilijn.

De bouwlijn langs de buurtweg nr. 31 is gelegen op 5 meter uit de ontworpen rooilijn.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 – Kennis te nemen van het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 16 januari 2018, waaruit blijkt dat de aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 16 december 2017 tot 14 januari 2018 en dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften of opmerkingen werden ingediend.

 

Artikel 2 - De ontworpen rooilijn en het wegtracé van de Schapenstraat en buurtweg nr. 31, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling, zoals voorgesteld op het grondplan van de ontworpen verkaveling, opgemaakt door Studiebureel Kris Mintjens cvba, Antwerpsesteenweg 209, 2390 Malle op 10 november  2017, tot het verkavelen van grond gelegen langs de Schapenstraat / Hoge Weg zn, kadastraal bekend 1ste afdeling, sectie A, nrs. 375/02 - 375w3 - 375n9, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Ruimtelijke ordening - vaststelling wegtracé in de verkaveling 2017/A19 – Het Wild Rijt 17 - 1e afd., sectie C, nr. 126d

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 29 november 2017 werd door Studiebureel Kris Mintjens cvba namens Jos & Martha Haest - Stes een verkavelingsaanvraag ingediend tot het bekomen van een verkavelingsvergunning, voor een eigendom gelegen te Malle, Het Wild Rijt 17, kadastraal bekend 1e afdeling, sectie C nummer 126d.

 

De aanvraag betreft een verkavelingsontwerp voor het afsplitsen van 2 kavels voor vrijstaande eengezinswoningen en het gedeeltelijk ontbossen van het perceel.

 

De grond is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Turnhout (koninklijk besluit van 30 september 1977).

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘gebied voor eengezinswoningen’, goedgekeurd op 4 april 2013. Het is een zogenaamd overdruk-RUP dat door middel van een stedenbouwkundig voorschrift in overdruk op het gewestplan en/of BPA de hoofdbestemming wonen beperkt. Het RUP vervangt het gewestplan en/of BPA niet. Binnen het RUP zijn enkel grondgebonden eengezinswoningen toegelaten. Het oprichten van meergezinswoningen alsook bestemmingswijzigingen naar een meergezinswoning zijn niet toegestaan.

 

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan en het RUP 'gebied voor eengezinswoningen', zoals hoger omschreven.

 

Het advies van Pidpa-Riolering van 11 januari 2018 met referentie ALG 1783862, is voorwaardelijk gunstig.

 

Eandis heeft op 10 januari 2017 haar advies gegeven met referentie MALL_41798 en deelt mee dat in voorliggende verkaveling geen behoefte is aan een lokaal voor de oprichting van een hoogspanningscabine.

 

Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 25 januari 2018 met referentie COMP/17/0441 /AN 17-222980 is voorwaardelijk gunstig.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 16 december 2017 tot 14 januari 2018. Uit het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 16 januari 2018, blijkt dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften of opmerkingen werden ingediend.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, stelt dat indien een verkavelingsaanvraag de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen omvat en het vergunningverlenend bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, de gemeenteraad dan een besluit over de weg dient te nemen alvorens het vergunningverlenend bestuursorgaan over de vergunningsaanvraag kan beslissen.

De gemeenteraad beslist uiterlijk op de tweede raadszitting waarop de zaak van de wegen geagendeerd is, zo niet wordt de beslissing over de wegenis geacht ongunstig te zijn.

 

Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen en latere wijzigingen, stelt dat indien de gemeenteraad een gemotiveerd besluit moet nemen over de zaak der wegen, de gemeenteraad dan eveneens kennis neemt van de ingediende bezwaren en opmerkingen.

 

Motivering

 

Voor Het Wild Rijt is reeds een ontwerp van rooilijn- en onteigeningsplan in opmaak, doch dit werd nog niet ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Het verkavelingsontwerp en de daarop ingetekende rooilijn voor het gedeelte van Het Wild Rijt is in overeenstemming met het ontwerp van rooilijnplan voor Het Wild Rijt.

 

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over het tracé van de wegen, in het bijzonder over het grondplan van de ontworpen verkaveling met de ontworpen rooilijn van Het Wild Rijt, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling.

 

Een minimale rooilijnbreedte van 12 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs beide zijden en een minimale rooilijnbreedte van 10 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs één zijde.

Bij het ontwerp van rooilijnplan is de rooilijnbreedte bepaalt op 12 meter omdat in Het Wild Rijt vooral bebouwing langs beide zijden van de straat mogelijk is.

 

Het verkavelingsontwerp voorziet een rooilijnbreedte van 12 meter, conform het ontwerp van rooilijnplan. De bouwlijn voor de woningen is gelegen op 6 meter uit de ontworpen rooilijn.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 21 ja stemmen en 1 onthouding (Pieter van Boxel)

 

Artikel 1 – Kennis te nemen van het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 16 januari 2018, waaruit blijkt dat de aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 16 december 2017 tot 14 januari 2018 en dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften of opmerkingen werden ingediend.

 

Artikel 2 - De ontworpen rooilijn en het wegtracé van Het Wild Rijt, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling, zoals voorgesteld op het grondplan van de ontworpen verkaveling, opgemaakt door Studiebureel Kris Mintjens cvba, Antwerpsesteenweg 209, 2390 Malle op 20 november 2017, tot het verkavelen van grond gelegen langs Het Wild Rijt, kadastraal bekend 1ste afdeling, sectie C, nr. 126d, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Ruimtelijke ordening - vaststelling wegtracé in de verkaveling 2017/A23 – Waterlaet 38 - 1e afd., sectie C, nr. 144k

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 20 december 2017 werd door Kris Mintjens msog namens De Ley Jan en Bellemans Chris een verkavelingsaanvraag ingediend tot het bekomen van een verkavelingsvergunning, voor een eigendom gelegen te Malle, Waterlaet 38, kadastraal bekend 1e afdeling, sectie C nummer 144k.

 

De aanvraag betreft een verkavelingsontwerp voor het afsplitsen van 2 kavels voor vrijstaande eengezinswoningen en het gedeeltelijk ontbossen van het perceel.

 

De grond is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Turnhout (koninklijk besluit van 30 september 1977).

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘gebied voor eengezinswoningen’, goedgekeurd op 4 april 2013. Het is een zogenaamd overdruk-RUP dat door middel van een stedenbouwkundig voorschrift in overdruk op het gewestplan en/of BPA de hoofdbestemming wonen beperkt. Het RUP vervangt het gewestplan en/of BPA niet. Binnen het RUP zijn enkel grondgebonden eengezinswoningen toegelaten. Het oprichten van meergezinswoningen alsook bestemmingswijzigingen naar een meergezinswoning zijn niet toegestaan.

 

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan en het RUP 'gebied voor eengezinswoningen', zoals hoger omschreven.

 

Het advies van Pidpa-Riolering van 25 januari 2018 met referentie ALG 1794509, is voorwaardelijk gunstig.

 

Eandis heeft op 19 januari 2018 haar advies gegeven met referentie MALL_47298 en deelt mee dat in voorliggende verkaveling geen behoefte is aan een lokaal voor de oprichting van een hoogspanningscabine.

 

Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos werd gevraagd op 21 december 2017, doch werd tot op heden niet ontvangen.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 28 december 2017 tot 26 januari 2018. Uit het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 30 januari 2018, blijkt dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften of opmerkingen werden ingediend.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, stelt dat indien een verkavelingsaanvraag de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen omvat en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, de gemeenteraad dan een besluit over de weg dient te nemen alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan over de vergunningsaanvraag kan beslissen.

De gemeenteraad beslist uiterlijk op de tweede raadszitting waarop de zaak van de wegen geagendeerd is, zo niet wordt de beslissing over de wegenis geacht ongunstig te zijn.

 

Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen en latere wijzigingen, stelt dat indien de gemeenteraad een gemotiveerd besluit moet nemen over de zaak der wegen, de gemeenteraad dan eveneens kennis neemt van de ingediende bezwaren en opmerkingen.

 

Motivering

 

Voor de Waterlaet is reeds een ontwerp van rooilijn- en onteigeningsplan in opmaak, doch dit werd nog niet ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Het verkavelingsontwerp en de daarop ingetekende rooilijn voor het gedeelte van de Waterlaet is in overeenstemming met het ontwerp van rooilijnplan voor de Waterlaet.

 

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over het tracé van de wegen, in het bijzonder over het grondplan van de ontworpen verkaveling met de ontworpen rooilijn van de Waterlaet, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling.

 

Een minimale rooilijnbreedte van 12 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs beide zijden en een minimale rooilijnbreedte van 10 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs één zijde.

Bij het ontwerp van rooilijnplan is de rooilijnbreedte bepaalt op 10 meter omdat in de Waterlaet vooral bebouwing langs 1 zijde van de straat mogelijk is. Enkel ter hoogte van voorliggend perceel is bebouwing langs beide zijden mogelijk. Het is niet aangewezen om enkel voor deze kavels de rooilijn te laten verspringen naar 12 meter.

 

Het verkavelingsontwerp voorziet een rooilijnbreedte van 10 meter, conform het ontwerp van rooilijnplan. De bouwlijn voor de woningen is gelegen op 6 meter uit de ontworpen rooilijn.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Paul Wens vraagt wanneer de weg daar wordt aangepakt.

 

Schepen Jules Mintjens stelt dat er gewacht wordt op een beslissing van Pidpa-Hidrorio om de wateroverlast ook mee op te lossen. Er kan moeilijk een datum op geplakt worden.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 – Kennis te nemen van het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 30 januari 2018, waaruit blijkt dat de aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 28 december 2017 tot 26 januari 2018 en dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften of opmerkingen werden ingediend.

 

Artikel 2 - De ontworpen rooilijn en het wegtracé van de Waterlaet, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling, zoals voorgesteld op het grondplan van de ontworpen verkaveling, opgemaakt door Kris Mintjens msog, Antwerpsesteenweg 209, 2390 Malle op 19 december 2017, tot het verkavelen van grond gelegen langs de Waterlaet, kadastraal bekend 1ste afdeling, sectie C, nr. 144k, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Ruimtelijke planning - gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) 'Hooybergh' - voorlopige vaststelling

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

In opdracht van het college van burgemeester en schepenen werd in een voorgaande procedure een gemeenlijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt door IGEAN dienstverlening voor het terrein Hooybergh aan de Antwerpsesteenweg.

 

Dit RUP moest het terrein herbestemmen van agrarisch gebied naar een lokaal en regionaal bedrijfsterrein en groene ruimte. De opmaak van dit RUP kent reeds een lange voorgeschiedenis, de eerste bespreking door de gemeenteraad dateert van 1991.

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde op 3 maart 2008 het 'BPA Hooybergh' principieel goed. Om meer inzicht te krijgen in de ontsluitingsproblematiek en de mogelijke oplossingen, werd later een studieopdracht uitgevoerd in opdracht van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen (POM), getiteld “De Schaaf-Delften, opmaken van een economische visie voor de gemeenten Malle/Zoersel met een tracé onderzoek voor de ontsluiting en de uitwerking van een herinrichtingsstudie voor het bedrijventerrein De Schaaf-Delften”. Ook de behoefte naar expansie van het industrieterrein 'De Schaaf-Delften' werd hierin onderzocht. Deze studie liep van einde 2008 tot begin 2012.

 

Na deze studie werd het BPA omgevormd tot een RUP (nieuwe vorm na inwerkingtreding van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). Het plan werd aangepast aan de nieuwe inzichten uit de studie van de POM en werd aangepast aan de andere opmerkingen van de plenaire vergadering.

 

De gemeenteraad stelde het RUP definitief vast op 27 mei 2013. In een volgende fase van de procedure, weigerde de deputatie dit RUP omwille van het ontbreken van de MER-screening en omdat de vooruitzichten tot realisatie van de verbinding van het bedrijventerrein De Schaaf-Delften met de N14 onvoldoende concreet waren.

 

Op 15 juni 2015 gaf het college van burgemeester en schepenen de opdracht aan IGEAN om dit dossier opnieuw op te starten. Waarna een periode van studiewerk, besprekingen en aanpassingen plaatsvond. IGEAN maakte intussen een nieuw ontwerp.

 

Op 22 juni 2016 werd er een schrijven gericht aan de dienst MER met de vraag welke adviesinstanties moeten aangeschreven worden.

 

Op 4 juli 2016, gaf het college van burgemeester en schepenen goedkeuring aan het voorontwerp, waardoor de goedkeuringsprocedure formeel kon aanvatten. Deze start met een verzoek tot plan-MER-ontheffing aan departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) en het verzoek ons de bevoegde adviesinstanties te laten kennen.

 

Op 14 juli 2016 ontving de gemeente de lijst van de dienst MER met de te bevragen adviesinstanties.

 

Op 6 oktober 2016 werd er een adviesvraag verzonden aan de adviesinstanties m.b.t. de MER-screening. De termijn van terinzagelegging bedraagt 30 dagen of uiterlijk tot de datum van de plenaire vergadering 16 november 2016.

 

Op 19 oktober 2016 ging er een vooroverleg door met het provinciebestuur. De provincie meldt dat de deputatie haar bevoegdheid nog moet delegeren voor het regionale bedrijventerrein naar de gemeente en dat de dienst economie van de provincie advies zal uitbrengen over de grootschalige detailhandel. De gemeente kan de goedkeuringsprocedure van het RUP zodanig verder zetten.

 

Op 10 november 2016 nam de deputatie een delegatiebesluit waarin voor de opmaak van het RUP Hooybergh, de deputatie de bevoegdheden naar de gemeente delegeert om de bestemming “regionale bedrijvigheid” in een gemeentelijk RUP te organiseren. Op 7 maart 2017 ontving de gemeente Malle een brief van de provincie hieromtrent.

 

Op 16 november 2016 werd de plenaire vergadering georganiseerd. Tijdens deze vergadering brengen instanties, zoals bepaald door departement LNE, advies uit over het ontwerp van voorliggend RUP.

Volgende instanties werden verzocht om advies te verlenen over het RUP Hooybergh:

         Provincie Antwerpen – dienst Ruimtelijke Planning

         Agentschap voor Natuur en Bos

         De Lijn

         Departement LNE – Dienst Milieueffectrapportagebeheer en VR

         Departement LNE – Dienst Veiligheidsrapportagebeheer

         Departement LNE – Dienst Land en Bodembescherming

         Departement Landbouw en Visserij

         Agentschap Innoveren en Ondernemen

         Agentschap Ruimte Vlaanderen

         Vlaamse Milieumaatschappij

         Agentschap Wegen en Verkeer

         GECORO gemeente Malle

 

Op 18 november 2016 en 23 november 2016 werd er een herinneringsbrief aan de adviesinstanties die geen advies hebben uitgebracht met betrekking tot de MER-screening, met een nieuwe termijn van terinzagelegging van 14 dagen.

 

Op 14 december 2016 bezorgde de provinciale dienst ruimtelijke planning een schrijven waarin nog eens bevestigd wordt dat het voorzien van detailhandel in de zone voor regionale bedrijvigheid strijdig is met het GRS van Malle. Voor de provincie is het geen mogelijkheid om detailhandel in deze zone te voorzien, ook geen bedrijven met een netto-vloeroppervlakte van minimum 2000m².

 

Op 19 december 2016 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van de resultaten van de plenaire vergadering van 16 november 2016.

 

De intekening van de reservatiestrook van de omleidingsweg op het grafisch plan van het ontwerp-RUP 'Hooybergh' werd aangepast aan het ontwerpplan van de omleidingsweg zoals besproken op de intergemeentelijke begeleidingscommissie (iGBC) van 11 september 2017.

 

Op 22 november 2017 werd er een verzoek tot vrijstelling tot plan MER plicht in het kader van de opmaak van het RUP Hooybergh bezorgd aan de dienst MER, gemotiveerd als volgt:

         Naar aanleiding van de opmerkingen van de plenaire vergadering werd grootschalige detailhandel geschrapt uit de bestemmingsvoorschriften van de zone voor regionaal bedrijventerein. De berekening van de mobiliteitseffecten van grootschalige detailhandel werd daarom geschrapt in de mer-screening (zie punt 12.5.5.).

         Agentschap Natuur en Bos (ANB) heeft op 9 november 2016 een  voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. Na aanvulling en aanpassing van punt 12.5.9 ‘effecten inzake biodiversiteit, fauna en flora’ heeft ANB met haar schrijven van 16. augustus 2017 gemeld dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op de aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en de screeningsnota goedgekeurd.
Dit heeft voor enkele maanden vertraging gezorgd in aanloop naar de aanvraag voor de vrijstelling voor de opmaak van een plan MER.

 

Op 18 januari 2018 werd er door de dienst MER een vrijstelling verleend voor de opmaak van een plan MER. Het screeningsdossier toont duidelijk aan dat de milieueffecten die het plan genereert niet van die aard zijn dat ze als aanzienlijk aanschouwd dienen te worden.  Het plan geeft geen aanleiding tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen.

De screeningsnota alsook de beslissing zijn raadpleegbaar in de 'dossierdatabank' op de website www.mervlaanderen.be. Het dossier werd behandeld onder het nummer SCRPL16134.

 

Op 12 februari 2018 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met het ontwerp-RUP 'Hooybergh', zoals opgemaakt door IGEAN dienstverlening volgens 'versie januari 2018'.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 42-43.

 

Koninklijk besluit van 30 september 1977, dat het gewestplan van Turnhout vaststelt en verschillende bodembestemming vastlegt op het grondgebied van Malle.

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009, artikelen 2.2.13., §1, dat de modaliteiten rond adviesverlening en de plenaire vergadering regelt en 2.2.14 §1 betreffende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), definitief vastgesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997, dat een visie omschrijft van de gewenste ruimtelijke structuur in Vlaanderen. Herziening van het RSV, definitief vastgesteld op 17 december 2010 en bekrachtigd, wat de bindende bepalingen betreft, bij decreet van 25 februari 2011.

 

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS), definitief vastgesteld door de gemeenteraad van 19 december 2005 en goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 2 maart 2006.

 

Plan-MER-decreet, met inzonderheid van artikel 4.2.6 §1 betreffende de plan-MER-plicht bij opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Delegatiebesluit van de deputatie van 10 november 2016 waarin voor de opmaak van het RUP Hooybergh de deputatie de bevoegdheden naar de gemeente delegeert om de bestemming “regionale bedrijvigheid” in een gemeentelijk RUP te organiseren.

 

Motivering

 

De site Hooybergh is onderhevig aan de bepalingen van het gewestplan Turnhout, waarin het de bodembestemming agrarisch gebied kreeg toebedeeld. Voor het gebied bestaat de visie om de planologische context te wijzigen. Het GRS duidt het industrieterrein 'De Schaaf-Delften' aan als economisch zwaartepunt van de gemeente en voorziet een uitbreiding tussen het bestaande industrieterrein en de N12. De voorschriften van het nieuwe RUP zullen de voorschriften van het gewestplan vervangen. De wijziging van het planologisch kader is noodzakelijk om economische activiteiten in Malle te kunnen laten voortbestaan, maar ook uitbreiden.

 

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat moet nagegaan worden of het voorliggende plan (en de realisatie ervan) geen schadelijke effecten heeft op de waterhuishouding in het gebied. Indien dit het wel het geval is dan moeten deze effecten, indien mogelijk, zoveel mogelijk beperkt of gecompenseerd worden.

Het plangebied is gedeeltelijk gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. In de noordwestelijke hoek van het plangebied heeft zich in het verleden namelijk een probleem voorgedaan, maar dit was te wijten aan een te kleine inbuizing. Dit probleem is opgelost bij de recente herinrichting van het kruispunt N12-Nijverheidsstraat.

De realisatie van het plan heeft wel een toename van de hoeveelheid verharde oppervlakte tot gevolg, waardoor er meer hemelwater versneld zal worden afgevoerd. Om dit te milderen moet er zoveel mogelijk plaatselijk geïnfiltreerd worden. Er wordt bovendien buffering van het hemelwater in de openbare groene ruimte en/of binnen de zone voor openbare wegenis en/of op privaat domein voorzien. Hiermee worden de schadelijke effecten op de waterhuishouding beperkt.

Bovendien blijven uiteraard de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater onverminderd van kracht. Er kan dus in alle redelijkheid geoordeeld worden dat er geen schadelijke effecten op de waterhuishouding zullen zijn.

 

In het RUP wordt een behoefteraming geformuleerd, die voortgaat op de behoefteraming opgemaakt door de POM in 2012. Deze behoefte is nog actueel. Omwille van het uitblijven van het RUP Hooyberg zijn ondertussen reeds enkele bedrijven die opgenomen waren in de behoefteberekening verhuisd naar naburige gemeenten, maar zijn er ondertussen reeds andere geïnteresseerden. Dit is een dynamisch gegeven. De conclusies uit de behoeftestudie van de POM blijven accuraat en een uitbreiding van het industrieterrein blijft noodzakelijk.

 

In toepassing van artikel 2.2.13 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van kracht sedert 1 september 2009, dient er bij opmaak van een RUP een plenaire vergadering te worden georganiseerd. Deze ging door op 16 november 2016.

 

In het kader van de plenaire vergadering van 16 november 2016 werden volgende adviezen besproken:

 

         Agentschap voor Natuur en Bos (advies 9 november 2016 - kenmerk RUP/16-12449-AN)
ANB geeft een gunstig advies onder volgende voorwaarden:
- De stedenbouwkundige voorschriften voor de “zone voor open ruimte” (art.5) aanpassen zodat deze zone voor het grootste gedeelte als bos wordt aangelegd.
De plenaire vergadering stelt zich de vraag of hierdoor de open ruimte corridor niet verdwijnt. Moet de open ruimte corridor beschouwd worden als een visuele open ruimte of mag hier ook een bos aangeplant worden die de doorkijk wegneemt.
- De nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden dienen bij latere vergunningsaanvragen steeds getoetst worden aan de ecologische waarden, dit cfr. het decretaal kader terzake.

 

         De Lijn (advies 9 november 2016 - kenmerk /)
De Lijn is tevreden dat de toegang van het industrieterrein naar de bushalte mee is opgenomen in het RUP en vraagt om deze toegankelijk aan te leggen voor mindervalide personen.
Er zijn geen plannen om de buslijn op de N12 te vertrammen.

 

         Departement Landbouw en Visserij (advies 16 november 2016 - kenmerk 2016053546)
Het departement geeft een gunstig advies op voorwaarde dat alle buffers binnen de contouren van het plangebied voorzien worden en dat de getroffen landbouwers billijk vergoed worden voor het verlies aan productiegronden.

 

         Agentschap Innoveren en Ondernemen (advies 3 november 2016 - kenmerk /)
Waarom wordt de zone voor regionale bedrijven niet volledig voorzien voor regionale bedrijven gezien de grote vraag naar deze terreinen? Is de opname van grootschalige detailhandel in deze zone ingegeven door een concrete noodzaak?
Dit punt wordt verder behandeld onder het advies van provincie Antwerpen.

 

Het is onduidelijk van wanneer de update van de ruimtebehoefteraming dateert? De behoefteraming gaat voort op de behoefteraming opgemaakt door de POM in 2012. Deze behoefte is nog actueel. Omwille van het uitblijven van het RUP Hooybergh zijn ondertussen reeds enkele bedrijven die opgenomen waren in de behoefteberekening verhuisd naar naburige gemeenten, maar zijn er ondertussen reeds andere geïnteresseerden. Dit is een dynamisch gegeven. De conclusies uit de behoeftestudie van de POM blijven wel geldig. Dat er nog een concrete behoefte is wordt niet in vraag gesteld door de plenaire vergadering.


In de stedenbouwkundige voorschriften voor het lokaal bedrijventerrein is er sprake van een recyclagepark en een gemeentelijke zone voor grondopslag. Hierover is geen melding gemaakt in de toelichtingsnota. Dit zal aangepast worden in de toelichtingsnota. Het containerpark dat nu ten westen van de Nijverheidsstraat gesitueerd is, is te klein in omvang en moet volledig heringericht worden in functie van de invoering van DIFTAR waarbij voor sommige afvalfracties moet betaald worden en voor andere niet. Ook het aanpalende gemeentelijk terrein voor grondopslag zal verhuizen naar de zone voor lokaal bedrijvigheid. De vrijgekomen gronden van het bestaande recyclagepark en de bestaande grondopslag komen dan terug beschikbaar voor aanpalende bedrijven.

Het agentschap vraagt zich af of de ontwikkeling van Hooybergh afgestemd wordt op de realisatie van de omleidingsweg rond Zoersel? Dit punt wordt behandeld onder het punt van de provincie Antwerpen.

 

         GECORO (advies 25 oktober 2016 - kenmerk 'advies RUP Hooybergh')
De GECORO verleent een ongunstig advies. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met het landschappelijke karakter en er wordt niet voldoende aangetoond wat de werkelijke behoefte is aan bijkomende bedrijfsruimte, waardoor het onomkeerbaar aansnijden van het open ruimtegebied globaal genomen niet wordt gedragen door de maatschappelijke geledingen.
De GECORO stelt voor om een gefaseerde ontwikkeling voorop te stellen, waarop men in eerste instantie de zone tussen de Nijverheidsstraat en de hoeve kan ontwikkelen. Pas wanner de behoefte of nood aan meer bedrijfsruimte wordt aangetoond aan de hand van een gedegen behoeftestudie, kan er overwogen worden dit verder uit te breiden.

Voor wat betreft de behoefteberekening wordt verwezen naar bovenstaande argumentering. De plenaire vergadering stelt de behoefteberekening door de POM niet in vraag. Er is dus geen reden om de realisatie van het bedrijventerrein te faseren.
Er wordt gemeld dat de intekening van de open ruimte corridor in het RUP gebeurd is volgens de gemaakte afspraken op de eerste plenaire vergadering van 3 april 2008. Het GRS van de gemeente stelt dat een gedeelte van de open ruimte corridor moet gevrijwaard worden.

 

         Departement LNE (advies 10 november 2016 - kenmerk 16-190)
- Dienst Milieueffectrapportagebeheer
Het advies is gunstig.
- Dienst Veiligheidsrapportering
Er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport opgemaakt te worden.
- Dienst Land en Bodembescherming
Geen opmerkingen op het RUP

 

         Provincie Antwerpen – dienst Ruimtelijke Planning (advies 10 november 2016 - kenmerk /)
- Delegatie bevoegdheid
De provincie is bevoegd voor de bestemming van regionale bedrijventerreinen. Art. 2.2.1§2 van de VCRO voorziet in de mogelijkheid om een planningsbevoegdheid over te dragen aan een ander planningsniveau. Deze delegatie wordt schriftelijk gegeven uiterlijk op of naar aanleiding van de plenaire vergadering.
De gemeente Malle vraagt een delegatie van de bevoegdheid voor regionale bedrijvigheid van de Provincie Antwerpen naar de gemeente.
De deputatie heeft deze delegatie voorzien bij beslissing van 10 november 2016.
- GRS
Voor de provincie is het RUP Hooybergh verenigbaar met het GRS van de gemeente Malle m.b.t. de realisatie van een regionaal en lokaal bedrijventerrein. Voorliggend RUP is niet conform met het GRS m.b.t het voorzien van detailhandel. Ruimte Vlaanderen sluit zich aan bij deze stelling.
Er wordt vermeld dat een doe-het-zelf zaak die 100 m verder op gesitueerd is langs de Antwerpsesteenweg zich wenst te herlokaliseren binnen de zone voor regionale bedrijventerrein op gronden die het daar in eigendom heeft. De huidige locatie van deze zaak is volledig bezet en de bedrijfsgebouwen zijn sterk verouderd.
Hierop wordt gereageerd dat het niet de bedoeling is om kleinhandelszaken die thuis horen in de dorpskern toe te laten op het regionaal bedrijventerrein. Op vraag van Ruimte Vlaanderen is naar aanleiding van de vorige plenaire vergadering in de voorschriften ingeschreven dat enkel bedrijven met een netto-vloeroppervlakte van minimum 2000m² worden toegelaten. Deze bedrijven hebben een grote parkeervraag en een grote ruimtebehoefte welke niet gemakkelijk terug te vinden is in de dorpskern. Een locatie binnen de zone voor regionaal bedrijventerrein kan niet beschouwd worden als lintbebouwing vermits de terreinen aansluiten bij een achterliggende bedrijventerrein. Bovendien sluiten de bedrijven niet rechtstreeks aan op de gewestweg, waardoor men hier niet zal geconfronteerd worden met verkeersproblemen die meestal typisch zijn voor linten.
- Ontsluiting plangebied
Er is momenteel nog geen duidelijkheid over de realisatie van de ontsluitingswegen. Er dient een afstemming te gebeuren tussen de ontwikkeling van het bedrijventerrein en de aanleg van de ontsluitingswegen. In de stedenbouwkundige voorschriften dient de voorwaarde opgenomen te worden dat de site Hooybergh ontwikkeld kan worden als de ontsluitingswegen N12-N14 en de rondweg rond Zoersel vergund zijn. Agentschap Ruimte Vlaanderen sluit zich hierbij aan.
Er wordt vermeld dat na de eerste plenaire vergadering heel wat onderzoek gebeurd is naar de ontsluiting van het bedrijventerrein De Schaaf-Delften. Op de eerste plenaire vergadering werd afgesproken dat de procedure tot goedkeuring van het RUP Hooybergh pas kon voortgezet worden nadat er duidelijkheid is over het tracé van de ontsluitingsweg en wie deze weg gaat betalen. Een studie van de POM getiteld “De Schaaf-Delften, opmaken van een economische visie voor de gemeenten Malle/Zoersel met een tracé onderzoek voor de ontsluiting en de uitwerking van een herinrichtingsstudie voor het bedrijventerrein De Schaaf-Delften” gaf duidelijkheid over het gewenste tracé. Dit tracé werd nog eens bevestigd in de provinciale mobiliteitsstudie voor de Noorderkempen. In opdracht van het Agentschap Wegen en Verkeer is vervolgens een startnota opgemaakt in functie van de realisatie van het gewenste tracé. In deze startnota werden verschillende tracé’s onderzocht op hun milieueffecten. Het tracé 'Voorkensheide' werd uiteindelijk verkozen door de intergemeentelijke begeleidingscommissie. Dit tracé wordt nu verder uitgewerkt in een concreet uitvoeringsplan. Er is dus voldoende duidelijkheid over het tracé en over wie de aanleg van deze weg gaat betalen.
Daarnaast, het RUP Hooybergh is een uitvoering van de bindende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In dit structuurplan is geen enkele binding gemaakt tussen de realisatie van het bedrijventerrein Hooybergh en de aanleg van een ontsluitingsweg voor het bedrijventerrein De Schaaf-Delften.

 

         Ruimte Vlaanderen-departement Omgeving (advies 3 november 2016 - kenmerk /)
Het standpunt van Ruimte Vlaanderen over de grootschalige detailhandel en over de koppeling van het RUP Hooyberg aan de ontsluiting van De Schaaf-Delften is reeds weergegeven in bovenstaande uiteenzetting.
Men vraagt om de intekening van de open ruimte corridor te bekijken met de plannen voor de ontsluiting van De Schaaf-Delften ter hoogte van de aansluiting met de N12. Er wordt vermeld dat op het grafisch plan een reservatiestrook met een breedte van 35 m voorzien is in functie van de verbinding van de N14 met de N12. De breedte van deze reservatiestrook is gunstig geadviseerd door het Agentschap Wegen en Verkeer. Deze reservatiestrook is zeer ruim ingetekend en zal slechts voor een beperkt gedeelte gereserveerd worden voor openbare wegenis. De visuele openheid tussen de open ruimte ten noorden en zuiden van de N12 blijft behouden.
Men staat positief tegenover het clusteren van parkeren en het schakelen van bedrijven. De kantoren in de zone voor kantoren (art.3) mogen ook gebruikt worden voor andere bedrijven op het bedrijventerrein De Schaaf-Delften.

 

Van deze instanties gaf enkel de GECORO van Malle een ongunstig advies. De motivatie hiertoe wordt weergegeven in het verslag, en heeft in hoofdzaak betrekking op:

         De teloorgang van het landschappelijk karakter en de open ruimte met een onvoldoende groene corridor volgens het nieuwe plan.

         Er wordt in vraag gesteld of de behoeftestudie wel behoorlijk opgemaakt is. De GECORO meent dat deze onvoldoende aantoont dat er nood is aan bijkomende bedrijfsruimte. De vraagstelling is niet gericht en het onderzoek is gedateerd.

 

De belangrijkste bemerkingen die worden gemaakt zijn de volgende:

         In de zone voor regionale bedrijven kan grootschalige detailhandel niet worden georganiseerd. Dit is in strijd met de gemeentelijk en provinciale strucuurplanning.

         De industriële ontwikkeling overstijgt de draagkracht van de bestaande verkeersinfrastructuren. Er moet minstens een bouwvergunning afgeleverd zijn voor de aangrenzende fase van de omleidingsweg N14, alvorens het RUP kan worden goedgekeurd.

 

Provincie Antwerpen en Agentschap Ruimte Vlaanderen zullen het door de gemeenteraad definitief goedgekeurde plan schorsen als er in het plan alsnog grootschalige detailhandel wordt voorzien.

Het ontbreken van de bouwvergunning voor de omleidingsweg, geeft volgens het verslag geen aanleiding tot schorsing.

 

De gemeenteraad is van oordeel dat er wordt aangetoond dat de behoeftestudie van de POM voldoende actueel is.

Tevens is de groene corridor voldoende groot om een groene verbindende functie te voorzien tussen de aangrenzende open ruimten. Er is een bufferstrook van 15 meter breed langs het volledige industrieterrein. Langs de N12 is er behalve deze bufferstrook een open ruimte van 60 meter breed, die versmalt naar het zuiden en aldaar samenkomt met de groenbuffer van het industriegebied.

 

De gemeenteraad is tevens van oordeel dat het niet opportuun is om grootschalige detailhandel te voorzien in het RUP 'Hooybergh', gezien deze een strijdigheid inhouden met de structuurplanning. Dit aspect dient te worden geschrapt uit het plan.

Het ontbreken van een bouwvergunning voor de omleidingsweg geeft geen aanleiding om het RUP te blokkeren. Het RUP 'Hooybergh' wordt opgemaakt in uitvoering van de bindende bepalingen uit het GRS van Malle, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in 2006, en is noodzakelijk om aan de behoefte aan bijkomende bedrijfsruimte te kunnen te kunnen beantwoorden.

 

De deputatie delegeerde de bevoegdheid naar de gemeente om de bestemming “regionale bedrijvigheid” in het RUP 'Hooybergh' te organiseren.

 

De dienst MER verleent een vrijstelling voor de opmaak van een plan MER. Het screeningsdossier toont duidelijk aan dat de milieueffecten die het plan genereert niet van die aard zijn dat ze als aanzienlijk aanschouwd dienen te worden.  Het plan geeft geen aanleiding tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen.

 

In toepassing van artikel 2.2.14 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt het voorontwerp van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad. Bovenstaande overwegingen indachtig, is het aangewezen het dossier voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad, met het oog op voorlopige vaststelling en de organisatie van het openbaar onderzoek.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Actie

1419/008/001/001/001

Beleidscode

0600

Algemene rekening

21400007

Beschikbaar krediet

25.000 EUR

Raming

25.000 EUR

Beraadslaging

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Schepen Paul Van Ham geeft volgende toelichting:

 

"Voorzitter, Collega’s,

 

Jullie weten, ik ben hier absoluut tegen.

 

Sanne, op de gemeenteraad van augustus vroeg je me waarom ik geen ontslag als schepen gaf. Wel, dit is één van de dossiers die me daarvan weerhield.

 

Ik ga hier niet opnieuw de hele geschiedenis herhalen. Ik ga het niet hebben over dubieuze

prijsafspraken, gemanipuleerde schattingsverslagen, vreemde verkoopbeloftes en de daarop

volgende, nog veel vreemdere aankoopaktes. Neen, daar ga ik het niet over hebben. De meesten onder jullie kennen ze.

 

Toch enkele bedenkingen:

 

1. 27 jaar

 

Inderdaad, reeds 27 jaar wordt er in dit halfrond over dit dossier gediscussieerd. Vijf legislaturen. U hoort het goed, 5 legislaturen wordt er geprobeerd om van deze 10 ha landbouwgrond, KMO grond te maken. Opmerkelijk genoeg, de 4 laatste legislaturen onder impuls van DBM, en dit steeds met wisselende partners.

Ik vraag me af: Is dit bewust? Is dit een bewijs van visie? Of is dit een bewijs van net geen

visie? U mag zelf oordelen.

 

2. Speculatie

 

Inderdaad, sinds 9 augustus 1991 dringen de aankopers van deze landbouwgrond erop aan om de

bestemming te wijzigen. Ik citeer: ‘om dit mogelijk te maken, vragen zij het CBS dat de gemeenteraad zou beslissen een BPA op te maken voor dit terrein, en dat de gemeenteraad IGEAN als ontwerper zou aanstellen’. Iedereen in het bezit van landbouwgrond, Malle is the place to be.

 

3. Nood

 

Steeds wordt er geponeerd dat onze gemeente dringend nood heeft aan uitbreiding van

onze industriezone. En inderdaad ons Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan heeft dat ook bepaald. We zijn een economisch knooppunt. Echter, er ligt nog voldoende KMO grond klaar om te ontwikkelen.

 

Als klein voorbeeldje een brief van onze burgemeester aan de heer Bremans van ECOVER, 10 maart 2003, net de periode waarin er heel vreemde prijsvoorstellen circuleren: ‘Mocht

blijken dat de realisatie van de Hooybergh toch niet mogelijk is binnen de gestelde termijn,

wordt door ons samen met u overwogen om de gronden Mintjens, die terstond inzetbaar

zijn, om te ruilen.’ Men heeft mij over EHKAM al 5 jaar iets anders proberen wijs te maken.

 

4. Oude wijn in nieuwe zakken

 

Het voorliggend RUP is één op één een doorslagje van het RUP dat in 2013 door de provincie,

gemotiveerd werd vernietigd. Inderdaad, vernietigd. Een beslissing zo genaamd ingegeven door politieke manipulaties. Wel, het flatteert me enorm als ik dat hoor. Vijf maanden in de politiek en ik kan zaken van deze omvang manipuleren. Echter, we doen de waarheid geweld aan.

Ik citeer, een mailtje van Wouter Patho op 7 mei 2013, een paar weken na de definitieve

vaststelling door de gemeenteraad, en een paar weken voor de vernietiging door de provincie: 'Paul, Ik ben opgelucht dat wij daarjuist gebeld hebben. Toch stelt één bepaalde zin van jou

me wat teleur. Je insinueert dat ik het met Harry op een akkoordje heb gegooid. Wat er die avond is gebeurd, is fout. Ik geef dat toe, en voel me er verantwoordelijk voor. Ik hoop dat de provincie alles nog kan blokkeren. Ik belde al met Luk Lemmens.'

 

Wouter, ik geloof meer en meer in dat zogenaamd akkoordje. Je hebt me niet overtuigd.

 

5. Art. 27 gemeentedecreet

 

'§ 1. Het is voor een gemeenteraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de

stemming:

1° … over aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk,

hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en

met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. ….

Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke

samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, hebben afgelegd,

met echtgenoten gelijkgesteld;'.

 

Ik zou met aandrang willen vragen, als er zich personen in dit halfrond in deze situatie

bevinden, verlaat deze discussie en zie af van de stemming.

 

Ik kan zo nog een eindje doorgaan, en wederom over de inhoud beginnen, of over de goede

ruimtelijke ordening, maar ik vermoed dat de beslissingen zijn gemaakt.

 

Ik pleit er echter voor om deze rotte wonde te opereren, al het rottend vlees weg te snijden, en op

een constructieve manier een oplossing te zoeken.

 

Toch nog een klein uitsmijterke. Zoals u weet loopt er op dit moment een poging tot RUP Speelhoven-Akker. Een aantal jaren geleden werd daar beslist een stukje KMO om te vormen tot landbouw, met catastrofale gevolgen voor de eigenaar. Op mijn aandringen bestaat er nu toch de intentie om dit probleem op te lossen. Echter, begrijpen wie begrijpen kan, maar deze ondernemer werd onlangs voorgesteld om voor 6.443m² een meerwaarde belasting te betalen van 43.739,42 euro om deze catastrofale gevolgen recht te trekken. Als ik dezelfde oefening maak voor de gemeente en de private eigenaars van de Hooybergh, kom ik ruwweg op 1.300.000 euro meerwaarde belasting. Ik vind hier niets van terug in het voorliggend RUP.

Behandelen we onszelf en sommige private eigenaars op een andere manier? Ik vraag het me af."

 

Schepen Wouter Patho stelt dat mocht schepen Van Ham eerlijk geweest zijn met betrekking tot het RUP Speelhoven-Akker, dan zouden ze nu niet in de problemen hebben gezeten. De zaken die tegen de eigenaar zijn gezegd, waren op niets gebaseerd. Een eenvoudige vraag aan de dienst ruimtelijke ordening had duidelijk gemaakt dat de zaken die gezegd zijn, totaal niet konden. Door verkeerde informatie hebben de eigenaars vooral tijd verloren. Schepen Wouter Patho benadrukt dat het college van burgemeester en schepenen de eigenaars op een correcte manier moet informeren over de wetgeving die voorziet in de belasting.

 

Schepen Paul Van Ham geeft aan dat hij nooit beweerd heeft dat het allemaal in orde zou komen. Hij vraagt wat de gemeente gedaan heeft toen er van KMO naar landbouw werd omgevormd.

 

Schepen Wouter Patho merkt op dat dit iets is van 10 jaar geleden. Het had destijds correct geweest mochten de diensten van de gemeente de mensen destijds correct geïnformeerd hebben. Op dit moment proberen we het concrete probleem op te lossen. Maar het is zo dat elke burger, wanneer er een herbestemming gebeurt, een belasting dient te betalen.

 

Schepen Paul Van Ham vraagt wat er hier dan betaald gaat worden als gemeente en eigenaars. Dan zal er in deze 1.300.000 euro meerwaarde belasting betaald moeten worden. Hierover wordt niet gesproken in het voorliggend RUP.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat er zomaar zaken worden gezegd tegen de eigenaar waardoor er vertraging wordt opgelopen.

 

Schepen Paul Van Ham zegt dat het daar niet over gaat.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat het daar wel over gaat, want er worden allerlei zaken bijgesleurd.

 

Schepen Paul Van Ham zegt dat hij gerust terug over de inhoud wil beginnen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat schepen Paul Van Ham meermaals heeft gezegd dat hij zich in het dossier van de Hooybergh collegiaal zou gedragen, maar dat hij het dossier niet meer zelf wilde behandelen. Het is twee keer beloofd, maar er werden twee keer stappen gezet om het te fnuiken. Uiteindelijk heeft schepen Wouter Patho zich dan sterk gemaakt dat schepen Paul Van Ham zich zou neerleggen bij de beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Maar ook dat heeft schepen Paul Van Ham niet gerespecteerd, aldus burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx.

 

Schepen Paul Van Ham leest het volgende voor: "dat bij niet naleving volgt minimaal de afneming van de bevoegdheden van schepen Van Ham en maakt N-VA zich sterk dat schepen Van Ham het partijlidmaatschap wordt ontnomen". Schepen Paul Van Ham stelt zelf stappen te hebben genomen en dat hij zelf beslist heeft om als onafhankelijke te zetelen.

 

Schepen Wouter Patho merkt op dat schepen Paul Van Ham het document zelf getekend heeft en er dus mee akkoord gaat.

 

Schepen Paul Van Ham merkt op dat schepen Wouter Patho het document ook zelf getekend heeft en dat hij ermee akkoord is gegaan omdat hij anders uit de N-VA werd gezet.

 

Schepen Wouter Patho merkt op dat ondertussen wel gebleken is dat schepen Paul Van Ham niet zo trouw is aan N-VA.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt wat de gemeenteraad nu moet denken van dit dossier.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat het al heel lang bezig is en dat het door een obstructie is die georganiseerd is door schepen Van Ham dat de provincie is tussengekomen bij wat destijds werd goedgekeurd.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt dat de vraag is of de provincie daarvoor een goede reden had of niet. Misschien had de obstructie wel een goede reden.

 

Raadslid Sanne Van Looy stelt dat los van alle insinuaties er nu een voorontwerp ligt. De koe moet bij de horens gevat worden. Binnenkort start er een openbaar onderzoek dat 60 dagen duurt. Grijp dit aan om alle ideeën en bezwaren te bekijken en te bespreken.

 

Raadslid Pieter van Boxel licht toe dat hij een aantal inhoudelijke opmerkingen wil maken. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Er staan verwijzingen in naar het GRS.

         Er staan verwijzingen in naar het mobiliteitsplan van 2000.

         Er staan nog trajecten van de ringweg in die nu compleet achterhaald zijn. Bovendien is er groene ruimte voorzien, waar nu de ringweg komt.

         Er staan tabellen van bedrijven in die al niet meer bestaan.

         Het is een document van het verleden, het heeft niets met de toekomst te maken.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat voor zijn fractie voldoende groene ruimte altijd als randvoorwaarde naar voor werd geschoven. Deze groene corridor verdwijnt voor een stuk door de omleidingsweg. De buffer valt dan ook weg. De situatie is vandaag de dag veranderd, waardoor zal tegengestemd worden, aldus raadslid Alex Van Loon.

 

Raadslid Wim Jordens geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Het RUP werd in het verleden altijd gesteund, want er was nood aan industrie. De vraag stelt zich of deze nood er vandaag de dag nog is, gelet op de ontwikkeling EHKAM.

         Het is onduidelijk hoe de ringweg en de groene corridor zich tot elkaar kunnen verhouden. Er zijn heel wat twijfels hoe ze in elkaar kunnen ingepast worden.

         Het dossier sleept al lang aan.

         Het is een beschamend schouwspel.

         Beslist beleid is één zaak, maar er is ook iets als voortschrijdend inzicht.

         Momenteel lijkt er voor dit dossier weinig draagkracht.

         De cijfergegevens zijn niet meer actueel.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat ondertussen heel wat bedrijven zijn vertrokken en als dit niet doorgaat dat Ecover ook zal vertrekken. De ringweg was vroeger ook voorzien, aldus burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat op het moment dat de eerste plannen van het RUP werden gemaakt er nog geen sprake was van de omleidingsweg. Er zou zuidelijk ontsloten worden via De Delften.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx merkt op dat de reserveringsstrook er altijd geweest is.

 

Raadslid Alain De Laet geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Het is niet de eerste keer dat er een schouwspel is omtrent dit dossier.

         Het is de zieligste periode die ooit werd meegemaakt in de gemeenteraad.

         De situatie is wel degelijk veranderd. In het verleden was de fractie altijd voorstander van de ontwikkeling van de Hooybergh. Met EKHAM is er evenwel een nieuw verhaal gekomen nu.

         Er wordt steeds geschermd met Gecoro. Zij kennen het dossier, ze zijn inhoudelijk op de hoogte. Ze geven nu een advies, maar er wordt geen rekening mee gehouden.

         Op inhoudelijk vlak is het vandaag de dag niet duidelijk hoe het met het dossier verder moet. De fractie zal dan ook tegenstemmen.

         Er wordt wat gezegd over wie mee mag volgen en wie mee mag stemmen. Kan er gestemd worden met alle mensen die hier aanwezig zijn?

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat hij in een vorige gemeenteraad al eens heeft aangehaald dat wat hem betreft schepen Mintjens eigenlijk niet aanwezig kan zijn wegens verwantschap.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat dit een dossier is waar Igean zich uitspreekt over haar eigen gronden over het wit gedeelte. Over de gronden van de gebroeders Vermeiren wordt niets gezegd.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt dat er toch wordt beschreven wat er mag komen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat er enkel wordt beschreven wat er inderdaad mag komen en wat niet.

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat de situatie zich dan mogelijk al vroeger voor deed. Er lijkt in ieder geval een link met de gemeente en de gebroeders Vermeiren, aldus raadslid Wim Jordens.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat er een link is in die zin dat ze eigenaar gebleven zijn van het stuk grond vooraan.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat het toch deel uitmaakt van het RUP. De wijziging van landbouw naar industrie maakt ook deel uit van het RUP. Er komt dus een meerwaarde op de gronden. Mocht de beslissing genomen worden en er wordt een klacht ingediend, dan zal de indiener van de klacht waarschijnlijk gelijk krijgen.

 

Raadslid Alex Van Loon leest artikel 27, §1 van het gemeentedecreet.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt voor om in geheime zitting verder te gaan omdat het erg persoonlijk wordt.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat de vraag eenvoudig is: of Jules Mintjens mag aanwezig zijn of niet. Een verwijzing naar de besloten zitting is niet aan de orde.

 

Raadslid Alain De Laet vraagt op wat het gesteund is om het hele punt naar de besloten zitting te brengen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx schorst de zitting om 21.35 uur.

 

Burgemeester voorzitter Harry Hendrickx heropent de zitting om 21.46 uur en besluit het dossier uit te stellen naar een latere zitting om ondertussen te kunnen beraden over de positie van schepen Mintjens en de al dan niet toepasbaarheid van artikel 27, wat voor interpretatie vatbaar is.

 

De gemeenteraad besluit

 

Artikel 1 - Kennis te nemen van de toelichting van burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx om onderhavig punt uit te stellen naar een latere zitting.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Ruimtelijke planning - definitieve vaststelling van het gemeentelijk RUP 'zonevreemde recreatie' - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 24 mei 2006 werd in het Vlaams Parlement een voorstel van resolutie aangenomen betreffende het voortbestaan van kampplaatsen. Met deze resolutie wilden de indieners aansluiten bij wat in het Vlaamse regeerakkoord van 2004 werd afgesproken in het hoofdstuk 'Ruimte voor jongeren'. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nam deze doelstelling op.

 

In het verleden waren jeugdverblijfcentra beperkt tot woonzones (rode zones) of verblijfs- recreatiezones (oranje zones) volgens de bestemming van het Gewestplan van 1977. De Vlaamse overheid heeft haar standpunt over de zonering van jeugdverblijfcentra in 2013 herzien, ze zijn voortaan ook vergunbaar in zones voor openbaar nut (blauw).

 

In Malle vallen 2 jeugdverblijfsites, met daarop 3 jeugdverblijfcentra, onder de noodzaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) omdat ze zonevreemd zijn of een wijziging van het planologisch kader nodig hebben om hun activiteiten te kunnen laten voortbestaan en ook uitbreiden. Deze sites zijn:

         Sint-Jansburg, Heikantstraat 22 in Westmalle

         De Burcht, erkend als jeugdverblijfcentrum type C

         De Schildknaap, erkend als jeugdverblijfcentrum type B

         Vierwinden, Turnhoutsebaan 117-119 in Oostmalle

         Erkend als jeugdverblijfcentrum type B

         VZW Ter Loke is sinds 2014 naakte eigenaar

 

Beide faciliteiten zijn aangesloten bij het Centrum voor Jeugdtoerisme vzw (CJT).

 

Op 11 mei 2015 gaf het college van burgemeester en schepenen principiële goedkeuring om over te gaan tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) met het oog op het verhelpen van de zonevreemdheid van en het bieden van een ruimtelijk ontwikkelingskader voor de jeugdsites Sint-Jansburg.

 

Behalve deze jeugdverblijfcentra, zijn er ook nog de voetbalterreinen van KVK Westmalle langs de Schepersdijk. De club telt in 2015-2016 zo'n 310 leden, met 18 ploegen, het is een sportvereniging in volle groei en uitbreiding. De huidige voorzieningen zijn dus niet enkel verouderd, de capaciteit is momenteel onvoldoende.

 

Reeds op 16 november 1999 werd er door het college van burgemeester en schepenen een gemeentelijke inventaris opgemaakt met zonevreemde jeugd-, sport- en recreatieterreinen. Hierin werden KVK Westmalle en Sint-Jansburg opgenomen. Het doel van de inventaris was de opmaak van een sectoraal BPA, om het zonevreemde statuut van deze terreinen te verhelpen.

 

In dat opzicht werd op 14 december 1999 door het college van burgemeester en schepenen aan IGEAN dienstverlening de opdracht toegewezen om het 'BPA Schepersdijk' op te maken. Deze opdracht ging van start, maar liep in 2001 vast. Er werd geen antwoord geboden op de zonevreemdheid van de sites.

 

Op 4 april 2016 besliste het college van burgemeester en schepenen om de reikwijdte van de opdracht van 11 mei 2015 uit te breiden, door ook het deelgebied KVK Westmalle op te nemen in dit RUP. Dit met het oog op de planwijziging van agrarisch gebied naar recreatiegebied van een bestaand voetbalterrein en een bestaande parking.

 

Op 19 december 2016 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met het voorontwerp RUP en gaf opdracht aan IGEAN dienstverlening om de goedkeuringsprocedure aan te vatten, met als eerste stappen de aanschrijving van de dienst MER en de organisatie van de plenaire vergadering.

 

Op 20 december 2016 werd de dienst MER aangeschreven en verzocht een lijst van relevante adviesinstanties te bezorgen.

 

Op 17 januari 2017 werden de, door de dienst MER aangeduide, adviesinstanties aangeschreven. De adviesverlening liep tot 16 februari 2017.

 

Op 24 januari 2017 werd het voorontwerp RUP, ter advies aan de plenaire vergadering, voorgelegd aan de GECORO, waarin de GECORO:

         een gunstig advies geeft voor een planwijziging van de deelgebieden KVK te Westmalle, en Vierwinden te Oostmalle,

         een ongunstig advies geeft voor de planwijziging van Sint-Jansburg en daarbij een uitdoofscenario adviseert.

 

Op 6 februari 2017 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van dit gedeeltelijk gunstig advies.

 

Op 22 februari 2017 werd de plenaire vergadering georganiseerd, met het oog op het bekomen van een advies van volgende instanties:

 

         GECORO gemeente Malle, zoals reeds geformuleerd tijdens de zitting van 24 januari 2017

- Geeft een gedeeltelijk gunstig advies:

         Vierwinden: gunstig

         KVK Westmalle: gunstig

- Geeft een gedeeltelijk ongunstig advies:

         Sint-Jansburg: ongunstig wegens wenselijk uitdoofbeleid ter bescherming van de landschappelijke waarde van de omgeving met voorstel tot herlokalisatie naar de dorpskern.

 

         Agentschap Onroerend Erfgoed

- Geeft een gunstig advies, mits opmerkingen:

         Vierwinden: gunstig

         Sint-Jansburg: gunstig, doch hier wenst men in de voorschriften "overige zone" te nuanceren dat er bij plaatsing van speeltoestellen geen negatieve effecten op het omliggende landschap mogen ontstaan

         KVK Westmalle: gunstig

- Overigens moeten verwijzingen naar het verouderd archeologiedecreet van 1993 worden aangepast naar het vernieuwde onroerenderfgoeddecreet van 1 juni 2016 en moet de synthesetabel over de bestaande juridische toestand volgende elementen bevatten:

         Vastgestelde archeologische zones

         Beschermde archeologische zones

         Gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.

 

         Agentschap Sport Vlaanderen
- Geeft een gunstig advies, mits aanmerkingen:

         Er kan worden bekeken of er een Finse piste, fitometer,... kan worden opgenomen in het plangebied

         Men stelt zich vragen waarom modelvliegclub Tornado niet werd opgenomen.

 

         Agentschap Toerisme Vlaanderen

- Geeft een gunstig advies, zonder opmerkingen.

 

         Agentschap Natuur en Bos

- Geeft een gunstig advies, met volgende aanmerkingen:

         Vierwinden:

         Het speelbos heeft een beperkte natuurwaarde. Het is raadzaam om de bestemmingscategorie van natuur naar recreatie te wijzigen. Ook in de ruimtebalans moet dit worden aangepast

         Er dient een toegankelijkheidsregeling uitgewerkt te worden voor het speelbos

         Sint-Jansburg:

         Er dient een toegankelijkheidsregeling uitgewerkt te worden voor het speelbos

         De bestemming van het speelbos is wel degelijk recreatie. De regeling rond ontbossing blijft onverminderd van toepassing

         KVK Westmalle:

         Het verleggen van de waterloop dient op een natuurtechnische wijze te gebeuren.

 

         Provincie Antwerpen

- Maakt tijdens de plenaire vergadering volgende opmerkingen:

         Vierwinden:

         De provincie stelt zich vragen bij het niet opnemen van de strook tussen de huidige afbakening van het RUP en de Turnhoutsebaan, vermits de daar gelegen gebouwen van het jeugdverblijfcentrum samen met het RUP één ruimtelijk geheel vormen

         Dit is weloverwogen. De huidige activiteiten zijn echter niet zonevreemd, waardoor een bestemmingswijziging niet noodzakelijk is. Bovendien biedt de huidige bestemming (woongebied) het breedste spectrum aan toekomstmogelijkheden. Hoewel het wenselijk is de jeugdverblijfsaccommodatie op deze locatie nog lange tijd in stand te houden, kan op termijn wel overwogen worden een deel van de strook voor andere doeleinden (bv. wonen) te gebruiken.

         Sint-Jansburg:

         De visie van het GRS over dit deelgebied (behouden bosstructuur) moet beter vertaald worden in de voorschriften van het RUP

         Onderzoek naar maatregelen die de impact van het project beperken, zodat de draagkracht van het gebied zeker niet wordt overschreden, lijken noodzakelijk

         De gemeente argumenteert dat hier reeds veel aandacht aan besteed is. Zo worden alle gebouwen, op de conciërgewoning na, geconcentreerd in één beperkte bouwzone. De inplanting van de gebouwen moet ook zo gekozen worden dat zo min mogelijk bomen gekapt dienen te worden. IGEAN vult aan dat de keuze voor de conciërgewoning langs de straat op voldoende afstand van de verblijfsaccommodatie ook te maken heeft met de gewenste privacy van de bezoekers en de conciërge. Ook naar inbraak en vandalisme is situeren van de woning langs de openbare weg het meest wenselijk.

         KVK Westmalle:

         De provincie vraagt om een punt 'Integraal Waterbeheer' op te nemen in de algemene voorschriften van dit deelgebied

         Er moet worden nagegaan welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden

         De provincie wijst erop dat zij bevoegd is voor de waterloop die door het plangebied loopt. Het terug openleggen van de waterloop wordt als positief ervaren. Bij het verleggen dient wel voldoende aandacht besteed te worden aan de impact op de lokale waterhuishouding. Hiervoor kan contact opgenomen worden met de dienst waterbeleid van de provincie.

- IGEAN stelt dat het zal nagaan of er buurtwegen aanwezig zijn. De gemeente stelt voor om de wegenis te schrappen uit het plangebied van het RUP, vermits hier toch geen ingrepen moeten plaatsvinden.

 

         Agentschap Ruimte Vlaanderen

- Maakt tijdens de plenaire vergadering volgende opmerkingen:

         Vierwinden:

         Het domein wordt niet vermeld in het GRS, doch dit hoeft geen probleem te zijn

         Er wordt in vraag gesteld of de parking meestal leeg zal staan en dat deze daarom best gecombineerd wordt met een andere functie (bv. boomgaard). Dit kan in de voorschriften opgenomen worden

         Het is aanbevolen de voorschriften van de oude verkaveling te vervangen door de algemeen geldende normen voor woongebied volgens het gewestplan.

- De gemeente kan zich vinden in deze opmerkingen.

         Sint-Jansburg:

         De intekening van deze zone als HAG is waarschijnlijk te wijten aan een nauwkeurigheidsfout bij het intekenen. Het gebruik is al vele jaren hetzelfde en mag niet gehypothekeerd worden door de bestemming

         Er wordt gesuggereerd om de aangrenzende weekendverblijven mee op te nemen in het RUP, om zo meer drukkingsmiddelen te hebben om een uitdoving te kunnen bereiken

         Er wordt vermeld dat Ellen Van de Water de voorbije jaren gewerkt heeft rond zonevreemde recreatie.

- De gemeente argumenteert dat er lokaal een actief opvolgings- en uitdoofbeleid  wordt gevoerd waardoor het merendeel van de verblijven van de voorbije jaren reeds verdwenen is. Een opname is dus niet vereist.

Overigens meldt de gemeente dat het mede door de impuls van Ellen Van de Water is dat de gemeente dit RUP heeft opgestart.

         KVK Westmalle:

         Het te herbestemmen gebied is waterziek en er wordt in vraag gesteld of het ooit wel als volwaardig speelveld zou gebruikt kunnen worden

         Er kan geen sprake zijn van een ophoging van het meest westelijke veld en dit moet opgenomen worden in de voorschriften van het plangebied

         Er stelt zich geen probleem wanneer het achterliggende veld wordt herbestemd, omdat het gaat over een bestendiging van de huidige situatie en het terrein zou in principe zonder al te veel ingrepen opnieuw omgevormd kunnen worden naar landbouwactieve zone

         Men stelt in vraag of het haalbaar is om de waterloop te verplaatsen.

- IGEAN en Malle zijn van mening dat het bovengronds brengen van de waterloop een oplossing kan bieden voor de waterproblemen in het betreffende veld. Dit wordt verder onderzocht in samenspraak met de provincie

         De waterloop is verder zeer smal en staat in de zomer droog, een verlegging lijkt in dat opzicht haalbaar.

 

         Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)

- Meldt dat zij geen advies zullen geven.

 

         Departement Landbouw en Visserij

- Geeft een gedeeltelijk gunstig advies:

         Vierwinden: gunstig

         Sint-Jansburg: gunstig omdat het historisch een bebost perceel betreft dat overigens sedert 1939 wordt gebruikt voor gelijkaardige activiteiten

- Geeft een gedeeltelijk ongunstig advies:

         KVK Westmalle: ongunstig wegens diep doordringen in het herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Men stelt in vraag of het wel een hoofdzakelijk vergund complex betreft. Men vraagt om een betere verantwoording voor de inname van dit HAG en aanduiding van een compensatiegebied dat aansluit bij grotere agrarische structuren.

 

         Departement Mobiliteit en Openbare Werken

- Geeft geen advies, bijgevolg kan aan deze adviesvereiste voorbijgegaan worden.

 

Op 16 mei 2017 ontving de gemeente het verslag van de plenaire vergadering van 22 februari 2017 en het voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De dienst LNE werd ook op 16 mei 2017 verzocht om een ontheffing van de verplichting tot opmaak van een plan-MER. Het onderzoek naar Plan-MER-plicht en de behandeling van de adviezen werden opgenomen in hoofdstuk 10 en 11 van de toelichtingsnota.

 

Op 18 mei 2017 besliste de dienst MER over de plan-MER-plicht van het RUP 'Zonevreemde recreatie' te Malle.

Men concludeert dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.

De beslissing en de screeningsnota werden tevens gepubliceerd op de website van het departement Landbouw, Natuur en Energie in de ‘dossierdatabank’ onder het nr. SCRPL16298.

 

In kader van de watertoets werden voor het volledige Vlaamse gewest kaarten opgemaakt die de overstromingsgevoeligheid, grondwaterstromingsgevoeligheid en infiltratiegevoeligheid van de bodem tot op perceelniveau weergeven. Deze werden, in kader van dit RUP, geraadpleegd en worden in hoofdstuk 6 van de toelichtingsnota weergegeven en besproken. Geen van de 3 deelgebieden is gelegen in overstromingsgevoelig, of mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De 3 deelgebieden zijn allen matig gevoelig aan grondwaterstromingen en bevinden zich in infiltratiegevoelig gebied. Expliciete maatregelen ter bescherming van het lokale grondwatersysteem zijn niet noodzakelijk. De bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 m.b.t. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater zijn onverminderd van kracht.

 

Op 26 juni 2017 stelde de gemeenteraad het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie' versie 'mei 2017', zoals opgemaakt door IGEAN diensverlening, voorlopig vast, met inbegrip van:

         de toelichtingsnota met MER-screening, met weergave van de bestaande en feitelijke toestand, de relatie met het RSV, het provinciaal ruimtelijk structuurplan en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een lijst van voorschriften die strijdig zijn met het voormelde RUP en die worden opgeheven, het register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie;

         de stedenbouwkundige voorschriften voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle;

         de bestaande en juridische toestand voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle;

         de grafische plannen voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle.

 

Tijdens de gemeenteraad van 26 juni 2017 werd verder toelichting gegeven over de behandeling van het advies van de GECORO van 24 januari 2017, waarbij volgend standpunt werd ingenomen met betrekking tot het ongunstige advies over het deelgebied Sint-Jansburg:

De volledige site van Sint-Jansburg ligt in bos, wat maakt dat een uitdoofbeleid ten voordele van landbouw niet zinvol is. Sint-Jansburg is historisch gesitueerd op deze locatie, nog van voor het gewestplan in werking trad. Het gewestplan heeft geen rekening gehouden met de destijds aanwezige én vergunde activiteiten. Er is ruimte voor sport en spel, zonder hinder te veroorzaken naar de omgeving. Wanneer deze activiteiten zich zouden ontplooien in de kern, zal er snel sprake zijn van hinder. Dit zowel op vlak van mobiliteit (bv. autocars) als lawaai. Tevens is het volgens het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan een site die werd gemarkeerd als zonevreemd toeristisch attractiepunt inzake recreatie/toerisme. Het betreft 2 erkende jeugdverblijven, zijnde de Burcht en de Schildknaap. Behoud en bestendiging middels een RUP is aangewezen. Op deze manier kan men de gebouwen op termijn aanpassen aan de hedendaagse normen en behoeften en wordt de toekomst van dit complex gewaarborgd.

 

Het voorlopig vastgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie' werd onmiddellijk opgestuurd naar de deputatie van de Provincie Antwerpen, het Departement Omgeving en naar de Vlaamse Regering.

 

Het voorlopig vastgestelde voorontwerp werd van 1 augustus 2017 tot en met 29 september 2017 onderworpen aan een openbaar onderzoek. Dit openbaar onderzoek werd bekendgemaakt door aanplakking in de gemeente, in drie dagbladen, een publicatie in het Belgisch Staatsblad op 19 juli 2017 en via de gemeentelijke website www.malle.be.

 

Op 28 november 2017 bundelde en behandelde de GECORO de ingediende adviezen en bezwaren en gaf hierover haar advies.

 

Op 12 februari 2018 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met het voorliggende ontwerp van het gemeentelijk RUP 'Zonevreemde recreatie'.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 42 en 43, bepaalt de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Koninklijk besluit van 30 september 1977, dat het gewestplan van Turnhout vaststelt en verschillende bodembestemmingen vastlegt op het grondgebied van Malle.

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009, artikelen 2.2.13., §1, dat de modaliteiten rond adviesverlening en de plenaire vergadering regelt.

 

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), definitief vastgesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997, dat een visie omschrijft van de gewenste ruimtelijke structuur in Vlaanderen. Herziening van het RSV, definitief vastgesteld op 17 december 2010 en bekrachtigd, wat de bindende bepalingen betreft, bij decreet van 25 februari 2011.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 oktober 2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke plannen van aanleg.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010, dat het actieplan goedkeurt voor de zonevreemde jeugdverblijven.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 2013, dat akkoord gaat met het plan van aanpak voor de zonevreemde jeugdverblijven.

 

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS), definitief vastgesteld door de gemeenteraad van 19 december 2005 en goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 2 maart 2006.

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009, met inzonderheid artikel 2.2.14 betreffende de modaliteiten aangaande de definitieve vaststelling van het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Motivering

 

Tijdens het openbaar onderzoek werden 2 adviezen gegeven en 4 opmerkingen en bezwaren gemaakt. De GECORO bundelt, coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren. Ter verdere behandeling hiervan door de GECORO werd een voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaren gemaakt, op 14 november 2017.

 

Het advies van de GECORO van 28 november 2017 vloeit hieruit voort en luidt als volgt:
 

1)      deelgebied KVK Westmalle
De GECORO heeft geen opmerkingen hierover. Men is akkoord met het voorstel zoals geformuleerd in het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017.
 

2)      deelgebied Sint-Jansburg
De uitbater van het jeugdcomplex vraagt om de zone voor afval naar 40 m² te brengen.  Het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaren van 14 november 2017 beperkt dit naar 25 m². De GECORO vindt het beperken naar 25 m² weinig gefundeerd, het lijkt arbitrair te zijn vastgesteld. De GECORO stelt dat containers in een afgesloten ruimte inpassen niet altijd evident is. Is het niet aangewezen om rekening te houden met de verzuchtingen van de eigenaar? Indien de zone te klein wordt voorzien, plaatst men het afval en de containers misschien buiten de afvalopslag, wat ongedierte aantrekt en een rommelige aanblik creëert. Het lijkt aangewezen om toch naar die 40 m² noodzakelijke oppervlakte te gaan.
De GECORO heeft voor de overige onderdelen geen opmerkingen. Men is akkoord met het voorstel zoals geformuleerd in het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van november 2017.

 

3)      deelgebied Vierwinden
Het bezwaarschrift van de omwonenden is sterk uitgesproken tegen bebouwing van het binnengebied, wegens inkijk, zichten en overlast op vlak van geluid, mobiliteit, en zo verder.
De GECORO is van oordeel dat er in algemeenheid weinig fout is aan het RUP.
De bezwaren zijn voornamelijk gestoeld op het veranderen op de omgeving wat men daar niet wenst. De speeltuin is er al veel langer, van het begin van de 20e eeuw. De verkaveling is recenter. Men heeft hier te allen tijde een zekere dynamiek gekend. De functie is eigen aan de woonomgeving en het "stedelijk milieu".
Om de verschillende belangen en bezorgdheden verantwoord te verzoenen met elkaar, lijkt het aangewezen een buffer van 10 meter langs de achtertuinen van de huidige woningen langs de Stijn Streuvelslaan te voorzien. Deze kan een groen bufferend verbindingselement betekenen voor de site naar het provinciaal vormingscentrum. Deze wordt dus verruimd van 5 meter, zoals voorgesteld in het voorstel tot behandeling van het bezwaar, naar 10 meter. Dit is een verzachtend element dat geen afbreuk doet aan het kunnen realiseren van het project.
De parking zou men mogen aanplanten met streekeigen fruitbomen. De nadruk moet liggen op een zachte functie die ook parkeren toelaat in uitzonderlijke omstandigheden.
 

De GECORO heeft voor de overige onderdelen geen opmerkingen. Men is akkoord met het voorstel zoals geformuleerd in het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017.

 

De GECORO sluit zich deels aan bij het voorstel zoals geformuleerd in het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017, mits enkele aanpassingen:

4)      KVK Westmalle: geen opmerkingen.

5)      Sint-Jansburg: een afvalberging van 40 m² is wel toelaatbaar.

6)      Vierwinden: het is wenselijk een groenbuffer van 10 meter te voorzien langs de westelijke perceelsgrenzen en voorzien van streekeigen fruitbomen in de overloopparking die wordt gekoppeld aan de bestaande parking van het provinciaal vormingscentrum.

 

De gemeenteraad sluit zich aan bij het advies van de GECORO op het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017 voor de deelgebieden 'KVK Westmalle' en 'Sint-Jansburg'. Het sluit zich niet volledig aan bij het advies van de GECORO op het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017 met betrekking tot deelgebied ‘Vierwinden’:

7)      KVK Westmalle: geen opmerkingen.

- De gemeenteraad sluit zich aan bij het advies van de GECORO op het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017 en maakt de inhoud en motivering van de behandeling ervan haar eigen.

2)Sint-Jansburg: een afvalberging van 40 m² is wel toelaatbaar.
- De gemeenteraad sluit zich aan bij het advies van de GECORO op het voorstel tot

behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017 en maakt de inhoud en motivering van de behandeling ervan haar eigen.

3)Vierwinden: De GECORO stelt voor om een groenbuffer van 10 meter te voorzien langs de westelijke perceelsgrenzen en het voorzien van streekeigen fruitbomen in de overloopparking die wordt gekoppeld aan de bestaande parking van het provinciaal vormingscentrum.

- De gemeenteraad stelt dat bebouwing wordt toegelaten op minimum 15 meter van de perceelsgrens, wat een gangbare afstand is. Tussen de zone voor openbaar nut en de percelen langs de Stijn Streuvelslaan wordt een groenbuffer met breedte van 10,00 meter voorzien die eventuele inkijk dient te vermijden. Deze groenbufferstrook van 10,00 meter lijkt deugdzaam inzake hinderaspecten, een groenbuffer kan op een strook van 10,00 meter voldoende kwalitatief gerealiseerd worden. Dit zeker omdat het RUP geen bovenmatig of uitzonderlijk hinderlijke activiteit beoogt op de site van Vierwinden. Het betreft een functie van openbaar nut voor de opvang voor jongeren met als doel hen een zinvolle dagbesteding en begeleiding te geven die verenigbaar is met een woonomgeving.

- Daarbij lijkt het aangewezen om de bouwhoogte te enten op de aanpalende woningen gelegen in de Stijn Streuvelslaan. Deze situeren zich rond de 8 meter nokhoogte. De schaal van deze bestaande woningen wordt idealiter vertaald naar de voorschriften van het RUP, zodat er een juridische verankering bestaat van de maximale bouwcontouren van de gebouwen op de site Vierwinden. Deze moeten in proportie zijn met het bestaande bebouwde weefsel en worden daarom voorzien op maximaal 8 meter bouwhoogte. Het aantal bouwlagen wordt gelimiteerd tot maximaal 2.

- Het voorzien van fruitbomen lijkt te stringent. Het voorzien van een voldoende aandeel groen en een multifunctioneel karakter lijkt te volstaan als voorschrift. Bij de beoordeling van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan hier nog steeds een specifiekere uitwerking aan worden gegeven.

 

De gemeenteraad sluit zich voor de overige onderdelen aan bij het advies van de GECORO op het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017 en maakt de inhoud en motivering van de behandeling ervan haar eigen.

 

Daarnaast merkt de gemeenteraad op dat er extra zorgvuldig moet worden omgesprongen met de stedenbouwkundige inpasbaarheid van de nieuwe gebouwen. Deze worden aansluitend op het bebouwde weefsel voorzien, en dienen de schaal en proportie van de omgeving te respecteren. De maximale bouwhoogte, zoals beschreven in de naastgelegen verkaveling, mag niet worden overschreden.

Naar privacy en inkijk dient het ontwerp zorgvuldig te worden uitgewerkt. Zo kunnen raamopeningen of leeffuncties aan deze zijde bijvoorbeeld beperkt worden. In de beoordeling van een toekomstige vergunningsaanvraag, zal hier extra zorg en aandacht aan worden besteed.

 

Het op 26 juni 2017 door de gemeenteraad voorlopig vastgestelde ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie', versie 'mei 2017', werd op basis van het gevoerde openbaar onderzoek, het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017 en het gecoördineerde advies door de GECORO van 28 november 2017 aangepast en uitgewerkt. Tevens wordt het aangevuld met bovenstaande bemerking.

 

Het RUP ‘Zonevreemde recreatie’ omvat volgende onderdelen:

         de toelichtingsnota met MER-screening, met weergave van de bestaande en feitelijke toestand, de relatie met het RSV, het provinciaal ruimtelijk structuurplan en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een lijst van voorschriften die strijdig zijn met het voormelde RUP en die worden opgeheven, het register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie;

         de stedenbouwkundige voorschriften voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle;

         de plannen met de bestaande en juridische toestand voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle;

         de grafische plannen voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle.

 

Het college van burgemeester en schepenen ging op 12 februari 2018 principieel akkoord met het voorliggende definitieve ontwerp van het gemeentelijk RUP 'Zonevreemde recreatie'.

 

In toepassing van artikel 2.2.14 §6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt het ontwerp van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vastgesteld door de gemeenteraad binnen de 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Actie

1419/008/001/001/001

Beleidscode

0600

Algemene rekening

21400007

Beschikbaar krediet

25.000,00 EUR

Raming

25.000,00 EUR

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt waarbij hij daarnaast in naam van het college van burgemeester en schepenen nog voorstelt om de maximale bouwhoogte naar beneden te brengen voor het deelgebied Vierwinden ten opzichte van het ontwerpbesluit. Op die manier zal het RUP voor het deelgebied Vierwinden een mooie combinatie kunnen vormen tussen goede ruimtelijke ordening, de bekommernissen van de buren en de doelstellingen van Ter Loke. Op die manier wordt getracht het algemeen belang te verzoenen met het persoonlijk belang van de burgers die grenzen aan het gebied.

 

Raadslid Wim Jordens licht toe dat er een schrijven is rondgestuurd door de buren en dat hij het nog zal overhandigen. Hij merkt ook op dat hij geen enkel persoonlijk belang heeft want dat hij aan de andere kant van de straat woont. De bezorgdheid van de buren is niettemin terecht. Door de voorgestelde toevoeging waardoor de norm van de hoogte gezet wordt op de hoogte van de aangrenzende woningen, kan de fractie het dossier mee ondersteunen, aldus raadslid Wim Jordens.

 

Raadslid Alain De Laet sluit zich aan bij raadslid Wim Jordens. Hij betreurt wel dat het pas hier wordt toegevoegd en niet vooraf. De bekommernissen waren al een tijd geweten.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat dit nog een extra toevoeging is. Na het indienen van de bezwaren werden er wijzigingen doorgevoerd die een tegemoetkoming inhielden voor de buren. Er kon mogelijk vanuit gegaan worden dat deze aan de bekommernissen tegemoet kwamen. Er werd niettemin aangevoeld door het college van burgemeester en schepenen dat de buren zich nog niet beschermd genoeg voelden, waardoor deze extra toevoeging toch nog wordt voorgesteld.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat het gebied voor meergezinswoningen is afgebakend. Dan naar 11 meter gaan, zou niet stroken met de afbakening van dat gebied.

 

Schepen Wouter Patho voegt nog toe dat er vandaag de dag een pretpark zou kunnen komen. Door dit RUP wordt er veel minder mogelijk op de site Vierwinden.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt om de hoogte van de Vierwinden zeker op papier te zetten.

 

Schepen Wouter Patho licht toe dat de hoogte inderdaad zal worden opgenomen in het besluit. Het verder uitstellen is niet aangewezen, gelet op de timing van het dossier en de te voeren procedure.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt of er apart kan gestemd worden over de verschillende delen van het RUP.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het één RUP is.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt naar waar de beek verlegd zal worden in het deelgebied KVK Westmalle, want het staat niet bepaald.

 

Schepen Wouter Patho merkt op dat het er wel in staat.

 

Schepen Paul Van Ham stelt dat de beek er rond gaat.

 

Raadslid Pieter van Boxel verwijst naar een eerdere tussenkomst in een andere raadszitting over het probleem met de verlichting in de Voetbalstraat en vraagt om extra aandacht te besteden aan de veiligheid van de fietsers.

 

Raadslid Pieter van Boxel besluit dat hij het jammer vindt dat niet apart per gebied kan gestemd worden.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat gelet op de voorgestelde aanpassingen zijn fractie onderhavig punt mee zal goedkeuren.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Pieter van Boxel)

 

Artikel 1 - Kennis te nemen van de adviezen en bezwaarschriften die werden gemaakt tijdens het openbaar onderzoek van 1 augustus 2017 tot en met 29 september 2017 zoals weergegeven in het voorstel tot behandeling van deze adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017 voor de deelgebieden 'KVK Westmalle', 'Sint Jansburg' en 'Vierwinden' met betrekking tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie'.

 

Artikel 2 - Kennis te nemen van het advies van de GECORO van 28 november 2017 waarbij de GECORO zich aansluit bij het voorstel tot behandeling van de adviezen en bezwaarschriften van 14 november 2017, mits het in acht nemen van volgende opmerkingen:

1° KVK Westmalle: geen opmerkingen.

2° Sint Jansburg: een afvalberging van 40m² is wel toelaatbaar.

3° Vierwinden: een groenbuffer van 10 meter is te voorzien langs de westelijk perceelgrenzen en voorzien van streekeigen fruitbomen in de overloopparking die wordt gekoppeld aan de bestaande parking van het provinciaal vormingscentrum.

 

Artikel 3 - Akkoord te gaan met de opmerkingen van de GECORO, zoals geformuleerd in artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van artikel 2.3, het voorzien van streekeigen fruitbomen is te stringent om op te nemen in een RUP. Dit onderdeel wordt niet weerhouden in de definitieve vaststelling, er moet worden geijverd voor een multifunctioneel gebruik van de overloopparking.

Tevens worden de stedenbouwkundige voorschriften van dit deelgebied in artikel 1.2.1 nader uitgewerkt, met daarbij volgende toevoeging:

- Het aantal bouwlagen wordt beperkt tot maximaal 2 en de bouwhoogte tot maximaal 8 meter.

- "Aanvraag omgevingsvergunning

Bij de beoordeling van aanvragen van omgevingsvergunningen zal rekening gehouden worden met volgende aspecten:

- Een kwalitatieve inpassing van de bebouwing in de omgeving

- Rekening houden met de privacy van de omwonenden".

 

Artikel 4 - Goedkeuring te hechten aan het definitief vastgestelde ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie', dat aangepast werd aan artikel 3 van dit besluit, met inbegrip van:

         de toelichtingsnota met MER-screening, met weergave van de bestaande en feitelijke toestand, de relatie met het RSV, het provinciaal ruimtelijk structuurplan en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een lijst van voorschriften die strijdig zijn met het voormelde RUP en die worden opgeheven, het register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie;

         de stedenbouwkundige voorschriften voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle,

         de plannen met de bestaande en juridische toestand voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle

         de grafische plannen voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle

 

Artikel 5 - Het definitief vastgestelde gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie' samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk te bezorgen aan de deputatie en aan het departement Omgeving van de Vlaamse regering.

 

Artikel 6 - Het definitief vastgestelde gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie' bekend te maken volgens artikel 2.2.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Lokaal woonbeleid - gemeentelijk toewijzingsreglement bescheiden huurwoningen - site Huize Walden - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 5 mei 2014 een stedenbouwkundige vergunning verleend aan SHM De Ideale Woning, voor het uitbreiden van een zorginstelling voor fysisch gehandicapten met 43 studio's en 15 appartementen voor mantelzorgers, het aanleggen van bijkomende verhardingen, het kappen van 30 bomen en het aanplanten van groenvoorzieningen, voor het perceel Sint Pauluslaan 12 te Malle.

 

Het project is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle', definitief vastgesteld op 19 oktober 2012, meer bepaald in 'gebied voor zorginfrastructuur' (artikel 6).

Dit gebied is bestemd voor diensten en voorzieningen op het terrein van zorg. Woongelegenheden zijn enkel toegelaten zover die een integrerend deel van de zorg infrastructuur uitmaken.

 

Op het lokaal woonoverleg van 23 oktober 2017 werd de nood van een bescheiden toewijzingsreglement voor de toewijzing van de woning binnen het project van De Ideale Woning op de site van Huize Walden besproken.

 

Op 13 november 2017 heeft een overleg plaatsgevonden omtrent de opmaak en uitwerken van het bescheiden toewijzingsreglement en de bepaling van de doelgroep van Huize Walden, met de gemeente Malle, De Ideale Woning en Huize Walden.

 

Huize Walden is zorgaanbieder voor personen met een zorgvraag, gelegen in een groene of bosrijke omgeving.

Naast wonen en zorg, worden er ook activiteiten georganiseerd op maat van de mogelijkheden van de bewoners.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 12 februari 2018 het bescheiden toewijzingsreglement voor de toewijzing van de woning binnen het project van De Ideale Woning op de site van Huize Walden, principieel goedgekeurd.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, in bijzonder artikel 42, 43§3 en 186.

 

Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, in bijzonder artikel 41.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 tot reglementering van de verhuring van bescheiden huurwoningen van sociale huisvestingsmaatschappijen.

 

Motivering

 

In artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 worden de algemene toewijzingsregels vastgelegd, meer bepaald dat bij de toewijzing van een bescheiden huurwoning rekening wordt gehouden met de chronologische volgorde van de inschrijving in het inschrijvingsregister.

 

Het gemeentelijk reglement kan lokale toewijzingsregels voor de verhuring of vervreemding van een bescheiden woonaanbod door sociale huisvestingsmaatschappijen omvatten die een aanvulling vormen op de toewijzingsregels die de Vlaamse Regering vaststelt of die ervan afwijken.

 

Onderhavig lokaal toewijzingsreglement heeft betrekking op de bescheiden woningen, gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning, op het terrein Sint Pauluslaan 12 te Malle, op de site van Huize Walden, meer bepaald 43 studio's voor fysisch gehandicapten en 15 appartementen voor mantelzorgers.

 

De doelgroep van Huize Walden betreft personen met een zorgvraag, met name meer concreet:

1. Personen met een fysieke handicap

2. Personen met een fysieke handicap en licht tot matig verstandelijke beperking

3. Personen met een licht tot matige verstandelijke handicap

4. Personen met een fysieke handicap en NAH

5. Personen met NAH

6. Personen met een chronische ziekte

7. Personen met een neuromusculaire aandoening

8. Personen met een degeneratieve ziekte

 

waarbij de volgende opnamecriteria worden gehanteerd:

• Gebruikers hebben een ondersteuningsvraag

• De opnameleeftijd is minimum 18 jaar

• De verblijfsduur is onbeperkt in zoverre:

o geen intensieve medische begeleiding vereist is en Huize Walden aan de nodige medische begeleiding kan tegemoetkomen;

o aan alle gestelde criteria voldaan blijft    

• Gebruikers beschikken over voldoende relatie- en communicatievaardigheden om hun vragen kenbaar te maken aan de hulpverleners

• Het beheer van de eigen financiën regelt de gebruiker zelf of hij doet beroep op een voorlopig bewindvoerder   

• een dossiernummer en een positieve beslissing van het VAPH bezitten voor PVB, en de toewijzing van een PVB

• Nederlandstalig zijn of het Nederlands voldoende beheersen om zijn hulpvraag te kunnen stellen.

 

Huize Walden richt zich bijkomend naar:

Mantelzorgers (lotgenoten-groepen) van bewoners (bewoning appartementen op het domein), waarvoor geen opnamecriteria worden vastgelegd.

 

Huize Walden organiseert voor deze doelgroep dagactiviteiten en/of verblijf, mobiele en ambulante begeleiding, doch verwijst door indien de organisatie geen antwoord meer kan bieden op de zorgvraag, begeleidingsvraag en/of infrastructuurvraag van een cliënt.

 

De invoering van het decreet op de Persoonsopvolgende financiering zorgt voor een belangrijke omwenteling. De erkenning van personen met een beperking door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en de daaraan gekoppelde budgetten worden nog slechts gedeeltelijk toegekend aan de zorginstelling. Daarnaast wordt een persoonsvolgend budget ontvangen waarover de cliënt zelf kan beschikken om zijn of haar ondersteuning te organiseren.

Deze budgetten blijven vooralsnog beperkt tot de personen met een prioritaire vraagstelling die zich geregistreerd hebben op de Centrale Registratie voor Zorgvragen en een prioritaire status verkregen hebben. Zodra de middelen voorhanden zijn, krijgen deze cliënten een budget, aangepast aan hun ondersteuningsnood en zorgzwaarte. Het budget wordt toegekend als voucher (trekkingsrecht) dat kan geactiveerd worden bij een vergunde zorgaanbieder of als een cash budget waarmee assistentie kan ingekocht worden.

 

De studio's worden rechtstreeks verhuurd aan personen die voldoen aan de doelgroep, zoals vastgelegd door Huize Walden en bevestigd door onderhavig reglement, in kader van bescheiden verhuur door de sociale huisvestingsmaatschappij 'De Ideale Woning'.

 

De appartementen worden rechtstreeks verhuurd aan mantelzorgers, waarvan de zorgbehoevende een studio bewoont op de site van Huize Walden, in kader van bescheiden verhuur door de sociale huisvestingsmaatschappij 'De Ideale Woning'.

 

Gezien de noodzaak van de doelgroep om van de voorrangsregeling te kunnen genieten en de aangepaste woongelegenheden binnen het project van De Ideale Woning, is een goedkeuring van een gemeentelijk bescheiden toewijzingsreglement aangewezen.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - De doelgroep te bevestigen, inzake personen met een zorgvraag:

1. Personen met een fysieke handicap

2. Personen met een fysieke handicap en licht tot matig verstandelijke beperking

3. Personen met een licht tot matige verstandelijke handicap

4. Personen met een fysieke handicap en NAH

5. Personen met NAH

6. Personen met een chronische ziekte

7. Personen met een neuromusculaire aandoening

8. Personen met een degeneratieve ziekte

 

waarbij de volgende opnamecriteria worden gehanteerd:

• Gebruikers hebben een ondersteuningsvraag

• De opnameleeftijd is minimum 18 jaar

• De verblijfsduur is onbeperkt in zoverre:

o geen intensieve medische begeleiding vereist is en Huize Walden aan de nodige medische begeleiding kan tegemoetkomen;

o aan alle gestelde criteria voldaan blijft.

• Gebruikers beschikken over voldoende relatie- en communicatievaardigheden om hun vragen kenbaar te maken aan de hulpverleners.

• Het beheer van de eigen financiën regelt de gebruiker zelf of hij doet beroep op een voorlopig bewindvoerder.

• een dossiernummer en een positieve beslissing van het VAPH bezitten voor PVB, en de toewijzing van een PVB.

• Nederlandstalig zijn of het Nederlands voldoende beheersen om zijn hulpvraag te kunnen stellen.

 

Artikel 2 - Navolgend gemeentelijk toewijzingsreglement bescheiden woningen wordt goedgekeurd:

 

"Gemeentelijk toewijzingsreglement bescheiden huurwoningen

 

Onderhavig toewijzingsreglement is van toepassing voor de 43 studio's en 15 appartementen, gerealiseerd door De Ideale Woning op de site Huize Walden, gelegen Sint Pauluslaan 12 te Malle.

 

Onderhavig toewijzingreglement geeft voor de 43 studio's voorrang aan:

1. kandidaat-huurder die valt onder de doelgroep, zoals vastgelegd door Huize Walden, en minimum 5 jaar in Malle woont, of gedurende de laatste 10 jaar, 5 jaar in Malle heeft gewoond;

2. kandidaat-huurder die valt onder doelgroep, zoals vastgelegd door Huize Walden.

 

Onderhavig toewijzingsreglement geeft voor de 15 appartementen voorrang aan:

1. Mantelzorgers, waarvan de zorgbehoevende een studio bewoond op de site van Huize Walden.

 

Voor het overige gedeelte van het patrimonium van De Ideale Woning, blijven de standaardregels van toepassing."

 

Artikel 3 - Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

 

Artikel 4 - Het reglement gaat van kracht vanaf de vijfde dag na de bekendmaking overeenkomstig artikel 187 van het gemeentedecreet.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Molenhuis - verkoop volgens procedure onder gesloten omslag - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op de gemeenteraad van 11 mei 2015 werd beslist om het Molenhuis openbaar te verkopen. Na een schatting door Kris Mintjens werd een verkoopprijs van 320.000,00 EUR bepaald, en werd het gebouw openbaar te koop gesteld (1e koopdag 10 juni 2015, 2e koopdag 24 juni 2015).

Toen werd de vraagprijs van 320.000,00 EUR niet gehaald, en werd de piste om het gebouw te verkopen verlaten.

 

In het voorjaar van 2016 (oproep maart 2016, deadline kandidaturen 21 april 2016) heeft de gemeente samen met Kempens Landschap een dossier uitgeschreven met een oproep om het Molenhuis uit te baten met een huur-, erfpacht- of concessieovereenkomst. Hierop heeft slechts één kandidaat gereageerd, met een te beperkt dossier.

 

Tijdens de zomermaanden van 2016 hebben zich een zevental geïnteresseerden aangemeld. Deze zijn het gebouw ook komen bekijken. Er waren toen twee kandidaten ernstig geïnteresseerd om het pand te huren op voorwaarde dat het volledig instapklaar was. Er is toen een aannemer komen kijken om in te schatten hoeveel de verbouwingswerken zouden kosten. De raming kwam op 255.000,00 EUR (excl. BTW en excl. keuken).

 

In 2017 zijn er vergaande gesprekken geweest met een brouwerij. Na een aantal maanden zijn deze onderhandelingen jammer genoeg afgesprongen. In het najaar van 2017 heeft een nieuwe kandidaat-koper zich bekend gemaakt. Meerdere mensen hebben in de winterperiode interesse getoond om dit pand te kopen.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005 regelt de modaliteiten en bevoegdheden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen bij vervreemding van roerende en onroerende goederen.

 

Omzendbrief BB 2010/02 van 12 februari 2010 van de viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, betreffende de vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW's en besturen van de erkende erediensten.

 

Motivering

 

Er zijn de voorbije jaren verschillende pogingen ondernomen om in het Molenhuis terug een horecazaak te krijgen, met name door middel van een openbare verkoop, een open oproep voor concessie, erfpacht of huur, alsook gesprekken met meerdere kandidaat-overnemers. De staat van het gebouw en het gebrek aan inrichting was hierbij steeds een struikelblok. Het gemeentebestuur heeft niet de intentie om het Molenhuis te verbouwen aangezien deze kosten hoog oplopen, en het bestuur dit niet als kerntaak beschouwt. Bovendien beschouwt de gemeente het niet als kerntaak om zelf een horecazaak uit te baten of een private horecazaak in eigendom te houden. In de visie voor de verdere uitbouw en promotie van het molendomein is een laagdrempelige horecazaak in het Molenhuis echter een noodzakelijke voorwaarde. Daarom is de verkoop van het Molenhuis onder gesloten enveloppe na het voeren van voldoende publiciteit zodat zoveel mogelijk kandidaat-kopers worden aangetrokken momenteel de beste optie. Op deze manier krijgen alle geïnteresseerden de mogelijkheid om een bod te doen, kan de gemeente bijzondere voorwaarden (verplichting van de inrichting van een laagdrempelige horecazaak) opleggen en kan er een minimumprijs vooropgesteld worden op basis van een recent schattingsverslag.

 

Gelet op alle voorgaande pogingen om het Molenhuis te doen herleven door middel van een openbare verkoop met de destijds uitgebreid gevoerde publiciteit én de open oproep voor concessie, erfpacht of huur met de daaraan gekoppelde publiciteit, is de procedure om tot verkoop over te gaan onder gesloten enveloppe de procedure bij uitstek die de beste garantie biedt op het verkrijgen van een goede prijs én het algemeen belang dient temeer omdat de individuele begunstiging bij een dergelijke procedure weinig kansen krijgt. Eveneens wordt het gemeentelijk belang gediend doordat het een manier is om op objectieve wijze een goede prijs te verkrijgen, waarbij iedereen de kans krijgt een bieding te doen én waarbij het een manier is om het Molenhuis op korte termijn te doen herleven.

 

De publiciteit rond de verkoop onder gesloten enveloppe zal 3 weken lopen. Aanvang wordt, mits goedkeuring, verwacht in de week van 12 maart 2018. De minimale verkoopprijs moet minstens de geschatte prijs zijn zoals geschat door de landmeter-schatter in zijn schattingsverslag.

 

Omdat de 'molenomgeving' een bijzondere plek is in Malle, wordt er vooropgesteld om deze plek zo toegankelijk mogelijk te houden, ook na verkoop. Dit is mogelijk door in de notariële akte bijzondere voorwaarden in te bouwen, waaraan de koper gebonden zal zijn. Deze voorwaarden streven laagdrempeligheid na als doel. Het is wenselijk dit onder de vorm van een toegankelijke horecafunctie te voorzien. Er wordt geopteerd om zo weinig mogelijk verdere lasten of erfdienstbaarheden op de koop te leggen. In de procedure voor de verkoop via gesloten enveloppe zullen de bijzondere voorwaarden die later in de notariële akte worden opgenomen, worden toegevoegd.

 

De middelen die voortvloeien uit de verkoop van het Molenhuis met aanhorigheden, zullen worden

aangewend ten behoeve van investeringen die nodig zijn voor de uitbouw en exploitatie van het overige gemeentelijke patrimonium en dienstverlening.

 

Beraadslaging

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig agendapunt en schetst de geschiedenis van het dossier.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of de nieuwe eigenaar het gebouw mag afbreken.

 

Schepen Dries Van Dyck antwoordt dat het niet mag afgebroken worden.

 

Raadslid Wim Jordens vraagt of het dan niet best gestipuleerd wordt op die manier.

 

Schepen Dries Van Dyck licht toe dat hij er vanuit gaat dat het in orde is.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat het vorige minimumbedrag 320.000 euro was. Hij vraagt of het realistisch is dat we zoveel mogen verwachten gelet op de toestand van het gebouw.

 

Schepen Dries Van Dyck licht toe dat de eventueel geïnteresseerden voldoende op de hoogte zijn of kunnen zijn.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt welke de bijzondere voorwaarde is, waar naar verwezen wordt.

 

Schepen Dries Van Dyck verwijst naar artikel drie van onderhavige beslissing.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het de bedoeling is dat het gebouw behouden wordt en dat het voor de duidelijkheid best toegevoegd wordt aan de beslissing.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat zijn fractie in het verleden kritisch is geweest over een verkoop. Niettemin lijken nu alle opties onderzocht en uitgeprobeerd, zodat zijn fractie akkoord gaat met een verkoop.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 - Het college van burgemeester en schepenen te gelasten een procedure te voeren waarbij, na publiciteit, mogelijke geïnteresseerde kopers onder gesloten omslag een bieding kunnen doen op de aankoop van het onroerend goed zoals beschreven in het opmetingsplan van Studiebureel Kris Mintjens cvba van 3 april 2015, namelijk een gedeelte van de 'molenomgeving', gelegen te Malle op het adres Antwerpsesteenweg 378 en kadastraal gesitueerd 1e afdeling, sectie C, 29f/deel, met Molenhuis, berging, terras, parking en fietsstalplaatsen met een oppervlakte van 1.713 m². De afmetingen op dit plan zijn zo gemaakt dat de rooilijn is afgestemd op de ontwerpplannen van het agentschap Wegen en Verkeer die opgemaakt werden in het kader van de heraanleg van de N12. Het huidige kadastraal perceel wordt bijgevolg opgesplitst in drie delen: perceel 1 - te verkopen terrein met Molenhuis met terras, bijgebouw, parking en beperkte groene omkadering; perceel 2 - terrein blijft in eigendom van de gemeente en is gelegen langs de Tichelmansstraat achter het Molenhuis en langs de Antwerpsesteenweg tussen het Molenhuis met huisnummer 378 en huisnummer 376 (richting de kern van Westmalle), dat perceel 1 in een hoek omarmt; perceel 3 - strook langs de N12 die in eigendom blijft van de gemeente en later door de gemeente afgestaan zal worden aan het agentschap Wegen en Verkeer bij de heraanleg van de N12.

 

Artikel 2 - De biedingen onder gesloten omslag dienen minstens gelijk te zijn aan de geschatte waarde uit een schattingsverslag dat maximaal twee jaar oud is.

 

Artikel 3 - De bieding onder gesloten omslag is enkel geldig indien de indiener volgende bijzondere voorwaarden respecteert:

         de invulling voor minimaal 2/3e van de nuttige vloeroppervlakte te voorzien voor een horecafunctie.

         de mogelijkheid tot maximaal 1/3e van de nuttige vloeroppervlakte te voorzien voor een woonfunctie of eventueel logies, doch dit niet te verplichten.

         dat de nieuwe eigenaar en/of uitbater gebonden is aan het voorzien van een horecafunctie, waarbij een vooropgestelde laagdrempeligheid niet beknot wordt door hoge consumptieprijzen of louter nachtelijke openingsuren.

         het gebouw dient behouden te blijven.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Mededelingen - toelichting over de begeleiding van PPS Oost en PPS West - facturatie Technum

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx vraagt een nota uit te delen waarin uitgebreid toelichting wordt gegeven over de ondersteuning van Technum.

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat het gepast had geweest de nota vooraf gekregen te hebben zodat het kon bekeken worden en desgevallend ineens vragen gesteld konden worden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het punt bedoeld is vandaag om te informeren. Er is geen stemming of wat dan ook over. Vragen kunnen desgevallend ook later nog gesteld worden.

 

Schepen Jules Mintjens en burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geven volgende toelichting:

 

Begeleiding PPS-dossier

 

1. Aanstelling Technum

 

In 2005 lanceert de gemeente Malle een PPS-begeleidingsopdracht. Initieel is er sprake van drie sites: Oost, West en Kasteel de Renesse (in de loop van het traject zal het gedeelte van het kasteel wegvallen).

 

De opdracht bestaat er in het gemeentebestuur te begeleiden in de volgende vier fasen:

         Fase 1: strategie

         Fase 2: organisatie

         Fase 3: transformatie

         Fase 4: operationeel

 

Kort gesteld komen de fasen op het volgende neer:

         fase 1: haalbaarheidsstudie

         fase 2: opmaak bestek

         fase 3: contracteren

         fase 4: project monitoren

 

Het verdere tijdsverloop:

         24 oktober 2005: indiening offertes studiebureaus

         26 september 2006: gunning aan Technum (met voorwaardelijke opstart fase 2 tot en met 4; dit is afhankelijk van de studie met betrekking tot de haalbaarheid); gunningsbrief 2 oktober 2006

 

Er werd een gunning gegeven aan Technum (Ondertussen Tractebel-Engie. In dit document wordt de naam Technum gehanteerd) op basis van de offerte die ze had ingediend. De gunning is gebeurd aan de hand van 6 gunningscriteria waarvan de prijs er één was; Technum scoorde het beste op deze gunningscriteria (soms een gedeelde eerste plaats).

 

2.Offerte Technum

 

In de offerte werd een forfaitaire prijs opgenomen (er werd geen onderscheid Oost, West, Kasteel gemaakt) voor fase 1 van 34.684 EUR, exclusief btw (alle bedragen in dit document zijn exclusief btw, tenzij anders wordt bepaald). Nadat werd aangegeven dat het gedeelte van het kasteel mocht worden weggelaten, werd de prijs teruggebracht op 31.245 EUR, exclusief btw.

 

In de offerte werd voor fase 2, 3 en 4 een prijs in regie opgenomen (er werd geen onderscheid gemaakt Oost, West, Kasteel), met daarbij een minimale indicatie van de kostprijs. Conform de offerte betekent deze zogenaamde minimale scope (In de offerte schrijft Technum: "Voor deze fases heeft Technum een vrijblijvende indicatieve minimale scope of work opgegeven. In deze fase van de onderhandelingsprocedure zijn er te weinig gegevens beschikbaar om een meer correcte inschatting per fase te maken.") 46.443 EUR, exclusief btw. Nadat werd aangegeven dat het gedeelte van het kasteel mocht worden weggelaten, werd de prijs teruggebracht op 42.213 EUR.

 

De prestaties werden per fase omschreven, met daarbij een minimale indicatie van de inschatting van het aantal uren als volgt:

 

         fase 2: 289 uren

         fase 3: 119 uren

         fase 4: 120 uren

 

In totaal werd dus voor fase 2, 3 en 4 samen een minimale inschatting van 528 uren voorzien; in totaal een kostprijs van 73.458 EUR exclusief btw, fase 1 inbegrepen.

 

3.Facturatie Technum

 

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de facturatie van Technum doorheen het project:

 

         Op 14 februari 2008 werd het forfaitaire bedrag van 31.245 EUR exclusief btw gefactureerd voor de opgemaakte haalbaarheidsstudie (fase 1).

 

Vervolgens werd fase 2 van het PPS-project aangevat en dit tegen de prijs in regie, zoals bepaald in de offerte van Technum.

 

         Op 19 december 2008 werd een bedrag gefactureerd voor fase 2 voor prestaties tot en met 31 december 2008, waarbij voornamelijk prestaties werden geleverd voor de opmaak van het selectiebestek en de nodige besprekingen hierover intern en extern met de gemeente Malle. Dit voor in totaal 85 uren werk en een kostprijs van  9.512,03 EUR.

 

         Vervolgens werd 16.883,46 EUR gefactureerd op 28 oktober 2009 voor prestaties verricht in het kader van fase 2 en fase 3 tot en met 30 september 2009. Uit de detailprestaties kan afgeleid worden dat het voornamelijk de opmaak/aanpassing van het bijzonder selectiebestek betreft, met daaraan gekoppeld de nodige besprekingen hierover intern en extern met de gemeente Malle. In totaal werden er 137 uren gepresteerd.

 

         Vervolgens werd er 4.422,86 EUR gefactureerd op 9 december 2009 voor fase 2 en fase 3. Uit de detailstaat blijkt dat het voornamelijk over prestaties gaat die de technische invulling van het bestek betreffen en uiteindelijk een toelichting aan de kandidaten. Er werden 40 uren gepresteerd.

 

In de daaropvolgende periode wordt gevraagd een klein meerwerk te presteren in het kader van de opmaak van een dossier voor plattelandsontwikkelingsprojecten. Het was niet meer dan logisch dat dit door Technum gebeurde aangezien zij het hele dossier van A tot Z kenden. Er zou geen enkele andere partij in staat zijn geweest om tegen deze kostprijs een (subsidie)dossier voor te bereiden.

 

         Er werd een meerwerk gefactureerd voor 1.917,40 EUR voor de opmaak van een dossier in het kader van plattelandsontwikkelingsprojecten. Hiervoor werden 20 uren gepresteerd.

 

         Voor de oprichting van de jeugdlokalen, evenals voor de buitenaanleg werd respectievelijk een subsidie verkregen van 226.525 EUR en 121.035,89 EUR. De geleverde prestaties in deze hebben samen met de prestaties van de administratie mee geleid tot deze subsidie.

 

Ondertussen komt het project in fase 3 terecht.

 

         Vervolgens wordt verder gegaan met fase 3, waarvoor op 23 juni 2010 voor 15.091,56 EUR werd gefactureerd voor 133 uren voor prestaties tot en met 30 juni 2010. Het betreft in deze voornamelijk fase 3, de fase van transformatie, waarbij de offerte van Technum voorzag in het organiseren van de aanbestedingsprocedure, het opmaken van een evaluatierapport voor de opdrachtgever, ... tot uiteindelijk een definitief (gunnings)verslag. Uit de detailstaat bij deze factuur blijkt dat het inderdaad vooral gaat over de organisatie van de aanbestedingsprocedure, waarbij de offertes werden onderzocht, de nodige vergaderingen werden georganiseerd, tot onderhandeling werd overgegaan, ...

 

         Vervolgens werd een bedrag van 13.171,87 EUR gefactureerd op 26 oktober 2010 voor fase 3 voor 101 uren gepresteerd in de periode tot en met 30 september 2010. Het betreft hier de BAFO-fase met daarbij de opmaak van de PPS-overeenkomst.

 

Ondertussen wordt van fase 3 overgegaan naar fase 4.

 

         Op 26 oktober 2011 werd voor 25.854,35 EUR gefactureerd voor fase 3 en fase 4 voor prestaties tot en met 21 oktober 2011 voor in totaal 195 uren. Fase 3 betreft hier voornamelijk de afhandeling van de klacht bij de gouverneur, wat uiteraard vooraf niet voorzien kon worden. Er werden 31 uren voor gepresteerd. De overige 164 uren werden gepresteerd voor fase 4.

 

We komen volledig terecht in fase 4. Fase 4 was bedoeld om het project te monitoren. Tijdens het project is evenwel gebleken dat er ruimere ondersteuning nodig was dan het louter monitoren van het project, met name dat er de nodige technische ondersteuning nodig was tijdens de uitvoeringsfase.

 

         Op 24 oktober 2012 werd voor 1.125,54 EUR gefactureerd voor PPS West voor prestaties tot en met 21 oktober 2012 voor in totaal 8 uren. Het betrof toelichting aan het CBS hoe met West verder te kunnen gaan.

 

         Op 24 oktober 2012 werd ook voor 4.720,22 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 21 oktober 2012 voor in totaal 34 uren. Het betrof technische ondersteuning voor het jeugdcomplex.

 

         Op 24 oktober 2012 werd ook voor 3.619,26 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 21 oktober 2012 voor in totaal 27 uren. Het betrof technische ondersteuning voor De Notelaar.

 

         Op 17 mei 2013 werd voor 2.820,84 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 21 april 2013 voor in totaal 20 uren voor voornamelijk ondersteuning voor De Notelaar.

 

         Op 17 mei 2013 werd ook voor 1.938,70 EUR gefactureerd voor PPS West voor prestaties tot en met 21 april 2013 voor in totaal 15 uren voor voornamelijk een toelichting aan het CBS met betrekking tot het PPS-dossier (waar staat het, wat is er gebeurd, ...).

 

         Op 4 juli 2013 werd voor 1.698,72 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 21 juni 2013 voor in totaal 12 uren. Het betrof voornamelijk besprekingen met betrekking tot technieken.

 

         Op 6 december 2013 werd voor 4.822,56 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 21 november 2013 voor in totaal 34 uren. Het betrof voornamelijk het nazicht van technische fiches.

 

         Op 17 november 2014 werd voor 2.275,68 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 8 mei 2014 voor in totaal 16 uren. Het betrof nazicht van technische fiches, nazicht as-built en nazicht voorlopige oplevering van De Notelaar.

 

         Op 17 november 2014 werd voor 8.228,64 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 14 november 2014 voor in totaal 76 uren. Het betrof voornamelijk studie met betrekking tot het kinderdagverblijf.

 

         Op 2 februari 2015 werd voor 2.391,36 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 31 januari 2015 voor in totaal 18 uren. Het betrof voornamelijk technische ondersteuning met betrekking tot het kinderdagverblijf.

 

         Op 8 december 2015 werd voor 2.272,32 EUR gefactureerd voor fase 4 voor prestaties tot en met 1 december 2015 voor in totaal 16 uren. Het betrof voornamelijk nazicht technische fiches en as-built voor het kinderdagverblijf.

 

         Op 18 augustus 2016 werd voor 4.505,28 EUR (prestaties PPS West 2015) en 7.039,65 EUR (prestaties PPS West 2016) gefactureerd, respectievelijk voor 32 uren (2015) en 73 uren (2016), in totaliteit dus 105 uren voor PPS West. Het betrof in 2015 voornamelijk toelichting met betrekking tot mogelijke planning en de juridische situering van Technum. In 2016 betrof het voornamelijk de opmaak van een haalbaarheidsstudie PPS West.

 

4.Facturatie vs. offerte

 

Het college van burgemeester en schepen meent dat het zinvol is om eerst een vergelijking fase per fase te doen. Dit brengt wat meer duidelijkheid. Niettemin is het correcter alle fasen tezamen te vergelijken en uit te zetten ten opzichte van de facturatie. Dit is correcter omdat uit de gedetailleerde staten die bij de facturen horen, blijkt dat bijvoorbeeld sommige zaken onder fase 4 worden gezet, maar dan weer eerder bij fase 3 horen of omgekeerd. De fasen gaan geleidelijk in elkaar over.

 

a. Fase 1

 

Voor fase 1 was in de offerte een forfaitair bedrag voorzien. Dit werd gefactureerd zoals voorzien.

 

b. Fase 2 en 3

 

Voor fase 2 en 3 tezamen (Deze worden tezamen besproken omdat fase 2 en 3 geleidelijk in elkaar overvloeien) werd in de offerte van Technum minimaal 408 uren voorzien. In realiteit werd voor fase 2 en 3 tezamen voor 527 uren gefactureerd. Dit zijn 119 uren meer dan minimaal werd voorzien, waarvan het college van burgemeester en schepenen meent dat een aantal zaken in de offerte niet konden voorzien worden omdat deze bij aanvang van het dossier nog niet geweten/bepaald waren.

 

         Het college van burgemeester en schepenen heeft altijd ingezet op voldoende informatieoverdracht opdat de dossiers zo kwaliteitsvol mogelijk konden worden ingediend door de offerte-indieners. Zo werden er een 23 uren gepresteerd om vragen te beantwoorden van de offerte-indieners. Dit was een terechte bekommernis van het college van burgemeester en schepenen destijds, maar kon vooraf moeilijk ingeschat worden op 23 uren.

 

         In totaliteit zijn er heel wat overlegmomenten met het college van burgemeester en schepenen, tot zelfs de raad geweest met betrekking tot het dossier. Technum heeft vooraf verschillende overlegmomenten in de offerte voorzien. Een juiste inschatting maken is moeilijk en vooral sterk afhankelijk van het bestuur in kwestie. Bovendien is het een project dat legislatuuroverschrijdend is, waardoor er verschillende overlegmomenten zijn geweest om de situering van het project te verduidelijken. Wat opvalt en zeker niet gebruikelijk is, is dat een gemeenteraadscommissie werd voorzien. Verschillende overlegmomenten met het college van burgemeester en schepenen konden eveneens niet worden voorzien, gelet op de doorlooptijd en het legislatuuroverschrijdende aspect. Hiervoor lijken minstens een 25 uren in rekening te kunnen worden gebracht.

 

         De klacht bij de gouverneur kon vooraf ook niet voorzien zijn. Hier staan 31 uren tegenover.

 

Niettemin konden de hierboven geschetste uren niet door een andere partner gepresteerd worden, dan de partner, Technum, die de rest van het dossier had begeleid.

 

Dat brengt het verschil tussen offerte en facturatie op 40 uren. Dat verschil is eerder beperkt te noemen, zeker in de begeleiding van een PPS-procedure waar het moeilijk vooraf te bepalen is hoeveel werklast het een en ander met zich meebrengt, waar die werklast in grote mate afhankelijk is van de vragen vanuit het bestuur en de vragen vanuit de offerte-indieners. De offerte is dan ook eerder zelfs een correcte inschatting van Technum, ook al noemde ze het zelf "een vrijblijvende indicatieve minimale scope". Dat de inschatting van het aantal uren niet evident is, blijkt ook uit de offertes van de andere indieners met betrekking tot de begeleiding van het PPS-traject. Verschillende indieners gaven geen prijsopgave, noch indicatie van het aantal uren.

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit dan ook dat het verschil tussen het minimaal aantal uren dat in de offerte werd voorzien voor fase 2 en 3 tezamen en de uiteindelijk gepresteerde uren dan ook niet abnormaal en perfect te verklaren zijn. Elk PPS-traject is anders. Het is eigen aan een PPS-traject dat niet alles van dag 1 vast staat, ook de begeleiding niet. Het is regelmatig aftoetsen, herschrijven, opnieuw aftoetsen. Het verschil van 58 uren is dan ook perfect normaal. Indien men geen enkel verschil wil, moet alles vooraf gedetailleerd worden vastgelegd. Uiteraard is er dan geen sprake meer van een PPS-traject, maar van een loutere aannemingsovereenkomst.

 

Fase 2 en 3 was in de offerte voorzien voor zowel Oost als West. Er werd evenwel beslist om met West voorlopig nog niet door te gaan, waardoor er slechts een deel van fase 2 werd gedaan voor West. Contracten (fase 3) werden er logischerwijze niet gesloten over West. Mocht dit destijds in één beweging met Oost zijn doorgegaan, dan zouden er uiteraard nog extra uren gespendeerd zijn geworden in fase 2 en 3, doch niet van die orde dat de extra uren die vandaag de dag in fase 2 en 3 gepresteerd zijn, maal twee zouden gedaan kunnen worden. Het college van burgemeester en schepenen is ervan overtuigd dat vele zaken uit fase 2 en 3 in één beweging mee zouden genomen zijn, waardoor de extra prestaties om West mee te nemen niet substantieel verhogend zouden geweest zijn. Niettemin was het financieel niet haalbaar om Oost en West volledig tegelijk in uitvoering te brengen, waardoor het college van burgemeester en schepenen destijds beslist heeft West te pauzeren.

 

In totaliteit zou het verschil in aantal uren tussen de offerte en de factuur hoger zijn dan de 40 uren hierboven geschetst. Opnieuw is dit niet abnormaal gelet op de minimale scope die werd opgegeven en de regiebasis waarop werd gewerkt. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat de andere inschrijvers geen enkele indicatie van prijsopgave deden (PPI nv niet voor fase 3 en 4; Idea Consult/DLA Piper niet voor fase 2, 3 en 4). Zij meldden dat dit sterk afhankelijk is van de concrete invulling van de fasen. Tevens wordt nog eens benadrukt dat de prijs slechts één van de 6 gunningscriteria was. De andere 5 gunningscriteria in acht genomen, los van de prijs, kwam Technum er als beste uit. De andere inschrijvers werden dan ook niet benadeeld.

 

c. Fase 4

 

Voor fase 4 werd in de offerte van Technum minimaal 120 uren voorzien. In realiteit werd voor fase 4 voor 432 uren gefactureerd. Dit zijn 312 uren meer dan minimaal werd voorzien, waarvan het college van burgemeester en schepenen van oordeel is dat een aantal zaken in de offerte niet konden voorzien worden omdat deze bij aanvang van het dossier nog niet geweten/bepaald waren. In het bijzonder dient hierbij verwezen te worden naar de technische ondersteuning in de uitvoeringsfase. Voor deze technische ondersteuning wordt voor 253 uren gefactureerd. Als we van het totaal van 432 gefactureerde uren de 253 extra uren aftrekken komen we op 179 uren. Dit zijn 59 uren meer dan in de offerte voorzien. Dat verschil is eerder beperkt te noemen, zeker in de begeleiding van een PPS-procedure waar het moeilijk vooraf te bepalen is hoeveel werklast het een en ander met zich meebrengt, zeker in de begeleiding van de uitvoeringsfase. Veranderingen, wijzigingen, problemen, ... die zich tijdens de uitvoeringsfase voordeden, hebben een rechtstreekse impact op het aantal uren.

 

Fase 4 was in de offerte voorzien voor zowel Oost als West. Er werd evenwel beslist om met West voorlopig nog niet door te gaan, waardoor West nog niet tot uitvoering is gekomen. Mocht West destijds in één beweging met Oost zijn doorgegaan, dan zouden er uiteraard nog extra uren gespendeerd zijn geworden in fase 4, doch niet van die orde dat de extra uren die vandaag de dag in fase 4 gepresteerd zijn, maal twee zouden gedaan kunnen worden. Vele zaken uit fase 4 voor West, het hele monitoring gegeven, zouden in één beweging mee genomen zijn, waardoor de extra prestaties om West mee te nemen niet substantieel verhogend zouden geweest zijn.

 

In totaliteit zou het verschil in aantal uren tussen de offerte en de factuur hoger zijn dan de 59 uren hierboven geschetst. Opnieuw is dit niet abnormaal gelet op de minimale scope die werd opgegeven en de regiebasis waarop werd gewerkt. Bovendien, net zoals hierboven uitééngezet, mag niet uit het oog worden verloren dat de andere inschrijvers geen enkele indicatie van prijsopgave deden (PPI nv niet voor fase 3 en 4; Idea Consult/DLA Piper niet voor fase 2, 3 en 4). Zij meldden dat dit sterk afhankelijk is van de concrete invulling van de fasen. Tevens wordt nog eens benadrukt dat de prijs slechts één van de 6 gunningscriteria was. De andere 5 gunningscriteria in acht genomen, los van de prijs, kwam Technum er als beste uit. De andere inschrijvers werden dan ook niet benadeeld.

 

d. Fase 3 en 4

 

Het college van burgemeester en schepenen wijst er vervolgens nog op dat aan de jeugdaccommodatie, De Notelaar en het Huis van het Kind 'en cours de route' nog een aantal zaken ten goede gewijzigd zijn. Dit heeft uiteraard ook een invloed op de begeleiding, in het bijzonder op fase 3 en 4. Een exact aantal uren hier tegenover zetten is niet evident en wordt dan ook niet gedaan.

De berekening die hieronder wordt gemaakt met betrekking tot het aantal uren, houdt bijgevolg nog geen rekening met de extra inspanningen voor de jeugdaccommodatie, De Notelaar en het Huis van het Kind ten gevolge van wijzigingen 'en cours de route'.

 

e. Totaliteit fasen

 

Als we fases 2, 3 en 4 optellen bekomen we bijgevolg het volgende:

 

         in de offerte was een minimale scope van 528 uren voorzien

 

         uiteindelijk werden 959 uren gepresteerd en gefactureerd voor die fasen

 

         waarvan 332 uren moeilijk vooraf konden voorzien worden

 

         wat maakt dat er een verschil is tussen de minimale scope van de offerte en het uiteindelijk gepresteerde voor fases 2, 3 en 4 van 99 uren. Hiervan zouden dan eigenlijk nog de uren die gepresteerd zijn voor de begeleiding van de aanpassing aan de jeugdaccommodatie, De Notelaar en het Huis van het Kind moeten afgetrokken worden.

 

Zoals reeds toegelicht is het stuk West destijds on hold gezet. Dit betekent dat voor West de oefening gedeeltelijk nog zal moeten gebeuren. Mocht West ineens mee zijn uitgevoerd, zou het verschil van 99 uren groter zijn, maar niet van die aard dat het een abnormale verhoging zou betekenen ten opzichte van de minimale scope die in de offerte voorzien was.

 

Er werd hierboven verwezen naar fasen, maar ook soms naar PPS West. De gepresteerde uren voor PPS West werden in de telling nog niet meegenomen. Op 24 oktober 2012 werd er voor 8 uren gefactureerd. Op 17 mei 2013 werd er voor 15 uren gefactureerd. Het betrof prestaties die voornamelijk betrekking hadden op het geven van duiding met betrekking tot PPS West. Op 18 augustus 2016 werd er voor prestaties van 2015 voor 32 uren gefactureerd. De prestaties van 2015 hadden voornamelijk betrekking op mogelijke planning en de juridische situering van Technum. Doorheen de jaren werd er bijgevolg voor een 55 uren gefactureerd om uitleg te verschaffen over PPS West en toelichting te geven over de juridische situering van Technum, waarbij Technum duidelijk aangaf recht te hebben op de verdere uitvoering van de destijds gestarte opdracht. Het spreekt voor zich dat deze uren niet aan een bepaalde fase kunnen worden toebedeeld.

 

Op 18 augustus 2016 werd er ook voor prestaties van 2016 voor 73 uren gefactureerd. Het betrof voornamelijk de opmaak van een haalbaarheidsstudie PPS West, met andere woorden een actualisatie van de oefening van fase 1 van destijds.

 

f. Conclusie

 

Uit het bovenstaande leidt het college van burgemeester en schepenen af dat er een aantal prestaties meer gebeurd zijn ten opzichte van wat minimum werd voorzien door Technum, doch dat deze prestaties niet substantieel verhogend zijn ten opzichte van de minimale scope die werd opgegeven en de regiebasis waarop werd gewerkt. Elk PPS-traject is anders. Het is eigen aan een PPS-traject dat niet alles van dag 1 vast staat, ook de begeleiding niet. Het is regelmatig aftoetsen, herschrijven, opnieuw aftoetsen.

 

Uit het bovenstaande kan ook afgeleid worden dat er een aantal zaken extra gevraagd zijn, zaken die initieel niet waren voorzien. In het bijzonder kan hierbij verwezen worden naar vragen rond extra toelichting, (juridische) ondersteuning bij een klacht bij de gouverneur, ondersteuning subsidiedossier provincie en ondersteuning technieken bij de uitvoering. Toen deze extra vragen destijds boven kwamen, was het zeer logisch om deze door te spelen aan Technum, de begeleider die het dossier van A tot Z kende. Men zou kunnen stellen dat het voor deze zaken nodig was om de markt op te gaan en de nodige mededinging te voorzien. Niettemin was hier in veel gevallen geenszins de tijd voor én bovendien was er reeds een partner die het dossier van A tot Z kende waardoor deze logischerwijze sowieso de goedkoopste zou geweest zijn. Het college van burgemeester en schepenen meent dan ook dat de beslissingen hieromtrent gedurende de doorlooptijd van het project conform zijn aan de geest van de overheidsopdrachtenwetgeving. De verschillende bestuursploegen hebben doorheen de tijd perfect te verklaren beslissingen genomen.

 

Bovendien verzorgde advocaat Stijn Knaepen via Technum permanente juridische ondersteuning waarbij er nooit gewezen werd op enig mogelijk probleem ter zake.

 

5.Transparantie in beslissing en facturatie

 

In het hele PPS-traject is er telkens op een zeer transparante manier te werk gegaan.

 

Alle facturen van Technum bevatten gedetailleerde ereloonstaten. Wie wat wanneer heeft gepresteerd, staat erin opgesomd.

 

Daarnaast werden telkenmale ofwel beslissingen door het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad genomen. Alle gemeenteraadsleden waren dus gedurende het hele traject op de hoogte over de geleverde prestaties en de facturatie. Op die manier kon de gemeenteraad het nodige opvolgen en desgevallend vragen stellen.

 

Volgende beslissingen zijn van belang en vormen de basis voor het hele project:

 

         GR 27 juni 2005

 

De gemeenteraad besliste om een begeleidingsopdracht uit te schrijven voor de begeleiding van een PPS-dossier. De gemeenteraad besliste een onderhandelingsprocedure te voeren met voorafgaande bekendmaking. Op die manier konden zoveel mogelijk inschrijvers deelnemen.

 

Er werd een symbolische raming voorzien van 7.500 EUR in de begroting. In de publicatie van destijds werd het bedrag van 7.500 EUR niet genoemd. Potentiële inschrijvers konden dus niet afgeschrikt worden om deel te nemen door het geraamde bedrag. Potentiële inschrijvers met kennis van zaken hebben zelf een realistisch beeld op wat een dergelijke begeleiding minstens kost. Uit de offertes van de inschrijvers bleek bovendien dat de prijzen in elkaars verlengde lagen, voor zover dit goed vergeleken kon worden, aangezien niet voor alle fasen prijs werd gegeven. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook van mening dat er geen sprake is van enige benadeling, aangezien zij (potentiële inschrijvers) er zich allen van bewust (zouden moeten) zijn dat een begeleiding van dergelijk PPS-project net gekenmerkt wordt door het niet volledig vooraf kunnen afbakenen van het begeleidingstraject.

 

         CBS 26 september 2006

 

Het college van burgemeester en schepenen gunde de opdracht aan Technum: "De overheidsopdracht 'Begeleiding bij de oprichting van een Publiek Private Samenwerking (PPS)', waarin de begeleiding voor de exploitatie en de zolderverdieping van het Kasteel de Renesse wordt geschrapt, toe te wijzen aan het studiebureau Technum NV, Wilrijkstraat 37, bus 1, 2140 Antwerpen voor een bedrag van 31.245 EUR + 6.561,45 EUR BTW = 37.806,45 EUR incl. btw voor fase 1 van deze opdracht. Fase 2, 3 en 4 van deze opdracht wordt slechts toegewezen aan het studiebureau Technum NV voor een indicatief geraamd bedrag van 42.213 EUR + 8.864,73 btw = 51.077,73 EUR incl. btw op voorwaarde dat uit het afsluitend rapport van fase 1 blijkt dat het PPS-project een reële kans op slagen heeft."

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste ook om bij een volgende begrotingswijziging de kredieten te verhogen voor fase 1, en eveneens voor de volgende fasen wanneer blijkt dat er een kans op slagen is van het PPS-project. De nodige kredieten werden door de gemeenteraad vervolgens verhoogd.

 

De haalbaarheidsstudie was positief. Fases 2, 3 en 4 traden bijgevolg in werking.

 

Het college van burgemeester en schepenen meent dat de facturatie voor fase 1 én voor fases 2, 3, 4 gedekt is door de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 september 2006. Niettemin werden van zodra het minimale voorziene bedrag overschreden werd, telkenmale nieuwe beslissingen genomen, zodat het voor iedereen duidelijk zou zijn wat de stand van zaken is.

 

         GR 27 september 2010

 

De gemeenteraad keurde een factuur van Technum goed, namelijk die van 23 juni 2010. Deze factuur paste op een 6.000 EUR na perfect nog onder het minimumbedrag zoals goedgekeurd door het CBS van 26 september 2006. Het overige gedeelte van het bedrag, samen met de raming van 14.400 EUR exclusief btw, vormde de basis voor de factuur van 26 oktober 2011.

 

         GR 26 september 2011

 

Er werd een overeenkomst goedgekeurd met Van Roey met betrekking tot de technieken waarbij eveneens werd goedgekeurd dat Technum als ondersteunend bureau het ereloon dat hierop betrekking heeft factureert aan de gemeente.

Dit vormt de basis voor de facturatie met betrekking tot de technieken in uitvoering van het project.

 

         CBS 16 augustus 2016

 

Er werd een prestatielijst goedgekeurd op basis waarvan een factuur volgde ten belope van 11.554,93 EUR.

 

6.Juridisch

 

Er zijn twee aspecten rond het juridische:

 

         enerzijds overheidsopdrachtenwetgeving (vooral intern naar het lokaal bestuur gericht)

 

         anderzijds het verbintenissenrecht (extern gericht tussen de twee partijen).

 

Het staat vast dat er een verbintenis is ontstaan tussen de gemeente Malle en Technum waarbij het bestek en de offerte van Technum de rechten en plichten van beide partijen bevatten.

 

Het staat vast dat tegenover elke factuur prestaties staan die door de gemeente Malle zijn gevraagd. Er staan verschillende prestaties tegenover die initieel moeilijk tot niet voorzien konden worden, wat maakt dat er meer gepresteerd en gefactureerd is dan initieel voorzien.

 

Vanuit verbintenisrechtelijk oogpunt stelt Technum dat PPS West hoort bij de overeenkomst tussen Malle en Technum én dat zij bijgevolg recht hebben op de uitvoering ervan. Dit hebben zij in een nota aan de gemeente Malle bevestigd. Het college van burgemeester en schepenen heeft hier ook op vertrouwd aangezien zij specialist zijn in de materie. Het college van burgemeester en schepenen had dan ook de intentie om met Technum door te gaan en was eveneens de mening toegedaan dat er een verbintenis was en is tussen de gemeente Malle en Technum. PPS West is bijgevolg nog een onderdeel van de overeenkomst dat nog niet werd uitgevoerd.

 

Niettemin achtte het college van burgemeester en schepenen het wenselijk om extern advies in te winnen, voornamelijk met betrekking tot het gedeelte overheidsopdrachten omdat een nieuwe belangrijke fase voor de deur staat: PPS West. Meester De Keuster heeft een advies gegeven. Uit dit advies blijkt ook dat er effectief een verbintenis is tussen Technum en de gemeente Malle.

 

Meester De Keuster heeft het een en ander nagezien met betrekking tot de overheidsopdrachtenwetgeving. Hij komt tot de conclusie dat een overheidsopdracht mag uitgebreid worden tenzij ze wezenlijk veranderd wordt. Uit Europese rechtspraak blijkt dat als voldaan is aan één van deze voorwaarden ervan uitgegaan wordt dat de opdracht wezenlijk verandert:

 

         Er worden voorwaarden ingevoerd die in het stadium van de aanbestedingsprocedure zouden hebben geleid tot de toelating van andere inschrijvers dan de oorspronkelijke inschrijvers of die zouden hebben geleid tot de keuze voor een andere offerte; of

 

         De opdracht wordt in belangrijke mate uitgebreid tot diensten, werken of leveringen die oorspronkelijk niet waren opgenomen; of

 

         Er ontstaat een wijziging in het economisch evenwicht ten voordele van de opdrachtnemer op een wijze die door de voorwaarden van de oorspronkelijke opdracht niet was bedoeld.

 

Meester De Keuster komt tot de conclusie dat de derde voorwaarde niet vervuld is, maar de andere twee wel. Meester De Keuster stelt dat verder gaan met Technum voor PPS West betekent dat de overheidsopdrachtenreglementering mogelijk niet gerespecteerd wordt.

 

Het college van burgemeester en schepenen concludeert dat ondanks het feit dat de keuzes die in het verleden gemaakt zijn om een aantal extra vragen te stellen aan Technum en deze minstens naar de geest van de overheidsopdrachtenreglementering correct waren, de rechtspraak de wetgeving blijkbaar strikter interpreteert. Het is belangrijk om te wijzen op de passage in het advies van meester De Keuster waar hij stelt dat de overheid ten tijde van de gunning van de opdracht ruime mogelijkheden had om de opdracht na de gunning nog aan te passen: "Met betrekking tot een wijziging van een overheidsopdracht na gunning bepaalde het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken onder de oude overheidsopdrachtenwet van 24 december 1993 in de artikelen 7 en 8 dat een aanbestedende overheid steeds het recht had om een overheidsopdracht éénzijdig te wijzigen mits het betalen van een rechtmatige vergoeding. Bovendien werd ook algemeen aangenomen dat opdrachtgever en opdrachtnemer in onderling overleg de overheidsopdracht na de gunning steeds konden aanpassen in toepassing van artikel 1134 B.W.

 

Onder de oude regelgeving inzake overheidsopdrachten bestond er derhalve een ruime mogelijkheid om bestaande overheidsopdrachten na gunning aan te passen. Deze regelgeving is nog steeds van toepassing op betreffende overheidsopdracht."

 

Evenwel is er Europese rechtspraak gekomen in 2008, na de gunning aan Technum, die beperkingen oplegde op de regel. Destijds kon men er eigenlijk van uitgaan dat wanneer de overheid ter goeder trouw tot uitbreiding overgaat, er geen probleem was met betrekking tot overheidsopdrachtenwetgeving. De Europese rechtspraak bracht het een en ander op de helling. De impact van deze rechtspraak is natuurlijk maar in de jaren nadien zeer duidelijk geworden waardoor destijds gemeend werd dat de gevraagde ondersteuning sowieso conform de regelgeving was. Meester De Keuster baseert zich op deze beperkingen vanuit de Europese rechtspraak om te stellen dat de overheidsopdrachtenregelgeving mogelijk niet gerespecteerd werd.

 

Technum lijkt vandaag de dag van oordeel dat de gevraagde zaken conform de wetgeving overheidsopdrachten is, gelet op de oude regelgeving die van toepassing was en de rechtspraak van na de gunning is.

 

7.Toekomst

 

Het college van burgemeester en schepenen werkt intern voort aan het opstellen van een programma van eisen. Dit zal vervolgens in een bestek moeten gegoten worden door een externe begeleider waarbij vervolgens het verdere PPS-traject begeleid wordt. Voor het college van burgemeester en schepenen maakt het niet uit welke externe partij hierbij begeleidt. Die externe begeleidingspartij is louter een middel.

 

Wat wel belangrijk is voor het college van burgemeester en schepenen, is dat het nodige op een correcte manier zal gebeuren met respect voor de juridische context én waarbij er een minimaal procesrisico is.

 

Het college van burgemeester en schepenen bekijkt momenteel wat de beste optie is en zal de gemeenteraad hierin ook kennen:

 

         doorgaan met Technum voor PPS West

         er is mogelijks een schending van de overheidsopdrachtenreglementering

         er is een beperkt procesrisico

 

         een nieuwe opdracht uitschrijven voor de begeleiding voor PPS West

         er is waarschijnlijk geen schending van de overheidsopdrachtenreglementering

         er is een reëel procesrisico, niettemin geeft meester De Keuster aan dat er een beperkte kans op slagen is

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft na het advies van meester De Keuster informeel al eens afgetoetst wat het standpunt van Technum was, waarop zij informeel aangaven dat zij meenden de verbintenis gewoon te kunnen uitvoeren met betrekking tot PPS West en dat er zich geen probleem stelt naar overheidsopdrachtenreglementering.

 

Het college van burgemeester en schepenen meent dat het nu aangewezen is dat het advies van meester De Keuster wordt overgemaakt aan Technum met de vraag naar een formele reactie.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of het dit jaar nog mag, met name een verbintenis aangaan voor de volgende legislatuur.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat het in deze op zich de uitvoering is van beslissingen uit het verleden.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt welke de fase is die betrekking heeft op PPS West.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat de haalbaarheidsstudie in het kader van fase 1 werd gevraagd voor fase 1. Vervolgens is er aanvang genomen met fase 2 en 3. Maar gelet op de mogelijke problematiek heeft het college van burgemeester en schepenen advies gevraagd aan meester De Keuster.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt hoeveel facturen er al in totaal zijn betaald.

 

Schepen Jules Mintjens antwoordt dat er in totaliteit een 168.000 euro werd betaald waarvan een 88.000 euro voor de begeleiding Oost, een 23.000 euro voor West en bij de uitvoering een 47.000 euro.

 

Schepen Paul Van Ham stelt dat de gunning van 2006 is. Ondertussen is het 2018. De gunning is destijds gebeurd met een zeer duidelijke opdracht, namelijk kernversterking. Alvorens PPS West te starten is het aangewezen om te evalueren. Is de ruimtelijke kernversterking verkregen, die gewild is destijds. En hoe zit het met het financiële plaatje, aldus schepen Paul Van Ham. Het is aangewezen om eerst te evalueren alvorens Technum of een andere partner de opdracht te geven om PPS West te begeleiden.

 

Schepen Jules Mintjens stelt dat vandaag duidelijkheid werd gegeven over alles.

 

Schepen Paul Van Ham stelt dat dit het verhaal van Technum is, maar wat met met het PPS project zelf.

 

Schepen Jules Mintjens antwoordt dat Danny Van Oeckel hierover een toelichting is komen geven in de gemeenteraad.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat het geen abnormale vraag is om een globale evaluatie te doen van site Oost en vraagt of de gedetailleerde behoeftenota naar de gemeenteraad kan worden gebracht zodat de gemeenteraad weet waarover gepraat wordt. Bovendien wijst raadslid Wim Jordens erop dat site Oost nog niet af is, met name het schoolgebouw. Tot slot vraagt hij zich af of het project West deze legislatuur nog wel opgestart kan worden wetende dat het een financiële belasting is die de volgende legislatuur zal moeten dragen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat een heel programma van eisen in uitwerking is en dat zal mee door de gemeenteraad besproken worden.

 

Raadslid Wim Jordens meent dat een beslissing moet gesteund worden op een evaluatie van PPS Oost en de kennis die er werd opgedaan. Een evaluatie is dan ook aangewezen vooraleer er beslist wordt over West, aldus raadslid Wim Jordens.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat er uiteraard rekening gehouden zal worden bij de beoordeling van West van wat er in Oost is geleerd.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat een evaluatie noodzakelijk is. Stel dat heel de gemeenteraad zou vinden dat er een draak van een gebouw zou staan, dan moet er in West toch rekening mee gehouden kunnen worden. Vragen als 'hebben we te veel of te weinig gekregen voor het grondaandeel', zouden toch bekeken moeten worden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat er uiteraard rekening mee gehouden zal worden in een PPS West verhaal wanneer de private partner iets aanbiedt. Op dat moment zal bekeken worden wat voor een gebouw het is en of het grondaandeel een correcte prijs is.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat er gekeken moet worden naar de resultaten die beoogd werden bij de start van het project. Vervolgens moet geëvalueerd worden, financieel, maar ook inhoudelijk. Dit moet gebeuren vooraleer gestart wordt met PPS West. Tot slot geeft hij het advies voor wat betreft de samenwerking met Technum om het dossier terug in de markt te zetten aangezien PPS West nog moet starten. Op die manier wordt niet het risico gelopen om en cours de route van partner te moeten veranderen.

 

Raadslid Alain De Laet sluit zich aan bij de opmerkingen met betrekking tot een evaluatie. Hij merkt op dat in het verleden meermaals werd gevraagd naar de stand van zaken van PPS West. Er werd telkens geantwoord dat de gemeenteraad op de hoogte gehouden zou worden. Er wordt nu een toelichting gegeven, maar zonder inhoudelijk uitleg over het project zelf.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat de gerezen problematiek met Technum wel eerst dient te worden opgelost.

 

Schepen Wouter Patho licht toe dat er op een probleem werd gestoten. Er werd een advies gevraagd. Er moet beslist worden hoe hiermee moet worden omgegaan, vooraleer voort kan gegaan worden. Schepen Wouter Patho stelt dat iedere fractie uiteraard de evaluatie kan maken. Anderen waren betrokken bij de meerderheid destijds en kunnen perfect evalueren of bereikt is wat voor ogen werd gehouden. Iedereen heeft ongetwijfeld iets in gedachten.

 

Raadslid Alain De Laet begrijpt niet waarom het verhaal met betrekking tot Technum nu pas wordt weergegeven.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Mededelingen - besluit deputatie van 18 januari 2018 betreffende Sint Jozeflei 8, dokterswoning

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig punt en vraagt de gemeenteraad kennis te nemen van het besluit van de deputatie van 18 januari 2018 met betrekking tot de zogenaamde dokterswoning, Sint Jozeflei 8, dat aan de gemeente werd overgemaakt op 8 februari 2018 en ontvangen door ons bestuur op 9 februari 2018.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx vraagt het standpunt van de verschillende fracties met betrekking tot het al dan niet aantekenen van een beroep tegen het besluit van de deputatie bij de raad voor vergunningsbetwistingen. Hij licht toe dat een opdracht gegeven zal worden aan een schatter verbonden aan het Notarishuis om een tweede schatting te verkrijgen. Op die manier kan bekeken worden of nog tot een overeenkomst kan gekomen worden zodat geen andere beslissingen moeten worden genomen. Als de appartementen er zouden komen, hypothekeert dat uiteraard de ontwikkeling van de Sint Jozeflei.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet pleit voor overleg want er is nog geen visie ontwikkeld over wat PPS West gaat worden.

 

Raadslid Walter Vermeylen merkt op dat zolang er geen duidelijkheid is over de inplanting van PPS West, er moeilijk een standpunt kan ingenomen worden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het de bedoeling is om in overleg te gaan op basis van de nieuwe schatting.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat uit dit dossier het failliet van de coalitie blijkt. Er is geen beleidsmatig gekende ontwikkeling bij de gemeente, aldus de deputatie. Het is geenszins duidelijk welke richting wordt uitgegaan. Verschillende keren werd al gevraagd wat het grootste project nog was voor deze legislatuur, waarop telkens PPS West werd geantwoord. Als er dan vastgesteld wordt dat er nog geen begin van visie is, kan er alleen maar vastgesteld worden dat er nog niks is.

 

Raadslid Pieter van Boxel sluit zich aan bij de vorige sprekers en merkt op dat er een vrijheid van bouwen is voor de mensen zelf ook. Misschien moet het project een kans gegeven worden. Is dat van de dokter beter of slechter dan wat er zou komen, vraagt raadslid Pieter van Boxel zich af.

 

Raadslid Katleen Mintjens sluit zich ook aan bij de vorige sprekers. Overleg is noodzakelijk, maar spijtig dat dit niet vroeger is gebeurd.

 

Raadslid Wim Jordens vraagt wat de visie van de twee meerderheidspartijen is.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat de voorkeur er naar uit gaat om de site enigszins te kunnen vrijwaren zodat het in een globale ontwikkeling mee kan worden opgenomen in zijn geheel. Het liefste van al, kan er worden aangekocht, aldus burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx. Hij wijst er evenwel op dat een gemeente niet zomaar meer mag betalen als de prijs opgenomen in het schattingsverslag.

 

Schepen Paul Van Ham merkt op dat een schatting op basis van een vergund project waarschijnlijk wel anders zal zijn.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt of er sowieso tot onteigening wordt overgegaan als er geen akkoord wordt bekomen. Misschien moet de eigenaar de kans gegeven worden om er een mooi project van te maken.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het beter zou zijn voor PPS West dat de ontwikkeling in zijn geheel bekeken zou worden, maar niettemin hebben eigenaars hun vrijheden en rechten.

 

Raadslid Wim Jordens vraagt tot wanneer beroep kan aangetekend worden. Hij geeft mee dat de termijn best goed in het oog wordt gehouden, indien het college van burgemeester en schepenen beroep zou willen aantekenen. Raadslid Wim Jordens vraagt of het beroep opschortend werkt. Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat het beroep niet opschortend werkt.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat hij niet inziet hoe een beroep gewonnen zou kunnen worden door de gemeente. Onderhandelen lijkt dan ook de beste oplossing, aldus raadslid Alex Van Loon.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat de beroepstermijn net voor de volgende gemeenteraad afloopt.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Vragen en mededelingen

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat de mindervaliden ingang aan De Notelaar dicht zou zijn wanneer de bibliotheek gesloten is. Hij vraagt of hier iets aan gedaan kan worden.

         Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx wijst op de uitnodiging voor de participatiesessie van AWV op 12 maart met betrekking tot de ringweg.

         Schepen Dries Van Dyck verwijst naar enkele evenementen.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Interpellatie over mogelijkheid tot toelage zwembadgebruik voor Mallenaren

 

Raadslid Pieter van Boxel licht onderhavig punt toe. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         In de gemeente Rijkevorsel bestaat het al sinds 2009. Om het zwemmen bij haar inwoners te stimuleren, kent het gemeentebestuur van Rijkevorsel een toelage toe aan haar inwoners die regelmatig gaan zwemmen buiten de gemeente. Zij doen dat om het ontbreken van een zwembad in de eigen gemeente te compenseren. Concreet wordt 30% van een meerbeurtenkaart en abonnement daar terugbetaald.

         Voor Malle kan dit ook een goed idee zijn. Er is regelmatig vraag naar een zwembad, maar de kost van een zwembad is zeer hoog.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt volgende vragen:

         Welke initiatieven werden in het verleden ondernomen om het zwemmen bij onze inwoners te promoten/stimuleren?

         Welke budgetten zijn voorzien om sport, en zwemmen in het bijzonder, te promoten/stimuleren?

         Is het schepencollege bereid om samen met de diensten (sport en financieel) het voorbeeld van Rijkevorsel te onderzoeken naar haalbaarheid?

 

Schepen Elisabeth Joris geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         In 2013 werd een samenwerkingsovereenkomst met het zwembad van Beerse afgesloten. Zo betaalt de gemeente Malle jaarlijks een exploitatiekost en krijgt hiervoor in ruil rechten op het gebruik van het zwembad.

         Het schoolzwemmen wordt georganiseerd. Tijdens schooldagen worden de zwemuren ter beschikking gehouden van de participerende gemeenten. Zo wordt er gegarandeerd dat de Malse scholen kunnen gaan zwemmen in Beerse en genieten ze van een voordeeltarief. 42 % van de uren wordt gebruikt door scholen uit Malle.

         Naschoolse zwemlessen worden georganiseerd. Naschools kunnen de inwoners van Malle met voorrang deelnemen aan de zwemlessen en genieten ze van een voordeeltarief. Er is zwemmen voor verschillende doelgroepen: baby's, peuters, kleuters, beginners en gevorderden. Voor volwassenen worden er start to swim en vervolmakingscursussen georganiseerd met voorrang voor Mallenaren en tegen een voordeeltarief.

         Tijdens de vakantieperiodes worden er ook turbozwemlessen voor kinderen georganiseerd.

         De gemeente Malle betaalt een jaarlijkse exploitatiekost van 79.231 euro.

         Het gemeentebestuur komt tussen in het inkomgeld voor schoolzwemmen. Alle Malse basisscholen krijgen een toelage van 1 euro per zwembeurt per leerling. Op jaarbasis komt dit neer op 12.000 euro per jaar.

         Het is belangrijk dat inwoners de kans krijgen om te leren zwemmen. Dankzij de samenwerking met Beerse kunnen de scholen en inwoners van Malle met voorrang en aan een voordeeltarief leren zwemmen. Houders van een vrijetijdspas krijgen bovendien 50% korting op het inschrijvingsgeld.

         Naschools zwemmen in familieverband is een vrijetijdsbesteding zoals er vele mogelijk zijn, die ook niet allemaal in Malle beoefend kunnen worden. In andere vrijetijdsbestedingen komt de gemeente ook niet tussen.

 

Raadslid Pieter van Boxel licht toe dat Rijkevorsel het doet omdat zwemmen niet mogelijk is in de gemeente en de andere sporten wel.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Interpellatie over steun aan NGO's in vergelijking met hun transparantie

 

Raadslid Pieter van Boxel licht onderhavig punt toe. Onder andere volgende elementen komen aan bod:

         In het verleden heeft de fractie zich reeds uitgelaten over de onvoorwaardelijke steun aan NGO's zoals Oxfam. Er werd gevraagd dit steeds kritisch te bekijken en op regelmatige basis te evalueren.

         In totaal gaat de steun over 90.000 euro per jaar dat via de mondiale raad wordt doorgegeven aan de NGO's.

         Een groot deel van dit geld blijft achter in de handen van bedenkelijke ondemocratische regimes. Zo bestaan er belastingen op ontwikkelingssamenwerking.

         Er werden reeds vragen gesteld bij de gelden die aan de handen van de NGO zelf blijven kleven: interne werkingskosten, lonen en dure bedrijfswagens. In het verleden werd dit meermaals aangekaart, maar steeds op hoongelach onthaald of in het racistische onverdraagzame niet politiek correcte hoekje weggezet.

         De feiten die nu bij Oxfam naar boven zijn gekomen en werden toegegeven, tarten alle verbeelding. Niettemin minimaliseert Oxfam België de feiten. Het gaat dus niet zozeer over de rotte appels die er misschien overal zijn, maar over het minimaliseren van de feiten. Een evaluatie van de gegeven steun is dan ook noodzakelijk.

Tot slot pleit raadslid Pieter van Boxel om enkel concrete projecten te subsidiëren volgens het systeem van micro mondial.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt volgende vragen:

         Op welke manier werd er in het verleden controle uitgeoefend op waar die 90.000 euro naartoe gaan?

a. Weet de mondiale dienst welke euro er bij welke NGO naar welk project van die NGO gaat?

b. Hoe kunnen we als gemeenteraadslid onze controlefunctie ter zake concreet uitvoeren?

         Schiet het huidige subsidiereglement niet te kort om de voorwaarde rond meer transparantie te kunnen vragen?

         Hoe kan de gemeenteraad (of toch tenminste het college van burgemeester en schepenen) in de toekomst meer controle uitoefenen en meer transparantie vragen van de multinationale NGO’s die vanuit onze gemeente belastinggeld als subsidies krijgen?

 

Raadslid Elisabeth Joris geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Alles wat strafrechtelijk vervolgd kan worden, zal vervolgd worden geven alle overheden en NGO's duidelijk aan. Dat is wat ze gezegd hebben. De NGO's laten het niet zomaar voorbij gaan.

         Welke exacte euro naar welk exact project gaat is niet geweten. Wel is geweten waar de euro's naartoe gaan. Zo worden telkens bedankbrieven gestuurd en zijn er jaarverslagen en financiële rapporten.

         De verdeling van de toelagen mondiaal beleid kan nagezien worden in de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen. Er wordt duidelijk aangegeven waar elke euro naartoe gaat.

         Het is te betreuren dat al het werk van de vrijwilligers teniet gedaan lijkt door een aantal individuen.

 

Raadslid Pieter van Boxel licht toe dat inderdaad niet alle vrijwilligers over dezelfde kam geschoren mogen worden, maar stelt dat de reactie van de NGO zelf bedenkingen oproept.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat er verschillende mogelijkheden van hulp zijn. Hij stelt dat het in het concrete geval ging over noodhulp in Haïti. Noodhulp is dure hulp: er is veel personeel nodig, vrachtwagens, ... Maar soms is noodhulp wel noodzakelijk natuurlijk. Projecten als micro mondial renderen meer. Rechtstreeks handel voeren, zoals de Oxfam Wereldwinkels, hebben meer impact. Dat is uiteraard enkel mogelijk wanneer er geen oorlog is of er geen natuurramp is gebeurd. Raadslid Alex Van Loon besluit met de boodschap dat het goed is dat deze gevallen/schandalen naar boven komen en dat NGO's hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Interpellatie over de stand van zaken van de opmaak van het mobiliteitsplan

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat de meerderheid heeft aangekondigd dat er dit jaar een nieuw gemeentelijk mobiliteitsplan zal worden opgesteld. Hij stelt volgende vragen:

         Wat is intussen de stand van zaken?

         Wanneer zullen de inwoners worden betrokken?

 

Schepen Mieke Vermeyen licht toe dat er dit voorjaar een studiebureau wordt aangesteld. Een participatietraject wordt voorzien. Dit zal in overleg met het studiebureau gebeuren, aldus schepen Mieke Vermeyen.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt dat heel het traject van de ringweg er toch in beoordeeld zal worden, in het bijzonder hoe deze al dan niet helpt op het vlak van mobiliteit, en niet louter klakkeloos erin gezet zal worden.

 

Schepen Mieke Vermeyen stelt dat de ringweg erin bekeken zal worden.

 

Raadslid Walter Vemeylen meent dat Sweco was aangesteld op basis van lezing van de notulen van het college van burgemeester en schepenen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat Sweco voor de ringweg is aangesteld door het Vlaams gewest.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Interpellatie over de integratie van de financiële diensten van de gemeente en het OCMW

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Het schepencollege heeft op 29 januari 2018 een overheidsopdracht goedgekeurd om de integratie van de financiële diensten van de gemeente en het OCMW te begeleiden.

         Deze begeleiding heeft tot opdracht om in hoofdzaak de processen van de twee financiële diensten op elkaar af te stemmen.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt volgende vragen:

         Zijn er ook gevolgen voor de gemeenteraad?

         Gaat de integratie zo ver dat ook de budgetten van de gemeente en het OCMW en/of de beleids- en beheercyclus worden geïntegreerd?

 

Schepen Jules Mintjens beantwoordt de vragen. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         De opdracht gaat vooral over het afstemmen van de processen en het bekijken hoe de werking van een geïntegreerde financiële dienst zo optimaal mogelijk kan gerealiseerd worden waarbij het afstemmen van een aantal boekhoudkundige zaken die in de achtergrond draaien ook mee zal bekeken worden. Zo zullen rekeningstelsels op elkaar afgestemd moeten worden en zal er naar één softwarepakket gegaan worden.

         Dit heeft geen concrete gevolgen voor de gemeenteraad of de OCMW-raad.

         De nieuwe regelgeving voorziet dat het nieuwe meerjarenplan vanuit één doelstellingenboom vertrekt. De beleids- en beheerscyclus wordt op die manier dus geïntegreerd. Het nieuwe meerjarenplan zal dus vanuit één strategische nota starten. Niettemin zal er budgettair nog wel een opsplitsing gemaakt worden tussen gemeente en OCMW, net zoals die ook zal gebeuren voor de jaarrekening. De concrete impact van dit alles zal in de komende maanden en bij het begin van de nieuwe legislatuur duidelijker worden.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 februari 2018

 

Interpellatie over de bekommernissen omtrent mankementen aan de appartementen van De Notelaar

 

Raadslid Walter Vermeylen licht onderhavig punt toe en stelt volgende vragen:

         Er zou een nieuw bureau zijn aangesteld die de syndicus zal leveren en de bewoners terug een aanspreekpunt bezorgen voor hun problemen: Jalo beheer Antwerpen. Een nieuwe datum zou in februari volgen om een algemene vergadering te houden, is verteld aan de bewoners.

         De vorige syndicus Aangenaam Wonen zou failliet zijn verklaard en weigert mee te werken aan de overdracht van informatie aan de nieuwe syndicus. Welke gevolgen heeft het voor een nieuwe begroting?

Er zouden nog kosten zijn die moeten worden vereffend. Over hoeveel gaat dit? Dit heeft voor nogal wat ongemakken gezorgd voor de bewoners die tussen hamer en aambeeld zitten. Een lift zou uitgeschakeld geweest zijn omwille van kosten die niet betaald zijn. Delen van het elektriciteitsnet worden uitgeschakeld omdat ook daar nog kosten moeten vereffend worden. Wie gaat die kosten betalen en kan er nog verhaald worden op het vorige bureau?

         Dan zijn er nog de ongemakken die de bewoners ondervinden en waar moeizaam oplossingen voor worden gevonden of waar geen vooruitgang wordt geboekt in de onderhandeling om tot een gedragen oplossing te komen:

- insijpelen van water via ramen en deuren

- wateroverlast op de overlopen die via een systeem van leidingen naar beneden wordt geleid en die naar mening van de fractie geen duurzame oplossing is, maar enkel een doekje voor het bloeden. Bovendien zal bij hevige regenval en wind het systeem onvoldoende water kunnen afvoeren.

         Het volgende wordt vastgesteld:

- twee lege ‘kamers’ waar rommel ligt en die uitnodigen tot vandalisme en criminaliteit

-  leegstand van enkele appartementen (bescheiden woningen)

- er is wateropvang in de kelder; waartoe dient die? Bladeren (rottend) in het water?

- er zijn een 20tal parkeerplaatsen beschikbaar. Wat is men hiermee van plan?

- wie staat in voor het onderhoud van het groendak?

         Vallen de opgesomde gebreken onder de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemer of de architect?

 

Schepen Wouter Patho geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Van Roey heeft laten weten de problematiek met de syndicus op te nemen. De oude syndicus weigert inderdaad mee te werken. Doordat de oude syndicus plots met het noorderlicht was verdwenen, zijn toen inderdaad enkele facturen niet betaald geweest door de syndicus met afsluiting tot gevolg. De Ideale Woning, die over de meeste appartementen beschikt, neemt nu voorlopig de kosten/betalingen op zich om dit nog te voorkomen.

         Problemen die de bewoners ervaren, kunnen ze best via hun eigenaar laten weten.

         De afvoer van de terrassen is destijds een technische keuze geweest bij het ontwerp.

         Het aspect van de lege kamers zal doorgegeven worden aan De Ideale Woning.

         Het aspect van de leegstand van enkele appartementen lijkt een probleem te zijn waarbij de doelgroep niet zo groot is dan eerst werd gedacht door De Ideale Woning. De Ideale Woning zal moeten bekijken hoe ze eventueel anders in de markt kunnen worden gezet.

         Wat het water in de kelder betreft: als het over de plaats onder de verluchtingsroosters gaat, dit is geen opvangbak maar een voorziening om er voor te zorgen dat het regenwater niet rechtstreeks in de kelder loopt maar daar nog tijd krijgt om te verdampen of infiltreren.

         Over de 20 parkeerplaatsen wordt in overleg gegaan met De Ideale Woning.

         Als er water langs ramen of deuren naar binnen komt, moet dit mogelijk nog verhaald kunnen worden op de installateur. De afvoer van de terrassen is minder duidelijk.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat de architect voor het probleem moet instaan indien er met het ontwerp iets mis zou zijn.

 

Raadslid Walter Vermeylen licht toe dat er gekozen lijkt te zijn voor te smalle kanalen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat de algemene vergadering dit zal moeten bekijken met de syndicus.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat het wel een gebouw is dat in opdracht van de gemeente werd gebouwd.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019