Gemeenteraad

Maandag 26 juni 2017

 

Aanwezig

 

Voorzitter:

Harry Hendrickx

Schepenen:

Jules Mintjens, Paul Van Ham, Dries Van Dyck, Maria Vermeyen, Elisabeth Joris, Wouter Patho

Raadsleden:

Thierry van der Straten Waillet, Jan Boeckx, Wim Jordens, Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Pieter van Boxel, Dominique Defossez, Peter Lacante, Kim Geys, Beatrix Knaepkens, Sanne Van Looy, Ingrid Vrints, Paul Wens, Mieke Laenen

Secretaris:

Sven Brabants

 

Overeenkomstig artikel 27 van het gemeentedecreet verlaat Thierry van der Straten Waillet, Raadslid, vanaf punt 13 de vergadering.

Vanaf punt 14 vervoegt Thierry van der Straten Waillet, Raadslid, de vergadering.

 

 

De gemeenteraad, regelmatig bijeengeroepen door de voorzitter overeenkomstig artikel 22 van het gemeentedecreet, vergadert in het gemeentehuis op 26 juni 2017.

 

De voorzitter stelt vast dat de raad wettelijk is samengesteld.

 

De voorzitter verklaart de vergadering om 20.02 uur voor geopend voor de behandeling van de volgende punten:

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Gemeenteraad - verslag zitting van 29 mei 2017 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het verslag van de zitting van 29 mei 2017 wordt ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 33, betreffende de opmaak van de notulen.

 

Artikel 40, 1ste lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals goedgekeurd in zitting van 28 september 2015.

 

Motivering

 

De gemeenteraad stelt vast dat het ontwerp van de notulen van de gemeenteraadszitting van 29 mei 2017 correct en volledig is opgesteld.

 

Beraadslaging

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Paul Wens)

 

Artikel 1 - Het verslag van de gemeenteraadszitting van 29 mei 2017 wordt goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Jaarrekening 2016 - vaststelling

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Financieel beheerder Ingrid De Bie stelde een ontwerp van jaarrekening 2016 op.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 172 tot en met artikel 174.

 

Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Besluit van 28 februari 2013 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 augustus 2012 betreffende de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies die de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toepassen vanaf 1 januari 2013.

 

Motivering

 

Het voorliggend ontwerp van jaarrekening 2016 werd conform de desbetreffende regelgeving tijdig opgesteld en bezorgd aan de leden van de gemeenteraad.

Op dinsdag 20 juni werd er een technische toelichting gegeven bij dit document.

 

Beraadslaging

 

Schepen Jules Mintjens en financieel beheerder Ingrid De Bie geven toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet merkt op dat de verwarmingsketel van de kerk werd terugbetaald. Schepen Jules Mintjens bevestigt dit en stelt dat dit zichtbaar zal zijn in de rekening van 2017, aangezien de terugbetaling in 2017 is gebeurd.

 

Raadslid Wim Jordens licht toe dat hij vast stelt dat het ambitieniveau dat getoond wordt bij het budget sterk afwijkt van wat in realiteit wordt gerealiseerd zoals blijkt uit de jaarrekening.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat het bedrag voor het grondaandeel in het kader van PPS Oost nu ineens werd ontvangen. Hij vraagt of dit grondaandeel dan geactualiseerd is ten opzichte van wat destijds werd voorzien. Hij vraagt of dit bekeken kan worden. Schepen Jules Mintjens stelt dat hij onmiddellijk kan antwoorden: het bedrag van het grondaandeel is het bedrag dat destijds contractueel werd overeengekomen. Dat is het bedrag dat werd betaald.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat het positief is dat zuinig wordt omgesprongen met de centen. Hij geeft aan dat zijn fractie zich zal onthouden omdat ze andere beleidskeuzes gemaakt zouden hebben. Tot slot verwijst raadslid Alex Van Loon naar pagina 97 van de bundel van de jaarrekening waarin werd opgenomen dat het college van burgemeester en schepenen geen initiatief neemt in het kader van signaalgebieden. Hij vraagt hoe er dan mee wordt omgegaan.

 

Schepen Paul Van Ham antwoordt dat afgewacht wordt wat de resultaten zullen zijn van de bekkenvergaderingen.

 

De gemeenteraad besluit bij 13 ja stemmen en 10 onthoudingen (Thierry van der Straten Waillet, Wim Jordens, Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Pieter van Boxel, Ingrid Vrints, Paul Wens, Mieke Laenen)

 

Artikel 1 - De jaarrekening 2016 als volgt vast te stellen:

 

J1 doelstellingenrekening

uitgaven: 16.852.923 EUR

ontvangsten: 19.370.049 EUR

saldo:    2.517.127 EUR

 

J2 exploitatierekening

uitgaven: 14.146.646 EUR

ontvangsten: 17.451.142 EUR

saldo:   3.304.496 EUR

 

J3 investeringsrekening

uitgaven:   1.790.446 EUR

ontvangsten:  1.883.280 EUR

saldo:       92.834 EUR

 

J4 investeringsrekening afgesloten investeringsenveloppe

uitgaven:      0 EUR

ontvangsten:                         0 EUR

 

Rekening andere

uitgaven:     915.830 EUR

ontvangsten:       35.627 EUR

saldo:     880.204 EUR

 

J5 liquiditeitenrekening

budgettair resultaat:             2.517.127 EUR

gecum.budget.res.vorig dj.:  1.906.191 EUR

gecum.budget.resultaat:       4.423.317 EUR

bestemde gelden:      641.297 EUR

resultaat op kasbasis:   3.782.020 EUR

 

J6 balans

totaal activa:   58.368.700 EUR

totaal passiva:          58.368.700 EUR

 

J7 staat van opbrengsten en kosten

overschot van het boekjaar: 2.858.547 EUR

operationeel overschot:  1.045.590 EUR

financieel overschot:         961.246 EUR

uitzonderlijk overschot:     851.711 EUR

 

Artikel 2 - Neemt kennis van de toelichting bij de rekening 2016.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Patrimonium - verwerving van eigendom - PVL Holding nv en Pluym - Van Loon bvba - kosteloze grondafstand in de ontworpen wegzate van de Vroente - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 25 januari 2016 werd de verkavelingsvergunning nr. 2016/01, afgegeven aan Studiebureau Verhaert bvba namens verschillende eigenaars voor het eigendom te Malle, Haard 8 / Den Haert zn, kadastraal gekend 2e afd., sectie D, nrs. 594e2 - 594b2 - 594a2 - 594y - 594c2 - 594f2 - 595t - 595s - 595f - 595g, waarin o.a. de volgende voorwaarde werd opgenomen: 

"7° Na aanleg van de opgelegde infrastructuurwerken tot uitrusting van de verkaveling dienen de infrastructuur, uitgezonderd de rioleringsinfrastructuur en de private gronden, begrepen in de nieuwe wegzate en de groenzones, zoals in geel aangeduid op het plan ten behoeve van de grondafstand (ca. 1.354 m²) (cfr. GR-besluit d.d. 30 november 2015), voor inlijving bij het openbaar domein en met bestemming openbaar nut kosteloos aan de gemeente te worden afgestaan".

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, § 2, 12°.

 

Motivering

 

Notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel heeft, met tussenkomst van notaris Christiaan Eyskens te Weelde, het ontwerp van akte 'kosteloze grondafstand' met referte AVDM/0018/063, opgemaakt waarin de clausule betreffende de kosteloze grondafstand is opgenomen. De ontwerpakte bevat ook een clausule betreffende de overdracht van het rioleringsstelsel aan Pidpa.

 

Er werd een opmetingsplan opgemaakt door landmeter Paul Verhaert te Grobbendonk op 12 mei  2015.

 

Ons bestuur zal ingevolge de grondafstand duizend driehonderd vierenvijftig vierkante meter (1.354 m²) grond in de ontworpen wegzate van de Vroente, aangeduid als lot A op het verkavelingsontwerp, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

De akte wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd en tot aanvaarding van de af te stane grond. De infrastructuurwerken werden reeds uitgevoerd, doch werden nog niet voorlopig aanvaard.

 

De gemeenteraad duidt een persoon aan welke, bij sterkmaking namens de gemeente Malle, zal optreden bij het verlijden van de notariële akte.

Volgende medewerkers van het notariskantoor van notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel worden voorgesteld:

Mevrouw Mariën Lynn Ingrid Roger, wonende te 2310 Rijkevorsel, Hoge-Heideweg 7;

Juffrouw Aertsen Evelien, wonende te 2990 Wuustwezel, Sint Lenaartseweg 190;

Mevrouw Van De Mierop An, wonende te 2310 Rijkevorsel, Stevennekens 17.

 

Beraadslaging

 

Schepen Paul Van Ham geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat zijn fractie zich zal onthouden bij de stemming, conform eerder stemgedrag.

 

De gemeenteraad besluit bij 20 ja stemmen en 3 onthoudingen (Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Mieke Laenen)

 

Artikel 1 – De afstand ten kosteloze titel, aan de gemeente Malle, door PVL Holding nv en Pluym - Van Loon bvba, van de grond begrepen in de ontworpen wegzate van de Vroente, aangeduid als lot A op het plan opgemaakt door landmeter Paul Verhaert te Grobbendonk op 12 mei 2015, kadastraal gekend 2e afd., sectie D, deel van nrs. 595g - 595f - 594x2 - 594w2 - 595s - 595t, met een oppervlakte van duizend driehonderd vierenvijftig vierkante meter (1.354 m²), wordt aanvaard, na voorlopige aanvaarding van de infrastructuurwerken.

 

Artikel 2 – De grond wordt aanvaard voor inlijving bij het openbaar domein en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – Het ontwerp van akte 'kosteloze grondafstand' met referte AVDM/0018/063, opgemaakt door notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel, met tussenkomst van notaris Christiaan Eyskens te Weelde, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4 – De grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – Volgende medewerkers van het notariskantoor van notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel worden aangeduid om bij sterkmaking, namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte:

Mevrouw Mariën Lynn Ingrid Roger, wonende te 2310 Rijkevorsel, Hoge-Heideweg 7;

Juffrouw Aertsen Evelien, wonende te 2990 Wuustwezel, Sint Lenaartseweg 190;

Mevrouw Van De Mierop An, wonende te 2310 Rijkevorsel, Stevennekens 17.

 

Artikel  6 – De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – De kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte zijn ten laste van de verkavelaar (afstanddoener).

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Patrimonium - verwerving van eigendom - Danneels Projects nv - kosteloze grondafstand in de ontworpen wegzate van de voetweg aan de Oude Meirstraat - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 31 oktober 2016 werd de verkavelingsvergunning nr. 2016/15, afgegeven aan Danneels Projects nv nms. familie Mertens voor het eigendom te Malle, Oude Meirstraat zn, kadastraal gekend 2e afd., sectie D, nr410c - 426b, waarin o.a. de volgende voorwaarde werd opgenomen:

"6° Het gedeelte van het eigendom begrepen in de voorziene voetweg, aangeduid als lot 4 en met een oppervlakte van 150 m², dient voor inlijving bij het openbaar domein en met bestemming openbaar nut kosteloos aan de gemeente te worden afgestaan".

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, § 2, 12°.

 

Motivering

 

Notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel heeft het ontwerp van akte 'kosteloze grondafstand' met referte SVH/12118/005, opgemaakt.

 

Er werd een opmetingsplan opgemaakt door landmeter Jo Schillebeeckx op 4 augustus 2016.

 

Ons bestuur zal ingevolge de grondafstand honderdvijftig vierkante meter (150 m²) grond in de ontworpen wegzate van de voorziene voetweg, aangeduid als lot 4 op het verkavelingsontwerp, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

Deze voetweg staat aangeduid op het bijzonder plan van aanleg 'De Haard - Meir nr. 1ter -deel A' goedgekeurd op 28 april 1980.

 

De gemeenteraad duidt een persoon aan welke, bij sterkmaking namens de gemeente Malle, zal optreden bij het verlijden van de notariële akte.

 

Volgende medewerkers van het notariskantoor van notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel worden voorgesteld:

juffrouw Aertsen Evelien, wonende te 2990 Wuustwezel, Sint Lenaartseweg 190;

juffrouw Van Riel Hanne, wonende te 2960 Sint-Lenaarts, Klein Veerle 64B;

de heer Urkens Maarten Eugeen Margarita, wonende te 2460 Kasterlee (Lichtaart), Zomerplein 2;

mevrouw Huybrechts Cindy, wonende te 2310 Rijkevorsel, Appelstraat 6.

 

Beraadslaging

 

Schepen Paul Van Ham geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 – De afstand ten kosteloze titel, aan de gemeente Malle, door Danneels Projects nv, van de grond begrepen in de ontworpen wegzate van de voorziene voetweg, aangeduid als lot 4 op het plan opgemaakt door landmeter Jo Schillebeeckx op 4 augustus 2016, kadastraal gekend 2e afd., sectie d, nr. 401c/deel, met een oppervlakte van honderdvijftig vierkante meter (150 m²), wordt aanvaard.

 

Artikel 2 – De grond wordt aanvaard voor inlijving bij het openbaar domein en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – Het ontwerp van akte kosteloze grondafstand met referte SVH/12118/005, opgemaakt door notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4 – De grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – Volgende medewerkers van het notariskantoor van notaris Philippe Verlinden te Rijkevorsel worden aangeduid om bij sterkmaking, namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte:

juffrouw Aertsen Evelien, wonende te 2990 Wuustwezel, Sint Lenaartseweg 190;

juffrouw Van Riel Hanne, wonende te 2960 Sint-Lenaarts, Klein Veerle 64B;

de heer Urkens Maarten Eugeen Margarita, wonende te 2460 Kasterlee (Lichtaart), Zomerplein 2;

mevrouw Huybrechts Cindy, wonende te 2310 Rijkevorsel, Appelstraat 6.

 

Artikel  6 – De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – De kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte zijn ten laste van de verkavelaar (afstanddoener).

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Ruimtelijke Planning - voorontwerp RUP 'zonevreemde recreatie' - voorlopige vaststelling

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 24 mei 2006 werd in het Vlaams Parlement een voorstel van resolutie aangenomen betreffende het voortbestaan van kampplaatsen. Met deze resolutie wilden de indieners aansluiten bij wat in het Vlaamse regeerakkoord van 2004 werd afgesproken in het hoofdstuk 'Ruimte voor jongeren'. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nam deze doelstelling op.

 

In het verleden waren jeugdverblijfcentra beperkt tot woonzones (rode zones) of verblijfs- recreatiezones (oranje zones) volgens de bestemming van het gewestplan van 1977. De Vlaamse overheid heeft haar standpunt over de zonering van jeugdverblijfcentra in 2013 herzien, ze zijn voortaan ook vergunbaar in zones voor openbaar nut (blauw).

 

Op 11 mei 2015 gaf het college van burgemeester en schepenen principiële goedkeuring om over te gaan tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) met het oog op het verhelpen van de zonevreemdheid van en het bieden van een ruimtelijk ontwikkelingskader voor de jeugdsites Vierwinden en Sint-Jansburg.

 

Behalve deze jeugdverblijfcentra, zijn er ook nog de voetbalterreinen van KVK Westmalle langs de Schepersdijk. De club telt in 2015-2016 zo'n 310 leden, met 18 ploegen, het is een sportvereniging in volle groei en uitbreiding. De huidige voorzieningen zijn dus niet enkel verouderd, de capaciteit is momenteel onvoldoende.

 

Reeds op 16 november 1999 werd er door het college van burgemeester en schepenen een gemeentelijke inventaris opgemaakt met zonevreemde jeugd-, sport- en recreatieterreinen. Hierin werden KVK Westmalle en Sint-Jansburg opgenomen. Het doel van de inventaris was de opmaak van een sectoraal BPA, om het zonevreemde statuut van deze terreinen te verhelpen.

 

In dat opzicht werd op 14 december 1999 door het college van burgemeester en schepenen aan IGEAN dienstverlening de opdracht toegewezen om het 'BPA Schepersdijk' op te maken. Deze opdracht ging van start, maar liep in 2001 vast. Er werd geen antwoord geboden op de zonevreemdheid van de sites.

 

Op 4 april 2016 besliste het college van burgemeester en schepenen om de reikwijdte van de opdracht van 11 mei 2015 uit te breiden, door ook het deelgebied KVK Westmalle op te nemen in dit RUP. Dit met het oog op de planwijziging van agrarisch gebied naar recreatiegebied van een bestaand voetbalterrein en een bestaande parking.

 

Op 19 december 2016 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met het voorontwerp RUP en gaf opdracht aan IGEAN dienstverlening om de goedkeuringsprocedure aan te vatten, met als eerste stap de organisatie van de plenaire vergadering.

 

Op 22 februari 2017 werd de plenaire vergadering georganiseerd, waarbij volgende instanties werden verzocht een advies te geven op het voorontwerp-RUP:

         GECORO Malle

         Agentschap Onroerend Erfgoed

         Agentschap Natuur en Bos

         Agentschap Ruimte Vlaanderen

         Agentschap Toerisme Vlaanderen

         Agentschap Sport Vlaanderen

         Departement Landbouw en Visserij

         Departement Mobiliteit en Openbare Werken

         Vlaamse Milieumaatschappij

         Provincie Antwerpen.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42-43.

 

Koninklijk besluit van 30 september 1977, dat het gewestplan van Turnhout vaststelt en verschillende bodembestemming vastlegt op het grondgebied van Malle.

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009, artikelen 2.2.13., §1, dat de modaliteiten rond adviesverlening en de plenaire vergadering regelt.

 

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), definitief vastgesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997, dat een visie omschrijft van de gewenste ruimtelijke structuur in Vlaanderen. Herziening van het RSV, definitief vastgesteld op 17 december 2010 en bekrachtigd, wat de bindende bepalingen betreft, bij decreet van 25 februari 2011.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 oktober 2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke plannen van aanleg.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010, dat het actieplan goedkeurt voor de zonevreemde jeugdverblijven.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 2013, dat akkoord gaat met het plan van aanpak voor de zonevreemde jeugdverblijven.

 

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS), definitief vastgesteld door de gemeenteraad van 19 december 2005 en goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 2 maart 2006.

 

Artikel 2.2.13 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van kracht sedert 1 september 2009, betreffende de organisatie van een plenaire vergadering bij opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Artikel 4.2.6 §1 van het Plan-MER-decreet, betreffende de plan-MER-plicht bij opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. ‘Zonevreemde recreatie’ (SCRPL16298) en de verkregen adviezen. Het onderzoek naar Plan-MER-Plicht en de behandeling van de adviezen zijn opgenomen in hoofdstuk 10 en 11 van de toelichtingsnota.

 

Artikel 2.2.14 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van 15 mei 2009, betreffende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Motivering

 

De deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle zijn onderhevig aan de bepalingen van het gewestplan Turnhout. Voor deze 3 deelgebieden bestaat er een nood aan de wijziging van de planologische context. Het GRS duidt Vierwinden en Sint-Jansburg aan als 'toeristische trekpleister' en KVK Westmalle als 'recreatief steunpunt' (sportpool). De voorschriften van het nieuwe RUP zullen de voorschriften van het gewestplan vervangen.

 

De 2 jeugdverblijfsites, met daarop 3 jeugdverblijfcentra, onder de noodzaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) omdat ze zonevreemd zijn of een wijziging van het planologisch kader nodig hebben om hun activiteiten te kunnen laten voortbestaan en ook uitbreiden. Deze sites zijn:

         Sint-Jansburg, Heikantstraat 22 in Westmalle

          De Burcht, erkend als jeugdverblijfcentrum type C;

          De Schildknaap, erkend als jeugdverblijfcentrum type B.

         Vierwinden, Turnhoutsebaan 117-119 in Oostmalle

          Erkend als jeugdverblijfcentrum type B;

          VZW Ter Loke is sinds 2014 naakte eigenaar.

Beide faciliteiten zijn aangesloten bij het Centrum voor Jeugdtoerisme vzw (CJT).

 

Behalve deze jeugdverblijfcentra, zijn er ook nog de voetbalterreinen van KVK Westmalle langs de Schepersdijk. De club telt in 2015-2016 zo'n 310 leden, met 18 ploegen, het is een sportvereniging in volle groei en uitbreiding. De huidige voorzieningen zijn dus niet enkel verouderd, de capaciteit is momenteel onvoldoende.

 

In toepassing van artikel 2.2.13 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van kracht sedert 1 september 2009, dient er bij opmaak van een RUP een plenaire vergadering te worden georganiseerd. Deze ging door op 22 februari 2017.

 

In het kader van de plenaire vergadering van 22 februari 2017 werden volgende adviezen ontvangen:

 

         GECORO gemeente Malle, van 24 januari 2017:

          Geeft een gedeeltelijk gunstig advies:

          Vierwinden: gunstig,

          KVK Westmalle: gunstig,

          Geeft een gedeeltelijk ongunstig advies:

          Sint-Jansburg: ongunstig wegens wenselijk uitdoofbeleid ter bescherming van de landschappelijke waarde van de omgeving met voorstel tot herlokalisatie naar de dorpskern.

 

         Agentschap Onroerend Erfgoed, van 7 februari 2017:

          Geeft een gunstig advies, mits opmerkingen:

          Vierwinden: gunstig,

          Sint-Jansburg: gunstig, doch hier wenst men in de voorschriften "overige zone" te nuanceren dat er bij plaatsing van speeltoestellen geen negatieve effecten op het omliggende landschap mogen ontstaan,

          KVK Westmalle: gunstig.

          Overigens moeten verwijzingen naar het verouderd archeologiedecreet van 1993 worden aangepast naar het vernieuwde onroerenderfgoeddecreet van 1 juni 2016 en moet de synthesetabel over de bestaande juridische toestand volgende elementen bevatten:

          Vastgestelde archeologische zones,

          Beschermde archeologische zones,

          Gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.

 

         Agentschap Sport Vlaanderen, van 25 januari 2017:

          Geeft een gunstig advies, mits aanmerkingen:

          Er kan worden bekeken of er een Finse piste, fitometer, ... kan worden opgenomen in het plangebied,

          Men stelt zich vragen waarom modelvliegclub Tornado niet werd opgenomen.

 

         Agentschap Toerisme Vlaanderen, van 13 februari 2017:

          Geeft een gunstig advies, zonder opmerkingen.

 

         Agentschap Natuur en Bos, van 31 januari 2017:

          Geeft een gunstig advies, met volgende aanmerkingen:

          Vierwinden:

         Het speelbos heeft een beperkte natuurwaarde. Het is raadzaam om de bestemmingscategorie van natuur naar recreatie te wijzigen. Ook in de ruimtebalans moet dit worden aangepast.

         Er dient een toegankelijkheidsregeling uitgewerkt te worden voor het speelbos.

          Sint-Jansburg:

         Er dient een toegankelijkheidsregeling uitgewerkt te worden voor het speelbos.

         De bestemming van het speelbos is wel degelijk recreatie. De regeling rond ontbossing blijft onverminderd van toepassing.

          KVK Westmalle:

         Het verleggen van de waterloop dient op een natuurtechnische wijze te gebeuren.

 

         Provincie Antwerpen, van 7 februari 2017:

          Maakt tijdens de plenaire vergadering volgende opmerkingen:

          Vierwinden:

         De provincie stelt zich vragen bij het niet opnemen van de strook tussen de huidige afbakening van het RUP en de Turnhoutsebaan, vermits de daar gelegen gebouwen van het jeugdverblijfcentrum samen met het RUP één ruimtelijk geheel vormen.

De gemeente beargumenteerd dat dit weloverwogen is. De huidige activiteiten zijn echter niet zonevreemd, waardoor een bestemmingswijziging niet noodzakelijk is. Bovendien biedt de huidige bestemming (woongebied) het breedste spectrum aan toekomstmogelijkheden. Hoewel het wenselijk is de jeugdverblijfsaccommodatie op deze locatie nog lange tijd in stand te houden, kan op termijn wel overwogen worden een deel van de strook voor andere doeleinden (bv. wonen) te gebruiken.

          Sint-Jansburg:

         De visie van het GRS over dit deelgebied (behouden bosstructuur) moet beter vertaald worden in de voorschriften van het RUP,

         Onderzoek naar maatregelen die de impact van het project beperken, zodat de draagkracht van het gebied zeker niet wordt overschreden, lijken noodzakelijk.

De gemeente argumenteert dat hier reeds veel aandacht aan besteed is. Zo worden alle gebouwen, op de conciërgewoning na, geconcentreerd in één beperkte bouwzone. De inplanting van de gebouwen moet ook zo gekozen worden dat zo min mogelijk bomen gekapt dienen te worden. IGEAN vult aan dat de keuze voor de conciërgewoning langs de straat op voldoende afstand van de verblijfsaccommodatie ook te maken heeft met de gewenste privacy van de bezoekers en de conciërge. Ook naar inbraak en vandalisme is situeren van de woning langs de openbare weg het meest wenselijk.

          KVK Westmalle:

         De provincie vraagt om een punt 'Integraal Waterbeheer' op te nemen in de algemene voorschriften van dit deelgebied.

         Er moet worden nagegaan welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden.

         De provincie wijst erop dat zij bevoegd is voor de waterloop die door het plangebied loopt. Het terug openleggen van de waterloop wordt als positief ervaren. Bij het verleggen dient wel voldoende aandacht besteed te worden aan de impact op de lokale waterhuishouding. Hiervoor kan contact opgenomen worden met de dienst waterbeleid van de provincie.

IGEAN stelt dat het zal nagaan of er buurtwegen aanwezig zijn. De gemeente stelt voor om de wegenis te schrappen uit het plangebied van het RUP, vermits hier toch geen ingrepen moeten plaatsvinden.

 

         Agentschap Ruimte Vlaanderen, van 21 februari 2017:

          Maakt tijdens de plenaire vergadering volgende opmerkingen:

          Vierwinden:

         Het domein wordt niet vermeld in het GRS, doch dit hoeft geen probleem te zijn.

         Er wordt in vraag gesteld of de parking meestal leeg zal staan en dat deze daarom best gecombineerd wordt met een andere functie (bv. boomgaard). Dit kan in de voorschriften opgenomen worden.

         Het is aanbevolen de voorschriften van de oude verkaveling te vervangen door de algemeen geldende normen voor woongebied volgens het gewestplan.

De gemeente kan zich vinden in deze opmerkingen.

          Sint-Jansburg:

         De intekening van deze zone als HAG is waarschijnlijk te wijten aan een nauwkeurigheidsfout bij het intekenen. Het gebruik is al vele jaren hetzelfde en mag niet gehypothekeerd worden door de bestemming.

         Er wordt gesuggereerd om de aangrenzende weekendverblijven mee op te nemen in het RUP, om zo meer drukkingsmiddelen te hebben om een uitdoving te kunnen bereiken.

         Er wordt vermeld dat Ellen Van de Water de voorbije jaren gewerkt heeft rond zonevreemde recreatie.

De gemeente argumenteert dat er lokaal een actief opvolgings- en uitdoofbeleid  wordt gevoerd waardoor het merendeel van de verblijven van de voorbije jaren reeds verdwenen is. Een opname is dus niet vereist. Overigens meldt de gemeente dat het mede door de impuls van Ellen Van de Water is dat de gemeente dit RUP heeft opgestart.

          KVK Westmalle:

         Het te herbestemmen gebied is waterziek en er wordt in vraag gesteld of het ooit wel als volwaardig speelveld zou gebruikt kunnen worden.

         Er kan geen sprake zijn van een ophoging van het meest westelijke veld en dit moet opgenomen worden in de voorschriften van het plangebied.

         Er stelt zich geen probleem wanneer het achterliggende veld wordt herbestemd, omdat het gaat over een bestendiging van de huidige situatie en het terrein zou in principe zonder al te veel ingrepen opnieuw omgevormd kunnen worden naar landbouwactieve zone.

         Men stelt in vraag of het haalbaar is om de waterloop te verplaatsen.

IGEAN en Malle zijn van mening dat het bovengronds brengen van de waterloop een oplossing kan bieden voor de waterproblemen in het betreffende veld. Dit wordt verder onderzocht in samenspraak met de provincie. De waterloop is verder zeer smal en staat in de zomer droog, een verlegging lijkt in dat opzicht haalbaar.

 

         Vlaams Milieumaatschappij (VMM), van 17 januari 2017:

          Meldt dat zij geen advies zullen geven.

 

         Departement Landbouw en Visserij, van 23 januari 2017:

          Geeft een gedeeltelijk gunstig advies:

          Vierwinden: gunstig,

          Sint-Jansburg: gunstig omdat het historisch een bebost perceel betreft dat overigens sedert 1939 wordt gebruikt voor gelijkaardige activiteiten.

          Geeft een gedeeltelijk ongunstig advies:

          KVK Westmalle: ongunstig wegens diep doordringen in het herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Men stelt in vraag of het wel een hoofdzakelijk vergund complex betreft. Men vraagt om een betere verantwoording voor de inname van dit HAG en aanduiding van een compensatiegebied dat aansluit bij grotere agrarische structuren.

 

         Departement Mobiliteit en Openbare Werken:

          Geeft geen advies, bijgevolg kan aan deze adviesvereiste voorbijgegaan worden.

 

Op 16 mei 2017 ontving de gemeente Malle het verslag van de plenaire vergadering van 22 februari 2017 en het voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De dienst LNE werd daarop verzocht om een ontheffing van de verplichting tot opmaak van een plan-MER. Het onderzoek naar Plan-MER-plicht en de behandeling van de adviezen werden opgenomen in hoofdstuk 10 en 11 van de toelichtingsnota.

 

Op 18 mei 2017 besliste de dienst MER over de plan-MER-plicht van het RUP 'Zonevreemde recreatie' te Malle.

Men concludeert dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.

De beslissing en de screeningsnota werden tevens gepubliceerd op de website van het departement Landbouw, Natuur en Energie in de ‘dossierdatabank’ onder het nr. SCRPL16298.

 

Op 12 juni 2017 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van:

         het verslag van de plenaire vergadering over het voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie' van 22 februari 2017, opgemaakt op 10 maart 2017,

         de plan-MER-ontheffing van 18 mei 2017 door de Vlaamse dienst Milieueffectenrapportage, met als kenmerk Omg/MER/SCRPL16298.

Daarnaast werd er goedkeuring gegeven aan het voorontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie', met inbegrip van:

         de ontwerp-toelichtingsnota, versie 'mei 2017',

         de ontwerp-stedenbouwkundige voorschriften voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle,

         de bestaande en juridische toestand voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle,

         de ontwerp-grafische plannen voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle,

waarin de adviezen van de plenaire vergadering van 22 februari 2017 werden verwerkt.

 

In toepassing van artikel 2.2.14 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt het voorontwerp van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad. Op 12 juni 2017 gaf het college van burgemeester en schepenen goedkeuring aan het voorontwerp RUP 'zonevreemde recreatie' en besloot dit voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Beraadslaging

 

Schepen Paul Van Ham geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat de GECORO een voorwaardelijk ongunstig advies heeft gegeven. Hij vraagt hoe hiermee wordt omgegaan.

 

Schepen Paul Van Ham antwoordt dat de volledige site van Sint-Jansburg in bos ligt, wat maakt dat een uitdoofbeleid ten voordele van landbouw niet zinvol is. Sint-Jansburg is historisch gesitueerd op deze locatie, nog van voor het gewestplan in werking trad. Het gewestplan heeft geen rekening gehouden met de destijds aanwezige én vergunde activiteiten. Gezien de excentrische ligging, biedt deze plek net een bijzondere kwaliteit voor jeugdactiviteiten. Er is ruimte voor sport en spel, zonder hinder te veroorzaken naar de omgeving. Wanneer deze activiteiten zich zouden ontplooien in de kern, zal er snel sprake zijn van hinder. Dit zowel op vlak van mobiliteit (bv. autocars) als lawaai. Tevens is het volgens het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan een site die werd gemarkeerd als zonevreemd toeristisch attractiepunt inzake recreatie/toerisme. Het betreft 2 erkende jeugdverblijven, zijnde de Burcht en de Schildknaap. Behoud en bestendiging middels een RUP is aangewezen. Op deze manier kan men de gebouwen op termijn aanpassen aan de hedendaagse normen en behoeften en wordt de toekomst van dit complex gewaarborgd.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of het advies omwille van juridische redenen niet weerlegt moet worden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat het antwoord van schepen Paul Van Ham in de notulen mee wordt opgenomen en op die manier het advies van de GECORO weerlegt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - Het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie'  versie 'mei 2017', zoals opgemaakt door IGEAN diensverlening, voorlopig vast te stellen, met inbegrip van:

         het verslag van de plenaire vergadering over het voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie' van 22 februari 2017, opgemaakt op 10 maart 2017;

         de plan-MER-ontheffing van 18 mei 2017 door de Vlaamse dienst Milieueffectenrapportage, met als kenmerk Omg/MER/SCRPL16298;

         de toelichtingsnota met MER-screening, met weergave van de bestaande en feitelijke toestand, de relatie met het RSV, het provinciaal ruimtelijk structuurplan en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een lijst van voorschriften die strijdig zijn met het voormelde RUP en die worden opgeheven, het register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie;

         de stedenbouwkundige voorschriften voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle;

         de bestaande en juridische toestand voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle;

         de grafische plannen voor de deelgebieden Vierwinden, Sint-Jansburg en KVK Westmalle.

 

Artikel 2 - Het voorlopig vastgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan 'Zonevreemde recreatie' onmiddellijk op te sturen naar de deputatie van de Provincie Antwerpen, het Departement Omgeving en naar de Vlaamse Regering.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Reglement skateterrein Westmalle - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De toestellen op het nieuwe skateterrein in Westmalle worden in de loop van de maand juli geplaatst.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42-43.

 

Motivering

 

Het nodige reglement, dat ter plaatste op een infobord zal voorzien worden, dient hiervoor nog goedgekeurd te worden.

 

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig agendapunt en nodigt de raadsleden op 28 juli 2017 uit voor de inhuldiging.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - Goedkeuring te hechten aan navolgend reglement dat bij het skateterrein in Westmalle op een infobord zal worden geplaatst:
 

REGLEMENT SKATETERREIN WESTMALLE

 

1. Het skateterrein is vrij toegankelijk van 9.00 tot 22.00 uur.

 

2. Enkel inlineskates, skateboarden, steps en bmx'en zonder pegs zijn op de toestellen toegelaten, dus niet de fiets.

 

3. Draag zorg voor je veiligheid. Het dragen van beschermkledij (helm, pols-, elleboog- en kniebeschermers) is verplicht.

 

4. Houd de veiligheidszones rond de toestellen vrij. Plaats geen eigen toestellen of attributen op het terrein.

 

5. Zorg voor een positieve sfeer en laat iedereen aan bod komen.

 

6. Denk aan de buren en maak geen onnodig lawaai. Het afspelen van muziek via een muziekinstallatie is verboden.

 

7. Hou het terrein proper en gooi afval in de voorziene vuilnisbakken.

 

8. Gemotoriseerde toestellen en (huis)dieren zijn ten strengste verboden op het skateterrein.

 

9. Help elkaar bij ongevallen. In de sporthal vind je een EHBO-koffer. Verwittig de hulpdiensten (icoontje telefoon 112) bij een ernstig ongeval.

 

10. Het college van burgemeester en schepenen kan steeds de toegang weigeren aan personen en hen de toegang voor een bepaalde periode ontzeggen bij het niet-naleven van dit reglement, bij verstoring van de orde of bij het toebrengen van beschadigingen aan de toestellen, het openbaar groen of de omgeving.

 

Defect of probleem?

Contacteer de zaalwachter

0473 93 94 91

sporthal@malle.be

of

de dienst jeugd

03 310 05 86

jeugd@malle.be

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Gemeentelijke basisschool De Horizon - algemene afsprakennota - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

In september 2009 werd een algemene afsprakennota goedgekeurd voor GBS De Horizon. Dit is een verplicht document, waarin alle afspraken met betrekking tot de functionerings- en evaluatiecyclus voor het onderwijspersoneel van onze gemeentelijke basisschool staan beschreven. In het oorspronkelijk goedgekeurde document van 2009 werd nog geen invulling gegeven aan het laatste hoofdstuk (hoofdstuk 9: Evaluatiegesprekken).

Dit werd later aangevuld door de scholengemeenschap, maar kreeg nog geen formele bevestiging van de gemeenteraad.

De algemene afsprakennota werd voorgelegd aan het afzonderlijk hoog comité van 19 juni 2017.

In het protocol wordt goedkeuring gehecht aan de vernieuwde afsprakennota.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 57.

 

Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositieregeling van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, hoofdstukken Vbis en Vter.

 

Besluit Vlaamse Regering van 10 juni 1997 houdende de taken die niet in de functiebeschrijvingen van het personeel in het basisonderwijs kunnen worden opgenomen.

 

Motivering

 

Het bestuur hecht belang aan een goed functionerings- en evaluatiebeleid voor al haar personeelsleden. Ze wenst dan ook alle formaliteiten rond de functionerings- en evaluatiecyclus voor haar gemeentelijke basisschool in orde te hebben.

 

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - Onderstaande algemene afsprakennota voor de gemeentelijke basisschool De Horizon goed te keuren: 

 

Algemene afspraken

 

Hoofdstuk 1 : Algemene inhouden

 

1.1. Situering

Uit regelgeving:

         ‘functiebeschrijvingen staan in het kader van de begeleiding van het personeel’

         ‘… zijn een constructief en positief beleidsinstrument’

         ‘… zijn voor scholen een middel tot autonoom personeelsbeleid’

         ‘… met het oog op verstrekken van kwaliteitsvol onderwijs’

         ‘functiebeschrijvingen zijn een element in de coaching van personeel’.

 

Het mag duidelijk zijn: de functiebeschrijvingen, de functioneringsgesprekken en de evaluatie zijn niet enkel in het leven geroepen om slecht functionerende personeelsleden te sanctioneren. Integendeel, ze zijn bedoeld als formele instrumenten om het individuele personeelslid te begeleiden in zijn groei naar krachtiger functioneren.

In zeldzame gevallen zal het voor schoolbesturen nodig zijn om sanctionerend in te grijpen, op voorwaarde dat alle voorgaande stappen met zorg en in overeenstemming met de regelgeving aangepakt werden.

 

1.2. Coaching, een continu proces

De komst van de functiebeschrijvingen en de daarbij aansluitende functioneringsgesprekken kunnen de indruk wekken dat daarmee de cyclus van coaching rond is: formele instrumenten in een strak juridisch kader.

 

Niets is minder waar : We denken hierbij aan een rijk scala van begeleidingsinitiatieven die hun plaats moeten krijgen in de begeleiding van het personeel. De snelle onderwijskundige evoluties (juridisch kader) waarin scholen werken, vragen om personeel dat gedurende een hele loopbaan bijblijft. Nascholing is daarbij een hulpmiddel, maar het zal vooral de kwaliteit van de permanente coaching zijn, die medewerkers competent en gemotiveerd zal houden.

 

1.3. In relatie tot een integraal personeelsbeleid

Coaching, van de opmaak van de functiebeschrijving tot de evaluatie, maakt nog geen personeelsbeleid. Vele andere facetten zijn van even groot belang. We denken hierbij aan een doordachte selectie van personeel, keuzes TADD, vaste benoemingen en reaffectatie binnen de scholengemeenschap. 

 

Verder spelen ook de werking van het personeelssecretariaat, het onthaal, het arbeidsreglement, de communicatie, enzovoort een rol. Ze staan niet los van elkaar. Bij het uitwerken van de hele strategie rond functiebeschrijvingen, functionerings- en evaluatiegesprekken zal men dan ook de samenhang met andere aspecten van het personeelsbeleid moeten bewaken. 

 

1.4. Competenties

Wij kiezen er bewust voor om de competenties niet op te nemen in de functiebeschrijvingen.

Competenties vormen de voorwaarden om de functie naar behoren te kunnen uitvoeren.

Lijsten van competenties zijn echter wel bijzonder nuttig bij het werven van personeel. 

 

1.5. Doelen

Met deze bundel “Algemene afspraken” streven we enkele doelen na:

         in orde met de regelgeving;

         procedureel in orde;

         verankering in het arbeidsreglement;

         krachtig  instrument binnen de coaching;

         ingebed in een integraal personeelsbeleid;

         aanzet om te werken op maat van de eigen situatie;

         hulp om efficiënt te werken, beperking planlast;

         met betrokkenheid van alle actoren, in het bijzonder de schoolbesturen en de teams;

         in relatie tot de scholengemeenschap daar waar mogelijk.

 

1.6. Algemene afspraken

Om het uitwerken van de functiebeschrijvingen correct te laten verlopen, moeten er vooraf enkele afspraken worden gemaakt i.v.m. :

         overleg over aanpak.

         opmaken van algemene afspraken.

         aanwijzen van de eerste en de tweede evaluator.

         rol van de tweede evaluator.

         functiebeschrijvingen voor aanstellingen tot en met 104 dagen.

         opmaken van de algemene modellen.

         procedure opstellen functiebeschrijving.

         functioneringsgesprekken : wat en hoe.

         evaluatie : wat en hoe.

 

Hoofdstuk 2 : Definities en begrippen

 

Voor de toepassing van deze “Algemene afspraken” wordt verstaan met:

 

1)      Het schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de sch(o)ol(en) van de gemeente, nl. de gemeenteraad. Inzake daden van beheer is het college van burgemeester en schepenen bevoegd.

2)      De directeur: de persoon die door het schoolbestuur met de dagelijkse leiding van de onderwijsinstelling is belast, of zijn vervanger en desgevallend de adjunct-directeur.

3)      De pedagogische begeleidingsdienst: de dienst belast met de externe ondersteuning van de betrokken onderwijsinstellingen volgens het eigen pedagogisch concept, onder meer bij het opstellen van het schoolwerkplan, het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit, het stimuleren van initiatieven ter versterking van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden.

4)      De ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben.

5)      De leerlingen: de jongeren die als regelmatige leerling zijn ingeschreven in een onderwijsinstelling.

6)      Het dienstorder: een opdracht en/of mededeling, uitgaande van hetzij het schepencollege, hetzij een andere bevoegde ambtenaar, hetzij de directeur, die bepalingen van interne orde op een dwingende wijze vastlegt.

7)      De vestigingsplaats: een gebouw of gebouwencomplex waarin een school of een gedeelte van een school is gehuisvest.

8)      Opdracht: Met de opdracht van een personeelslid worden alle taken bedoeld die men uitvoert, ook de taken die thuis worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld voorbereidingen en verbeteringen, verslagen, enz…

9)      Schoolopdracht: De schoolopdracht is het grootste deel van de opdracht : namelijk die taken die men in schoolverband uitvoert, zijnde de hoofdopdracht en andere bijkomende taken. Een functiebeschrijving kan niet in strijd zijn met de onderwijswetgeving, met de prestatieregeling van het personeel of met de bepalingen van het arbeidsreglement.

10)  Hoofdopdracht: De hoofdopdracht is het grootste deel van de schoolopdracht. Voor een leerkracht is dat in principe de lesopdracht ; voor het paramedisch personeel is dat in principe de kindgebonden opdracht.

11)  ABOC: Syndicaal orgaan op het niveau van het schoolbestuur. Hier onderhandelt men – in relatie tot de hier beschreven materie, de algemene afspraken, zowel naar strategie als naar inhoud én ook de aanpassing van het arbeidsreglement.

12)  Billijke verdeling: Zorgen dat de schoolopdracht voor elk personeelslid gelijk, of quasi gelijk, is, overeenkomstig zijn of haar opdrachtbreuk. Hierbij rekening houdend met de hoofdopdracht, vertegenwoordiging in buitenschoolse organen, de capaciteiten, enz. Het gaat hier in feite om een ‘eerlijke’ of ‘evenwichtige’ verdeling onder de collega’s die voor een bepaalde opdracht in aanmerking komen.

13)  Negatieve lijst: Lijst van taken, die niet in de functiebeschrijving mogen opgenomen worden.

14)  Directiecomité: Comité dat in leven is geroepen op het niveau van de scholengemeenschap De Voorkempen en bestaat uit de directeurs van de scholen van de scholengemeenschap en een aangeduide secretaris bv. stafmedewerker scholengemeenschap.

15)  Beheerscomité: Comité op niveau van de scholengemeenschap dat bestaat uit de directies van elke school, de Schepen van onderwijs van elke gemeente en een aangeduide secretaris bv een administratief medewerker van een gemeentebestuur.

16)  Officiële inspraakorganen: ABOC, Schoolraad, Medezeggenschapscollege, OCSG

17)  Schoolgerelateerde organen: Elke school kan het nodig achten zich te laten vertegenwoordigen in diverse organen, voor zover de statuten van dit orgaan dit toelaten. Voorbeelden: sportraad van de gemeente, jeugdraad, buitenschools initiatief kinderopvang,

18)  Personeelscategorieën:

         bestuurs- en onderwijzend personeel

         beleids- en ondersteunend personeel

         paramedisch personeel

19)  Ambten:

         directeur

         administratief medewerker

         kleuteronderwijzer

         onderwijzer

         leermeester LO (lichamelijke opvoeding)

         leermeester LBV (levensbeschouwelijke vakken)

         zorgcoördinator

         ICT-coördinator

         kinderverzorger

20)  Functies:

         beleidsondersteuner

         stafmedewerker

         titularis

         zorgbegeleider en zorg +

         GOK-leerkrachten en GOK +

         taakleerkracht

         kleuterturnen

         ambulant/BPT (bijzondere pedagogische taken)

         LO (lichamelijke opvoeding)

         mentor

 

Hoofdstuk 3 : Algemene afspraken

 

3.1. Scholengemeenschap De Voorkempen, instellingsnr: 119181

Scholengemeenschap ‘De Voorkempen’ bestaat uit de volgende scholen en hun Inrichtende Machten:

         Gemeentelijke Basisschool Brecht, De Sleutelbloem, IM Brecht : instellingsnr. 007781

         Gemeentelijke Basisschool Malle, De Horizon, IM Malle: instellingsnr. 007674

         Gemeentelijke lagere school ’s Gravenwezel, De Wingerd, IM Schilde: instellingsnr. 008292

         Gemeentelijke lagere school Wijnegem, De Notelaar, IM Wijnegem: instellingsnr. 007443.

 

3.2. Toepassingsgebied

Deze “Algemene afspraken” zijn van toepassing op:

         het gesubsidieerd personeel zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, met name de vastbenoemde personeelsleden, tijdelijk aangestelde personeelsleden voor bepaalde duur en tijdelijk aangestelde personeelsleden voor doorlopende duur in het ambt van bestuurs- en onderwijzend personeel, beleids- en ondersteunend personeel, administratief personeel en medisch, orthopedagogisch, psychologisch, sociaal en paramedisch personeel;

         het personeel ten laste van het werkingsbudget,

         het personeel ten laste van de gemeente, tewerkgesteld in een onderwijsinstelling,

         het personeel belast met het onderwijs in eigen taal en cultuur (OETC) op basis van de overeenkomst afgesloten met een ambassade.

 

Dit reglement is tevens van toepassing op:

         de personeelsleden die zijn gereaffecteerd of wedertewerkgesteld,

         de personeelsleden die tijdelijk zijn belast met een andere opdracht in één van de instellingen van het gemeentelijk basisonderwijs,

         de personeelsleden die worden tewerkgesteld via de scholengemeenschap.

 

3.3. Wie maakt de algemene afspraken 

In praktijk worden de algemene afspraken en algemene modellen van functiebeschrijvingen op het niveau van de scholengemeenschap voorbereid door het directiecomité en voorgelegd op het beheerscomité. De teksten worden onderhandeld met de vakbonden en ter goedkeuring aan de gemeenteraden voorgelegd.

 

3.4. Eerste evaluator

 

3.4.1. Wie neemt de taak van de eerste evaluator op zich ?

         Voor wervingsambten is dat de directeur van elke school waar het personeelslid is aangesteld.

         Voor personeelsleden die aangesteld zijn op het niveau van de scholengemeenschap is de eerste evaluator de directeur van de school van de scholengemeenschap, waar het personeelslid de meeste uren in een specifiek ambt werkt. Bij een gelijk aantal uren of lestijden is de eerste evaluator de directeur van de school waar het personeelslid de hoogste dienstanciënniteit heeft.

         Voor de directeur of voor de adjunct-directeur is de eerste evaluator de gemeentesecretaris. Er is hier geen tweede evaluator.

 

3.4.2. Welke zijn de taken van de eerste evaluator ? 

Volgende taken liggen vast en kunnen niet gewijzigd worden via algemene afspraken. Bovendien kunnen ze niet gedelegeerd worden naar iemand anders.

         Samen met het personeelslid de individuele functiebeschrijving opstellen.

         Het functioneringsgesprek voeren (formeel aspect van de coachingscyclus).

         Het evaluatiegesprek voeren.

         Het evaluatieverslag opstellen met een eindconclusie.

 

3.5. Tweede evaluator

 

3.5.1. Wie neemt de taak van tweede evaluator op zich ?

De tweede evaluator is lid van het schoolbestuur of een gemandateerde, maar steeds een hiërarchisch meerdere van het personeelslid. Wie dit concreet doet, wordt bepaald per schoolbestuur en onderhandeld in een ABOC.

 

3.5.2. Welke zijn de taken van de tweede evaluator ?

De volgende taken worden door de tweede evaluator uitgevoerd:

         De rol van de tweede evaluator is vooral die van  procesbewaker (wordt de procedure correct gevolgd?). 

         Hij bewaakt de eenvormigheid over de personeelsleden heen. 

         De tweede evaluator kan het proces opvolgen, doordat in de functiebeschrijvingen een aantal momenten in het functioneringsproces zijn voorzien waar de 2de evaluator dient te handtekenen en dateren om de procedure verder op te volgen en te controleren.

         De eerste evaluator en het personeelslid kunnen tijdens het hele proces van functioneren (beschrijving en bespreking) en evaluatie beroep doen op de tweede evaluator voor volgende zaken :

          Is de procedure correct verlopen ?

          Aanwezigheid bij gesprekken bij uitzonderlijke gevallen.

         De officiële communicatie tussen 1ste evaluator, 2de evaluator en teamlid gebeurt altijd schriftelijk. Binnen de 10 werkdagen wordt er altijd op mogelijke vragen schriftelijk antwoord gegeven.

         In geen geval kan de tweede evaluator de rol van de eerste evaluator overnemen.

         Wanneer de 1ste evaluator en het teamlid het niet eens zijn, licht de 2de evaluator, na ondertekening van de functiebeschrijving, het schoolbestuur in.

 

3.6. Overleg 1ste en 2de evaluator

De eerste en tweede evaluator bespreken per school de werkwijze, die kan worden gevolgd om de procedure van het evaluatieproces in de praktijk te kunnen bewaken. Binnen de wettelijke bepalingen en de gemaakte afspraken plant de eerste evaluator de periode waarbinnen het evaluatieproces zal verlopen en bezorgt aan de tweede evaluator een overzicht van de geplande functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken samen met de lijst van alle tewerkgestelde personeelsleden. De tweede evaluator heeft minstens één keer per jaar overleg met de eerste evaluator om na te gaan of de afspraken worden opgevolgd.

 

3.7. Wie krijgt er een functiebeschrijving ?

         Functiebeschrijvingen zijn verplicht voor alle personeelsleden waarvan de wedde ten laste valt van of uitbetaald wordt door het ministerie van Onderwijs en Vorming en met een aanstelling van meer dan 104 dagen.

         De dienstanciënniteit wordt bijgehouden door de stafmedewerker op het niveau van de scholengemeenschap.

         Indien het personeelslid in meerdere scholen werkt, wordt er per school een functiebeschrijving opgemaakt.

         Bij combinaties van ambten wordt er voor elk ambt en per school een functiebeschrijving opgesteld.

         Bij een combinatie van een ambt en functies zal het personeelslid een functiebeschrijving krijgen per ambt en per functie, waarin het is aangesteld.

 

Hoofdstuk 4 : Raammodel

 

4.1. Opmaak van de algemene modellen

         De modellen zijn opgemaakt voor al de scholen van de scholengemeenschap

         Er is een algemeen sjabloon per ambt en per functie vastgelegd (zie modellen in bijlage) om het hele functioneringsproces aan de regelgeving te laten voldoen. 

         De 1ste evaluator en het personeelslid bespreken en geven samen invulling aan het onderdeel 4 schoolspecifieke opdrachten. Zo kunnen er varianten per ambt en per school ontstaan. Hieruit blijkt welke functie het personeelslid in de school of scholengemeenschap en binnen een bepaald ambt opneemt. Opdrachten buiten de hoofdopdracht worden hieronder ook opgenomen.

 

4.2. Doel van het algemeen sjabloon

Om een functiebeschrijving overzichtelijk te houden, werd er een algemeen sjabloon samengesteld. Dit sjabloon werd dan per ambt uitvoeriger uitgewerkt, zodat we een algemeen model per ambt kregen.

Het algemeen sjabloon moet voor alle betrokken partijen:

         doorzichtig zijn,

         de algemene rechten en plichten weergeven,

         duidelijk zijn voor personeelslid, evaluatoren en schoolbestuur,

         de procedure ordelijk en wettelijk weergeven,

         de verwachtingen en doelen van schoolbestuur naar personeelslid weergeven.

 

4.3. Onderdelen van het sjabloon

Dit sjabloon bevat volgende structuur (zie ook bijlage): 

A.  Algemene gegevens 

21)  Doel van de functie

22)  Hoofdopdracht en opdracht

23)  Vorming en nascholing

24)  Schoolspecifieke taken

B.  Proces en procedures, wijzigingen van de functiebeschrijving en belangrijke wijzigingen van de opdracht.

 

4.3.A.1 Algemene gegevens 

Het onderdeel “Algemene gegevens” bevat gegevens van de school, schoolbestuur, instellingsnummer, scholengemeenschap, personeelslid, eerste evaluator, tweede evaluator, ambt, functie, vestigingsplaats, volume van opdracht en ATO.

 

4.3.A.2. Algemene rechten en plichten

De volgende rechten en plichten worden gerespecteerd:

25)  de aard van de hoofdopdracht van de personeelsleden in de instelling.

26)  het principe van de billijke verdeling van de taken, inzonderheid met betrekking tot personeelsleden die nog in andere instellingen werkzaam zijn.

27)  de mogelijkheden en capaciteiten van de personeelsleden.

28)  de taken die volgens het decreet niet in de functiebeschrijving van het personeel basisonderwijs kunnen worden opgenomen.

 

4.3.1. Doel van de functie

Het personeelslid zal te allen tijde de functie uitoefenen in overeenstemming met het pedagogisch project, het schoolwerkplan van de school, de leerplannen, de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen.  Het personeelslid komt ook alle verplichtingen na die zijn opgelegd door de decreten, besluiten, omzendbrieven, arbeidsreglement, huishoudelijk reglement, afspraken gemaakt in de personeelsvergadering en dienstorders.

 

4.3.2. Hoofdopdracht en opdracht

In deze rubriek omschrijven we de taken die specifiek zijn voor dit ambt, waarvoor dit ambt in het leven geroepen is.

Zo is het ambt van kinderverzorger er gekomen om de kleuteronderwijzer bij te staan in de verzorgende taken, het ambt van zorgcoördinator om het zorgbeleid in de school te coördineren en te versterken.

De basistaken van de onderwijzer hebben we als voorbeeld verder uitgediept:

29)  Plannen en voorbereiden van de activiteiten

30)  Zorgen voor een geschikte leeromgeving en zorgen voor een goede klasorganisatie

31)  Lesgeven

32)  Sociale vaardigheden, waarden en normen

33)  Evaluatie, resultaten en werkwijze

34)  Klaseigen leerlingbegeleiding

35)  Bijdragen tot een goede werking van de school

36)  Administratie eigen aan de functie

37)  Overleg en samenwerking

Hier verstaan we het overleg en de samenwerking met andere leden van het schoolteam, directie, schoolbestuur, CLB, ouders, externe actoren onder:

Formeel: Informatieavond(en) organiseren voor ouders, oudercontact, M.D.O., personeelsvergaderingen, overleg in werkgroepen.

Informeel: (indien de noodzaak zich voordoet, zal het personeelslid zelf het initiatief en de verantwoordelijkheid nemen om een gesprek aan te gaan met betrokkenen):

         Met de zorgcoördinator en het CLB-team over de evolutie en begeleiding van de individuele leerling.

         Met de ouders over de leervorderingen, gedrag- en houdingsaspecten, studiekeuze.

         Met de leden van het schoolteam. (bevorderen van de goede schoolwerking, schoolsfeer, verticale samenhang, praktische afspraken, organiseren van gezamenlijke activiteiten)

 

38)  Begeleiding van stagiaires in samenspraak met de mentor

 

4.3.3. Vorming en nascholing

Het personeelslid heeft het recht en de plicht om vorming en nascholing te volgen, in functie van het ambt of de persoonlijke ontwikkeling, in samenspraak met de directie, na goedkeuring door het schoolbestuur:

         Volgen van navorming in functie van de reflectie op het eigen functioneren. De leerkracht geeft hier zelf aan waaraan hij/zij nood heeft i.f.v. het eigen functioneren.

         Volgen van navorming in kader van het nascholingsplan van de school.

         Op de hoogte blijven van recente onderwijskundige ontwikkelingen.

         Positief maar voldoende kritisch omgaan met vernieuwingen.

         Mee vorm geven aan het nascholingsplan van de school.

 

4.3.4. Schoolopdracht en opdracht

Los van deze basistaken wordt er ook van alle personeelsleden van de school verwacht dat zij verantwoordelijkheid opnemen voor het hele schoolgebeuren. D.w.z. bijdragen tot een goede werking van de school in haar geheel. Deze taken kunnen verschillen per school. Volgende zaken kunnen er deel van uitmaken - De krachtlijnen kennen, uitgezet in het pedagogisch project.

         Meedenken over de visie, het opvoedingsproject van de school en dit ook daadwerkelijk uitdragen en ondersteunen.

         Zorgen voor een kindvriendelijke, nette, veilige school.

         Plannen en voorbereiden van gezamenlijke activiteiten.

         Schoolafspraken maken, deze naleven en laten naleven.

         Nastreven van de verticale samenhang binnen de school.

         Aandacht voor de relaties tussen de kinderen van de school

         Actief deelnemen aan vergaderingen.

         Deelnemen (max. 2 dagen per schooljaar) aan opendeurdagen en schoolfeesten met leerlingen, die tijdens het weekend of op feestdagen kunnen worden georganiseerd.

         Elk schooljaar deelnemen aan minstens een werkgroep binnen het schoolteam. Deze werkgroep kan van pedagogische of praktische aard zijn

         Zich dienstbaar maken in voorgestelde projecten in het schooljaar.

         Trachten de ouderbetrokkenheid te verhogen.

 

Bij het verdelen van de taken op schoolniveau wordt rekening gehouden met:

         De aard van de opdracht.

         Het principe van de billijke verdeling.

         De mogelijkheden en capaciteiten van de personeelsleden.

         De tijd die personeelsleden besteden aan hun vertegenwoordiging in officiële inspraakorganen.

 

4.3.B. 1. Proces en procedure

         In overleg opgemaakt.

         Bezwaren personeelslid.

         Handtekening personeelslid en 1ste evaluator voor akkoord.

         Voor opvolging proces.

         Handtekening 2de evaluator.

         beslissing van het schoolbestuur bij weigering ondertekening personeelslid of wanneer het personeelslid het niet eens is.

         Voor kennisname.

         Handtekening personeelslid en 1ste evaluator.

 

4.3.B. 2.  Wijziging van deze functieschrijving

Na een functioneringsgesprek of evaluatie kan de functiebeschrijving worden aangepast. Heel de procedure wordt herhaald.

 

4.3. B.3.  Belangrijke wijzigingen van de opdracht

Bij de wijziging van de opdracht van het personeelslid kan de  functiebeschrijving worden aangepast. Heel de procedure wordt herhaald.

 

4.4. Reflecteren op en bijsturen van eigen functioneren

Als personeelslid dien je regelmatig over je handelen te reflecteren en jezelf te evalueren. Het is de bedoeling dat je even stilstaat bij je eigen functioneren, vooropgestelde doelen en je competenties gedurende een voorbije periode:

         Wat ging goed en wat minder?

         Wat zijn je sterke en minder sterke punten?

         Welke competenties wil je nog verder ontwikkelen?

         Hoe ga je dit aanpakken?

De functiebeschrijving kan voor de reflectie en zelfevaluatie een basis zijn. De reflectie of de zelfevaluatie kan dan weer dienen voor een boeiend functioneringsgesprek.

 

Concreet kan dit voor een leerkracht het volgende inhouden:

         Evalueren van het eigen proces van lesgeven, door zelfanalyse, bevragen van leerlingen/ouders.

         Analyseren van de resultaten van de kinderen in het kader van het bijsturen van het leerproces. (werden de doelen in voldoende mate bereikt?).

         Over mogelijke tekorten overleggen met collega’s, zorgcoördinator, directie, CLB  om eigen functioneren bij te sturen en te optimaliseren.

Durven uitproberen van vernieuwing en alternatieve werkvormen.

 

Hoofdstuk 5 : Opstellen van de functiebeschrijving

 

5.1. Opstellen van de functiebeschrijving

De eerste evaluator stelt samen met het personeelslid een geïndividualiseerde functiebeschrijving op.

 

5.2. Procedure

39)  Opmaak functiebeschrijving: Aan de hand van het algemene model functiebeschrijving per ambt bespreken de 1ste evaluator en het personeelslid het onderdeel “4. Schoolspecifieke opdracht” en geven dit invulling.

40)  Datum van opmaak: De datum van opmaak wordt ingevuld en is belangrijk in het verdere verloop van de procedure.

41)  Bezwaren persoonslid: Het personeelslid krijgt drie werkdagen de tijd om het document “Functiebeschrijving” na te lezen en bezwaren over inhoud of procedure te noteren in het desbetreffende vak.

42)  Handtekening: Na lezing ondertekenen beide partijen (1ste evaluator en personeelslid) het document voor kennisname (zie 3 bezwaren personeel) : maximum drie werkdagen na opmaak.

43)  Opvolging proces en handtekening 2de evaluator: De 1ste evaluator bezorgt het document binnen de 10 werkdagen aan de 2de evaluator. Deze volgt het proces op.

44)  Geen opmerkingen of procedurefouten: De 2de evaluator ondertekent, dateert en bezorgt binnen de 10 werkdagen dit document aan de 1ste evaluator. De 1ste evaluator en het personeelslid ondertekenen en dateren de functiebeschrijving voor kennisname. De functiebeschrijving is van toepassing vanaf de datum van ondertekening “voor  kennisname”. Het personeelslid krijgt een kopie van het document.

45)  Procedurefout: De 2de evaluator noteert zijn opmerkingen over de procedurefout, handtekent, dateert en bezorgt binnen de 10 werkdagen het document terug aan de 1ste evaluator en een kopie aan het personeelslid. Het schoolbestuur wordt door de 2de evaluator d.m.v. een verslag ingelicht. Dit verslag hoort bij het document functiebeschrijving.

46)  Herstel procedure: De 1ste evaluator herstelt na ontvangst binnen de 10 werkdagen de procedure. De procedure “opmaak functiebeschrijving” kan weer starten. Indien de 1ste evaluator de procedure niet kan herstellen, neemt het schoolbestuur een beslissing (zie 10).

47)  Inhoudelijke bezwaren personeel: De 2de evaluator leest de bezwaren van het personeelslid, ondertekent, dateert en licht binnen de 10 werkdagen het schoolbestuur schriftelijk in over de bezwaren van het personeelslid.

48)  Beslissing schoolbestuur: Het schoolbestuur noteert na ontvangst de datum op de functiebeschrijving en neemt binnen de 14 kalenderdagen een beslissing na het personeelslid en de 1ste evaluator te hebben gehoord. Deze beslissing wordt bij collegebesluit aan de betrokken partijen (1ste evaluator, 2de evaluator en personeelslid) meegedeeld en aan de functiebeschrijving gehecht.

49)  Handtekening voor kennisname: Het personeelslid en de eerste evaluator ondertekenen de functiebeschrijving en dus ook de beslissing van het schoolbestuur “voor kennisname” en dateren het document.

50)  De functiebeschrijving is van toepassing vanaf de datum van ondertekening “voor kennisname”. Het personeelslid krijgt een kopie van het document.

 

5.3. Schematische voorstelling van de procedure

 

1. Aan de hand van het algemene model FB per ambt bespreken de 1ste E en het personeelslid het onderdeel "4. Schoolspeciefieke taken.” en geven dit invulling.

 

 

2. De datum van opmaak wordt ingevuld en is belangrijk in de procedure.

 

3. Het personeelslid krijgt drie werkdagen de tijd om het document "Functiebeschrijving" na te lezen en bezwaren over inhoud of procedure te noteren in het desbetreffende vak.

 

4. Na lezing ondertekenen beide partijen (1ste E en personeelslid) het document voor kennisname (zie 3, bezwaren personeelslid): maximum drie dagen na opmaak.

 

 

5. De 1ste E bezorgt het document binnen de 10 werkdagen aan de 2de E.  Deze volgt het proces op.

 

6. Geen opmerkingen of procedurefouten: De 2de E ondertekent, dateert en bezorgt binnen de 10 werkdagen dit document aan de 1ste E. De 1ste E en het personeelslid tekenen en dateren voor kennisname. Vanaf de datum van ondertekening is de FB van toepassing. De eerste E bezorgt een kopie van de FB aan het personeelslid.

7. Procedurefout: De 2de E noteert zijn opmerkingen over de procedurefout, handtekent, dateert en bezorgt binnen de 10 werkdagen de FB terug aan de 1ste E en een kopie aan het personeelslid. Het schoolbestuur wordt door de 2de E d.m.v. een verslag ingelicht.  Dit verslag hoort bij de FB.

 

     ▼

9. Inhoudelijke bezwaren personeelslid: De 2de E leest de bezwaren van het personeelslid, ondertekent, dateert en licht binnen de 10 werkdagen het schoolbestuur schriftelijk in over de bezwaren van het personeelslid.

 

 

 

 

     ▼

 

8. Herstel procedure: De 1ste E herstelt na ontvangst binnen de 10 werkdagen de procedure. De procedure "opmaak FB" (zie nr. 1) kan weer starten. Indien de 1ste E de procedure niet kan herstellen, neemt het schoolbestuur een beslissing (zie 10).

10. Beslissing SB: Het SB noteert na ontvangst de datum op de FB en neemt binnen de 21 kalenderdagen een beslissing na het personeelslid en de 1ste E te hebben gehoord.  Deze beslissing wordt bij collegebesluit aan de (1ste E, 2de E en personeelslid) meegedeeld en aan de FB gehecht.

 

 

11. Het personeelslid en 1ste E ondertekenen de FB en dus ook de beslissing van het schoolbestuur "voor kennisname" en dateren het document.

 

 

12. De FB is van toepassing vanaf de datum van ondertekening "voor kennisname".  Het personeelslid krijgt een kopie van het document.

5.4. Kopie

Het personeelslid krijgt telkens een kopie van de functiebeschrijving, de verslagen of collegebesluiten, zodat hij of zij op elk moment tijdens de procedure het hele proces kan volgen of opvolgen.

 

Wanneer de functiebeschrijving van toepassing is, wordt er een kopie van de functiebeschrijving aan het personeelslid bezorgd. De 1ste evaluator houdt het document “functiebeschrijving” in een dossier per personeelslid bij.

 

Hoofdstuk 6 : Schoolspecifieke taken

 

6.1. Algemene rechten en plichten

 

De volgende rechten en plichten worden gerespecteerd:

 

Het schoolbestuur zal bij het verdelen van de opdrachten rekening houden met:

         De aard van de hoofdopdracht van de personeelsleden in de instelling.

         Het principe van de billijke verdeling van de taken, inzonderheid met betrekking tot personeelsleden die nog in andere instellingen werkzaam zijn.

         De mogelijkheden en capaciteiten van de personeelsleden.

         De taken die volgens het decreet niet in de functiebeschrijving van het personeel basisonderwijs kunnen worden opgenomen.

 

6.2. Taken specifiek voor het personeelslid

Volgende taken kunnen opgenomen worden in rubriek 4 van de functiebeschrijving: schoolspecifieke taken.

         Deelnemen aan een werkgroep (tijdelijke projecten).

         Deelnemen aan het kernteam.

         Deelnemen aan netwerken uit de regio (LOOP, ICT, zorg, no blame).

         Organiseren van allerlei activiteiten zoals : sportdag, schoolreis, schoolfeest.

         Per school, vestigingsplaats of gebouw verantwoordelijkheid opnemen als vertrouwenspersoon, vakbondsafgevaardigde, gebouwverantwoordelijke, coördinator tijdens de evacuatieoefeningen, EHBO-verantwoordelijke.

         Vertegenwoordiging van de school in schoolgerelateerde organen : milieuraad, sportraad, jeugdraad, structuurplan, cultuurraad, beheersorgaan bibliotheek, GOS, lokaal overlegplatform kinderopvang, welzijnsoverleg, Logo Noorderkempen, ABOC, schoolraad, medezeggenschapscollege.

         Bijzondere pedagogische taken tijdens de lesuren (indien het personeelslid voor een aantal lestijden voor deze taak wordt vrijgesteld).

         In rubriek 4 kunnen ook zaken worden opgenomen waaraan het personeelslid extra aandacht moet besteden (bijvoorbeeld zaken die specifiek zijn voor het leerjaar waarin het personeelslid fungeert):

          Opvang nieuwe kleuters.

          Overgang kleuterschool – lagere school.

          Studiekeuze in het 5de en 6de leerjaar.

 

Hoofdstuk 7 : Negatieve lijst

 

7.1. Omzendbrief

Besluit van de Vlaamse regering houdende de taken die niet in de functiebeschrijving van het personeel in het basisonderwijs kunnen opgenomen worden.

Goedkeuringsdatum : 10/06/1997

Laatste wijziging :10/10/2000

Publicatiedatum:B.S. 24/06/97

 

7.2. Negatieve lijst

De volgende taken behoren niet tot de opdracht van het personeel in het basisonderwijs en kunnen bijgevolg niet in de functiebeschrijving worden opgenomen:

51)  Het organiseren van busvervoer.

52)  Het uitvoeren van materieel onderhoud en/of herstellingen van en in de school.

53)  Het bijwonen van en het meewerken aan godsdienstige, levensbeschouwelijke of socio-culturele activiteiten buiten schoolverband.

54)  De opvang van kinderen tijdens klasvrije namiddagen en de schoolvakanties.

55)  Bijlessen of therapie geven voor en na de schooluren.

56)  Huisbezoeken afleggen.

57)  Middagtoezicht houden.

58)  Verzekeren van busbegeleiding.

59)  Het verkeer regelen op de openbare weg.

60)  Het vervullen van administratieve en/of organisatorische taken van de directie of het schoolbestuur.

 

In afwijking:

Punt 1° en 10° kunnen behoren tot de opdracht van de personeelsleden belast met beleidsondersteuning en de personeelsleden belast met een beleidsondersteunende functie ten behoeve van de scholengemeenschap.

Punt 2° kan tot de opdracht van de ICT-coördinator behoren voor zover het uitvoeren van materieel onderhoud en/of herstellingen eigen is aan het ambt.

Punt 6° kan tot de opdracht van de zorgcoördinator behoren, voor zover deze belast is met taken en opdrachten in het kader van de bevordering van de kleuterparticipatie en op voorwaarde dat de huisbezoeken afgelegd worden in dat kader.

Punt 6° kan eveneens tot de opdracht van het sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel behoren.

Punt 10 kan  tot de opdracht van het administratief personeel behoren.

Punten 5 tot en met 10 kunnen in uitzonderlijke omstandigheden en op een niet-systematische wijze opgelegd worden aan de personeelsleden. De toepassing van deze taken (5 tot en met 10) is afhankelijk van de onderhandelingen in het lokaal comité met betrekking tot de invulling van de begrippen "op niet-systematische wijze" en "in uitzonderlijke omstandigheden".

 

Hoofdstuk 8 : Functioneringsgesprekken

 

8.1. Frequentie

Het is sterk aangewezen om elk personeelslid jaarlijks te spreken in een functioneringsgesprek.

 

8.2. Voorbereiding

Ter voorbereiding van het functioneringsgesprek maakt de directeur een overzicht van de te bespreken zaken. De functiebeschrijving wordt hiervoor als leidraad gebruikt. De vorm kan verschillen per school. Ieder personeelslid krijgt dit overzicht minimaal 10 dagen op voorhand en bereidt hiermee het gesprek grondig voor.

Indien het personeelslid nog andere zaken wenst te bespreken dan deze die opgegeven werden op de overzichtslijst, brengt het personeelslid de directeur hiervan schriftelijk en tenminste 3 werkdagen voor het gesprek op de hoogte. Nieuwe punten moeten gerelateerd zijn aan het eigen functioneren.

 

8.3. Het gesprek

In het functioneringsgesprek zitten directeur en personeelslid als evenwaardige partners aan tafel. Het functioneren van het personeelslid wordt besproken. Dit gebeurt a.d.h.v. de overzichtslijst uit de voorbereiding. De directeur kan bijkomende vragen stellen ter verduidelijking. Uit het gesprek wordt getracht werkpunten te halen naar een volgende periode toe. Deze worden ook formeel opgenomen in een verslag.

 

8.4. Verslag

De directeur maakt verslag op van een functioneringsgesprek.

 

Hoofdstuk 9 : Evaluatie

 

9.1. Evaluatiecyclus

         Vastbenoemde personeelsleden krijgen minimaal om de 4 jaar een evaluatie

         Tijdelijke personeelsleden die een geïndividualiseerde functiebeschrijving kregen, krijgen minimaal een evaluatie op de vooravond van hun TADD en van hun vaste benoeming

         Een evaluatiecyclus bevat minstens één/jaarlijks een functioneringsgesprek én één coachingsgesprek.

 

9.2. Evaluatiegesprekken

         Minstens om de 4 jaar vindt er een evaluatiegesprek plaats tussen de 1ste evaluator en het personeelslid.

         Het evaluatiegesprek omvat het hele functioneren van het personeelslid t.o.v. zijn/haar geïndividualiseerde functiebeschrijving.

         Op vraag van de 1ste evaluator of het personeelslid, kan de 2de evaluator uitgenodigd worden.

         Het evaluatiegesprek is niet enkel op het verleden gericht, maar omvat ook de te verbeteren punten voor de toekomst.

         Het evaluatiegesprek kan aanleiding geven tot het aanpassen van de individuele functiebeschrijving van het personeelslid.

         Het evaluatiegesprek sluit een evaluatieperiode af.

 

9.3. Evaluatieverslag

         De 1ste evaluator stelt een evaluatieverslag op.

         Het evaluatieverslag beschrijft het functioneren van het personeelslid t.o.v. zijn/haar functiebeschrijving.

         Het evaluatieverslag bevat een eindconclusie.

         Het evaluatieverslag verwijst naar het Decreet Rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. m.b.t. de beroepsmogelijkheden voor het personeelslid.

         De 1ste evaluator dateert en ondertekent het verslag. Het personeelslid ondertekent onmiddellijk voor kennisneming.

         Een kopie van het verslag wordt bezorgd aan het personeelslid, de 2de evaluator en de Inrichtende Macht.

 

9.4. Evaluatiedossier

         Het evaluatiedossier bevindt zich in de instelling waar het personeelslid werkt.

         Elk personeelslid heeft inzagerecht in zijn/haar dossier.

         Het evaluatiedossier bevat de geïndividualiseerde functiebeschrijving, het document 'voor ontvangst van de functiebeschrijving', de coachingshistoriek, de coachingsverslagen, de verslagen van functioneringsgesprekken, vorige evaluatieverslagen en de eventuele opmerkingen van het personeelslid op verslagen.

 

9.5. Evaluatie personeelslid LBV

         Personeelsleden LBV worden niet-vakinhoudelijk geëvalueerd door de 1ste evaluator. Vakinhoudelijk levert de bevoegde inspectie van de betrokken levensbeschouwing een bijdrage tot de evaluatie.

9.6. Eindconclusie

         De eindconclusie van een evaluatieverslag is ofwel 'voldoende' ofwel 'onvoldoende'.

         De gevolgen voor een personeelslid met een eindconclusie 'onvoldoende' staan omschreven in het decreet Rechtspositie van 27 maart 1991. Wij volgen uiteraard deze reglementering. Ook in de omzendbrief 'Functiebeschrijving en evaluatie' van 29/10/2007, staan de gevolgen omschreven.

         Personeelsleden met een evaluatieverslag met eindconclusie 'onvoldoende' die niet tot ontslag leidt, krijgen binnen de 12 maanden een nieuwe evaluatie.

 

9.7. Beroepsmogelijkheden

         Binnen de 20 kalenderdagen kan tegen een evaluatieverslag beroep aangetekend worden bij het College van Beroep.

         Deze beroepsmogelijkheden worden bij een eindevaluatie 'onvoldoende', opgenomen in het evaluatieverslag.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Gemeentelijke basisschool De Horizon - beginselverklaring neutraliteit - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

OVSG vzw, de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten, maakte in 2016 een nieuwe beginselverklaring op rond het principe van neutraliteit in het gemeentelijk onderwijs, en vroeg aan alle steden en gemeenten om deze goed te keuren, met het oog op een brede gedragenheid binnen het gemeentelijke net.

Het gemeentelijk onderwijs is een openbare dienst die moet beantwoorden aan de principes van neutraliteit. Met deze beginselverklaring wil het gemeentelijk onderwijs zich nog duidelijker profileren als een neutrale onderwijsverstrekker.

De beginselverklaring bevat de principes van wat neutraliteit betekent in een school.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

Wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, artikelen 6 en 6 bis.

 

Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikelen 3, 42 en 62.

 

Motivering

 

Het bestuur wil zich achter de beginselverklaring neutraliteit in het onderwijs scharen. Met de gemeentelijke basisschool De Horizon engageert het bestuur zich om neutraal onderwijs aan te bieden in de gemeente. De beginselverklaring verduidelijkt de principes van dit neutraal onderwijs. 

 

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Pieter van Boxel licht toe dat het initiatief goed bedoeld is, maar stelt zich de vraag of er niet te veel in een bepaalde richting geduwd wordt, verwijzend naar onder andere de woorden diversiteit en internationalisering. Er moet vooral neutraliteit gestimuleerd worden om zo een eigen mening te kunnen opbouwen. Raadslid Pieter van Boxel stelt dat hij zich dan ook zal onthouden.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Pieter van Boxel)

 

Artikel 1 - Onderstaande beginselverklaring neutraliteit van het gemeentelijk onderwijs goed te keuren:

 

"Beginselverklaring neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs

 

Het onderwijs van steden en gemeenten is een openbare dienst en moet per definitie beantwoorden aan de principes van neutraliteit.

Deze principes worden vastgelegd in een lokaal pedagogisch, agogisch of artistiek project, in het schoolreglement en in het schoolwerkplan. Ook voor de onderwijspraktijk (keuze van leerplannen en leermethodes) zijn ze richtinggevend.

Schoolbesturen, schoolteams, cursisten, leerlingen en ouders stemmen hiermee in en dragen de neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs mee uit.

 

Wettelijk kader

 

Open voor iedereen

Scholen, centra en academies zijn toegankelijk voor iedereen die van hun aanbod wil genieten volgens artikel 6bis van de Schoolpactwet van 29 mei 1959. Dit artikel bepaalt dat een officiële school ‘een open karakter heeft door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen’.

 

Belgische Grondwet en Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind

Scholen, centra en academies respecteren in hun werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind.

 

Democratisch burgerschap versterken

Scholen, centra en academies respecteren de principes van de democratische rechtstaat en versterken deze door hun aanbod, door de manier waarop ze zich organiseren, door een participatieve cultuur te stimuleren en door zelf model te staan voor een democratische samenleving.

 

Actief pluralisme

 

Verbondenheid stimuleren

Scholen, centra en academies gaan uit van de gemeenschappelijke waarden, overtuigingen, aspiraties … die mensen met elkaar delen, over en door alle mogelijke verschillen heen. Tegelijk spreken ze hun verwachtingen hieromtrent uit tegenover leerlingen, ouders en cursisten. Ze maken in hun curriculum plaats voor gemeenschappelijke waarden. Door hun aanpak stimuleren ze de verbondenheid tussen mensen in hun eigen leer- en leefgemeenschap en in de samenleving.

 

Diversiteit erkennen en respecteren

Scholen, centra en academies erkennen en respecteren de diversiteit bij hun leerlingen en cursisten op het vlak van filosofische, levensbeschouwelijke en religieuze overtuiging, sociale, etnische en talige achtergrond, nationaliteit, huidskleur, gender en seksuele voorkeur. Tegelijk stellen ze duidelijk de verwachting dat leerlingen, ouders en cursisten de aanwezige verschillen eveneens respecteren, dat ze bereid zijn te luisteren naar elkaar en begrip opbrengen voor andere opvattingen.

 

Diversiteit als meerwaarde benutten

Voor het realiseren van hun doelen vertrekken scholen, centra en academies van de meerwaarde die diversiteit biedt. Als dat mogelijk en relevant is, spelen ze in op de verschillen tussen leerlingen en cursisten door hun aanpak en door het aanbieden van inhoud (curriculum). Ze doen dat onder meer door een kritische dialoog tussen levensbeschouwingen en overtuigingen te stimuleren.

 

Lokaal verankerd, open op de wereld en op de toekomst

 

Lokale verankering

Scholen, centra en academies zijn sterk verweven met de lokale overheid en omgeving. Ze gaan actief op zoek naar samenwerking met andere scholen, buurtbewoners, (groot-)ouders, socio-economische partners of andere partners uit de wijk-, sport-, welzijns-, jeugd- en cultuursector.

 

Wereldburgerschap

Scholen, centra en academies zijn niet alleen verankerd in de lokale gemeenschap, maar ze staan ook open voor een wereld gekenmerkt door globalisering en internationalisering.

 

Duurzaamheid

Scholen, centra en academies erkennen de noodzaak om met het oog op de toekomst ecologisch duurzame en gezonde keuzes te maken en ze vertalen die overtuiging in hun aanbod en in hun manier van werken."

 

Artikel 2 - Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering en opvolging van dit besluit.

 

Artikel 3 - Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan OVSG vzw.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Gemeentelijke basisschool de Horizon - aansluiting bij regionaal ondersteuningsnetwerk - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 1 september 2017 voorziet de overheid in een nieuwe regeling voor de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs. Deze nieuwe regeling vervangt de huidige GON-, ION- en waarborgregeling.

 

De ondersteuning zal aangeboden worden door een ondersteuningsnetwerk bestaande uit scholen voor buitengewoon onderwijs. Deze brengen hun expertise samen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en hun leraren te ondersteunen.

 

De overheid wenst uiterlijk op 30 juni 2017 te weten tot welk ondersteuningsnetwerk elke school (gewoon basisonderwijs en secundair onderwijs) toetreedt. Elk schoolbestuur bepaalt autonoom bij welk ondersteuningsnetwerk het zijn instellingen aansluit, ongeacht de scholengemeenschap waartoe ze behoren of het CLB waarmee ze een beleidscontract heeft. Een schoolbestuur dat zich niet aansluit bij een ondersteuningsnetwerk, zal geen ondersteuning meer ontvangen.

 

GBS De Horizon wenst aan te sluiten bij Ondersteuningsnetwerk Kempen voor het ondersteuningsnetwerk.

 

De schoolraad van GBS De Horizon gaf reeds een positief advies in haar vergadering van 29 mei 2017.

 

De keuze voor Ondersteuningsnetwerk Kempen wordt ook voorgelegd aan het afzonderlijk bijzonder comité van 19 juni 2017. In het protocol werd goedkeuring gegeven aan deze keuze.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikelen 117 en 234.

 

Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 172quinquies.

 

Motivering

 

Het schoolbestuur wenst in de toekomst gebruik te blijven maken van de ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en hun leraren voor haar gemeentelijke basisschool De Horizon. De Vlaamse overheid verplicht om voor 30 juni 2017 een keuze te maken voor een ondersteuningsnetwerk. Het schoolbestuur kiest daarom om aan te sluiten bij Ondersteuningsnetwerk Kempen voor het ondersteuningsnetwerk.

 

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - De aansluiting van de gemeentelijke basisschool De Horizon bij het ondersteuningsnetwerk van Ondersteuningsnetwerk Kempen goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Gemeentelijke basisschool De Horizon - algemene functiebeschrijving directeur - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

In september 2009 werden de algemene modellen van functiebeschrijvingen voor de verschillende functies binnen de gemeentelijke basisschool De Horizon goedgekeurd door de gemeenteraad, waaronder die van directeur.

In juni 2010 werden de functiebeschrijvingen voor de leerkrachten van de gemeentelijke basisschool De Horizon nog eens goedgekeurd. Deze keer was deze van directeur hier niet bij.

In principe blijft de beslissing van 28 september 2009 overeind, maar op advies van OVSG is het aangewezen opnieuw de functiebeschrijving van directeur goed te keuren.

Een door de gemeenteraad goedgekeurde algemene functiebeschrijving is de basis om nadien een geïndividualiseerde functiebeschrijving op te kunnen maken.

 

De algemene functiebeschrijving van directeur werd voorgelegd aan het afzonderlijk bijzonder comité van 19 juni 2017. In het protocol wordt de goedkeuring ervan vastgelegd. 

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 1997 houdende de taken die niet in de functiebeschrijving van het personeel in het basisonderwijs kunnen worden opgenomen.

 

Gemeenteraadsbeslissing van 28 september 2009 "Gemeentelijke basisschool De Horizon - Scholengemeenschap Voorkempen - Algemene afsprakennota en algemene modellen van functiebeschrijvingen - goedkeuring".

 

Motivering

 

Het bestuur wenst de algemene functiebeschrijving voor de directeur van GBS De Horizon te bekrachtigen. Zo kan nadien gestart worden met een geïndividualiseerde functiebeschrijving.

 

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - Goedkeuring te verlenen aan onderstaande functiebeschrijving van directeur voor GBS De Horizon:

 

FUNCTIEBESCHRIJVING

 

1. Doel van de functie, inbegrepen de instellingsspecifieke doelstellingen

         Efficiënt en doelgericht leiding nemen in de onderwijsinstelling. Instaan voor de optimale werking ervan met het oog op het behalen van de doelstellingen conform het pedagogisch project, de leerplannen,het schoolwerkplan

         Voorbereiden, adviseren en uitvoeren van het stedelijk/gemeentelijk onderwijsbeleid voor wat betreft het basisonderwijs

         Uitvoering geven aan de reglementaire bepalingen opgelegd aan de onderwijsinstelling.

         De kwaliteit bewaken binnen de onderwijsinstelling.

         Het beleidsvoerend vermogen van de onderwijsinstelling verhogen

 

2. Taken en wijze van uitvoeren

2.1 Beleidsvoorbereiding en advisering

         aanwending van het lestijdenpakket/lesurenpakket voorbereiden

         ontwikkelen van het schoolwerkplan

         op basis van een omgevingsanalyse een aantal lange termijnstrategieën definiëren

 

2.2 Planning en organisatie

         duidelijke richtlijnen geven aan het personeel voor het opstellen van jaarplannen

         toezien op de uitvoering van de jaarplannen

         efficiënte en doeltreffende lessenroosters opstellen

         het lesurenpakket efficiënt en doeltreffend verdelen conform de regelgeving

         instaan voor efficiënte en doeltreffende klassenverdelingen en leerlingenverdelingen

         de inschrijvingen efficiënt en doeltreffend plannen

         in overleg met het personeelsteam de schoolkalender opmaken

         organiseren en evalueren van diverse schoolprojecten (opendeur, concerten, tentoonstellingen, proclamatie, leerlingenwerving…)

         een nascholingsplan opstellen, de vormingsnoden verzamelen en nascholing organiseren

         evaluatiefiches en rapporten controleren

         evacuatie-oefeningen organiseren

         toezicht en rijen organiseren

         vervoer voor klasgebonden extra-murosactiviteiten organiseren

         in samenspraak met de gemeentelijke diensten uitbreiding, onderhoud en/of herstelling van de infrastructuur plannen

         een adequaat veiligheidsbeleid voeren

 

2.3 Leiding geven aan het personeelsteam

         nieuwe kandidaat-personeelsleden contacteren

         sollicitatiegesprekken voeren

         regelmatig feedback geven aan de personeelsleden

         functioneringsgesprekken voeren

         (evaluatiegesprekken voeren)

         jaarplannen, lesvoorbereidingen en klasagenda’s beoordelen

 

2.4 Financieel en administratief beheer

         een financieel behoefteplan opmaken

         begrotingsvoorstellen opmaken, bespreken en motiveren

         opvolgen, bewaken en respecteren van de beschikbare budgetten binnen het werkterrein

         zorg dragen voor een adequate financiële administratie

         helpen bij het plaatsen en opvolgen van bestellingen

         een adequaat aankoopbeleid voeren voor boeken, partituren, instrumenten, materialen en grondstoffen

         met leveranciers onderhandelen in verband met aankopen

         financiële verrichtingen uitvoeren waarvoor volmacht vanwege de ontvanger werd toegekend

         toezien op een correcte uitvoering van de administratie die verband houdt met de onderwijsinstelling

         de nodige maatregelen nemen met het oog op een efficiënt en ordelijk schoolarchief en klassement binnen de onderwijsinstelling

 

2.5 Leerlingenbegeleiding / cursistenbegeleiding

         de leerlingenbegeleiding organiseren en opvolgen

         zorg dragen voor een aangenaam leef- en leerklimaat

         een termijnvisie met betrekking tot leerlingenbegeleiding ontwikkelen

         opmerkzaam zijn voor en reageren op ongewoon gedrag van leerlingen

         zorg dragen voor en onderhouden van goede omgangsvormen met de leerlingen

 

2.6 Communicatie en vertegenwoordiging

         zowel intern als extern als aanspreekpunt van de onderwijsinstelling fungeren

         zorgen voor een optimale informatiedoorstroming met het oog op de te bereiken doelstellingen en dit met:

          het personeelsteam van de onderwijsinstelling

          de gemeentelijke beleidsverantwoordelijken

          de gemeentelijke diensten

          leerlingen en ouders

          het CLB

          de scholengemeenschap/ het consortium

         instaan voor en toezien op een goede communicatie en samenwerking met leerlingen, ouders, de scholengemeenschap/het consortium en CLB (bvb. organiseren van oudercontacten, infoavonden op klasniveau en op niveau van de onderwijsinstelling, deelnemen aan activiteiten georganiseerd door het oudercomité,deelnemen aan het directeurenoverleg van de scholengemeenschap,...)

         constructief deelnemen en erkennen van de schoolraad/ het medezeggenschapscollege en er een goede communicatie en relatie mee onderhouden

         informatie uitwisselen met en uitbouwen en onderhouden van goede contacten met ‘externe’ personen, organisaties en besturen (waaronder culturele verenigingen, ministerie van onderwijs en vorming, inspectie, OVSG, samenwerkingspartners, politie, brandweer, gezondheidscentra, CLB, socio-culturele organisaties, gemeentebesturen van filialen,...) en hierbij de belangen van de onderwijsinstelling en het bestuur loyaal behartigen

         deelnemen aan samenwerkingsverbanden conform de beleidsbeslissingen

         vertegenwoordigen van de onderwijsinstelling in intern en extern overleg en structuren (commissies, adviesraden, werkgroepen, projectgroepen, scholengemeenschap,consortium) en fungeren als gespreksleider en informant

         in samenspraak met de bevoegde beleidsverantwoordelijken de doelstellingen, het beleid en de diensten van de onderwijsinstelling uitdragen en daartoe een actief publiciteitsbeleid voeren, contacten met de pers onderhouden en voorlichting, lezingen,… houden

         indien nodig problemen met ouders bespreken en samen naar oplossingen zoeken

         discreet met persoonlijke en vertrouwelijke gegevens omgaan

         correcte en respectvolle omgangsvormen hanteren

         een consequente houding aannemen en hier naar handelen

         defecten, tekorten en structurele problemen inventariseren, signaleren en indien mogelijk zelf oplossen

3. Instellingsgebonden opdrachten en de wijze van uitvoeren

         coördineren en actief meewerken aan schoolgebonden activiteiten, inclusief voorbereiding, uitvoering en nazorg

         organiseren, coördineren en actief meewerken aan activiteiten die door de onderwijsinstelling worden georganiseerd of waarbij ze betrokken is

         een positief leer- en leefklimaat in de onderwijsinstelling creëren en stimuleren in overeenstemming met het pedagogisch project

         het schoolreglement correct naleven en laten naleven

         het arbeidsreglement correct naleven en laten naleven

         het nascholingsplan correct naleven en laten naleven

 

4. Rechten en plichten inzake permanente vorming en nascholing

         op de hoogte blijven van relevante veranderingen in wetgeving

         op de hoogte blijven van ontwikkelingen binnen het Vlaams onderwijsbeleid

         doornemen van relevante literatuur

         bijwonen van relevante studiedagen

         de didactische, pedagogische, vaktechnische en organisatorische competenties in het kader van deze functiebeschrijving op peil houden

         recente pedagogische ontwikkelingen opvolgen

         reflecteren over het eigen professioneel functioneren en waar nodig bijsturen

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Gemeentelijke basisschool De Horizon - vaststellen facultatieve verlofdagen en pedagogische studiedagen schooljaar 2017-2018 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het schoolbestuur moet jaarlijks voor de gemeentelijke basisschool De Horizon bepalen op welke momenten tijdens het schooljaar ze de facultatieve verlofdagen en de pedagogische studiedagen wil inplannen. De planning gebeurt op voorstel van de directie, na advies van de schoolraad, en na bespreking op het afzonderlijk hoog overlegcomité voor het gemeentelijk onderwijs.

Het afzonderlijk hoog overlegcomité nam kennis van het voorstel voor het volgende schooljaar tijdens haar overleg op 19 juni 2017.

De schoolraad gaf in haar overleg van 29 mei 2017 een gunstig advies op het voorstel van de directie.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

Besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, goedgekeurd op 17 april 1981 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 juli 1991, artikel 6,9 en 10.

 

Motivering

 

Het schoolbestuur wenst de facultatieve verlofdagen en pedagogische activiteiten zo vast te stellen, dat de optimale werking van de gemeentelijke basisschool De Horizon gegarandeerd blijft.

 

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt of de school start op 1 september 2017. Schepen Elisabeth Joris antwoordt bevestigend.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - Haar goedkeuring te verlenen aan het voorstel om de facultatieve verlofdagen voor het schooljaar 2017-2018 voor de gemeentelijke basisschool De Horizon vast te stellen als volgt: vrijdag 29 september 2017 en maandag 30 april 2018.

 

Artikel 2 - Haar goedkeuring te verlenen aan het voorstel om de pedagogische studiedagen voor het schooljaar 2017-2018 voor de gemeentelijke basisschool De Horizon vast te stellen als volgt: woensdag 18 oktober 2017, woensdag 15 november 2017 en woensdag 7 maart 2018.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Gemeentelijke basisschool De Horizon - verdeling lestijdenpakkket schooljaar 2017-2018 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Elk schooljaar worden er lestijden toegekend aan de gemeentelijke basisschool De Horizon, op basis van het aantal leerlingen (teldatum 1 februari), en de leerlingenkenmerken.

Het schoolbestuur moet beslissen op welke manier deze worden ingezet, en of er extra lestijden worden aangekocht om bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.

Na bericht van het departement onderwijs over het exact aantal toegekende lestijden, maakt de directie van GBS De Horizon een voorstel op, dat nu voorligt.

 

Het departement onderwijs kende aan GBS De Horizon de volgende pakketten toe:

         103 lestijden voor de kleuterschool

         130 lestijden voor de lagere school

         6 aanvullende lestijden katholieke godsdienst

         6 aanvullende lestijden zedenleer

         8 uren kinderverzorger

         7 punten ICT-coördinatie

         31 punten administratieve ondersteuning.

 

Voor schooljaar 2017-2018 wordt door de directie voorgesteld om 37 lestijden bij te kopen.

 

Ter vergelijking: in het schooljaar 2016-2017 waren dit 36 lestijden, in het schooljaar 2015-2016 waren dit 37 lestijden.

 

De verdeling van het lestijdenpakket werd besproken op de schoolraad van 29 mei 2017 en wordt besproken in het afzonderlijk hoog overlegcomité van 19 juni 2017. Het voorstel krijgt van beide organen een positief advies.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

Besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs van sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, goedgekeurd op 17 april 1991 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 juli 1991, artikels 6, 9 en 10.

 

Motivering

 

Het schoolbestuur kiest ervoor om de directeur klasvrij te houden, en hiervoor 4 extra lestijden in te zetten. Ook wil het schoolbestuur in de lagere school 6 aparte leerjaren blijven inrichten, en de inzet van een aantal ondersteunende uren blijven garanderen (zorg, begeleiding zwemmen). Dit vraagt in schooljaar 2017-2018 om 33 extra lestijden. In totaliteit neemt het bestuur dus 37 niet-gesubsidieerde lestijden voor haar rekening.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente (sept-dec 2017)

Actie

1419/9/1/1/1

Beleidscode

0800

Algemene rekening

64950000

Beschikbaar krediet

45.617,00 EUR

Raming

30.000,00 EUR

 

Budget

Gemeente( jan-juni 2018)

Actie

1419/9/1/1/1

Beleidscode

0800

Algemene rekening

64950000

Beschikbaar krediet

75.000,00 EUR

Raming

35.000,00 EUR

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alain De Laet vraagt wat de kostprijs is van die lestijden.

 

Schepen Elisabeth Joris antwoordt dat ze het zal laten weten.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt hoe de leerlingenaantallen evolueren.

 

Schepen Elisabeth Joris geeft aan dat het sterk schommelt omdat er wel wat leerlingen verhuizen gedurende het jaar. Dit jaar zijn er 150 leerlingen. De inschrijvingen gaan goed. Er blijft het risico dat er in de loop van het jaar vertrekken.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - Goedkeuring te geven aan het voorstel van verdeling van het toegekende lestijdenpakket voor de gemeentelijke basisschool De Horizon.

 

Artikel 2 - Goedkeuring te geven aan de vraag om voor het schooljaar 2017-2018, 37 extra, niet-gesubsidieerde lestijden voor de gemeentelijke basisschool ten laste te nemen voor het gemeentebestuur voor het klasvrij maken van de directie, het inrichten van 6 volledige klassen in de lagere school en het inrichten van een aantal ondersteunende uren.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Kerkenbeleidsplan gemeente Malle - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De lokale kerkelijke en gemeentelijke overheden hebben van de Vlaamse overheid de opdracht gekregen om samen een globaal kerkenbeleidsplan op te maken voor de gemeente. Het kerkenbeleidsplan werd ondertussen ook decretaal verankerd, omdat het opgenomen is als voorwaarde voor het verkrijgen van subsidies in het kader van het onroerenderfgoeddecreet. 

Voor de gemeente Malle, die eigenaar is van de Sint-Martinuskerk, en voor dit gebouw een subsidiedossier heeft lopen, is het dus van groot belang om in orde te zijn met deze voorwaarde.

Daarnaast is het echter ook waardevol om samen met de kerkelijke overheid na te denken over de toekomst van de kerken op het grondgebied.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42-43.

 

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, en het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 8.

 

Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 11.2.11.

 

Decreet houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria van 12 juli 2013.

 

Motivering

 

Het kerkenbeleidsplan voor de gemeente Malle is tot stand gekomen in dialoog met het centrale kerkbestuur en de respectievelijke kerkraden. De conclusie is gedragen door de betrokken partijen. Het gemeentebestuur wenst daarom haar goedkeuring te geven aan dit voorstel van kerkenbeleidsplan voor de kerkgebouwen op haar grondgebied.

 

Beraadslaging

 

Schepen Jules Mintjens geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alain De Laet merkt op dat er heel wat werk werd ingestoken, maar geeft aan dat er niets terug te vinden is over de solidarisering van de parochies. Hij vraagt naar de stand van zaken hierover.

 

Schepen Jules Mintjens licht toe dat die opmerking tijdens de voorbereidende gesprekken ook is gemaakt.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat er twee oudere parochies zijn (Sint-Martinus en Sint-Laurentius) en één jonge (Sint-Paulus). Deze laatste heeft eerder weinig bezittingen. De twee oude parochies voelen zich thans niet geroepen om Sint-Paulus te helpen. Niettemin blijft het gemeentebestuur de voorgestelde begrotingen telkens kritisch bekijken.

 

De gemeenteraad besluit bij 21 ja stemmen en 1 onthouding (Pieter van Boxel)

 

Artikel 1 - Onderstaand kerkenbeleidsplan voor de gemeente Malle goed te keuren:

 

"Kerkenbeleidsplan Malle

een langetermijnvisie over het beheer en gebruik van de kerkgebouwen

 

Inleiding

Dit kerkenbeleidsplan omvat volgende gebouwen voor de rooms-katholieke eredienst op het grondgebied van de gemeente Malle:

         Sint-Laurentiuskerk, Dorpsplaats, 2390 Oostmalle

         Sint-Martinuskerk, Kasteellaan 32, 2390 Westmalle

         Sint-Pauluskerk, Sint-Pauluslaan 2, 2390 Westmalle 

 

Dit kerkenbeleidsplan kwam tot stand volgens een afgesproken stappenplan beschreven in

punt B op pagina 4.

Dit kerkenbeleidsplan werd opgemaakt in overleg tussen de gemeente Malle, het centraal kerkbestuur van Malle en de drie kerkfabrieken die eronder ressorteren en werd vervolgens goedgekeurd:

         door de bisschop van Antwerpen op ……..juni 2017;

         door de gemeenteraad van de gemeente Malle op 26 juni 2017.

 

In dit kerkenbeleidsplan worden allereerst de betrokken kerkgebouwen ruimtelijk gesitueerd. Vervolgens volgt een bespreking van elke kerk afzonderlijk.

Aan bod komen:

         de identificatie van de drie kerkgebouwen,

         een beschrijving,

         een situering in de ruimtelijke omgeving,

         een beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie,

         de financiële draagkracht van de kerkfabrieken.

 

Aan het einde van dit document is er een overzicht met de genomen besluiten inzake de bestemming van de kerkgebouwen, de visie die hieraan ten grondslag ligt en het traject dat zal worden opgestart om deze invulling te realiseren.

 

A. Wettelijk kader

1) Decreet van de Vlaamse overheid inzake het beheer van de kerkfabrieken.

Het kader is het “eredienstendecreet” van 6 juli 2012 tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Dit decreet trad in werking op 1 januari 2013 en gaat over het beheer van de kerkfabrieken, de rol van het centraal kerkbestuur, het overleg met de gemeentelijke overheid en de financieringsverplichtingen van de gemeente aan de kerkfabrieken (tegemoetkoming van de exploitatie-tekorten en bijdrage in de investeringen voor het kerkgebouw) e.a.

Dit decreet institutionaliseert en actualiseert het overleg tussen overheid en de kerkfabrieken:

         het centraal kerkbestuur is het enige aanspreekpunt voor de gemeente en heeft een coördinerende rol gekregen in de ontwikkeling van een langetermijnvisie inzake het beheer en gebruik van de parochiekerken en andere gebouwen;

         het centraal kerkbestuur verifieert en dient de budgetten en het meerjarenplan van de kerkfabrieken in bij de gemeente voor overleg en goedkeuring.

 

2) Voorwaarden voor subsidies.

         Het kerkenbeleidsplan kreeg inmiddels een decretale grond omdat het opgenomen is als voorwaarde voor het verkrijgen van subsidies op basis van de volgende regelgeving:

         Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013: hierin worden o.a. subsidievoorwaarden bepaald voor beschermde kerkgebouwen.

         Decreet betreffende de toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria van 12 juli 2013: hierin worden o.a. subsidievoorwaarden bepaald voor niet-beschermde kerkgebouwen.

 

3) De Vlaamse bisschoppen hebben op 8 november 2012 ook richtlijnen uitgevaardigd over het gebruik van de parochiekerken en de bevoegdheid van het bisdom bij neven- en herbestemming.

 

B. Overzicht van de gevolgde stappen voor het kerkenbeleidsplan.

Om het overleg tussen het gemeentebestuur te organiseren, werden volgende stappen gevolgd:

1)      Opzetten van de drie dialoog-groepen en het onderzoek starten

 

Een pastorale werkgroep en een burgerlijke werkgroep werden samengesteld om een inventaris en analyse te maken van hun domeinen en rapporteren hun conclusies aan de stuurgroep, bestaande uit bepaalde leden van de pastorale werkgroep en de burgerlijke werkgroep.

 

2)      Opmaak van de inventarissen en

 

3)      Overleg om een gezamenlijk standpunt te bepalen

 

         De pastorale werkgroep (Centraal kerkbestuur + 3 parochies) werkte een visie uit over pastoraal gebruik van de kerkgebouwen als basis van het kerkenbeleidsplan en maakte ook een financiële analyse. De criteria waren: spreiding, pastorale kernen, zondagskerk, aard/architectuur van het gebouw, toekomstmogelijkheden.

         De burgerlijke werkgroep (gemeentebestuur) maakte een analyse van de kerkgebouwen als gebouw, o.m. eigendomssituatie, erfgoedwaarde, bouwkundige toestand, ruimtelijke ordening, financiële draagkracht… en een denkoefening over de toekomst van de parochiekerken.

         De visies van beide werkgroepen werden door de stuurgroep besproken en samengebracht.

 

4)      Communicatie aan het brede publiek

 

De stuurgroep sprak af om in plaats van een infomatieavond, een artikel te publiceren over het kerkenbeleidsplan in het informatieblad van de gemeente "De Malse Courant”.

Dit artikel verscheen reeds in de editie mei-juni 2017.

 

5)      Goedkeuringen door de overheden

 

         In een gezamenlijk standpunt en een finaal ontwerp van het kerkenbeleidsplan.Eerst wordt het kerkenbeleidsplan voorgelegd ter goedkeuring aan het college van burgemeester en schepenen;

         Vervolgens wordt het definitieve ontwerp voorgelegd aan de bisschop ter goedkeuring;

         Tenslotte wordt het kerkenbeleidsplan voorgelegd aan de gemeenteraad voor finale goedkeuring;

         Het gemeentebestuur zal de gemeente Zoersel op de hoogte houden zodat ook de gemeenteraad van Zoersel haar goedkeuring kan geven. (zie bijlage 4 op pagina 19).

 

 C. Pastoraal plan: oprichting van de “pastorale eenheid” in Malle-Zoersel

         Bij decreet van 31 januari 2017 heeft Mgr. Johan Bonny, bisschop van Antwerpen, de pastorale eenheid Heilige Martha en Maria opgericht, met ingang van 2 februari 2017.

         De pastorale eenheid is een samenwerkingsverband van verschillende pastorale kernen. Naast de parochies kan dit een school, een ziekenhuis, een woonzorgcentrum en andere instellingen die een pastorale kern hebben, zijn. Dit netwerk wordt aangestuurd door een beleidsteam van een 8-tal mensen. Hierdoor worden de krachten gebundeld en inspireren de geloofskernen elkaar. Dit netwerk biedt de parochiegemeenschappen een haalbaar en duurzaam traject voor de toekomst.

         De werking van deze pastorale eenheid en de visie hierop van het bisdom en de kerkgemeenschap waren belangrijk voor het centraal kerkbestuur om hun visie op het kerkenbeleidsplan op te nemen.

         Verdere details over de werking van de pastorale eenheid staan in bijlage 3 op pagina 18.

 

1. Situering van de kerkgebouwen in hun ruimtelijke omgeving

 

Malle is een Kempische plattelandsgemeente op de baan Antwerpen-Turnhout met een oppervlakte van 52 km² en met een bevolking van 15.000 inwoners. De “Risschotwijk” van de gemeente Zoersel maakt ook deel uit van het parochiegebied van Sint-Paulus.

De drie parochies/kerkfabrieken zijn dus werkzaam in een gebied met een bevolking van 16.400 inwoners.

In bijlage 5 op pagina 20 vindt u een duidelijker kaartje.

 

De Sint-Laurentiuskerk staat op de dorpsplaats aan een kruispunt van drie gewestwegen en is omringd door verschillende woonwijken. De kerk ligt in de buurt van 3 middelbare scholen, 2 basisscholen en het gemeenschapscentrum van Oostmalle.

 

De Sint-Martinuskerk ligt aan de rand van het dorpscentrum van Westmalle, langs de dreef die leidt naar het kasteel van Westmalle. De kerk is omringd door verschillende woonwijken en ligt in de buurt van 2 middelbare scholen, 3 basisscholen en het gemeenschapscentrum van Westmalle. De kerkfabriek heeft een actieve parochiezaal die de spil is in het lokale gemeenschapsleven. De zaal wordt gebruikt voor allerlei bijeenkomsten, feesten van verschillende verenigingen, concerten en toneelopvoeringen.

 

De Sint-Pauluskerk is een moderne kerk, een beetje verscholen in een bos op 900m van de abdij van de Trappisten en staat dus los van een dorpskern. Het parochiegebied behoort tot het weefsel van de omliggende woonwijken en gemeenschapvoorzieningen in de buurt van de Trappistenabdij en de woonwijken vlak bij de grens van Westmalle en Zoersel. De VZW van de parochie heeft een parochiezaaltje, dat de spil is van het lokale gemeenschapsleven en ook ter beschikking wordt gesteld voor feesten van particulieren.

 

De drie parochies hebben een pastorie of een parochiesecretariaat vlak bij het kerkgebouw of op wandelafstand.

 

Tabel 1 Spreiding en bereikbaarheid van de kerken

 

Afstand in kilometers

St Laurentius Oostmalle

St Martinus Westmalle

St Paulus Malle/Zoersel

Stopplaats bus

aantal parkeerplaatsen

Centrum Oostmalle

/

4 km

6 km

ja

80 (buurt)

Centrum Westmalle

4 km

/

3 km

Neen

120 (buurt)

Sint-Paulus (nabij de trappistenabdij)

6 km

3 km

/

ja

200 eigen terrein, 70 aan St Pauluslaan

 

2. Identificatie van de de drie kerkgebouwen

 

Tabel 2: Overzicht van de basisgegevens van de 3 parochiekerken

 

Naam van het kerkgebouw

St-Laurentius

(Oostmalle)

St-Martinus

(Westmalle)

St-Paulus

(Westmalle - Zoersel)

Eigenaar kerkgebouw

Kerkfabriek Sint-Laurentius Oostmalle

Gemeente Malle

Kerkfabriek Sint-Paulus Malle-Zoersel

Ligging

Dorpsplaats

2390 Oostmalle

Kasteellaan 32

2390 Westmalle

Sint-Pauluslaan 2

2390 Westmalle

Kerk dateert van ...

De oude kerk (1521) werd vernield door de tornado in 1967. Nieuwe kerk werd ingewijd op 22 december 1973.

De oude kern dateert van 1490. Het huidige uitzicht dateert van na de heropbouw en uitbreiding in 1926-1927.

Nieuwe kerk werd ingewijd op 1 juli 1967.

Kerktype

Zaalkerk.

Vrijstaande klokkentoren

Neogotiek, 

Pseudo-basiliek.

Geveltoren

“Brutalisme”

Zaalkerk

Geen klokkentoren

onroerend erfgoed

Gedeeltelijk beschermd

Beschermd

Niet beschermd

roerend erfgoed

schilderijen en beelden uit de 16-17e eeuw

7 historische beelden en enkele historische boeken

Beeld ‘Kruis-Lieve-Heer’

(Rik Van Schil -2005)

Plaats in het kerkelijk bestuur

Bisdom Antwerpen  / Vicariaat Noorderkempen

Pastorale Eenheid Heilige Martha en Maria, Malle-Zoersel

 

St-Laurentiusparochie

St.Martinusparochie

St.-Paulusparochie

Pastorie of parochiesecretariaat

vlak bij de kerk

op wandelafstand van de kerk

op wandelafstand van de kerk

Aantal inwoners:

Malle 14987

Risschot-Zoersel 1.400

Totaal 16.378

7.207

5.134

Aantal inwoners:

Westmalle: 2.637

Risschot-Zoersel 1.400

totaal= 1.067

Aantal plaatsen

500 (max 600)

495

450 (max 550)

Aantal plaatsen in de weekkapel

100

41

12

Kerk met erfgoed

ja

ja

ja

Kerkfabriek

ja

ja

ja

Kerkhof (burgerlijk)

ja

ja

neen

afstand kerk tot kerkhof

600m

500m

3 km Westmalle

4,5 km Sint-Antonius

Visie inzake de bestemming van de kerkgebouwen (zie pagina 20)

(a)  Maximaal de huidige bestemming van de kerk voor de eredienst behouden + valorisatie

(a)  Maximaal de huidige bestemming van de kerk voor de eredienst behouden + valorisatie

(a)  Maximaal de huidige bestemming van de kerk voor de eredienst behouden + valorisatie

(a)Maximaal de huidige bestemming van de kerk voor de eredienst behouden.

(b)Op korte termijn ( < 5 jaar) vragen om onderzoek naar neven- of herbestemming

(c)Op middellange termijn (15 jaar) een gesprek rond het behoud voor de eredienst, neven- of herbestemming.

De grond van de Sint-Laurentiuskerk &-toren en het vrijstaande kerktorengebouw zijn eigendom van de gemeente.

 

Tabel 3 Beschrijving van de kerkgebouwen: cultuur-historische waarde

 

(a) Cultuurhistorische waarde (inclusief referentie naar de inventaris van onroerend erfgoed )

Sint-Laurentius Oostmalle

St-Martinus Westmalle

St-Paulus Westmalle-Zoersel

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/13540

Inventaris.onroer.erfgoed_object.13753

odis.be/lnk/PS_12383

inventaris.onroerend erfgoed dessauvage

 

De oude kerk in gotische stijl dateer uit het jaar 1521.

De kerk is in het jaar 1683 herbouwd na een brand in het jaar 1681.

Op 25 juni 1967 legde een ontketende tornado een groot deel van het dorpscentrum van Oostmalle in puin

Het schip van de Sint-Laurentiuskerk werd in minder dan vijf minuten volledig verwoest en de spits werd van de kerktoren geblazen.

Een nieuwe, moderne kerk werd gebouwd in 1971-72 en in 1973 in gebruik genomen.

In 1980-81 volgde de restauratie van de oorspronkelijke toren in gotische stijl.

De mooie torenspits heeft onderaan de vorm van een klok en helemaal bovenaan deze van een peer. Hij reikt tot 50 meter hoog.

 

De Sint-Martinuskerk in neogotische stijl ligt aan de rand van het dorpscentrum, langs de dreef die leidt naar het kasteel van Westmalle.

De kern van het gebouw dateert van 1490. Een grafkapel werd toegevoegd in de 16de eeuw.

Verdere aanpassingen vonden plaats rond het midden van de 18de eeuw.

De toenmalige gotische kerk werd verwoest in 1915 door brand t.g.v. een blikseminslag.

Het huidige uitzicht dateert van na de heropbouw en uitbreiding met 2 zijbeuken van 1926-1927 door architect V. Lenaerts.

Het 15de-eeuwse koor en een deel van de middenbeuk,

de 16de -eeuwse grafkapel bleven doorheen deze geschiedenis bewaard.

Elke wederopbouw en aanpassing gebeurde met respect voor de gotische stijl van het oorspronkelijke 15de-eeuwse gebouw.

Deze moderne kerk werd in 1966-67 gebouwd door Architect Marc Dessauvage, een toonaangevend architect in de moderne kerkarchitectuur.

Zijn radicale bouwstijl is geïnspireerd door het postconciliaire gedachtengoed dat de kerk een ‘huis voor de gemeenschap’ is waarbij de gelovigen zich rond het altaar kunnen scharen.

De bouwstijl van het kerkgebouw is het “brutalisme”, een strakke geometrie met een evenwicht tussen complexiteit en helderheid.

De constructie van vloeren, muren en daken is onverhuld en opgetrokken in natuurlijke materialen: baksteen, zichtbeton, hout en glas.

De kerk ligt aan de rand van het landschapsrelict “Abdij van Westmalle”.

 

Gedeeltelijke bescherming.

Het huidige modern kerkgebouw is niet beschermd.

De alleenstaande toren van de oude kerk die op 25 juni 1967 verwoest werd door een tornado, is wel beschermd.

Deze bescherming is geldig sinds 17 september 1976.

 

Beschermd.

De oude delen van de kerk zijn beschermd als monument sinds 19 januari 1935.

Het kerkgebouw en kerkhofmuur rond de kerk zijn beschermd als gebouw sinds 24 april 2002.

Het kerkgebouw is deel van de bescherming als cultuurhistorisch landschap “Kasteel van Westmalle”

sinds 6 mei 1977.

Niet beschermd

ondanks het feit dat verschillende kerken van deze toonaangevende architect wel werden beschermd.

 

 

3. Beschrijving van de drie kerkgebouwen

 

Tabel 4 Beschrijving van de kerkgebouwen

 

(b) architecturale mogelijkheden voor valorisatie

Kerkgebouw

St-Laurentius Oostmalle

St-Martinus Westmalle

St-Paulus Malle-Zoersel

Grootte van de kerk

Oppervlakte:

± 550m²

 

Oppervlakte:

± 24m / 50 m

opp. ± 1200 m²

 

Oppervlakte:

± 950 m²

 

Indeling van hoofd- en bijruimtes

Inkomhal, hoofdruimte, weekkapel, sacristie, toiletten, keuken, bergruimte

Hoofdruimte,

weekkapel, sacristie, 2 bergruimtes, ruimte naast hoofdaltaar met gedenksteen van de adellijke familie.

Hoofdruimte

Ruime inkomhal

Bergruimte (60 m²)

Sacristie (35 m²)

Kelder (25 m²)

 

Geschiktheid voor valorisatie

OK

Ja wegens de neo-gothische architectuur en de akoestiek

Ja, wegens de open architectuur en de ruime inkomhal

Voorzieningen: verlichting, verwarming, sanitair, keuken,...

OK

OK

Keuken is niet mogelijk.

 

Kerk is voorzien van alarmsysteem.

 

+/- OK

Keuken beschikbaar in het parochiezaaltje in de nabijheid.

Bij vriesweer, is de verwarming ontoereikend wegens het gebouw: koudebruggen, enkele beglazing en spouwloze muren.

Toegankelijkheid voor andersvaliden

OK

OK

OK

Geplande aanpassingen voor eredienst en valorisatie

Geen aanpassingen nodig.

Tevens werd er een weekkapel ingericht die kan gebruikt worden voor niet-liturgische activiteiten

Momenteel niet van toepassing vermits de verwarming recentelijk (2016) werd vernieuwd

- Nieuw efficiënt en  zuinig verwarmingssysteem;

- Uitbreiding sanitair;

- Inrichting van de inkomhal voor tentoonstellingen.

Uitbreidingsmogelijkheden

 

Mogelijkheid

om deelruimtes af te splitsen

 

Niet van toepassing wegens gebrek aan ruimte.

Dit is reeds gebeurd met de ruime weekkapel.

 

 

Beperkingen van een beschermd gebouw.

Wegens de specifieke zeer open architectuur, is een uitbreiding en een opsplitsing vanuit architecturaal /esthetisch niet wenselijk.

Desnoods kan de inkomhal op een eenvoudige manier afgesloten worden met deuren voor bijv. nevengebruik.

De centrale kerkruimte met een hoog plafond kan waarschijnlijk niet gesplitst kunnen worden omwille van bouwkundige reden.

 

(c)Bouwfysische toestand en geplande werken van de gebouwen

De  parochiekerken krijgen een periodieke inspectie van monumentenwacht die een rapport maakt over de bouwfysische toestand van het gebouw en aanbevelingen doet. De kerkraad of de eigenaar van het gebouw (gemeentebestuur voor St-Martinus) neemt dan de volgende stappen om deze aanbevelingen te laten uitvoeren eventueel onder toezicht van een architect.

 

Tabel 5  Beschrijving van de kerkgebouwen: bouwfysische toestand

 

Kerkgebouw

Sint-Laurentius Oostmalle

Sint-Martinus Westmalle

St-Paulus

Malle-Zoersel

Toestand van het gebouw

Goed.

• Bouwvallige toestand van de gevels en de daken.

• Restauratie is dringend nodig wegens veiligheidsrisico’s.

• Meerkost van het frequent onderhoud van goten en afvoerbuizen

• Goed mits beperkte restauratie.

• Performantie van de verwarming is onvoldoende.

• Enkele lekken aan de ramen.

 

Laatste (deelse) restauratie van het interieur

2013: weekkapel in het kerkgebouw

Schilderwerken in 1989

Schilderwerken van het plafond in 2012

Laatste (deelse) restauratie van het exterieur

2011: lichtstraten en beglazing

Dakgoten in 2014 (dringende herstellingen)

• Herstelling aan het dak en dakramen 2015

• Renovatie van de gevels voltooid einde 2016

 

Tabel 6   Geplande werken aan de gebouwen

 

Kerkgebouw

Sint-Laurentius Oostmalle

Sint-Martinus Westmalle

Sint-Paulus

Malle-Zoersel

Geplande restauratie exterieur

Dakbedekking

Herstelling van het dak en de gevels  “on hold” wegens de budgettaire beperkingen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed.             

Nazicht en herstelling van de ramen (2017)

in jaar

Nog niet bepaald

Hangt af van de timing van de goedkeuring door het Agentschap Onroerend Erfgoed

(± einde 2017)

 

2017

bedrag

Nog niet bepaald

1,2 miljoen EUR

Nog niet bepaald

Geplande restauratie interieur

Beveiliging (2017)

Verwarming kerk

banken en verlichting (led-lampen)

 

Omschakeling verwarmingsketel stookolie naar gas.

Aanpassingen van de inkomhal.

Renovatie van de verwarming.

Sanitair.

 

in jaar

nog niet bepaald

2016-2017

2017-2019

bedrag

nog niet bepaald

geschat rond 60.000 EUR

nog niet bepaald

 

4. Beschrijving van het huidig gebruik en actuele functie

 

4.1.Het huidige gebruik en functie van de kerkgebouwen

De christelijke liturgie vraagt om een architectuur, kunst en symboliek. De parochiekerken komen aan deze terechte vraag tegemoet en zijn een belangrijk “zenuwpunt” in het familiale en sociale weefsel van de dorpen en woonwijken. Ze staan voor een verhaal van mensen en van plaatselijke gemeenschappen, vaak een verhaal met diepe wortels. Meer nog dan gebouwen verdient deze menselijke realiteit alle zorgvuldigheid en waardering.

         De kerken zijn tot op heden nog ankerpunten van verbondenheid en betrokkenheid met een grote christelijke gemeenschap. De drie parochies in Malle verzorgen de wekelijkse liturgie. Ze beschikken nog over voldoende voorgangers (priesters en/of gebedsleiders) om de continuïteit te waarborgen.

         Wegens de secularisatie is het gemiddeld aantal personen op de zondagsvieringen de laatste decennia gedaald maar sinds een 7-tal jaar gestabiliseerd op een niveau dat voldoende is om de pastorale continuïteit te verzekeren.

         Anderzijds is er een hogere aanwezigheid op de hoogdagen, de eerste communie en de vormselvieringen en de uitvaarten.

         De priester delegeert alsmaar meer taken aan gevormde en bekwame, gemandateerde vrijwilligers in kerkverband. Een 20-tal gemandateerden zorgen voor de weekendliturgie en voor de uitvaartvieringen (weliswaar binnen de toenmalige federatie Malle-Zoersel).

         Secretariaten en permanentie-uren bieden de mogelijkheid tot contact en informatie, naast de communicatie via een website van de parochies.

         Binnen de federatie werden reeds meerdere jaren afspraken gemaakt omtrent de weekendvieringen, rekening houdend met de beschikbare voorgangers en werd er in het verleden al gerationaliseerd in het aantal vieringen.

 

Tabel 7: gemiddeld aantal kerkgangers per viering

 

Kerkgangers

Sint-Laurentius Oostmalle

Sint-Martinus Westmalle

Sint-Paulus Malle/Zoersel

zondag

100

110

120

woensdag

15

 

 

donderdag

 

15

 

zaterdag

75

 

40

aantal bezoekers op hoogdagen (Kerstmis, Pasen, Patroonsfeest,...)

200

200

450

 

         Een aantal cijfers over de andere vieringen in het Bisdom Antwerpen zijn als volgt:

          Het aantal doopsels bedraagt ongeveer 60 % van de pasgeborenen.

          De uitvaarten hebben toch nog redelijk hoge bezoekersaantallen en bedragen ongeveer 65% van de overlijdens in het Bisdom Antwerpen.

          Het aantal kerkelijke huwelijken is ook gedaald maar is ook gestabiliseerd en bedraagt 24% van het totaal aantal huwelijken.

 

Deze cijfers zijn niet beschikbaar voor de gemeente Malle maar wij menen dat de cijfers van het bisdom richtinggevend zijn.

 

De andere vieringen en het breder gebruik van de kerk in de 3 kerkgebouwen staan samengevat in de volgende tabel:

 

Tabel 8      aantal andere vieringen en gebruik voor niet-liturgische activiteiten

 

Vieringen

 

Sint-Laurentius Oostmalle

Sint-Martinus Westmalle

Sint-Paulus Malle/Zoersel

Doopsels

aantal kinderen

57

26

22

1ste communie

aantal kinderen

80

56

23

Vormsel

aantal jongeren

67

18

32

Huwelijken

aantal vieringen

3

4

2

Uitvaarten van eigen parochianen

aantal vieringen

37

37

16

Andere vieringen

Schoolvieringen

Christelijke uitvaarten van mensen buiten de parochie

Breder gebruik van het kerkgebouw buiten de vieringen, binnen de parochie

         Catechese bijeenkomsten ter voorbereiding van sacramenten

         Repetities door het koor

 

         Catechese ter voorbereiding van de sacramenten

         Voorbereiding van grote vieringen

         Zangstonden door uitvaartkoor

         Catechese ter voorbereiding van de sacramenten

         Kerkbezoeken

         Voorbereiding Kerstmis en jeugdvieringen

 

Valorisaties

(Occasioneel gebruik door andere organisaties of werkgroepen)

         Concerten

         Kooroptreden

         Evocaties

         Kerkbezoek

         Proclamatie (school)

 

         Klasbezoeken       

         Gegidste bezoeken

         Open-kerk-dag

         Concerten

 

         Concerten

         Tentoonstelling

         Bezinning en vormingsavonden georganiseerd vanuit bezinningscentra in de buurt van de kerk

 

4.2.Beschikbaarheid van de kerkgebouwen voor valorisatie

Onder “valorisatie” verstaat men initiatieven die met respect voor het normale gebruik van de parochiekerk, de betekenis van het kerkgebouw kunnen versterken en bevorderen in al zijn aspecten: religieus en cultureel, historisch en kunsthistorisch, architecturaal en landschappelijk. Hiervoor wordt er gedacht aan het occasioneel gebruik voor evenementen, concerten, tentoonstelling, voordrachten, conferenties e.a. 

Concrete voorbeelden van valorisatie zijn als volgt:

         Sint-Martinuskerk

          Jaarlijks: aantal concerten met plaatselijke koorverenigingen, jaarlijks concert in samenwerking met gemeenschapscentrum Malle en Festival van de Voorkempen, klasbezoeken en deelname OpenKerkenDag.

         Sint-Laurentiuskerk

          In het verleden: concerten door het koor Musica Vera (kerstconcert en jubileumconcert), academische zitting voor de opening toeristisch seizoen Antwerpse Kempen.

          Regelmatig: bezinningsavonden door organisaties uit de buurt.

          Lopende: tentoonstelling over 50 jaar tornado in Oostmalle, georganiseerd door gemeente en kerkraad, permanente tentoonstelling in toren.

          Gepland: koorconcert in samenwerking met gemeente.

         Sint-Pauluskerk

          In het verleden: optreden buitenlandse koren in samenwerking met het gemeentelijke verbroederingscomité, koorconcert en musical in 2015 n.a.v. het jubileum van 50 jaar van de parochie.

          Gepland: deelname aan open monumentendag in 2017 met een tentoonstelling over het kerkgebouw en de architect Marc Dessauvage georganiseerd door de Kerkraad in  samenwerking met de faculteit architectuur van de KU Leuven, de dienst Toerisme Malle en Toerisme Zoersel en de heemkundige kring Malle.

In de toekomst willen de kerkraden, in overleg met de gemeente en de lokale verenigingen, zich blijvend openstellen naar activiteiten op cultureel en gemeenschapsvormend vlak. De gemeentelijke diensten kunnen hierbij een signaalfunctie opnemen, en de verschillende partijen met elkaar in contact brengen.

 

De gemeente zelf neemt ook de kerkgebouwen mee in overweging bij de organisatie van haar evenementen.

 

4.3.Parochiaal weefsel

 

Het aantal kerkgangers is slechts één van de aspecten van de gemeenschapsvorming rond het kerkgebouw. Het parochiaal weefsel van parochieteam, de verschillende werkgroepen, de talrijke vrijwilligers en het “christelijk” en geïnspireerd verenigingsleven, is nog steeds actief aanwezig en is cruciaal voor het functioneren van de parochiale gemeenschap.

 

Het parochiaal weefsel rond elk van de drie kerken bedraagt tussen 120 en 350 vrijwilligers (zie tabel 5). Zij staan in voor de materiële zorg (onderhoud, versieringen, technieken,..) van het kerkgebouw, parochiesecretariaat en parochiezalen en alle organisatorische en inhoudelijke aspecten van de eredienst.

 

Tabel 9       Parochiaal weefsel

 

Aantallen

Sint-Laurentius

Oostmalle

Sint-Martinus

Westmalle

Sint-Paulus Malle/Zoersel

Parochieteam

4

5

5

Gemiddelde leeftijd

63

60

53

Vrijwilligers

120

+/- 350

175

Parochiale verenigingen

15

31

7 ?

parochiezaal beschikbaar

neen

ja

ja

Alternatieve zaal

GC De Notelaar

 

 

 

Dank zij de talrijke vrijwilligers, blijven de parochies een bloeiende gemeenschap. Zonder hun beschikbaarheid en enorme inzet, zouden de parochies en het gemeenschapsleven niet blijven bestaan.

 

5. Financiële draagkracht

 

(a) Kerkfabriek Sint-Martinus

 

Investeringen voor de buitenwerken:

Deze zijn de verantwoordelijkheid van de gemeente Malle als eigenaar van het gebouw.

         Het dak en de gevels zijn in bouwvallige staat en een spoedige restauratie is absoluut vereist om veiligheidsredenen.

         Voor deze werken is er een verhoogd premiepercentage van 80% voorzien vanwege het Agentschap van Onroerend Erfgoed. De uitvoering hangt af van de goedkeuring en uitbetaling van deze premie.

De investeringen voor de binnenwerken worden integraal door de kerkfabriek gedragen.

 

Exploitatie-uitgaven: er zijn voldoende inkomsten om al de uitgaven te dekken.

 

(b) Kerkfabriek Sint-Paulus.

Exploitatie-uitgaven :

         De eigen inkomsten zijn ontoereikend om de werkingskosten te financieren.

         Het tekort wordt voor 2/3 betaald door de gemeente Malle en 1/3 door de gemeente Zoersel. De toelagen zijn goedgekeurd door de gemeentebesturen via het meerjarenplan en de respectievelijke budgetten.

Investeringskosten:

         De investeringskosten worden door de gemeenten gedragen vermits de kerkfabriek minimale financiële inkomsten van onroerende of roerende middelen heeft. De structurele kosten zijn echter beperkt wegens de eenvoudige bouwstructuur, de goede staat van het gebouw en een zuinig beheer.

In de toekomst zullen de investeringen zorgvuldig gepland worden zodat de bedragen in lijn kunnen blijven met het niveau van het huidig meerjarenplan.

 

(c) Kerkfabriek Sint-Laurentius

Al de exploitatie-uitgaven en investeringskosten worden volledig gefinancierd door eigen middelen.

 

Tabel 10      Overzicht van de financiële draagkracht

 

Eigenaar

Gemeente Malle

Sint-Martinus  Westmalle

Sint-Paulus

Malle/Zoersel

 

St-Laurentius

Oostmalle

Exploitatie

 

 

toelage Malle en Zoersel*

45%

zelfbedruipend

MJP 2016-19

 

zelfbedruipend

toelage Malle en Zoersel*

55%

zelfbedruipend

Investeringen

Exterieur

Interieur en onderhoud

Investeringen

 

 

met toelage

 

0%

toelage Malle en Zoersel

100%

0%

met toelage

80% Onroerend Erfgoed

0%

 

 

0%

eigen inbreng

20%

100%

 

0%

100%

Vermogen buiten het kerkgebouw

 

 

 

onroerend

 

ja

heel beperkt

 

ja

beleggingen

 

ja

heel beperkt

 

ja

 

*De toelage wordt voor 2/3 door Malle en 1/3 door Zoersel betaald.

 

6. Visie op het toekomstig gebruik en functie van de kerkgebouwen

 

In de voorgaande delen van het kerkenbeleidsplan werden een aantal feiten aangetoond:

         In de drie parochies en bijhorende kerkgebouwen is nog een actieve werking en een parochiaal leven, ondersteund door vrijwilligers en een pastorale werking. Deze werking levert een actieve bijdrage aan het gemeenschapsleven in de gemeente Malle, en maakt er onderdeel van uit.

         Er bestaat in de drie kerken reeds openheid naar valorisatie van de kerkgebouwen, dit wil zeggen dat niet-liturgische activiteiten ook hun plaats kunnen hebben in de kerkgebouwen.  Verdere mogelijkheden voor valorisatie zullen verkend en besproken worden met de gemeente en lokale verenigingen.

 

Het gemeentebestuur van Malle en het centraal kerkbestuur van Malle besluiten daarom:

 

Voor de 3 kerken (Sint-Martinus, Sint-Laurentius en Sint-Paulus)

         De drie kerken blijven maximaal en in de eerste plaats voorbehouden voor de eredienst, en krijgen dus het statuut (a) mee.

 

a

Maximaal de huidige bestemming van de kerk voor de eredienst behouden.

b

Op korte termijn (< 5 jaar) vragen om onderzoek naar neven- of herbestemming

c

Op middellange termijn (15 jaar na het verschijnen van dit kerkenbeleidsplan)

 

         Er is in alle kerken op het grondgebied nog potentieel voor verdere valorisatie van de kerkgebouwen. Dit kan in de toekomst vanuit de beide partijen actief gestimuleerd en gepromoot worden naar de lokale verenigingen en organisaties. De respectievelijke kerkraden nemen hierbij de eindbeslissing of een activiteit voldoende past binnen het kerkgebouw, en de visie die zij hiervoor uitbouwen.

         Het kerkenbeleidsplan wordt met regelmaat opgevolgd, kan in overleg herzien worden met de betrokken actoren (pastorale eenheid, de parochies, het centraal kerkbestuur en het gemeentebestuur) en eventueel bijgestuurd worden mits de nodige goedkeuringen door de bevoegde instanties.

         De gemeente en het centraal kerkbestuur zullen een overeenkomst sluiten over een afsprakenkader rond de praktische organisatie en ondersteuning van niet-liturgische activiteiten in de kerkgebouwen.

 

Voor de Sint-Martinuskerk

         De nodige stappen worden ondernomen om de restauratie van het kerkgebouw (exterieur) zo spoedig mogelijk aan te vatten. Dit alles zal moeten gebeuren in samenspraak met het Agentschap Onroerend Erfgoed, en met de kerkraad van Sint-Martinus. De gemeente Malle schrijft hiervoor de nodige budgetten in het meerjarenplan.

         De kerkfabriek Sint-Martinus zal instaan voor de andere investeringskosten inzake interieur en normale onderhoudskosten van het gehele gebouw. De kerkfabriek beschikt ook over voldoende middelen om de exploitatie-uitgaven voor haar rekening te nemen.

 

Voor de Sint-Pauluskerk

         De Sint-Pauluskerk blijft afhankelijk van de gemeente voor haar exploitatie- en investeringskosten. De kerkfabriek engageert zich om een zorgvuldige financiële planning aan te houden, zodat de bijdragen van de gemeenten in lijn zijn met het goedgekeurde meerjarenplan.

         De kerkfabriek engageert zich om voor specifieke projecten op zoek te gaan naar andere financiering, waar mogelijk.

 

Voor de Sint-Laurentiuskerk

         De kerkfabriek heeft voldoende middelen voor zowel exploitatie als de investeringen in het kerkgebouw.

 

7. Besluit

 

De gemeente en het CKB zijn zich bewust dat de beschreven situatie kan wijzigen maar het is voorbarig om hierover nu reeds een analyse of een uitspraak te doen. Indien er een belangrijke wijziging zou plaats vinden, zal er een overleg gebeuren en indien nodig zal het kerkenbeleidsplan bijgestuurd worden.

 

Alle betrokken partijen engageren zich om naar aanleiding van het jaarlijks overleg tussen het centraal kerkbestuur en gemeente na te gaan of het plan nog actueel is en of wijzigingen noodzakelijk zijn. Indien er wijzigingen moeten aangebracht worden, worden deze opgenomen in een addendum aan dit kerkenbeleidsplan na goedkeuring door de bisschop van bisdom Antwerpen en door de gemeenteraad.

 

De gemeente is goed geplaatst om opportuniteiten en eventuele noden bij de verenigingen aan te voelen, op te pikken, waarbij valorisatie van de kerkgebouwen een oplossing zou kunnen bieden. Zij engageert zich om nieuwe vragen en mogelijkheden steeds door te spelen aan en te bespreken met de respectievelijke kerkraden."

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Mededelingen - project detailhandel - kennisgeving

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij het project detailhandel dat wordt opgestart in samenwerking met de POM Antwerpen. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         De detailhandel wordt aangepakt door samen te werken met een detailhandelcoach van de provincie.

         Een stuurgroep werd opgericht waarin een vertegenwoordiging zit van het college van burgemeester en schepenen, de stedenbouwkundig ambtenaar, de coördinator vrije tijd en onderwijs en een afvaardiging van de middenstandsverenigingen.

         Het traject zal een zeven maanden duren.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         In dit project wordt de regeling van nachtwinkels mee bekeken. De detailhandelcoach kan belangrijke informatie geven.

         Bijkomend onderzoek is nodig hoe bijvoorbeeld de verkoop van alcohol kan ingeperkt worden.

         Het reglement van Turnhout werd opgevraagd.

         Na het project m.b.t. de detailhandel zal het punt van de nachtwinkels terug naar voor worden geschoven.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of alles niet in een nog breder kader moet bekeken worden: moet het niet in een grotere zone bekeken worden in plaats van enkel in onze gemeente?

 

Schepen Dries Van Dyck stelt dat er al verschillende projecten zijn uitgerold in andere gemeenten, maar dat het belangrijk is om met onze eigen specificiteit rekening te houden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat de coach ongetwijfeld voldoende mee zal kaderen.

 

Raadslid Wim Jordens vraagt of er reeds een tastbaar resultaat is in andere gemeenten.

 

Schepen Dries Van Dyck antwoordt dat hij er geen cijfers over heeft.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat het een goed initiatief is en dat het goed is dat ook het dossier van de nachtwinkels wordt opgenomen. In de rand van dit punt vraagt raadslid Alex Van Loon of er terugkoppeling is geweest naar de buurtbewoners van de Schaggelen. Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat er een gesprek is geweest met de uitbater van de nachtwinkel en dat de buurt een brief heeft ontvangen met de stand van zaken.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt dat het een positief initiatief is. Hij vraagt of andere gemeenten al verder staan. Schepen Dries van Dyck antwoordt dat er op de website van de provincie Antwerpen meer informatie over te vinden is.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt wanneer de start is voorzien.

 

Schepen Dries Van Dyck antwoordt dat de start in juli is voorzien.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Vragen en mededelingen

 

Schepen Elisabeth Joris wijst op de campagne rond 'Cleane kleren' en verwijst naar enkele evenementen.

         Schepen Jules Mintjens licht toe dat donderdag een bewonersvergadering is over de breekinstallatie van DCA, in de buurt van het waterzuiveringsstation, deelgemeente Oostmalle.

         Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij enkele evenementen.

         Schepen Paul Van Ham meldt dat hij een eerder ongewone verklaring heeft en leest het volgende voor:

 

"Burgemeester, collega's, geacht publiek,

 

Graag wil ik meedelen dat ik vanaf vandaag, vanaf nu, deze legislatuur wil verder zetten als onafhankelijk schepen.

 

Inderdaad, het is gebeurd. Ik heb een moeilijke knoop doorgehakt, een belangrijke keuze gemaakt.

 

Wil ik het bestuursakkoord ontlopen? Nee.

Wil ik de coalitie verlaten? Nee.

 

Ik zet m'n engagement gewoon verder, alleen zonder politiek etiket, van welke partij dan ook.

 

Recente partijpolitieke ontwikkelingen hebben mij er toe aangezet m'n eerste politieke jaren te evalueren.

 

Waarom ben ik met gemeente politiek gestart?

Waar ben ik mee bezig?

Voor wie doe ik aan gemeente politiek?

Waar wil ik naartoe met Malle?

Is dit nu de kracht van verandering?

 

Ik moet eerlijk zeggen dat vooral deze laatste vraag momenteel een hele moeilijke is.

 

Onlangs had ik een gesprek met een jonge dame die, omwille van haar professionele carrière, een 20tal jaar geleden Malle heeft verlaten. Keuvelend over het fijne Westmalle, in dit geval, schrok ik van een wel zeer pertinente opmerking: "Als ik zo af en toe nog eens in Malle kom, lijkt het wel alsof de tijd 20 jaar heeft stil gestaan.".

 

Helaas bedoelde ze met dat 'stil gestaan', dat het leek alsof Malle de trein van de 21ste eeuw heeft gemist.

 

En dat is nu net wat me brengt tot de beslissing van vandaag.

 

Ik ben er op dit moment absoluut van overtuigd dat vanuit een onafhankelijke positie, met het einde van de legislatuur in zicht, er openingen kunnen worden gevonden om eens na te denken over die stilstand en hoe die om te keren, eens na te denken over de toekomst van onze fantastische gemeente, eens na te denken over wat we allemaal kunnen verwezenlijken voor onze inwoners, eens na te denken over de echte kracht van de verandering.

 

Jammer genoeg kan ik die openingen in de huidige verhoudingen niet vinden. Die openingen worden in de huidige verhoudingen zelfs afgeblokt en ontweken als wereldschokkende bedreigingen. Eerlijk gezegd: Malle verdient beter. De inwoners van Malle verdienen beter.

 

Dus zonder een of ander akkoord op te blazen, beloof ik, niettegenstaande deze ongewone ontwikkeling, om mijn mandaat met dezelfde overgave, dezelfde inzet en dezelfde passie te vervolledigen."

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendricxk stelt dat er akte van genomen wordt en dat het wellicht in de volgende dagen besproken en afgewogen zal worden.

 

         Raadslid Wim Jordens wijst er op dat de stickers van de GFT-containers niet goed plakken. Schepen Paul Van Ham antwoordt dat de gemeente op de hoogte is van het probleem en in overleg staat met Igean.

         Raadslid Pieter van Boxel doet volgende suggestie: verschillende dossiers komen regelmatig terug waarbij door de raadsleden telkens naar een stand van zaken wordt gevraagd. Het zou interessant kunnen zijn om op elke gemeenteraad als vast punt telkens automatisch van een aantal grote dossiers een stand van zaken te geven.

         Raadslid Thierry van der Straten vraagt wat de ontwikkelingen zijn m.b.t. het Molenhuis. Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat er in geheime zitting even op teruggekomen zal worden.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Interpellatie over de inventaris van blackpoints

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         In Malle zijn er heel wat sites vervuild door het storten van chemische stoffen in de periode 1980-1994. Sommige van die sites zijn erkend door OVAM als blackpoint, andere niet.

         Onlangs gaf OVAM aan dat zij alle historische vervuiling wil aanpakken tegen 2036, door nieuwe bodemverontreiniging te voorkomen en door alle vervuilde sites te saneren.

         Tegen juli 2018 moeten de gemeenten een inventaris indienen bij OVAM, waarna OVAM een screening uitvoert in 2018-2019. De bodemonderzoeken worden gepland om uitgevoerd te zijn tegen 2028. Daarna bepaalt OVAM welke aanpak wordt gekozen en wat de prioriteiten zijn.

         Op dit moment erkent OVAM diverse blackpoints op de site Terracotta, die volgens OVAM dus te saneren zijn. De voormalige stortplaats op de site Repaq is volgens OVAM niet te saneren. Nochtans is er op de site Repaq in de jaren 1980 al dan niet legaal met metalen verontreinigde grond gestort.

         Het komt er voor de gemeente Malle op aan om niet alleen een volledige inventaris van verontreinigde sites te maken, maar ook OVAM ervan te overtuigen dat de site Repaq in aanmerking komt voor sanering.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt volgende vragen:

         Is de gemeente bezig met een inventaris van blackpoints op het grondgebied van Malle?

         Zijn er vergaderingen geweest?

         Zo ja, is er een verslag beschikbaar?

         Op welke manier wil het schepencollege OVAM ervan overtuigen dat de site Repaq in aanmerking komt voor sanering?

 

Schepen Paul Van Ham beantwoordt de vragen waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De inventarisatie werd in 2016 in december afgerond.

         Bodembedreigende activiteiten worden in de wetgeving duidelijk aangegeven in een lijst.

         De oude vergunningen van voor het Vlarem-tijdperk moesten ook in kaart worden gebracht. De gemeente heeft op ondersteuning kunnen rekenen van het Provinciaal Instituut om de oude vergunningen, periode 1930 tot september 1991, te screenen op bodembedreigende activiteit en te vertalen naar de huidige vaste milieurubrieken.

         De inventaris is volledig digitaal. De gemeente heeft de milieuvergunningen van 1930 tot nu zo nodig verder aangevuld en/of ingebracht. Hierbij ging ook aandacht naar de actualisatie van de kadaster- en huisnummers. Vervolgens werd de gemeentelijke software gekoppeld aan het grondeninformatieregister van OVAM. Op die manier is ook OVAM volledig in het bezit van de gemeentelijke inventaris.

         Blackpoints worden vaak opgevat als sites met een omvangrijke, voor mens en/of leefmilieu bedreigende bodemvervuiling. Vaak gaat het over historische dossiers, waarvan de ontstaansgeschiedenis vaak moet gesitueerd worden voor de komst van een coherente milieuregelgeving. Deze sites zijn ook mee in de inventaris opgenomen. Al begin de jaren 1990 werden deze al in kaart gebracht door het Provinciaal Instituut voor Hygiëne.

         De inventaris doet op zich geen uitspraak over de saneringsnoodzaak, saneringsplicht of aansprakelijkheid.

         Er zijn geen vergaderingen geweest over de inventarisatie. OVAM heeft richtlijnen per brief en voornamelijk via mail gegeven. Deze richtlijnen volstonden. Er is dan ook geen verslag van een vergadering beschikbaar.

         Officieel, volgens de hogere overheid, is Repaq een afgewerkte stortplaats met verontreiniging, zij het zonder saneringsnoodzaak. Er werden bodemonderzoeken uitgevoerd, die schijnbaar tot deze stelling hebben geleid.

         Het enige wat de gemeente kan vragen, is ambtshalve uitvoering van nieuwe bodemonderzoeken door OVAM. De vraag is echter op grond waarvan dit gevraagd kan worden. Dit wordt momenteel onderzocht.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat er inderdaad onderzoeken zijn geweest door OVAM. Desalniettemin zijn er ook stalen gevonden met zware metalen. Op basis hiervan (tegengestelde stalen) zou een heronderzoek misschien wel moeten lukken.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet merkt op dat de site Terracotta aan de Paaltjesdreef is en niet aan de Kleistraat.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Interpellatie over woonreservegebieden

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Met een brief van 7 juni 2017 heeft minister Joke Schauvliege een bevraging gelanceerd naar de gemeenten over woonreservegebieden.

         Woonreservegebieden zijn woonuitbreidingsgebieden en andere reservegebieden voor wonen. De Vlaamse regering wil het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden eenvoudiger en transparanter maken. De gebieden die hiervoor in aanmerking komen, komen terecht op een zogenaamde 'positieve lijst'. Tegelijkertijd zouden woonuitbreidingsgebieden die best niet meer ontwikkeld worden, een andere planologische bestemming krijgen. Die komen terecht op een 'negatieve lijst'.

         De minister vraagt aan de gemeenten om tegen 7 juli 2017 informatie te bezorgen om de positieve en negatieve lijsten samen te stellen. De vragenlijst is online in te vullen. Een gemeentelijk ambtenaar kan dat doen, maar de antwoorden moeten bekrachtigd worden door het college van burgemeester en schepenen.

         Er is nog heel wat onduidelijk. Wat zal het gewicht zijn van het advies van de gemeente? Wanneer zal de Vlaamse regering de definitieve beslissing nemen? Wat zullen de gevolgen zijn van de opname van een gebied op één van de lijsten?

         Sp.a-Groen+ is van mening dat het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden zo veel mogelijk moet worden vermeden. Er wordt gepleit voor inbreiding, weliswaar met de nodige aandacht voor groen en ademruimte.

         Het is aangewezen dat de gemeenteraad en de GECORO zich zouden moeten kunnen uitspreken over de toekomst van woonuitbreidingsgebieden. De deadline van 7 juli 2017 is dan ook veel te krap.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt volgende vragen:

         Deelt het schepencollege onze mening dat de timing voor het indienen van antwoorden te krap is?

         Is het schepencollege van plan om uitstel te vragen aan de Vlaamse regering?

         Deelt het schepencollege onze mening dat het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden zo veel mogelijk moet worden vermeden?

 

Schepen Paul Van Ham beantwoordt de vragen waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De timing is zeer krap. Er werd reeds uitstel gevraagd door de VVSG, maar niet toegekend.

         De minister stelt dat de huidige bevraging een voorbereidend karakter heeft. In een latere fase, als de decretale grondslag er is, zal de Vlaamse Regering over het ontwerp van positieve en negatieve lijst nog een openbaar onderzoek organiseren met de mogelijkheid voor de gemeenteraad en de GECORO om een advies uit te brengen. Het zou nog mogelijk blijven om op een later ogenblik, na een eventueel uitgebreider besluitvormingsproces, via de relatiebeheerder van de gemeente alsnog een standpunt aan te brengen.

         Het college van burgemeester en schepenen deelt de visie dat het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden zo veel mogelijk moet worden vermeden. Dit werd ook voorzien in de woonbehoeftestudie. Hierin worden verschillende gebieden, zowel woongebieden als woonuitbreidingsgebieden, aangeduid als eventueel te ontwikkelen op lange termijn.

         De GECORO en de milieuraad zouden zich over het dossier moeten kunnen uitspreken.

         Het is aangewezen een standpunt onder voorbehoud te formuleren.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of het college van burgemeester en schepenen dan een voorlopig standpunt zullen innemen?

 

Schepen Paul Van Ham antwoordt bevestigend en citeert de minister: "Het is belangrijk in de huidige bevraging voor zo veel mogelijk gebieden een duidelijk standpunt in te nemen. Ontbreekt er lokaal op dit moment een consensus, dan adviseren wij om de bevraging wel degelijk binnen de termijn te beantwoorden, maar voor de optie 'geen uitsluitsel over al dan niet ontwikkelen' te kiezen. Het blijft in dat geval mogelijk om op een later ogenblik, na een eventueel uitgebreider besluitvormingsproces in uw gemeente, via de relatiebeheerder van de gemeente alsnog een standpunt aan te brengen. In de mate van het mogelijke zal dergelijk standpunt nog meegenomen worden in de voorbereiding van de lijsten voor besluitvorming door de Vlaamse Regering. De administratie is in elke fase, tot aan het openbaar onderzoek, ook beschikbaar voor overleg.".

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt of het antwoord op de vragen zal worden meegedeeld.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat de raadsleden er kennis van zullen kunnen nemen via de notulen van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Interpellatie over de verkavelingsaanvraag van Ehkam

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe waarbij volgende elementen aan bod komen:

         Op 21 juni werd een openbaar onderzoek aangeplakt voor een verkavelingsvergunning ingediend door Ehkam nv. Het gaat om een verkavelingsontwerp voor het realiseren van 29 bedrijfskavels, het uitvoeren van weg- en rioleringswerken, het aanleggen van een parkeerzone voor 7 vrachtwagens, een bufferbekken en een groenbuffer na het vellen van 99 hoogstammige bomen in lijnverband, in de Industrieweg.

         In de gemeenteraad van 19 december 2016 besliste de gemeenteraad om akkoord te gaan met het afleveren van een volmacht tot het verkavelen op voorwaarde dat het ontwerp voldoet aan de inrichtingsstandaarden van de gemeente. Concreet ging het om de verwezenlijking van een uitgeruste verbindingsweg tussen de Nijverheidsstraat en de toekomstige omleidingsweg en om de verwezenlijking van een publiek toegankelijke en collectieve vrachtwagenparking.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt volgende vragen:

         Kan het schepencollege deze verkavelingsaanvraag toelichten?

         Welke bomen worden er precies gerooid en waar komt de nieuwe buffer en hoe groot is die?

         Hoe groot zijn de kavels?

         Is er momenteel veel vraag naar bijkomende bedrijventerreinen?

         Hoe past deze verkavelingsaanvraag in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan?

         Is het tracé van de omleidingsweg op het grondgebied van Malle al gekend?

         Hoe past de aanleg van de omleidingsweg op het grondgebied van Malle in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan?

         Op welke manier wordt de aanleg van de omleidingsweg op het grondgebied van Malle onderbouwd door het mobiliteitsplan?

         Op welke manier wordt de bevolking van Malle betrokken bij de aanleg van de omleidingsweg op het grondgebied van Malle?

 

Schepen Paul Van Ham beantwoordt de vragen waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De aanvraag is net volledig verklaard. Deze zal nu ten gronde bekeken worden.

         De grootte van de kavels is tussen de 2.000 en de 6.000 m².

         In het bestaande industrieterrein is nog maar 1 kavel beschikbaar.

         Wat betreft de inpasbaarheid van de verkavelingsaanvraag in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Er is een richtinggevend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS). Globaal genomen staat het voorop om het gemeenschappelijk organiseren van functies, bv. collectieve vrachtwagenparking en parkeerplaatsen op privéterreinen laten delen door verschillende bedrijven, gezamenlijke waterberging, ... Er is ook een bindend gedeelte. Globaal genomen wordt er gesteld dat er een mogelijkheid moet bestaan tot het samenvoegen van percelen, het voorzien van gekoppelde bebouwing in functie van het nuttig en optimaal gebruik van de beschikbare bedrijvenruimte. Ook voorziet het GRS dat men verplicht moet bouwen in meerdere bouwlagen.

         Het BPA Voorkensheide ligt vast bij Ministerieel Besluit van 3 juli 1983. In het BPA werd een reservatiestrook voorzien. Er werd in de iGBC van 28 maart 2014 beslist om voorkeur te geven aan dit BPA-tracé. Hoe het tracé precies wordt ingevuld, is nog niet duidelijk. Het ontwerp van de wegen staat nog niet op punt, daar is studiebureau SWECO in opdracht van AWV mee bezig. Op korte termijn wordt er een nieuwe iGBC georganiseerd.

         Wat betreft de inpassing van de omleidingsweg op het grondgebied van Malle in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het noord-zuid verkeer wordt afgewikkeld via de Zoerselbaan en de Lierselei. Een directe ontsluiting van het industrieterrein in het zuiden, vermindert de druk van het auto- en vrachtverkeer op de noord-zuid-assen. Het gehele industrieterrein kan dan intern worden aangesloten op deze hoofdingang, zodat belasting van de Zoerselbaan en Antwerpsesteenweg wordt vermeden. Op deze manier worden de kernen van Oostmalle en Westmalle structureel ontlast. Tegelijkertijd kan het industrieterrein een eigen gezicht krijgen, door de uitbouw van de inkom van het gebied.

         Door uitbreiding en intensivering van het industrieterrein De Delften wordt voorzien in ruimte voor bijkomende industrieën. De bedrijven kennen geen directe ontsluitingen op de omringende gewestwegen. Enerzijds sluit de omleidingsweg van Zoersel aan op de zuidelijke ontsluitingsweg van de industrie, anderzijds wordt het industriegebied ontsloten aan de bestaande ingang van de Nijverheidsstraat aan de N12 Antwerpsesteenweg. Het industriegebied ten noorden van de N12, wordt gefaseerd uitgevoerd. De zuidelijke ontsluitingsweg wordt voorgesteld als verlenging van de ring rond Zoersel, die in een vroegere fase moet worden gerealiseerd. De sterke binding van het industriegebeid van Malle op de E34 wordt door de aanleg van de zuidelijke ontsluitingsweg versterkt.

         AWV wil in communicatie blijven gaan met de buurtbewoners om zo goed mogelijk te informeren.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of de planning van de ring van Zoersel gekend is.

 

Schepen Paul Van Ham antwoordt dat deze voor hem niet gekend is.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of er al plannen zijn voor het gedeelte in Zoersel?

 

Schepen Paul Van Ham antwoordt dat aangezien er nog geen bouwaanvraag is, er mogelijk nog geen definitieve plannen zijn, niettemin zullen deze wel nodig zijn om de onteigeningen op te starten.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of de gemeenteraadsleden de brieven die AWV verstuurt ook kunnen ontvangen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat het zal voorgelegd worden aan AWV en dat de vraag ondersteunt zal worden.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat de vraag ruimer bekeken moet worden dan louter briefwisseling van AWV. In belangrijke dossiers zou het goed zijn om er briefwisseling over te krijgen.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of het de bedoeling is om de bomen al te rooien?

 

Schepen Paul Van Ham antwoordt dat het een element is dat beoordeeld zal moeten worden. Hij wijst eveneens op de aanleg van een groenbuffer van 6.000 m² met een breedte van 15m en onder de vorm van een talud van 4m hoog.

 

Raadslid Walter Vermeylen stelt dat er wordt gezegd dat het tracé nog niet bekend is, niettemin spreken de notulen van 10 oktober 2016 over het tracé. Het zal dan toch min of meer bekend zijn waar het tracé komt. Er wordt daarnaast gesproken over 99 bomen. Het is dan waarschijnlijk toch duidelijk waar het tracé komt en over welke bomen het gaat, anders kan men toch niet over 99 bomen spreken.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt zich af waarom de gemeenteraadsleden de plannen niet te zien krijgen.

 

Schepen Paul Van Ham stelt dat werd opgelegd dat er voldoende ruimte moet zijn in het openbaar domein. Daarnaast is altijd uitgesproken dat er zuidelijk moet ontsloten worden.

 

Schepen Paul Van Ham stelt dat Antea destijds met een ontwerp is gekomen zonder rekening te houden met de ontsluiting. De gemeente heeft in besprekingen altijd aangegeven dat er rekening mee gehouden moet worden.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Interpellatie rond het inrichten van een "lokale veiligheidscel" in Malle

 

Raadslid Pieter van Boxel licht onderhavig punt toe waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         In bepaalde steden bestaat er een lokale veiligheidscel. Deze veiligheidscellen bestaan uit verschillende actoren zoals politie en andere veiligheidsdiensten, scholen, OCMW, sociale instellingen, ...

         Intussen pleitte de minister van Binnenlandse Zaken voor veiligheidscellen in alle gemeenten. Vaststellende dat het sociale leven van veel moslims in Malle in het Antwerpse plaatsvindt, is het best mogelijk dat radicalisering ook in Malle kan opduiken. Het idee van de minister kan dan ook gesteund worden. Niettemin moet bekeken worden of dit realiseerbaar is in een kleine gemeente als Malle. Misschien is het beter om dit op het niveau van de politiezone te realiseren.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt volgende vragen:

         In hoeverre is er in Malle al sprake van het opsporen van geradicaliseerde Islamitische jongeren?

         Hoe zal/wil het schepencollege omgaan met het voorstel van Minister Jambon? 

         Lijkt het, volgens de meerderheidscoalitie, een beter idee om dit te realiseren op het niveau van de politiezone? 

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx beantwoordt de vragen, waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Binnen de politiezone is er aandacht voor dit punt.

         Wanneer er een aanwijzing zou zijn, dan wordt dit vanuit de zone gemeld.

         In onze zone is er nog geen sprake van geweest.

         In ieder geval zal het vanuit zonaal oogpunt bekeken worden. Het is de politiezone die vanuit andere instantie informatie krijgt.

         Van zodra het zich zou voordoen, dan wordt een veiligheidscel opgericht.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Interpellatie over het tennisveld op speelpleintje "Talondreef-Beukenlaan"

 

Raadslid Pieter van Boxel licht onderhavig punt toe waarbij volgende elementen aan bod komen:

         Op het speelpleintje 'Talondreef Beukenlaan' ligt een tennisveld. Dit is één van de weinige tennisveldjes in onze gemeente waar recreatieve sportievelingen vrij kunnen tennissen.

         Onlangs werd de bedrading van de omheining weggehaald en de kader van de omheining werd mooi geschilderd. Dat de bedrading weg moet voor de schilderwerken is logisch, maar waarom moet dit zo lang duren. Het heeft een drie maanden geduurd om de omheining terug te plaatsen.

         Om toch te kunnen tennissen hebben bepaalde mensen maar zelf een creatieve oplossing gezocht. De creativiteit van deze mensen is te bewonderen, maar het is te betreuren dat ze dit zelf moeten doen omdat het gemeentebestuur hen hier in de steek laat. 'Goed bestuur' zit ook in kleine dingen zoals dit.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt volgende vragen:

         Waarom is er na de schilderwerken aan de omheining van dit tennisveld niet snel een nieuwe bedrading gekomen? 

         Hoe stonden de vernieuwingswerken van dit tennisveld oorspronkelijk gepland? Welke timing werd er bijvoorbeeld voorzien? 

         Wat is er dan mis gelopen? 

         Wanneer zal het tennisveldje in alle ere hersteld worden, met bedrading van de omheining zodat recreatieve tennissers weer naar hartelust kunnen tennissen?

         Hoeveel publieke tennisveldjes zijn er in onze gemeente? 

         Misschien is het een idee, om bij volgende opwaarderingsfases van andere speelpleintjes ook een tennisveldje te voorzien? 

 

Schepen Elisabeth Joris beantwoordt de vragen waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De draad was aan herstelling toe. De werken werden opgenomen in de planning voor het voorjaar 2017.

         In week 11 werd een offerte gevraagd voor de materialen.

         In week 12 werd na prijsvraag het materiaal besteld, waarbij er een levertijd was van 4 tot 6 weken.

         Vanaf week 15 is er gestart met het herstel van de palen en steunen, met nadien het schilderwerk.

         Ondanks de belofte van de leverancier is de draad pas in week 24 geleverd.

         Week 25 en 26 werd het geheel terug geplaatst.

         De leverancier van de draad had een te verwachtte leverdatum gekregen van de fabrikant van de draad. De fabrikant maakt deze draad niet standaard, maar enkel op bestelling. De fabrikant heeft de datum van levering opgeschoven. Een andere leverancier raadplegen kon geen soelaas brengen, omdat iedereen bij dezelfde fabrikant besteld.

         Het Provinciaal Vormingscentrum heeft één outdoor tennisterrein dat vrij toegankelijk is.

         Sportcomplex Mintjens Arena heeft 5 outdoor tennisterreinen en 2 indoor terreinen. Play en Sports heeft recent een tennisclub opgericht om erop te spelen. Deze terreinen zijn dus niet vrij toegankelijk.

         Tot slot is er het veld aan het speelpleintje van de Beukenlaan.

         Een tennisveld voorzien is niet evident. Naast voldoende ruimte die beschikbaar moet zijn, hangt er ook een groot kostenplaatje aan vast.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Voorstel tot politieverordening betreffende nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie in Malle - stemming

 

Voor dit punt wordt verwezen naar de toelichting onder het punt betreffende detailhandel van onderhavige agenda.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Voorstel tot invoering van vreemdelingentaks - stemming

 

Raadslid Pieter van Boxel licht onderhavig punt toe waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De mogelijkheid om een vergoeding te vragen aan erkende vluchtelingen is sinds maart 2017 van kracht, dankzij N-VA in de federale regering, met ondersteuning van CD&V en Open VLD. Gemeenten kunnen er sindsdien voor kiezen om een bedrag tot 50 euro te vragen aan vreemdelingen bij de verlenging, vervanging of vernieuwing van hun verblijfskaart.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         In 2015 waren er 22 dossiers en in 2016 33 dossiers. Dit zijn EU burgers en niet EU burgers.

         De prijs die Malle vraagt ligt volledig in de lijn met de prijs van de buurgemeenten.

         Het gaat over zeer beperkte aantallen. Het werk staat niet in verhouding tot de opbrengst. Het zal meer kosten dan het opbrengt. Het lijkt beter om dit deze legislatuur te laten voor wat het is.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt hoe de kosten-baten worden ingeschat.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat het in onze gemeente geen probleem is. Een volgende legislatuur kan oordelen of het veranderd moet worden.

 

Schepen Paul Van Ham licht toe dat een reglement aanpassen voor 30 dossiers aan 20 euro extra per dossier, met andere woorden voor 600 euro, niet zinvol is.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt dat het een éénmalige kost is.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt de stemming over het voorstel zoals hieronder beschreven: 

 

"Gelet op de bestaande retributies die bepaalde onkosten doorrekenen aan de gebruikers.

Gelet op de financiële toestand van onze gemeente.

Gelet op de aanpassing van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953, gestemd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 24 november 2016, gepubliceerd in het Staatsblad op 2 februari

2017.

Gelet op het Koninklijk Besluit tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953, goedgekeurd in de ministerraad van 24 februari 2017, gepubliceerd in het Staatsblad van 20 maart 2017.

Gelet op  de meting van de administratieve lasten voor de gemeenten omtrent de aanvragen tot verlenging van het verblijf van een vreemdeling uitgevoerd door het meetbureau van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging (DAV) tussen juli 2015 en september 2015. Hierin werd zeer nauwkeurig in beeld gebracht wat de administratieve kosten zijn van een dergelijke verlenging en

welke verschillende stappen door de gemeenten dienen te worden doorlopen alvorens de documenten aan de vreemdeling kunnen worden afgeleverd. Hieruit bleek dat de administratieve afhandeling door de gemeenten beduidend omslachtiger was voor de verlenging van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf, dan voor de andere

verblijfsvergunningen.

Gelet op, de gecoördineerde Grondwet verleent bij artikels 41, 162 2° en 170 §4, 1° en 173 fiscale autonomie

aan de gemeenten.

Gelet op artikel 42 §3 van het Gemeentedecreet bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de gemeentelijke belastingen en retributies.

Gelet op Artikel 43 §2 15° van het Gemeentedecreet bepaalt dat deze bevoegdheid niet aan het college van burgemeester en schepenen kan worden toevertrouwd.

Gelet op Artikel 186 van het Gemeentedecreet bepaalt de wijze van bekendmaking van de reglementen.

Gelet op het KB van 5 maart 2017, dat het maximumbedrag voor deze retributie vastlegt op 50 euro.

 

Op voorstel van Pieter van Boxel, gemeenteraadslid.

 

Na beraadslaging,

 

Met … stemmen voor, … stemmen tegen en …. onthoudingen

 

Voorstel van beslissing:

Artikel 1. Met ingang van heden en voor een termijn eindigend op 31 december 2019, wordt een retributie gevestigd voor het vernieuwen, verlengen of vervangen van de verblijfsvergunning 'bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf' (i.e. de elektronische A- kaart).

Artikel 2. De retributie bedraagt 50 euro per persoon en kan slechts eenmaal per jaar worden geïnd.

Artikel 3. De retributie is verschuldigd door de aanvrager en dient vooraf te worden betaald, hetzij elektronisch of via overschrijving. De retributie is niet terugbetaalbaar.

Artikel 4. Een afschrift van deze gemeenteraadsbeslissing wordt overgemaakt aan de hogere overheid."

 

Raadslid Sanne Van Looy licht toe dat N-VA principieel voorstander is en merkt op dat het Vlaams Belang er geen goedkeuring aan gegeven heeft. Ze licht toe dat N-VA zich zal onthouden.

 

Raadslid Alain De Laet licht toe dat Open VLD zal tegenstemmen: voor 600 euro lijkt het weinig zin te hebben, zeker in deze periode.

 

Raadslid Wim Jordens licht toe dat zijn fractie dit als een bovenlokaal gegeven beschouwt, dat bovenlokaal moet opgelost worden.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat zijn fractie eveneens volgt met een tegenstem.

 

Er wordt overgegaan tot de stemming waarbij volgend resultaat wordt bekomen: 16 neen stemmen (Harry Hendrickx, Jules Mintjens, Dries Van Dyck, Elisabeth Joris, Dominique Defossez, Kim Geys, Jan Boeckx, Katleen Mintjens, Alain De Laet, Wim Jordens, Ingrid Vrints, Paul Wens, Thierry van der Straten Waillet, Walter Vermeylen, Mieke Laenen en Alex Van Loon), 1 ja stem (Pieter van Boxel) en 6 onthoudingen (Paul Van Ham, Mieke Vermeyen, Wouter Patho, Peter Lacante, Sanne Van Looy, Beatrix Knaepkens). Het voorstel is bijgevolg niet aanvaard.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Interpellatie over de digitale omgevingsvergunning

 

Raadslid Walter Vermeylen licht toe dat vanaf 1 juni de digitale omgevingsvergunning een feit is. Deze vervangt de verkavelingsvergunning, de bouwvergunning, enz. Hij stelt volgende vragen:

         Kan de gemeente hierover een informatiemoment voorzien zodat voor ons meer duidelijkheid wordt verschaft in de nieuwe procedure?

         Is alles onder controle ondertussen want er zijn heel wat problemen geweest met de digitalisering en vooral de werking ervan?

 

Schepen Paul Van Ham beantwoordt de vragen, waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Het omgevingsdecreet werd goedgekeurd op 25 april 2014. Deze wetgeving werd van kracht op 23 februari 2017. Vervolgens zijn er nog uitvoeringsbesluiten gekomen. Het omgevingsdecreet legt de focus op procedurele wijzigingen. De stedenbouwkundig ambtenaar zal hierover op een volgende gemeenteraad meer toelichting geven.

         De filosofie bestaat er voornamelijk uit dat men nu 1 vergunning moet aanvragen, namelijk de omgevingsvergunning voor 1) het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen, 2) het verkavelen van gronden, 3) exploitatie van een inrichting, 4) het exploiteren van een inrichting in combinatie van het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen. Er zullen 2 procedures zijn: de vereenvoudigde of de gewone. Tot slot zijn er drie bevoegde overheden: Vlaanderen, de provincie en de gemeente.

         Malle was bij de eerste gemeenten die klaar was voor de digitale bouwvergunning. Door deze tijdige intrede heeft Malle het maximale subsidiebudget van 10.000 euro voor de digitale bouwaanvraag kunnen vergaren. Niettemin waren de software firma's niet klaar, voornamelijk omwille van het uitblijven van de uitvoeringsbesluiten. 1 juni bleek dan ook niet haalbaar. De minister heeft dan beslist om de omgevingsvergunning uit te stellen tot 1 januari 2018.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of er bedrijven zijn waar vroeger de provincie voor bevoegd was en nu Malle.

 

Schepen Paul Van Ham antwoordt dat hij er niet direct een zicht op heeft, maar dat dit zal duidelijk worden op de vervaldatum van de vergunning.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt dat wanneer een toelichting gegeven wordt er ook toelichting gegeven wordt bij de gevolgen van de samensmelting van de instanties op gewestelijk vlak.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 26 juni 2017

 

Interpellatie naar de stand van zaken betreffende de definitieve plannen qua herinrichting van de Hoogstraatsebaan

 

Raadslid Paul Wens informeert naar de stand van zaken betreffende de definitieve plannen qua herinrichting van de Hoogstraatsebaan. Hij stelt volgende vraag:

         Is er reeds een info-avond voorzien om de bewoners op de hoogte te brengen hoe “hun” straat er binnenkort gaat uitzien of kunnen zij hieromtrent hun inbreng doen?

 

Schepen Paul Van Ham geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Het plan is in ontwerpfase. De RMC zal het beoordelen. Na de RMC is het plan pas definitief. Vervolgens zal er nog eens een bewonersvergadering plaatsvinden.

         Op dit moment zitten we dus nog in een voorontwerpfase.

         Er zal een schriftelijk RMC plaatsvinden, waarschijnlijk na het zomerreces.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt naar de concrete betekenis van een schriftelijk RMC.

 

Schepen Paul Van Ham stelt dat experten op een schriftelijke manier hun bevindingen formuleren naar de GBC, waarbij vervolgens AWV verder zal gaan met het definitieve ontwerp.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019