Gemeenteraad

Donderdag 24 juni 2021

 

Aanwezig

 

Voorzitter:

Dirk Gerinckx

Burgemeester:

Harry Hendrickx

Schepenen:

Sanne Van Looy, Elisabeth Joris, Dries Van Dyck, Wim Jordens, Wouter Patho

Raadsleden:

Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Ingrid Vrints, Paul Van Ham, Kim Geys, Mieke Vermeyen, Peter Lacante, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Jolien Vrints, Dries De Vry, Tom Lauryssen, Yannis Leirs

Algemeen directeur:

Sven Brabants

 

Verontschuldigd

 

Raadslid:

Gert Peeters

 

Vanaf punt 7 vervoegt Tom Lauryssen, raadslid, de vergadering.

Overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur verlaat Mieke Vermeyen, raadslid, vanaf punt 15 de vergadering.

Vanaf punt 16 vervoegt Mieke Vermeyen, raadslid, de vergadering.

 

 

De gemeenteraad, regelmatig bijeengeroepen door de voorzitter overeenkomstig artikel 22 van het gemeentedecreet, vergadert in het gemeentehuis op 24 juni 2021.

 

De voorzitter stelt vast dat de raad wettelijk is samengesteld.

 

De voorzitter verklaart de vergadering om 20.00 uur voor geopend voor de behandeling van de volgende punten:

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Politieverordening - bekrachtiging van het besluit van de burgemeester van 16 juni 2021 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 16 juni 2021 nam burgemeester Harry Hendrickx volgende beslissingen in het besluit met als titel 'Intrekking van het burgemeestersbesluit van 11 juni 2020 'Politieverordening - openbare gezondheid - gemeenteraad - raad voor maatschappelijk welzijn - modaliteiten zitting - goedkeuring' - politieverordening - openbare gezondheid - gemeenteraad - raad voor maatschappelijk welzijn - modaliteiten zitting - goedkeuring':

 

"Artikel 1 - het besluit van de burgemeester van 11 juni 2021 'Politieverordening - openbare gezondheid - gemeenteraad - raad voor maatschappelijk welzijn - modaliteiten zitting - goedkeuring' in te trekken.

 

Artikel 2 - tot en met 30 juni 2021 de vergaderingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn te laten doorgaan als volgt in de feestzaal van De Notelaar met inachtneming van de sociale afstandsregels en mits het dragen van een mondneusmasker wanneer men rondloopt. Aan tafel kan het mondneusmasker worden afgenomen.

 

Artikel 3 - publiek toe te laten op de vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn in die zin dat in de foyer van De Notelaar maximaal 28 bezoekers kunnen plaatsnemen mits inachtneming van de sociale afstandsregels en mits het dragen van een mondneusmasker. In de foyer zal via een audiovisueel systeem de vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn live afgespeeld worden. Alle leden zijn zichtbaar, hoorbaar en herkenbaar voor het publiek.

 

Artikel 4 - het aanwezige publiek mag conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn geen openlijke tekens van goedkeuring of afkeuring tonen of wanorde veroorzaken."

 

Juridische gronden

 

Nieuwe Gemeentewet, artikel 134, §1 en artikel 135, §2

 

Motivering

 

De burgemeester nam op 16 juni 2021 een noodzakelijk besluit in het kader van de vrijwaring van de openbare gezondheid en de organisatie van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn. De motieven om het besluit te nemen worden afdoende weergegeven in het besluit zelf en worden overgenomen.

 

Het besluit kan dan ook bekrachtigd worden.

Beraadslaging

 

Burgemeester Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het besluit van de burgemeester van 16 juni 2021 'Intrekking van het burgemeestersbesluit van 11 juni 2020 'Politieverordening - openbare gezondheid - gemeenteraad - raad voor maatschappelijk welzijn - modaliteiten zitting - goedkeuring' - politieverordening - openbare gezondheid - gemeenteraad - raad voor maatschappelijk welzijn - modaliteiten zitting - goedkeuring' te bekrachtigen.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Gemeenteraad - notulen en zittingsverslag zitting 27 mei 2021 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De vorige gemeenteraadszitting vond plaats op 27 mei 2021. De ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag die er betrekking op hebben worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 277 en 278 betreffende de opmaak van de notulen

 

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van 31 januari 2019, artikels 31 en 32

 

Motivering

 

De gemeenteraad stelt vast dat de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de zitting van 27 mei 2021 correct en volledig werden opgesteld.

Beraadslaging

 

Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 27 mei 2021 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Organisatiebeheersing - rapportage over het organisatiebeheersingssysteem in 2020 - kennisneming

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De algemeen directeur moet jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau en de raden rapporteren over het organisatiebeheersingssysteem.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 219, lid 2

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 217 tot en met 220 die de invulling van de organisatiebeheersing bepalen

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 176, 180, 181, 188, 193, 266, 272 en 303 die concrete bepalingen bevatten over het organisatiebeheersingssysteem

 

Motivering

 

De rapportage moet jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar gebeuren.

 

De rapportage voor het jaar 2020 is beschikbaar.

 

De algemeen directeur bezorgde de raadsleden voor de zitting de rapportage over het organisatiebeheersingssysteem. De rapportage werd op 22 juni 2021 tijdens een digitale sessie toegelicht aan de raadsleden. De algemeen directeur was beschikbaar voor de raadsleden die daarover vragen hadden.

Beraadslaging

 

Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit

 

Artikel 1 - kennis te nemen van de rapportage over het organisatiebeheersingssysteem in 2020.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Organisatiebeheersing - aanpassing van het kader voor organisatiebeheersing - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Organisatiebeheersing is volgens het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:

1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst

2° wetgeving en procedures naleeft

3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt

4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet

5° de activa beschermt en fraude voorkomt.

 

De algemeen directeur stelt, na overleg met het managementteam, het algemene kader voor het organisatiebeheersingssysteem vast.

 

De gemeenteraad keurde op 27 juni 2019 het kader voor organisatiebeheersing versie 3.0 goed.

 

Ten opzichte van die versie van het kader voor organisatiebeheersing werden enkele wijzigingen aangebracht.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 219, lid 1 dat stelt dat het kader voor organisatiebeheersing onderworpen is aan de goedkeuring van de gemeenteraad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 217 tot en met 220 die de invulling van de organisatiebeheersing bepalen

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 176, 180, 181, 188, 193, 266, 272 en 303 die concrete bepalingen bevatten over het organisatiebeheersingssysteem

 

Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2019 'Organisatiebeheersing - aanpassing van het kader voor organisatiebeheersing - goedkeuring'

 

Motivering

 

De wijzigingen zijn de volgende:

         Het visueel overzicht van de beheerscyclus werd aangepast aan de terminologie van de beleids- en beheerscyclus (BBC) 2020

         In 2020 startte de administratie met een periodiek dienstenoverleg met teamverantwoordelijken, experten en deskundigen. Deze overlegvorm werd ingepast in het kader van de overlegstructuur. De werkgroepen veranderden van naam naar beleidsgroepen en werden ook in het kader toegevoegd

         Het proces rond de aanpassing van het personeelsplan werd aangepast

         Het proces rond de dienstnota's werd aangepast

         Bij het stuk over de beleidsevaluatie werd de verplichting rond de opvolgingsrapportering toegevoegd.

 

Het managementteam adviseerde deze wijzigingen positief.

 

Het ontwerp van het aangepaste kader voor organisatiebeheersing werd door de algemeen directeur aan de raadsleden bezorgd. De aanpassingen aan het kader voor organisatiebeheersing werden toegelicht aan de raadsleden tijdens een digitale sessie op 22 juni 2021. De algemeen directeur was ter beschikking voor de raadsleden die daarover vragen hadden.

Beraadslaging

 

Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het kader voor organisatiebeheersing versie 4.0 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Agentschap Zorg en Gezondheid - bekrachtiging van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2021 'Agentschap Zorg en Gezondheid - verwerkingsovereenkomst voor het verwerken van persoonsgegevens door de zorgraad en het lokaal bestuur in het kader van vaccinatiecentrum Voorkempen - goedkeuring' - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Eerstelijnszone Voorkempen vzw organiseert in samenwerking met de gemeenten Brecht, Malle, Schilde, Wijnegem, Zandhoven en Zoersel het vaccinatiecentrum Voorkempen.

 

Gemeente Malle treedt daarbij op als penhoudende organisatie.

 

Eerstelijnszone Voorkempen vzw en de gemeenten sloten daarvoor een samenwerkingsovereenkomst af. Deze samenwerkingsovereenkomst werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 29 april 2021.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56

 

Algemene Verordening Gegevensbescherming van 27 april 2016

 

Gemeenteraadsbesluit van 29 april 2021 'Vaccinatiecentrum Voorkempen - samenwerkingsovereenkomst - goedkeuring'

 

Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2021 'Agentschap Zorg en Gezondheid - verwerkingsovereenkomst voor het verwerken van persoonsgegevens door de zorgraad en het lokaal bestuur in het kader van vaccinatiecentrum Voorkempen - goedkeuring'

 

Motivering

 

Voor de verwerking van de persoonsgegevens in het vaccinatiecentrum conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vraagt het Agentschap Zorg en Gezondheid dat Eerstelijnszone Voorkempen vzw en de penhoudende organisatie een verwerkingsovereenkomst met haar zouden afsluiten.

 

De verwerkingsovereenkomst met annexen 1, 2 en 3 moest op korte termijn aan het Agentschap Zorg en Gezondheid bezorgd worden zodat het college van burgemeester en schepenen de verwerkingsovereenkomst goedkeurde op 25 mei 2021.

 

Deze beslissing wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad. De motieven om het besluit te nemen worden afdoende weergegeven in het besluit zelf en worden overgenomen. Het besluit kan dan ook bekrachtigd worden.

Beraadslaging

 

Burgemeester Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2021 'Agentschap Zorg en Gezondheid - verwerkingsovereenkomst voor het verwerken van persoonsgegevens door de zorgraad en het lokaal bestuur in het kader van vaccinatiecentrum Voorkempen - goedkeuring' te bekrachtigen.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Stichting Kempens Landschap stichting van openbaar nut - statuten - kennisneming - samenwerkingsovereenkomst aangaande Stichting Kempens Landschap voor de herbevestiging van de samenwerkingsprincipes - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Sinds 1997 is de organisatie 'Kempens Landschap' actief als landschapsvereniging in de provincie Antwerpen. Ondertussen werkt Kempens Landschap samen met 66 gemeenten en heeft zij meer dan 1.300 ha in eigendom en beheer.

 

Gemeente Malle is sinds 1998 aangesloten bij Kempens Landschap vzw.

 

In 2020 besliste Kempens Landschap vzw om haar activiteiten voortaan verder te zetten via de rechtsvorm van een stichting van openbaar nut, die intussen werd opgericht onder de naam 'Stichting Kempens Landschap', met als ondernemingsnummer 0749.895.122.

 

In haar brief van 16 april 2021 bezorgt Stichting Kempens Landschap haar nieuwe statuten aan de deelnemende gemeenten. Ook vraagt Stichting Kempens Landschap aan de deelnemende gemeenten om de afspraken te herbevestigen in een samenwerkingsovereenkomst.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

 

Motivering

 

In de samenwerkingsovereenkomst worden de voormalige werkingsprincipes tussen Kempens Landschap vzw en de lokale besturen hernomen, rekening houdend met de nieuwe rechtsvorm als stichting van openbaar nut.

 

De burgemeesters van de deelnemende lokale besturen blijven de verbindingspartner tussen de lokale besturen en de Stichting Kempens Landschap. Zij worden steeds uitgenodigd voor de raad van bestuur van Stichting Kempens Landschap en hebben bij elk beslispunt een structurele adviesfunctie.

 

De financieringsprincipes zoals deze reeds golden binnen Kempens Landschap vzw blijven onveranderd in de Stichting Kempens Landschap.

 

Stichting Kempens Landschap levert in het algemeen belang een wezenlijke bijdrage tot het bewaren en publiek toegankelijk maken van landschappen en erfgoed, en dit door middel van verwerving, opwaardering en advisering.

 

Het gemeentebestuur wil lid blijven van Stichting Kempens Landschap, die het molendomein aan de Scherpenbergmolen beheert.

 

Financiële gevolgen

De samenwerkingsovereenkomst voorziet een solidariteitsbijdrage van 0,20 euro per inwoner ten behoeve van de werking van de Stichting Kempens Landschap. Het nodige krediet hiervoor is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder actie AC000185 'We versterken de biodiversiteit van onze gemeente' (korte omschrijving) en volgnummer MJP000320.

Beraadslaging

 

Burgemeester Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - kennis te nemen van de statuten van Stichting Kempens Landschap stichting van openbaar nut, met ondernemingsnummer 0749.895.122 en zetel te 2018 Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, neergelegd ter griffie op 7 juli 2020 en gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 9 juli 2020.

 

Artikel 2 - de 'samenwerkingsovereenkomst aangaande Stichting Kempens Landschap', bestaande uit vier bladzijden, goed te keuren:

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

aangaande Stichting Kempens Landschap

 

TUSSEN

 

STICHTING KEMPENS LANDSCHAP, stichting van openbaar nut, met ondernemingsnummer 0749.895.122 en zetel te 2018 Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Jan De Haes & Kathleen Helsen, covoorzitters.

 

Hierna “Stichting Kempens Landschap

 

EN

 

Het lokale bestuur van de gemeente Malle, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door:

 

- Dirk Gerinckx, voorzitter gemeenteraad

- Sven Brabants, algemeen directeur

 

Tot deze samenwerkingsovereenkomst gemachtigd ingevolge het besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2021.

 

Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht van de provinciegouverneur.

 

Hierna het “lokale bestuur

 

Hierna samen “Partijen” en afzonderlijk de “Partij

 

WORDT VOORAFGAANDELIJK UITEENGEZET ALS VOLGT:

 

         Op 26 juni 2020 werd Stichting Kempens Landschap erkend als stichting van openbaar nut, waarna alle personeelsleden, alle activa en passiva en alle rechten en plichten van de vzw Kempens Landschap (ondernemingsnummer: 0463.095.123) werden overgenomen;

 

         de Stichting Kempens Landschap heeft navolgend belangeloos doel, ten dienste van de gemeenschap: “de verwerving, bescherming, valorisatie en het gebeurlijk herstel van monumenten, architecturale gehelen en landschappen, het leefmilieu, onroerend erfgoed en natuur- en cultuurpatrimonium in de provincie Antwerpen en inzonderheid de instandhouding, het herstel en beheer en de ontsluiting van beschermde goederen in haar bezit of haar beheer. De Stichting neemt een voorbeeldrol op inzake onroerenderfgoedzorg en draagt bij aan het vergroten van het draagvlak.”;

 

         met deze samenwerkingsovereenkomst wensen Partijen hun werkingsafspraken te herbevestigen.

 

WORDT OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

 

1. Voorwerp

 

Deze samenwerkingsovereenkomst herbevestigt de voormalige pijlers en werkingsprincipes van en tussen Kempens Landschap en het lokale bestuur, weliswaar rekening houdend met de nieuwe rechtsvorm als stichting voor openbaar nut.

 

2. Duurtijd

 

2.1. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt door de Partijen aangegaan voor onbepaalde                duur en is inherent verbonden aan het lidmaatschap bij Stichting Kempens Landschap.                             Behoudens opzegging door één van de Partijen wordt deze samenwerkingsovereenkomst                             opnieuw ter bevestiging voorgelegd in het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen.

 

2.2. Eventuele (bijzondere) rechten en verplichtingen (m.b.t. een specifiek                   onroerendgoedproject) die in een afzonderlijke overeenkomst/akte tussen Partijen                                           werden/worden overeengekomen, blijven onverminderd gelden voor de duurtijd die                                           daartoe in voormelde overeenkomst/akte werd/wordt overeengekomen, ongeacht de                                           duurtijd van deze samenwerkingsovereenkomst.

 

3. Pijlers Stichting Kempens Landschap

 

Sinds november 1997 werkt de Stichting voornamelijk rond de volgende pijlers:

 

         Landschap verwerven: gericht aankopen van waardevolle natuur- en bosgebieden en historische gebouwen en structuren in de provincie Antwerpen, samen met lokale besturen. Conform beslissing van de Raad van Bestuur van 22 juni 1998 vertaalde deze samenwerking zich in een 20%/30% (verwerving onroerende goederen boven 500.000 euro) bijdrage vanuit het lokale bestuur wanneer Stichting Kempens Landschap een onroerend goed verwerft op haar grondgebied.

 

         Landschap opwaarderen: restauratie en herbestemming van bouwkundig erfgoed - samen met het betreffende lokale bestuur - evenals landschapsbeheer en groene recreatie. Conform beslissing van de Raad van Bestuur van 20 juni 1998 vertaalde deze samenwerking zich in de financiële verantwoordelijkheid van het lokale bestuur inzake onderhoud, beheer, inrichting en restauratie van het verworven goed en dit onder coördinatie en goed rentmeesterschap van Stichting Kempens Landschap.

Verworven gelden gelinkt aan de eigendom (jacht-, pacht-, houtopbrengst,…) komen, conform beslissing Raad van Bestuur van 5 december 2001 toe aan de Stichting Kempens Landschap ter dekking van belastingen die het goed bezwaren.

 

         Landschap openstellen: verworven en opgewaardeerd landschap maximaal ontsluiten.

 

         Lokale besturen adviseren: inbreng expertise bij erfgoed- en landschapsprojecten. Conform beslissing van de Raad van Bestuur van 20 juni 2008 dient deze taakstelling adviserend en regisserend te worden ingevuld met in ruil visibiliteit.

Sinds 1 januari 2019 wordt dit ingevuld met een afzonderlijke overeenkomst voor het specifieke onroerend erfgoedproject; deze overeenkomst is immers een verplichting vanuit het agentschap Onroerend Erfgoed.

 

4. Besluitvorming

 

4.1. Stichting Kempens Landschap wordt – overeenkomstig haar statuten – bestuurd door een                bestuursorgaan (‘Raad van Bestuur’), bijgestaan door twee covoorzitters en een structurele               adviescommissie samengesteld door de burgemeesters van de lokale besturen. De                                           burgemeester wordt uitgenodigd voor de Raad van Bestuur.

 

4.2. De beleidsvoorbereiding en -uitvoering gebeurt door medewerkers van de Stichting                 Kempens Landschap.

 

5. Engagement in getrapte vorm van het lokale bestuur

 

De middelen voor de Stichting Kempens Landschap bestaan enerzijds uit een werkingssubsidie van de provincie Antwerpen, en anderzijds uit de jaarlijkse werkingsbijdragen die door de ondersteunende lokale besturen worden ingebracht. Dit vertaalt zich vanuit het lokale bestuur in volgend getrapt engagement:

 

         Het lokale bestuur stemt in met een jaarlijkse solidariteitsbijdrage van 0,20 euro per inwoner, ten behoeve van de werking van de Stichting. Deze bijdrage is als het ware het toegangsticket tot de werking van de Stichting Kempens Landschap.

 

         Het lokale bestuur verleent een tussenkomst van 20%/30% (verwerving onroerende goederen boven 500.000 euro) in de totale verwervingskost (aankoopprijs + registratie- en aktekosten), daar waar de Stichting onroerend goed aankoopt. Deze bijdrage accentueert de betrokkenheid van de gemeente.

 

         Het lokale bestuur is financieel verantwoordelijk inzake onderhoud, beheer, inrichting en restauratie van het verworven goed en dit onder coördinatie en goed rentmeesterschap van de Stichting.

 

De Stichting Kempens Landschap faciliteert het lokale bestuur voor elk specifiek onroerend goed, inzonderheid de opmaak van mogelijke subsidiedossiers. Bovendien kan – conform het onroerend erfgoedbesluit - de Stichting een bijkomende premie van 10% inbrengen via het afsluiten van een overeenkomst voor beschermd erfgoed. Waar verwerving niet speelt, blijft dit ook van kracht en wordt deze taakstelling adviserend en regisserend ingevuld in ruil voor visibiliteit. Verworven gelden gelinkt aan de eigendom (jacht-, pacht-, houtopbrengst,…) komen toe aan de Stichting Kempens Landschap ter dekking van de belastingen die het goed bezwaren.

Deze afspraken dragen bij aan een slagkrachtige werking van Stichting Kempens Landschap om samen zoveel mogelijk landschap en erfgoed te bewaren en toegankelijk te maken.

 

Aldus opgemaakt in twee (2) exemplaren waarvan elke Partij erkent er één (1) te hebben ontvangen.

 

Te Antwerpen, op 16 april 2021.

 

Voor Stichting Kempens Landschap:

 

Jan De Haes,       Kathleen Helsen,

covoorzitter       covoorzitter

 

 

Voor het lokale bestuur:

 

Sven Brabants       Dirk Gerinckx

Algemeen directeur      voorzitter gemeenteraad

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Bestuur van de eredienst Sint-Laurentius - rekening 2020 - gunstig advies - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 24 april 2021 diende de eredienst Sint-Laurentius de rekening 2020 in samen met de begeleidende nota, de kastoestand, de staat van het vermogen en de actualisering van de inventaris.

 

De jaarrekening werd goedgekeurd door de kerkraad op 17 maart 2021. Ze werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 24 april 2021.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

 

Wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten, artikel 6

 

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten

 

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten

 

Ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de modelformulieren en het financieel beheer

 

Motivering

 

Het globaal resultaat van de rekening 2020 bedraagt 211.447,07 euro.

 

Bij de controle van de cijfers van de rekening 2020 werden geen correcties doorgevoerd.

 

Het gemeentebestuur moet enkel advies geven bij de rekening van het bestuur van de eredienst. Het gemeentebestuur verleent een gunstig advies aan de rekening 2020 van het bestuur van de eredienst Sint-Laurentius.

 

De provinciegouverneur zal zich verder uitspreken over deze rekening. De eigenlijke goedkeuring en vaststelling van de bedragen gebeurt immers door de provinciegouverneur.

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - gunstig advies te verlenen aan de rekening van het bestuur van de eredienst

Sint-Laurentius te Malle, over het dienstjaar 2020, waarvan de balans als volgt is samengesteld:

         Exploitatieresultaat   211.447,07 euro

         Investeringsresultaat                     0,00 euro

         Globaal resultaat jaarrekening 2020 211.447,07 euro

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Bestuur van de eredienst Sint-Martinus - rekening 2020 - gunstig advies - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 24 april 2021 diende de eredienst Sint-Martinus de rekening 2020 in samen met de begeleidende nota, de kastoestand, de staat van het vermogen en de actualisering van de inventaris.

 

De jaarrekening werd goedgekeurd door de kerkraad op 4 maart 2021. Ze werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 24 april 2021.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

 

Wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten, artikel 6

 

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten

 

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten

 

Ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de modelformulieren en het financieel beheer

 

Motivering

 

Het globaal resultaat van de rekening 2020 bedraagt 98.534,83 euro.

 

Bij de controle van de cijfers van de rekening 2020 werden geen correcties doorgevoerd.

 

Het gemeentebestuur moet enkel advies geven bij de rekening van het bestuur van de eredienst. Het gemeentebestuur verleent gunstig advies aan de rekening 2020 van het bestuur van de eredienst Sint-Martinus.

 

De provinciegouverneur zal zich verder uitspreken over deze rekening. De eigenlijke goedkeuring en vaststelling van de bedragen gebeurt immers door de provinciegouverneur.

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - gunstig advies te verlenen aan de rekening van het bestuur van de eredienst

Sint-Martinus te Malle, over het dienstjaar 2020, waarvan de balans als volgt is samengesteld:

         Exploitatieresultaat     81.423,82 euro

         Investeringsresultaat             17.111,01 euro

         Globaal resultaat jaarrekening 2020   98.534.83 euro

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Bestuur van de eredienst Sint-Paulus - rekening 2020 - gunstig advies - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 24 april 2021 diende de eredienst Sint-Paulus de rekening 2020 in samen met de begeleidende nota, de kastoestand, de staat van het vermogen en de actualisering van de inventaris.

 

De jaarrekening werd goedgekeurd door de kerkraad op 16 maart 2021. Ze werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 24 april 2021.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

 

Wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten, artikel 6

 

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten

 

Besluit van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten

 

Ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de modelformulieren en het financieel beheer

 

Motivering

 

Het globaal resultaat van de rekening 2020 bedraagt 32.971,88 euro.

 

Bij de controle van de cijfers van de rekening 2020 werden geen correcties doorgevoerd.

 

Het gemeentebestuur moet enkel advies geven bij de rekening van het bestuur van de eredienst. Het gemeentebestuur verleent gunstig advies aan de rekening 2020 van het bestuur van de eredienst Sint-Paulus.

 

De provinciegouverneur zal zich verder uitspreken over deze rekening. De eigenlijke goedkeuring en vaststelling van de bedragen gebeurt immers door de provinciegouverneur.

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - gunstig advies te verlenen aan de rekening van het bestuur van de eredienst Sint-Paulus te Malle, over het dienstjaar 2020, waarvan de balans als volgt is samengesteld:

         Exploitatieresultaat:   26.369,86 euro

         Investeringssresultaat:                 6.602,02 euro

         Globaal resultaat jaarrekening 2020:  32.971,88 euro

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Ondersteuning van verenigingen - renteloze lening aan KVK Westmalle voor infrastructuurwerken - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad voorziet in het meerjarenplan 2020-2025 kredieten voor een renteloze lening aan K.V.K. Westmalle.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2012, artikel 41

 

Motivering

 

De gemeenteraad wil de bouw van onroerende infrastructuur door K.V.K. Westmalle ondersteunen door het verlenen van een renteloze lening.

 

Financiële gevolgen

 

Volgnummer

MJP001821

Omschrijving

Renteloze lening

Beschikbaar krediet

37.500 euro (2021) 37.500 euro (2022)

 

De financieel directeur leverde op 15 juni 2021 een visum af onder voorbehoud van het afsluiten van de overeenkomst tussen gemeente Malle en K.V.K. Westmalle en onder voorbehoud van de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan (de terugbetaling is voorzien vanaf 2022, in de overeenkomst staat een terugbetaling van 2023).

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt dat het een goed initiatief is, maar vraagt hoe met vragen van andere clubs zal omgegaan worden.

 

Schepen Wim Jordens licht toe dat elke aanvraag in eer en geweten zal beoordeeld worden.

 

Burgemeester Harry Hendrickx licht toe dat het in deze over infrastructuurwerken gaat op gronden van de gemeente door een vereniging die bovendien al lang bestaat.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de volgende overeenkomst goed te keuren:

 

Overeenkomst renteloze lening gemeente Malle en K.V.K. Westmalle

 

Tussen

 

Gemeente Malle, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle, vertegenwoordigd door Dirk Gerinckx, voorzitter van de gemeenteraad, en Sven Brabants, algemeen directeur, handelend in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2021, hierna 'gemeente Malle'

 

en

 

K.V.K. Westmalle vzw, Schepersdijk 1, 2390 Malle, vertegenwoordigd door Patrick Claessens, voorzitter, en Tim Van Rooy, penningmeester, hierna 'K.V.K. Westmalle'

 

komen het volgende overeen:

 

Artikel 1 - Gemeente Malle kent een renteloze lening toe aan K.V.K. Westmalle van 75.000 euro voor de prefinanciering van bouwwerken.

 

Artikel 2 - Algemene voorwaarden

 

         De lening moet gebruikt worden voor de financiering van bouwwerken die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de activiteiten die behoren tot de normale werking van K.V.K. Westmalle.

         Minimaal gedurende de dubbele looptijd van de terugbetalingstermijn van de renteloze lening, moet de infrastructuur waarop de lening betrekking heeft hoofdzakelijk gebruikt worden voor de rechtstreekse werking van het lokaal cultuur-, jeugd- of sportbeleid.

         K.V.K. Westmalle waarborgt tegenover gemeente Malle de naleving van alle in deze overeenkomst bepaalde verbintenissen.

         Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het totale ontleende bedrag, vermeerderd met de rente (wettelijke interestvoet) vanaf de dag van de uitbetaling van het ontleende bedrag tot gevolg. Het gebruik van een eerdere schijf niet in overeenstemming met het overeengekomen gebruik heeft bovendien tot gevolg dat de volgende schijf niet wordt uitbetaald, en dit onverminderd de onmiddellijke opeisbaarheid van de eerdere schijven van de lening.

 

Artikel 3 - Bewijsstukken

 

         K.V.K. Westmalle stelt aan de gemeente Malle de volgende bewijsstukken beschikbaar:

         een financieel verslag (balans en resultatenrekening) van de laatste drie boekjaren van de vereniging

         het financieringsplan van het volledige project en de afbetalingsmodaliteiten.

         een beschrijving van de hypotheek of andere waarborgen die K.V.K. Westmalle wil stellen om de nakoming van haar verbintenissen te waarborgen

         de statuten van de vereniging voor zover deze niet digitaal raadpleegbaar zijn in het staatsblad

         een situatieschets van de ligging van het perceel, waarop de bedoelde infrastructuur gevestigd is of zal worden gevestigd

         een grondplan van de bedoelde infrastructuur met opgave van de juiste afmetingen.

         een schets van het voor- en zijaanzicht van de bedoelde infrastructuur, met aanduidingen van de juiste afmetingen

         een foto die een frontaal totaalbeeld geeft van de bedoelde infrastructuur

         een kopie van de omgevingsvergunning of de aanvraag daartoe, als de bouw- of verbouwingswerken afhankelijk zijn van een voorafgaande omgevingsvergunning

         een raming van de kostprijs van de te gebruiken materialen, uitgesplitst naar hun soort (bouwmaterialen, hout, plastiekstoffen, leidingmateriaal voor elektriciteit, gas of water, verfwaren, eventueel andere) alsmede de raming van de te factureren loonkosten.

         een bewijs dat de vereniging hetzij eigenaar is van de onroerende infrastructuur en bijhorende grond, hetzij van een erfpacht of recht van opstal geniet op de onroerende infrastructuur, minimaal gedurende de dubbele looptijd van de terugbetalingstermijn.

 

Artikel 4 - Voorwaarden voor uitbetaling

 

         Als een omgevingsvergunning nodig is, kan slechts tot uitbetaling worden overgegaan nadat deze vergunning werd aangevraagd.

         De uitbetaling kan slechts gebeuren als alle in artikel 3 bedoelde bewijstukken in het bezit zijn van gemeente Malle.

         Gemeente Malle betaalt een eerste schijf van 50 % van het toegekende bedrag (berekend op de geraamde onkosten die KVK Westmalle bewijst aan de hand van bestelbonnen, facturen of met andere middelen) uit binnen 10 dagen na ondertekening van deze overeenkomst op voorwaarde dat alle bewijsstukken, opgesomd in artikel 3, in het bezit zijn van gemeente Malle.

         Een tweede schijf van 50 % van het toegekende bedrag zal worden uitbetaald binnen de 50 dagen na voorlegging van de bewijzen van aanwending van de eerste schijf, tenzij de werken niet goedgekeurd worden. In voorkomend geval zal het college van burgemeester en schepenen binnen de 50 dagen de redenen van de weigering aan de ontlener meedelen. Gemeente Malle betaalt de tweede schijf ten vroegste uit op 1 januari 2022.

         K.V.K. Westmalle legt de bewijzen van de volledige aanwending van de eerste schijf voor binnen een termijn van 3 jaar die ingaat de dag na de uitbetaling van de eerste schijf. Het niet tijdig voorleggen van de bewijzen van de volledige aanwending van de eerste schijf heeft van rechtswege tot gevolg dat de aanvrager het recht op de tweede schijf verliest.

 

Artikel 5 - Voorwaarden voor terugbetaling

 

         K.V.K. Westmalle betaalt het volledige ontleende bedrag terug binnen een termijn van maximaal 15 jaar. Contractueel kan een kortere terugbetalingstermijn overeengekomen worden.

         K.V.K. Westmalle verbindt zich er toe het ontleende bedrag terug te betalen door vanaf 2023 jaarlijks voor 30 juni van het jaar een som van 5.000 euro te storten op de rekening van de gemeente met als vermelding 'afbetaling renteloze lening K.V.K. Westmalle'.

         Gedeeltelijk tussentijdse terugbetalingen zijn toegelaten.

         Bij laattijdige betaling wordt het eisbare bedrag van rechtswege en zonder aanmaning verhoogd met een intrest berekend volgens de wettelijke interestvoet.

         In geval van niet-betaling binnen de 30 dagen na aanmaning bij aangetekende brief wordt het volledige bedrag van de lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de intresten berekend volgens de wettelijke interestvoet. K.V.K. Westmalle verliest op dat ogenblik haar recht op uitbetaling van volgende schijven, tot de volledige terugbetaling van het ontleende bedrag, vermeerderd met intresten.

         Met akkoord van gemeente Malle en alle contracterende partijen, kunnen één of meerdere personen als rechtsopvolger(s) van de oorspronkelijke ontlener(s) worden aanvaard. Zulk beding zal het voorwerp uitmaken van een aanvullende overeenkomst, onderschreven door alle partijen.

 

Artikel 6 - Bevoegde rechtbank

 

Op deze overeenkomst is uitsluitend Belgisch Recht van toepassing. Eventuele geschillen worden bij uitsluiting voorgelegd aan de bevoegde rechtbank van het Arrondissement Antwerpen.

 

Voor K.V.K. Westmalle

 

 

Patrick Claessens       Tim Van Rooy  

Voorzitter        Penningmeester

 

 

Voor gemeente Malle

 

 

Sven Brabants        Dirk Gerinckx

Algemeen directeur       Voorzitter gemeenteraad

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Verbindingsriolering Den Mostheuvel - samenwerkingsovereenkomst en aanstelling studiebureau - kennisneming - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het betreft een gezamenlijke opdracht, waarbij de werken en de opdracht in het belang van zowel Aquafin nv, Pidpa, de gemeente Zoersel als de gemeente Malle bij voorkeur samengevoegd zouden worden.

 

Op 5 mei 2021 ontving de gemeente Malle van Aquafin nv een voorstel tot samenwerkingsovereenkomst voor het project Verbindingsriolering Den Mostheuvel.

 

In dit project wensen zowel Aquafin nv, Pidpa, de gemeente Zoersel als de gemeente Malle werken uit te voeren en zullen de kosten alsook verdeeld worden.

 

Op 5 mei 2021 ontving de gemeente Malle van Aquafin nv eveneens de oorspronkelijke, reeds afgesloten ereloonovereenkomst met Groep Infrabo nv van 1 juli 2018 en het opgemaakte addendum hieraan naar aanleiding van de samenwerkingsovereenkomst, alsook de kennisgeving van de sluiting voor wat betreft de veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking aan Alsaco.

 

Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij Aquafin nv optreedt in naam van Pidpa, de gemeente Zoersel en de gemeente Malle bij de gunning van de opdracht.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen

 

Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 326 tot en met 341

 

Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

 

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, artikel 92

 

Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

 

Koninklijk besluit van 18 april 2017, plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren

 

Motivering

 

Het is aangewezen om met Aquafin nv, Pidpa en de gemeente Zoersel samen te werken in het kader van samen aankopen.

 

Er wordt een samenwerkingsakkoord voorgesteld tussen Aquafin nv, Pidpa, de gemeente Zoersel en de gemeente Malle.

 

Hieraan gekoppeld wordt voorgesteld om de reeds bestaande ereloonovereenkomsten tussen Aquafin nv en Infrabo enerzijds voor wat betreft het studiewerk en Aquafin nv en Alsaco anderzijds voor wat betreft de veiligheidscoördinatie over te nemen.

 

Aquafin nv zal steeds de procedure voeren en in naam van de gemeente Malle bij de gunning van de opdrachten optreden.

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - kennis te nemen van het samenwerkingsakkoord tussen Aquafin nv, Pidpa, de gemeente Zoersel en de gemeente Malle.

 

Artikel 2 - het samenwerkingsakkoord tussen Aquafin nv, Pidpa, de gemeente Zoersel en de gemeente Malle goed te keuren.

 

Artikel 3 - het samenwerkingsakkoord in werking te laten treden op datum van de ondertekening en dit voor onbepaalde duur.

 

Artikel 4 - Aquafin nv per initiatief te mandateren, om de procedure te voeren in naam van gemeente Malle.

 

Artikel 5 - het samenwerkingsakkoord in bijlage tussen Aquafin nv, Pidpa, gemeente Zoersel en gemeente Malle integraal deel uit te laten maken van dit besluit.

 

Artikel 6 - de reeds afgesloten ereloonovereenkomst tussen Aquafin nv en Groep Infrabo nv van 1 juli 2018 en het opgemaakte addendum hieraan naar aanleiding van de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Artikel 7 - de reeds afgesloten ereloonovereenkomst tussen Aquafin nv en Alsaco goed te keuren.

 

Artikel 8 - de reeds afgesloten ereloonovereenkomsten inclusief addendum in bijlage tussen Aquafin nv en Groep Infrabo nv enerzijds en Aquafin nv en Alsaco anderzijds integraal deel uit te laten maken van dit besluit.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Onteigening voor het algemeen nut - Antwerpsesteenweg 170 - bestuurlijke fase - afwijking van de termijn voor de definitieve vaststelling van het onteigeningsbesluit - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het voormalig handelspand gelegen Antwerpsesteenweg 170 te Malle staat reeds jaren leeg en verkeert bijgevolg in erbarmelijke toestand. Het omliggend terrein en de bijgebouwen zijn totaal verwaarloosd. Het pand is sinds 2002 onafgebroken opgenomen op de inventaris van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten, zowel voor leegstand als voor verwaarlozing.

 

De gemeente heeft reeds verschillende gesprekken gehad met de eigenaar en een concreet voorstel tot minnelijke aankoop werd overgemaakt.

 

Ondanks deze gesprekken wijzigde er niets in de toestand  van het bewuste pand. Gezien de ligging van het pand op een zichtfunctie en dicht bij de dorpskern van deelgemeente Westmalle doet het pand afbreuk aan het imago van de dorpskern.

 

De gemeenteraad keurde op 25 maart 2021 de vaststelling van het voorlopig onteigeningsbesluit met projectnota en onteigeningsplan goed.

 

Gemeente Malle heeft een openbaar onderzoek georganiseerd ingevolge dit besluit. Het openbaar onderzoek liep van 5 april tot en met 4 mei 2021.

 

Tijdens deze periode lagen het voorlopig onteigeningsbesluit, het onteigeningsplan en de projectnota ter inzage bij de dienst Omgeving van de gemeente Malle, Nijverheidsstraat 7. Voornoemde documenten konden tijdens die periode ook geraadpleegd worden op de website van gemeente Malle. De aankondiging van het openbaar onderzoek werd gepubliceerd in het Belgisch

Staatsblad op 31 maart 2021 en in de Gazet van Antwerpen op 4 april 2021. De affiche ‘bekendmaking openbaar onderzoek onteigening’ werd ter plaatse aangeplakt op 29 maart 2021, en dit tot het einde van het openbaar onderzoek.

 

De eigenaar van het bewuste pand werd op 26 maart 2021 per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de aanvang van de bestuurlijke fase door de vaststelling van het onteigeningsbesluit, van de start van het openbaar onderzoek en van de start van de minnelijke onderhandelingstermijn.

 

Tijdens het openbaar onderzoek werd een bezwaarschrift ontvangen. De eigenaar diende geen verzoek tot zelfrealisatie in.

 

Juridische gronden

 

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikels 40 en 41

 

Decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, artikel 50

 

Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut ("het Vlaams Onteigeningsdecreet")

 

Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017

 

Gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2021 'Onteigening voor het algemeen nut - Antwerpsesteenweg 170 - bestuurlijke fase - vaststelling van het voorlopig onteigeningsbesluit - projectnota met bijlagen - onteigeningsplan - goedkeuring'

 

Motivering

 

Artikel 29 van het Vlaams Onteigeningsdecreet bepaalt:

"Het definitieve onteigeningsbesluit wordt vastgesteld binnen een termijn van:

1° negentig dagen na de einddatum van het openbaar onderzoek als er geen verzoek tot zelfrealisatie conform artikel 25, eerste lid, is gedaan;

2° honderdzestig dagen na de einddatum van het openbaar onderzoek als er wel een verzoek tot zelfrealisatie conform artikel 25, eerste lid, is gedaan.

 

De onteigenende instantie kan afwijken van de termijnen van definitieve vaststelling, vermeld in het eerste lid, als ze oordeelt dat het met toepassing van artikel 15 noodzakelijk is."

 

Artikel 15 van het Vlaams Onteigeningsdecreet, waarnaar in artikel 29 verwezen wordt, handelt over de onderhandelingsplicht van de onteigenende instantie.

 

Niettegenstaande het gemeentebestuur per aangetekende brief van 30 januari 2020 een schriftelijk bod uitbracht op het bewuste pand, waarop door de eigenaar niet werd gereageerd, heeft het gemeentebestuur opnieuw een bod uitgebracht bij aangetekende brief van 16 juni 2021.

 

De gemeente wil de minnelijke onderhandelingstermijn zo goed en zo volledig mogelijk doorlopen en alle mogelijkheden uitputten om tot een minnelijke regeling te komen.

 

De minnelijke onderhandelingsfase nam een aanvang op 29 maart 2021 en duurt maximaal een jaar volgens artikelen 2 en 15 van het Vlaams Onteigeningsdecreet. 

 

Bovendien diende de eigenaar van het bewuste pand een klacht in bij het Agentschap Binnenlands Bestuur waarin hij om de vernietiging van het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2021 over de vaststelling van het voorlopig onteigeningsbesluit vraagt. Bij zijn klacht voegde de eigenaar - voor het eerst - het hernieuwingsvoorstel dat hij indiende bij de Vlaamse overheid en de aanvaarding van dat voorstel door de Vlaamse overheid waaruit blijkt dat de heffing wordt opgeschort voor een periode van twee jaren, te rekenen vanaf de datum van aanvaarding, zijnde 31 december 2019. De aanvaarde vernieuwing moet ook binnen die termijn worden voltooid.

 

Gemeente Malle ontving deze stukken dus pas voor het eerst na het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2021.

 

Het is aangewezen dat ook de lopende termijn voor het voltooien van het hernieuwingsvoorstel in het kader van de opschorting van de heffing wordt meegenomen in de minnelijke onderhandelingsfase zodat maximaal kan worden ingezet op een minnelijke oplossing voor de leegstand en verwaarlozing van het bewuste pand, hetgeen steeds de prioriteit van het gemeentebestuur is geweest en nog steeds is.

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat zijn fractie zal tegen stemmen, net als bij de vorige gemeenteraad over dit punt.

 

Raadslid Wim Vervloet licht toe dat zijn fractie zal tegen stemmen, net als bij de vorige gemeenteraad over dit punt.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat zijn fractie zal tegen stemmen, maar dat het wel verstandig is om de minnelijke oplossing een kans te geven.

 

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 10 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - af te wijken van de termijnen van definitieve vaststelling van het onteigeningsbesluit, in toepassing van artikel 29 van het Vlaams Onteigeningsdecreet, omdat de gemeenteraad oordeelt dat dat in toepassing van artikel 15 van het Vlaams Onteigeningsdecreet over de onderhandelingsplicht van onteigenende instantie noodzakelijk is.

 

Artikel 2 - de beslissing over de definitieve vaststelling van het onteigeningsbesluit voor te leggen op de gemeenteraad na 31 december 2021 en uiterlijk voor het verstrijken van de minnelijke onderhandelingstermijn die maximaal 1 jaar duurt en een aanvang nam op 29 maart 2021.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Mobiliteit - permanente aanvullende verkeersmaatregelen - Leegstede, Eertbolweg, Aardekensweg, Pastoor Minnenstraat, Hendrik Consciencestraat, Ernest Claesstraat, Frans Van Gielstraat, Dokter Meeusstraat, Leo Bauwensstraat, Philip Geertsstraat, Meelhovenlaan, Beersendijk, Beukenlaan, Merksplassebaan, Geurtsestraat, Talondreef en Lange Dreef - invoering zone tonnagebeperking maximum 3,5 ton - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Momenteel is er reeds een zonale tonnagebeperking van maximum 3,5 ton in De Zwaantjes, Kwaad Einde, de Stijn Streuvelslaan, de Smekenstraat en de Guido Gezellelaan.

 

Bij beslissing van de gemeenteraad van 30 juni 2008 werd reeds een tonnenmaatbeperking ingevoerd in de Slachterijstraat, Bloemenstraat, Hagelkruis, Schildeken, De Speelhoven, Bruintjensweg, Kapelakkers, Smekenstraat, Guido Gezellelaan, Kwaad Einde, Prins Albertlei en Haard.

 

Het is aangewezen om deze zone verder uit te breiden, met name voor volgende straten: de Leegstede, de Eertbolweg, de Aardekensweg, de Pastoor Minnenstraat, de Hendrik Consciencestraat, de Ernest Claesstraat, de Frans Van Gielstraat, de Dokter Meeusstraat, de Leo Bauwensstraat, de Philip Geertsstraat, de Meelhovenlaan, de Beersendijk, de Beukenlaan, de Merksplassebaan, de Geurtsestraat, de Talondreef en de Lange Dreef.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 286 tot en met 288

 

Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten over de politie over het wegverkeer

 

Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer

 

Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

 

Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 135, § 2, 1°

 

Decreet van 16 mei 2008 over de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

 

Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 over de aanvullende reglementen op het

wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens

 

Gemeenteraadsbeslissing van 30 juni 2008 aangaande 'permanente verkeersmaatregelen - Slachterijstraat, Bloemenstraat, Tulpenlaan, Rozenlaan, Hagelkruis, Irislaan, Korenbloemlaan, Azalealaan, Lochtiens, Meiklokjeslaan, Begonialaan, Schildeken, De Speelhoven, Zijlhovenstraat, Kapelakkers, Bruintjensweg, Hoge Warande, Pastoor de Molderlaan, Smekenstraat, Guido Gezellelaan, Guldenweg, Stijn Streuvelslaan, Kwaad Einde, De Zwaantjes, Prins Albertlei, Haard en De Schrobbers - permanent aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer houdende invoering van een tonnenmaatbeperking - goedkeuring'

 

Motivering

 

Tijdens de werken van de doortocht Oostmalle is er een tijdelijke tonnenmaatbeperking ingevoerd.

Na een positieve evaluatie wordt er een permanente zone max. 3,5 ton ingevoerd. 

 

Elk aanvullend reglement of opheffing ervan dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de toegang voor alle verkeer boven de 3,5 ton te verbieden 'uitgezonderd laden en lossen', vanaf 1 juli 2021 in volgende straten:

         Leegstede, Eertbolweg, Aardekensweg, Pastoor Minnenstraat, Hendrik Consciencestraat, Ernest Claesstraat, Frans Van Gielstraat, Dokter Meeusstraat, Leo Bauwensstraat, Philip Geertsstraat, Meelhovenlaan, Beersendijk, Beukenlaan, Merksplassebaan, Geurtsestraat, Talondreef en Lange Dreef.

 

Artikel 2 - de bepalingen van artikel 1 ter kennis te brengen aan de weggebruikers door toepassing van zonale verkeersborden met afbeelding van C21 - Verboden toegang voor voertuigen zwaarder dan 3,5 ton, met hierbij de vermelding 'uitgezonderd laden en lossen'. Deze zone borden geven het begin en einde aan van de zone:

         in de Merksplassebaan aan de aansluiting van deze gemeenteweg met de N-14 Hoogstraatsebaan

         in de Merksplassebaan aan de gemeentegrens met Rijkevorsel

         in de Talondreef aan de aansluiting van deze gemeenteweg met de N-12 Turnhoutsebaan.

         in de Geurtsestraat aan de aansluiting van deze gemeenteweg met de N-14 Hoogstraatsebaan

         in de Lange Dreef aan de gemeentegrens met Rijkevorsel.

 

Artikel 3 - dat dit aanvullend verkeersreglement in werking treedt op 1 juli 2021.

 

Artikel 4 - dat de inbreuken op de beschikkingen van deze verordening zullen bestraft worden met politiestraffen, voor zover de wetten, algemene of provinciale verordeningen, die op dit stuk bestaan, geen andere straffen voorzien zijn.

 

Artikel 5 - dit aanvullend reglement ter kennisgeving te bezorgen aan de gemeente Rijkevorsel.

 

Artikel 6 - dit aanvullend reglement ter kennisgeving voor te leggen aan het Vlaams Huis voor de verkeersveiligheid van het departement mobiliteit en openbare werken van de Vlaamse overheid.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Patrimonium - verwerving van eigendom - kosteloze grondafstand van de groenzone aan Den Mostheuvel - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 4 augustus 1987 werd de verkavelingsvergunning nr. 1987/09, afgegeven aan vzw Verdiende Rust voor het eigendom te Malle, Den Mostheuvel – Elzenlaan - Antwerpsesteenweg zn, kadastraal gekend 1e afdeling, sectie B, nummers 640c - 641d - 637a4 - 637b4 - 637c4 – 637d4 – 637n – 637t3, waarin onder andere de volgende last werd opgenomen:

"Het restant van het perceel (kavel 19) is bestemd voor groen en openbaar nut".

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41

 

Motivering

 

Notaris Wouter Nouwkens te Malle heeft het ontwerp van akte 'kosteloze grondafstand’ met referte JDJ/VL/1543/21-2211050 opgemaakt.

 

Het perceel is kadastraal gekend 1e afdeling, sectie B, nummer 637 e7.

 

De gemeente Malle zal ingevolge de grondafstand duizend zevenenzeventig vierkante meter (1.077 m²) grond, aangeduid als kavel 19 op het verkavelingsplan, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

De akte wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd en tot aanvaarding van de af te stane grond.

 

De gemeenteraad duidt een persoon aan welke, bij sterkmaking namens de gemeente Malle, zal optreden bij het verlijden van de notariële akte.

 

Volgende medewerker van het Notariaat Nouwkens & Portier te Malle wordt voorgesteld:

 mevrouw WYNANTS Carla Jozef Joséphine, wonend te 2390 Malle (Oostmalle), De Zwaantjes 15

 mevrouw BRASPENNINCX Carolien Suzanne Mario, wonend te 2340 Beerse, Rijkevorselseweg 24

 mevrouw VAN DE VEN Hailey, wonend te 2980 Zoersel, St. Antoniusbaan 271

 mevrouw MICHIELSEN Marjolein Miranda Carolus, wonend te 2980 Zoersel, Kapelstraat 12.

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Kris Mintjens vraagt wie eigenaar is.

 

Schepen Sanne Van Looy licht toe dat Vestabuild eigenaar is.

 

Raadslid Kris Mintjens vraagt of Vestabuild nog bestaat.

 

Schepen Sanne Van Looy licht toe dat de gemeente vertegenwoordigers van Vestabuild aan de lijn heeft gehad.

 

Raadslid Kris Mintjens stelt dat de kosteloze grondafstand een goede zaak is, want het ligt er maar woest bij.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 – de afstand ten kosteloze titel, aan de gemeente Malle, door besloten vennootschap Vestabuild, van de aangeduid als kavel 19 op het verkavelingsplan, kadastraal gekend 1e afdeling, sectie B, nummer 637 e7, met een oppervlakte van duizend zevenenzeventig vierkante meter (1.077 m²), te aanvaarden.

 

Artikel 2 – de grond te aanvaarden voor inlijving bij het openbaar domein en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – het ontwerp van akte 'kosteloze grondafstand’ met referte JDJ/VL/1543/21-2211050, opgemaakt door notaris Wouter Nouwkens te Malle, goed te keuren.

 

Artikel 4 – dat de grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – volgende medewerker van het Notariaat Nouwkens & Portier te Malle aan te duiden om bij sterkmaking, namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte:

 Mevrouw WYNANTS Carla Jozef Joséphine, geboren te Turnhout op 2 april 1984 (Rijksregisternummer: 84.04.02-114.66), wonend te 2390 Malle (Oostmalle), De Zwaantjes 15;

 mevrouw BRASPENNINCX Carolien Suzanne Mario, wonende te 2340 Beerse, Rijkevorselseweg 24;

 mevrouw VAN DE VEN Hailey, wonend te 2980 Zoersel, St. Antoniusbaan 271;

 mevrouw MICHIELSEN Marjolein Miranda Carolus, wonend te 2980 Zoersel, Kapelstraat 12.

 

Artikel 6 – de hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – dat de kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte ten laste zijn van de verkavelaar (afstanddoener).

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Ruimtelijke ordening - vervreemding van eigendom en vaststelling ontworpen rooilijn - binnengebied Prinses Elisabethlei - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 25 januari 2021 werd door Stijn De Beer namens De Beer – Dockx Wonen VVZRL een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een woonerf met 16 eengezinswoningen met een doorlopende ondergrondse parkeergarage, het oprichten van enkele bijgebouwen en het aanleggen van toegangswegen en groenaanplantingen op de percelen gelegen te Malle, Prinses Elisabethlei, kadastraal bekend 2e afdeling, sectie D nummers 562w – 562r.

 

De grond is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Turnhout (koninklijk besluit van 30 september 1977).

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘gebied voor eengezinswoningen’, goedgekeurd op 4 april 2013. Het is een zogenaamd overdruk-RUP dat door middel van een stedenbouwkundig voorschrift in overdruk op het gewestplan en/of BPA de hoofdbestemming wonen beperkt. Het RUP vervangt het gewestplan en/of BPA niet. Binnen het RUP zijn enkel grondgebonden eengezinswoningen toegelaten. Het oprichten van meergezinswoningen alsook bestemmingswijzigingen naar een meergezinswoning zijn niet toegestaan.

 

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van de behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan en het RUP 'gebied voor eengezinswoningen, zoals hoger omschreven.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 16 maart 2021 tot 14 april 2021. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek werden twee bezwaarschriften of opmerkingen ingediend.

 

De ingekomen bezwaren / opmerkingen kunnen als volgt worden samengevat:

Bezwaarschrift 1:

Het ingediende bezwaar van 1 april 2021 werd afgegeven op 7 april 2021 en kan als volgt worden samengevat:

 Bezwaarindieners hadden in 2013 een akkoord met Bouwprojecten Cogghe om op de percelen 562w – 562r en hun perceel 562k een verkaveling te realiseren voor 16 kavels voor gekoppelde eengezinswoningen en het uitvoeren van weg- en rioleringswerken. De verkavelingsvergunning 2017/01 werd geweigerd. De bezwaarindieners citeren volgende delen uit het weigeringsbesluit:

“De ontwikkelingsprognose van de woonbehoeftestudie stelt dat er in dit binnengebied 10 woningen gebouwd kunnen worden. Een verdere verdichting van het aantal woningen is niet op maat van de omgeving en bijgevolg niet wenselijk onder deze vorm.”

“Het verkavelingsontwerp voorziet voor de ontworpen weg een minimum rooilijnbreedte van 12 meter wat voldoende is voor bebouwing langs twee zijden van de weg.”

“De meeste kavels hebben een oppervlakte van circa 300 m² en hebben een tuinstrook met een diepte van 10 meter tot 15 meter. Door de beperkte diepte van de tuinstroken en de beperkte perceelsoppervlakte, kan per kavel enkel een tuinhuis met een oppervlakte van maximum 20 m² toegelaten worden op minimum 1 meter van de perceelsgrenzen. Er kunnen geen garages of carports in de tuinstrook toegelaten worden.”

         De omgevingsaanvraag die thans werd ingediend betreft een kleinere oppervlakte, aangezien haar perceel met een oppervlakte van 1.055 m² werd uitgesloten. Hierdoor kan er ook minder diepte gerealiseerd worden voor de tuinstroken.

         Het perceel van de bezwaarindiener zal als enige overblijven en daar dit slechts een beperkte breedte heeft kan hier niets meer gerealiseerd worden, wat toch een waardevermindering tot gevolg heeft.

         De bezwaarindiener werd niet gecontacteerd door de huidige projectontwikkelaar en zij heeft nooit een voorstel gekregen om mee in dit project te stappen.

         Als het perceel als enige overblijft loopt dit volgens de bezwaarindiener het risico om verwaarloosd achter te blijven.

         Rekening houdend met de investering die de bezwaarindiener heeft moeten doen om het perceel te verwerden en het risico op verwaarlozing kan zij niet akkoord gaan met voorliggend ontwerp.

 

Bezwaarschrift 2:

Het ingediende bezwaar werd per e-mail ingediend op 13 april 2021 en kan als volgt worden samengevat:

         Bezwaarindieners hebben bezwaar tegen het verdwijnen van meer dan 2.000 m² bos van een paar eeuwen oud en daarmee ook de vele vogels, vleermuizen en andere dieren die daar huizen.

         De bezwaarindieners zijn van mening dat de Prins Albertlei al een sluipweg met druk verkeer is en dit nog zal toenemen door bijkomende wagens en het zal nog drukker en gevaarlijker worden.

         Woonblokken met ondergrondse parking en uitgangen via een lift geeft de bezwaarindieners het gevoel van een appartement en zij zijn van mening dat dit niet past binnen het karakter van de woonwijk.

         De bezwaarindieners vrezen voor een waardevermindering van de omliggende huizen door de toenemende drukte en lawaai veroorzaakt door de nieuwe bewoners die met velen op een kleine oppervlakte moeten wonen.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Het decreet betreffende de omgevingsvergunning, inzonderheid artikel 31, stelt dat als een vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen neemt voor de bevoegde overheid een beslissing over de aanvraag neemt.

 

Artikel 47 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 stelt dat als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad daarover een besluit neemt. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

 

Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten

 

Gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2008 houdende vaststelling van de ontworpen rooilijn van de aan te leggen weg ten noorden van de waterloop ‘Lopende Beek’ voor het gedeelte gelegen binnen het eigendom van Van de Voorde Stefaan

 

Gemeenteraadsbeslissing van 24 november 2008 houdende aanvaarding van de kosteloze grondafstand in de wegzate van de Prinses Elisabethlei door Stefaan Van de Voorde en Nancy Van Otten

 

Motivering

 

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de ontworpen rooilijn, in het bijzonder over het grondplan van het ontworpen woonerf met de ontworpen rooilijn van de Prinses Elisabethlei, ter hoogte van het aangevraagde woonerf.

 

De gemeenteraad keurde op 31 maart 2008 de ontworpen rooilijn van de aan te leggen weg ten noorden van de waterloop ‘Lopende Beek’ met een ontworpen wegzate van 12 meter en zoals voorgesteld en in rood aangeduid op het voorontwerp van verkaveling, opgemaakt door NV De Vry, goed voor wat betreft het gedeelte gelegen binnen het eigendom van Van de Voorde Stefaan, Prinses Elisabethlei, afdeling 2 sectie D nummer 562s/deel.

 

De zone voor de voorziene ontsluitingsweg van het binnengebied werd op 22 januari 2009 kosteloos overgedragen door Van De Voorde Stefaan en Van Otten Nancy aan de gemeente Malle, met akte verleden voor notaris Wouter Nouwkens.

 

De helling naar de ondergrondse parking is deels voorzien op het openbaar domein, wat niet wenselijk is.

 

Daar de aanvraag voor omgevingsvergunning een woonerf betreft en de wegen niet worden overgedragen aan de gemeente, dient de zone voor de voorziene ontsluitingsweg van het binnengebied niet behouden te blijven als openbaar domein en kan de ontworpen rooilijn verlegd worden tot op 5 meter uit de kruin van de waterloop ‘Lopende Beek’.

 

De omzendbrief KB/ABB 2019/3 bepaalt dat bij transacties van onroerende goederen het gemeentebestuur dient te beschikken over een recent schattingsverslag en de markt dient geraadpleegd te worden.

 

Daar in het verleden de voorziene ontsluitingsweg kosteloos werd overgedragen door Van de Voorde Stefaan en Van Otten Nancy, lijkt het correct om nu deze grond niet te verkopen tegen de marktwaarde, maar over te gaan tot een kosteloze grondafstand aan diegene waarvan de grond werd bekomen.

 

Het gedeelte van het perceel 2e afdeling sectie D nummer 562r is gelegen binnen de ruimingszone langs de waterloop ‘Lopende Beek’ en werd aangeduid in gele kleur op het plan 'Infrastructuur - Rooilijnplan', opgemaakt door studiebureau Hosbur bvba op 16 november 2020. Dit lot wordt na goedkeuring van de omgevingsvergunning, kosteloos afgestaan aan de gemeente Malle voor inlijving bij het openbaar domein. Het heeft een oppervlakte van 151,11 m².

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt over hoeveel woningen het gaat.

 

Schepen Sanne Van Looy stelt dat 16 woningen worden voorzien in het project.

 

Raadslid Walter Vermeylen merkt op dat er een ondergrondse parking is.

 

Schepen Sanne Van Looy stelt dat dit couranter voorkomt. Op die manier kan het boven autoluw ingericht worden. Op de Brechtsesteenweg en in De Speelhoven zijn soortgelijke projecten.

 

Raadslid Kris Mintjens merkt op dat nogal dens bebouwd wordt. Matcht dit wel met het beeldkwaliteitsplan?

 

Schepen Sanne Van Looy licht toe dat er nog geen vergunning is. 16 augustus 2021 is de uiterste beslissingsdatum.

 

Raadslid Paul Van Ham merkt op dat de Brechtsesteenweg en De Speelhoven in de dorpskern zitten. Hij wijst er daarnaast op dat zo'n parkeergarage wel het gevoel van een meergezinswoning geeft. Raadslid Paul Van Ham besluit dat de bezwaarindiener wel een punt heeft. De fractie zal zich dan ook onthouden.

 

Schepen Sanne Van Looy wijst erop dat het project binnen de contour van de dorpskern valt en dat het college van burgemeester en schepenen zal moeten toetsen aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Raadslid Alex Van Loon wijst erop dat ook gevraagd wordt om de rooilijn goed te keuren. Hij vraagt wat het standpunt is van het college van burgemeester en schepenen over de bezwaarschriften en wat het advies van de GECORO was.

 

Schepen Sanne Van Looy geeft een antwoord. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Vorig jaar heeft de GECORO een ongunstig advies afgeleverd en heeft het college van burgemeester en schepenen een vergunning geweigerd.

         De GECORO heeft nu opnieuw een ongunstig advies afgeleverd. Het college van burgemeester en schepenen zal opnieuw over de aanvraag moeten oordelen.

         Er blijft nu een smal perceel over. In een voortraject zijn er voorbesprekingen geweest, maar blijkbaar zijn de partijen er niet uit gekomen. Het college van burgemeester en schepenen heeft bij de eerste weigering ook aangedrongen op een gezamenlijk project in het kader van de goede ruimtelijke ordening. Het is spijtig dat dit niet is meegenomen, maar meer kan een gemeente ook niet doen.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat zijn fractie zal tegen stemmen.

 

Raadslid Wim Vervloet licht toe dat zijn fractie ook zal tegen stemmen.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat zijn fractie, gelet op de argumentatie van Alex Van Loon, ook zal tegen stemmen.

 

De gemeenteraad besluit bij 13 ja stemmen en 10 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - kennis te nemen van de door Stijn De Beer namens De Beer – Dockx Wonen VVZRL ingediende aanvraag tot omgevingsvergunning voor het bouwen van een woonerf met 16 eengezinswoningen met een doorlopende ondergrondse parkeergarage, het oprichten van enkele bijgebouwen en het aanleggen van toegangswegen en groenaanplantingen op de percelen gelegen te Malle, Prinses Elisabethlei, kadastraal bekend 2e afdeling, sectie D nummers 562w – 562r, die werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 16 maart 2021 tot 14 april 2021.

 

Artikel 2 - kennis te nemen van de twee bezwaarschriften die naar aanleiding van het openbaar onderzoek omtrent deze aanvraag werden ingediend en vast te stellen dat de zaken die in de bezwaren werden aangehaald, geen betrekking hebben op het aspect 'wegen'. Bijgevolg zullen zij door het college van burgemeester en schepenen worden behandeld bij de beoordeling van de aanvraag tot omgevingsvergunning. Zij zijn bevoegd voor de afgifte van een eventuele omgevingsvergunning.

 

Artikel 3 - de afstand ten kosteloze titel aan Van de Voorde Stefaan en Otten Nancy, de zone voor de voorziene ontsluitingsweg van het binnengebied, thans openbaar domein, met een oppervlakte van circa honderd en elf vierkante meter (111 m²), in blauw aangeduid op het opmetingsplan opgemaakt door landmeter De Vry op 8 september 2008 en thans toebehorende aan het gemeentebestuur, goed te keuren. Alle kosten die gepaard gaan met de kosteloze grondafstand, zoals onder andere opmetingskosten, pre-kadastratie en aktekosten, zijn ten laste van de bouwheer.

 

Artikel 4 - de ontworpen rooilijn de ontworpen rooilijn en het tracé van de wegen, in het bijzonder over het grondplan van het ontworpen woonerf met de ontworpen rooilijn van de Prinses Elisabethlei, ter hoogte van het aangevraagde woonerf, aangeduid in gele kleur op het plan ‘Infrastructuur - Rooilijnplan, opgemaakt door studiebureau Hosbur bvba op 16 november 2020, kadastraal bekend 2e afdeling sectie D nummer 562r, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Ruimtelijke ordening - gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake tijdelijke zelfstandige zorgunits - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Mensen leven steeds langer door de stijgende welvaart en de verbeterde gezondheidszorg. Daardoor verzilvert de bevolking in sneltempo. In 2020 is één Vlaming op de vijf 65 jaar of ouder. In 2030 zal dat zelfs één op de vier zijn. Mensen worden niet alleen ouder, maar verblijven ook steeds minder lang in woonzorgcentra of andere residentiële zorgvoorzieningen. Er zijn daarom bijkomende mogelijkheden nodig om die zorg in de thuisomgeving te kunnen aanbieden.

 

Gelet op de wereldwijde coronapandemie is de nood aan zorg en opvang voor ouderen nog meer aan de orde dan voorheen.

 

De gemeente Malle riep het jaar 2020 bovendien uit tot het jaar van de zorg en onderneemt hiervoor allerlei initiatieven.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en artikel 41

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 2.3.2 § 2

 

Besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2017 houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen

 

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Vlaamse codex wonen van 1 januari 2021

 

Motivering

 

De Vlaamse regering wil dat Vlamingen met een zorgbehoefte zo lang mogelijk in hun thuisomgeving kunnen blijven wonen. Daarom heeft de regering in het Pact 2020 de doelstelling geformuleerd om de levenskwaliteit van ouderen te versterken door thuiszorg substantieel uit te bouwen, zodat mensen zo lang mogelijk autonoom kunnen leven. Ook de gemeente Malle wil daaraan haar steentje bijdragen. Malle is een zorggemeente met veel zorg voor haar meest kwetsbare inwoners en met extra aandacht voor de strijd tegen vereenzaming. Daarbij ondersteunt de gemeente haar burgers om ze zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen via mantelzorg en het organiseren van diensten en activiteiten om thuiswonende ouderen te ondersteunen. Ook in het flankerend beleid – in dit geval het ruimtelijk beleid - komt de gemeente daaraan tegemoet met initiatieven die op lange termijn doorwerking vinden en bijdragen aan die doelstellingen.

 

In het kader van het zorgwonen kunnen ouderen binnen het bestaande woonvolume worden opgevangen. Een zorgwoning is een ondergeschikte wooneenheid die ‘binnen’ een bestaande woning wordt gecreëerd, meldingsplichtig is bij de gemeente, en door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) aan welbepaalde voorwaarden is onderworpen. De focus ligt op het aanpassen en/of verbouwen van ofwel de eigen woning ofwel de woning van iemand met wie de persoon in kwestie een persoonlijke band heeft.

 

Echter, in de praktijk blijkt de zorgwoning vaak een hinderpaal te vormen. Niet elke woning kan immers aangepast of omgebouwd worden zodat ze helemaal geschikt is voor de zorgbehoevende. De toegankelijkheid is zeker niet altijd ideaal en er is een groter valrisico. Bovendien is een dergelijke aanpassing van de woning zowel op financieel vlak als op het vlak van privacy een grote stap. In de praktijk blijven hierdoor een aantal zorgbehoevenden in de kou staan, waarvoor geen aangepaste woonvorm beschikbaar is. Daarom kan op kleine schaal een tijdelijke zelfstandige zorgunit een uitkomst bieden. De zorgwoning en de tijdelijke zelfstandige zorgunit zijn twee verschillende begrippen die niet dezelfde lading dekken.

 

Een tijdelijke zelfstandige zorgunit is een zelfstandige op zich staande tijdelijke constructie, die zich niet binnen een bestaande woning bevindt zoals dit het geval is voor de zorgwoning, waarvan de voorwaarden niet worden geregeld door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Tijdelijke zelfstandige zorgunits bieden veel voordelen. Ze bieden een antwoord op de groeiende woonafstand tussen ouderen en kinderen. Naast de nabijheid van familie, is het plaatsen van zo’n woonunit minder ingrijpend voor de bewoners van de bestaande woning, de investering is mogelijk minder groot en het maatschappelijk rendement is hoger door de verplaatsbaarheid van de woonunit.

 

De tijdelijke zelfstandige zorgunit wordt buiten het bestaande gebouw geplaatst en dat heeft uiteraard een ruimtelijke impact. Niet elke context is geschikt om een zorgunit te plaatsen. Met deze verordening wil de gemeente Malle voorzien in een ruimer scala aan zorgmogelijkheden, tegemoetkomen aan een maatschappelijke behoefte met inbegrip van een doordacht regulerend kader waarin het aspect van tijdelijkheid wordt benadrukt.

 

Waar de Vlaamse decreetgever vandaag de dag geen andere aangepaste woonvormen decretaal heeft geregeld, staat niettemin voor gemeenten de mogelijkheid open een gemeentelijke verordening betreffende tijdelijke zelfstandige zorgunits uit te werken.

 

Het gemeentebestuur werkte zo’n verordening uit.

Dit ontwerp werd op 8 september 2020 toegelicht op de raad voor personen met een handicap. Zij gaven een positief advies.

 

De seniorenraad besprak op 12 oktober 2020 het ontwerp van de verordening. De seniorenraad gaf een positief advies.

 

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening besprak de verordening in zitting van 29 september 2020. De GECORO adviseerde de gemeentelijke verordening unaniem gunstig.

 

De verordening werd op 30 november 2020 ter advies verstuurd naar het departement omgeving van de Vlaamse overheid en naar de deputatie van de provincie Antwerpen.

 

Het departement omgeving van de Vlaamse overheid liet op 2 december 2020 weten dat zij geen advies geven over de verordening.

 

De deputatie van de provincie Antwerpen gaf op 21 december 2020 een voorwaardelijk gunstig advies op de verordening.

De opmerkingen/voorwaarden in het advies werden verwerkt in de verordening.

 

Er werd een project m.e.r.-screeningsnota opgemaakt.

 

Deze project m.e.r.-screeningsnota werd op 4 december 2020 voor advies verstuurd naar het departement Omgeving – Omgevingsplanning - Antwerpen.

 

Op 15 december 2020 werd het gunstig advies ontvangen betreffende het project m.e.r.-screeningsnota van het departement Omgeving.

 

De project m.e.r.-screeningsnota en het gunstig advies werden op 17 december 2020 verstuurd naar het departement Omgeving, Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en –projecten, team MER in functie van de beslissing over de plan-MER-plicht.

 

Op 21 december 2020 werd door het departement Omgeving meegedeeld dat de gemeente geen plan-MER moet opmaken betreffende de verordening tijdelijke mobiele zorgunits.

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde op 25 januari 2021 het gewijzigd ontwerp dat werd aangepast aan de voorwaarden van de deputatie van de provincie Antwerpen goed en gaf de opdracht een openbaar onderzoek op te starten.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 3 februari 2021 tot en met 4 maart 2021. Tijdens dit openbaar onderzoek lag de verordening ter inzage bij de dienst ruimtelijk ordening.

 

De bekendmaking van het openbaar onderzoek werd op 1 maart 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

 

De bekendmaking van het openbaar onderzoek werd in week 5 gepubliceerd in het weekblad ‘Kempenklok’ dat huis aan huis wordt bedeeld op grondgebied Malle.

 

Op de gemeentelijke website werd het openbaar onderzoek bekend gemaakt en kon de verordening tijdelijke zelfstandige mobiele zorgunits worden geraadpleegd.

 

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Op het GECORO-overleg van 11 maart 2021 werd aan de leden meegedeeld dat er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften werden ingediend.

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt en stelt dat omwille van een administratieve vergissing het punt opnieuw wordt hernomen. De gemeenteraad van 25 maart 2021 heeft het punt als dusdanig niet goedgekeurd, maar enkel doorverwezen naar de gemeenteraad. Het punt wordt daarom hernomen.

 

Raadslid Tom Lauryssen geeft aan dat het spijtig is dat het duurder geworden is doordat een architect moet ingeschakeld worden.

 

Schepen Sanne Van Looy stelt dat aan het punt niets veranderd is. Ze wijst er daarnaast op dat er voldoende woonkwaliteit moet zijn. Er is daarnaast wat vrees voor huisjesmelkerij.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat zijn fractie net als vorige keer het punt zal goedkeuren.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake tijdelijke zelfstandige zorgunits als volgt goed te keuren:

"1. Toelichting

 

1.1. Situering en context

 

Door de stijgende welvaart en de verbeterde gezondheidszorg leven mensen steeds langer. Daardoor verzilvert de bevolking in sneltempo. In 2020 is één Vlaming op de vijf 65 jaar of ouder. In 2030 zal dat zelfs één op de vier zijn. Mensen worden niet alleen ouder, maar verblijven ook steeds minder lang in woonzorgcentra of andere residentiële zorgvoorzieningen. Er zijn daarom bijkomende mogelijkheden nodig om die zorg in de thuisomgeving te kunnen aanbieden.

 

De Vlaamse regering wil dat Vlamingen met een zorgbehoefte zo lang mogelijk in hun thuisomgeving kunnen blijven wonen. Daarom heeft de regering in het Pact 2020 de doelstelling geformuleerd om de levenskwaliteit van ouderen te versterken door thuiszorg substantieel uit te bouwen, zodat mensen zo lang mogelijk autonoom kunnen leven. Ook de gemeente Malle wil daaraan haar steentje bijdragen. Malle is een zorggemeente met veel zorg voor haar meest kwetsbare inwoners en met extra aandacht voor de strijd tegen vereenzaming. Daarbij ondersteunt de gemeente haar burgers om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen via mantelzorg en het organiseren van diensten en activiteiten om thuiswonende ouderen te ondersteunen. Ook in het flankerend beleid – in dit geval het ruimtelijk beleid - komt de gemeente daaraan tegemoet met initiatieven die op lange termijn doorwerking vinden en bijdragen aan die doelstellingen.

 

In het kader van het zorgwonen kunnen ouderen binnen het bestaande woonvolume worden opgevangen. Een zorgwoning is een ondergeschikte wooneenheid die ‘binnen’ een bestaande woning wordt gecreëerd, meldingsplichtig is bij de gemeente, en door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna ‘VCRO’) aan welbepaalde voorwaarden is onderworpen. De focus ligt op het aanpassen en/ of verbouwen van ofwel de eigen woning ofwel de woning van iemand met wie de persoon in kwestie een persoonlijke band heeft.

 

Echter, in de praktijk blijkt de zorgwoning vaak een hinderpaal te vormen. Niet elke woning kan immers aangepast of omgebouwd worden zodat ze helemaal geschikt is voor de zorgbehoevende. De toegankelijkheid is zeker niet altijd ideaal en er is een groter valrisico. Bovendien is een dergelijke aanpassing van de woning zowel op financieel vlak als op het vlak van privacy een grote stap. In de praktijk blijven hierdoor een aantal zorgbehoevenden in de kou staan, waarvoor geen aangepaste woonvorm beschikbaar is. Daarom kan op kleine schaal een tijdelijke zelfstandige zorgunit een uitkomst bieden. De zorgwoning en de tijdelijke zelfstandige zorgunit zijn twee verschillende begrippen die niet dezelfde lading dekken.

 

Een tijdelijke zelfstandige zorgunit is een zelfstandige op zich staande tijdelijke constructie, die zich niet binnen een bestaande woning bevindt zoals dit het geval is voor de zorgwoning, waarvan de voorwaarden niet worden geregeld door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Tijdelijke zelfstandige zorgunits bieden veel voordelen. Ze vormen een antwoord op de groeiende woonafstand tussen ouderen en kinderen. Naast de nabijheid van familie, is het plaatsen van zo’n woonunit minder ingrijpend voor de bewoners van de bestaande woning, de investering is mogelijk minder groot en het maatschappelijk rendement is hoger door de verplaatsbaarheid van de woonunit.

 

De tijdelijke zelfstandige zorgunit wordt buiten het bestaande gebouw geplaatst en dat heeft uiteraard een ruimtelijke impact. Niet elke context is geschikt om een zorgunit te plaatsen. Met deze verordening wil de gemeente Malle voorzien in een ruimer scala aan zorgmogelijkheden, tegemoet komen aan een maatschappelijke behoefte met inbegrip van een doordacht regulerend kader waarin het aspect van tijdelijkheid wordt benadrukt.

 

Waar de Vlaamse decreetgever vandaag de dag geen andere aangepaste woonvormen decretaal heeft geregeld, staat niettemin voor gemeenten de mogelijkheid open een gemeentelijke verordening betreffende tijdelijke zelfstandige zorgunits uit te werken.

 

1.2. project-m.e.r.-screening

 

Deze verordening werd onderworpen aan een project-m.e.r.-screening die als bijlage wordt toegevoegd. Daaruit blijkt dat de gevolgen van de verordening op het leefmilieu hoofdzakelijk niet relevant of negatief zijn. De geringe effecten zijn nooit aanzienlijk en beperkt in de tijd. Daarom is een plan-MER niet vereist.

Op 21 december 2020 werd de gemeente Malle in kennis gesteld van de beslissing van het Team MER van de Vlaamse overheid, afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten. Het Team MER is van oordeel dat uit de screeningsnota blijkt dat de effecten op het milieu niet aanzienlijk zijn en dat ook uit de adviezen blijkt dat de effecten op het milieu correct en voldoende beschreven zijn. Hieruit concludeert Team MER dat de stedenbouwkundige verordening geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.

 

2. Definities

bouwhoogte: hoogte van een gebouw gemeten van het maaiveld tot de kroonlijsthoogte bij

gebouwen met een plat dak of tot nokhoogte bij gebouwen met een hellend dak

 

bouwlijn: de grens tussen de bebouwbare zone en de voortuin

 

bouwzone: bebouwbare oppervlakte conform de geldende stedenbouwkundige voorschriften

zoals bepaald in artikel 4 van deze verordening

 

constructie: een gebouw, een bouwwerk, een vaste inrichting, een verharding, een

publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit; een constructie is steeds bestemd om ter plaatste te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar worden genomen, verplaatst worden of is het goed volledig ondergronds

 

hemelwater: neerslag: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater

 

hoofdwoning: een zelfstandige grondgebonden woonentiteit zoals:

         een eengezinswoning

         een gelijkvloers appartement met een tuin voor privé gebruik en waarbij de zorgunit ten allen tijde bereikbaar moet zijn zonder terrein van derden te hoeven betreden en die voldoet aan de oppervlaktecriteria zoals geformuleerd in art. 4 §3

 

hoofdzakelijk vergunde woning: Het begrip ‘hoofdzakelijk vergund’ wordt overgenomen uit art. 4.1.1, 7° VCRO, met name : “een vergunningstoestand, waarbij voor de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen geldt dat ten minste negentig procent van het bruto-bouwvolume van de constructie, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van het volume van de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld en van de fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, vergund of vergund geacht is, ook wat de functie betreft”.

 

maaiveld: het natuurlijke terrein dat gebruikt wordt als nulpeil om hoogtes van constructies te bepalen

 

openbaar domein: goederen die eigendom zijn van de overheid en ofwel bestemd zijn tot het gebruik van allen ofwel bestemd zijn voor het gebruik van een openbare dienst; het openbaar domein situeert zich binnen de rooilijnen

 

rooilijn: de (virtuele) grens tussen het openbare domein en het privédomein, zoals ondubbelzinnig op een plan aangeduid

 

tuinen:

         achtertuin: de resterende perceelsoppervlakte beginnende vanaf de achtergevel van het bestaande hoofdgebouw

         voortuin: de perceelsoppervlakte gelegen tussen de rooilijn en de voorgevel van het hoofdgebouw

         zijtuin: de resterende perceelsoppervlakte die gelegen is ter hoogte van een zijgevel

 

verhardingen: alle bodembedekkingsmaterialen en -behandelingswijzen die het grondoppervlak hard en minder waterdoorlatend maken.

 

waterdoorlatende verharding: Een manier van aanleggen van verharding of een materiaalkeuze die ervoor zorgt dat hemelwater gemakkelijk weg kan lopen in de ondergrond.

Voorbeelden waterdoorlatende verharding die rolstoel toegankelijk is (niet limitatieve lijst):

         waterdoorlatende klinkers

         klinkers met bredere voeg

Niet rolstoel toegankelijk omwille van oneffen en instabiele verharding (niet limitatieve lijst):grasdals en aanverwanten

 

zorgwoning: een vorm van wonen binnen het bestaande volume van de hoofdwoning, zoals bepaald in art. 4.1.1. 18 VCRO, met het oog op het huisvesten van zorgbehoevende doelgroepen zoals bepaald in hetzelfde artikel

 

Perceel: Een stuk grond waarvan het kadaster de grenzen heeft gemeten en dat met een uniek nummer en een kadastrale aanduiding staat geregistreerd in de basisregistratie kadaster. Indien het perceel waar de woning op staat (zie vb. fig. 220F) een op zichzelf               staand kadastraal perceel is wordt het aanpalend perceel (zie fig. 220G - tuin) mee in de beoordeling genomen:

Indien het perceel (deels) gelegen is in een verkaveling, RUP of BPA wordt de beoordeling enkel gemaakt voor het deel van het perceel gelegen binnen de verkaveling, RUP of BPA.

 

3. Algemene bepalingen zonder verordenend karakter

 

3.1. Doelgroep

De beoogde doelgroep wordt, in tegenstelling tot de doelgroep zorgwonen zoals bepaald in art. 4.1.1. 18° VCRO en rekening houdend met het tijdelijk karakter van de zelfstandige zorgunit, beperkt tot:

 

1)      ten hoogste twee personen waarvan minstens één persoon 65 jaar of ouder*;

2)      hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1, gehuisvest blijven in de hoofdwoning.

 

* De tweede persoon kan de partner zijn of een familieband hebben met de persoon van minstens 65 jaar oud.

 

Tot de doelgroep van artikel 4.1.1.18° behoren ook nog de volgende personen: “ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die hulpbehoevend is”. Een hulpbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood of een basisondersteuningsbudget zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, 2° en 3°, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, of een persoon die een behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven’.

Deze doelgroep valt omwille van het meer permanente karakter van de zorg onder zorgwonen zoals bepaald in artikel 4.1.1.18 van het VCRO.

 

3.2. Inschrijving

De bewoners van de tijdelijke zelfstandige zorgunit kunnen enkel in aanmerking komen voor een ‘voorlopige’ inschrijving in het bevolkingsregister nu enkel een tijdelijke vergunning kan worden toegekend en permanente bewoning is uitgesloten. De dienst bevolking van de gemeente Malle zal enkel tot de voorlopige inschrijving overgaan voor zover de bewoners daadwerkelijk hun hoofdverblijfplaats hebben gevestigd in de zelfstandige zorgunit én voor zover zij beantwoorden aan de doelgroep beoogd in art. 4.1.1, 18 ° VCRO. Aan de tijdelijke zelfstandige zorgunit wordt voor de duur van de toegekende vergunning een apart huisnummer toegekend, voorzien van de letter ‘T’ wat wijst op het ‘tijdelijk’ karakter ervan.

 

3.3. Toepassingsgebied

Bij de opmaak van een stedenbouwkundige verordening moeten we erover waken dat de verordening niet strijdig is met de voorschriften van andere reeds bestaande stedenbouwkundige instrumentaria zoals ruimtelijk uitvoeringsplannen (RUP) of bijzondere plannen van aanleg (BPA). Een stedenbouwkundige verordening kan geen bestemmingsvoorschriften vaststellen of wijzigen. Daarom biedt deze verordening geen oplossing voor percelen die deels gelegen zijn in een gebied dat anders bestemd is dan ‘wonen’ (bijvoorbeeld: BPA Voorkensheide). Dit kan best via een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) worden vastgelegd om voldoende rechtszekerheid te garanderen voor de aanvrager.

 

3.4. Procedure

§1 De aanvraag tot omgevingsvergunning voor een tijdelijke zelfstandige zorgunit gebeurt via de vereenvoudigde procedure. Tijdens de procedure stelt de gemeente de aanpalende eigenaars in kennis van de aanvraag. Langs deze weg wil het gemeentebestuur kennis nemen van eventuele bezwaren of opmerkingen.

 

§2 Indien de Vlaamse decreetgever de aanvraag voor een tijdelijke zelfstandige zorgunit meldingsplichtig maakt, wordt de meldingsplicht door het gemeentebestuur Malle mee overgenomen. De aanvraag moet voldoen aan de voorwaarden van de meldingsplicht en bijkomend in overeenstemming zijn met de normen die zijn opgenomen in deze verordening.

 

3.5. Handhaving

 

Wanneer blijkt uit het bevolkingsregister (overlijden/uitschrijving) of door vaststellingen door  medewerkers van de dienst ruimtelijke ordening dat de zorgrelatie is beëindigd zonder dat hiervan schriftelijk melding werd gemaakt bij de dienst bevolking (bevolkingsregister) en de dienst ruimtelijke ordening van de gemeente Malle dan wordt door de gemeente Malle een onderzoek ingesteld waarbij eventueel ter plaatse wordt gegaan teneinde zich te vergewissen van de toestand.

 

Van de bevindingen word(en)(t) de eigenaar(s) van de hoofdwoning in kennis gesteld, waarbij de eigenaar van de hoofdwoning de mogelijkheid wordt geboden om hierop te antwoorden binnen 30 kalenderdagen.

 

Blijkt de tijdelijke zelfstandige zorgunit in de voormelde omstandigheden niet te zijn verwijderd, dan wordt een schrijven gericht waarbij de aanvrager:

- hetzij in gebreke wordt gesteld en wordt aangemaand om de zorgunit te verwijderen;

- hetzij de aanvrager wordt aangemaand om alsnog een nieuwe aanvraag tot het toekennen van een omgevingsvergunning in te dienen bij de gemeente Malle wanneer is voldaan aan artikel 1 tot en met 8 van deze verordening, en dit binnen de twee maanden na datum van verzending van de aanmaning en ingebrekestelling.

 

Blijkt de tijdelijke zelfstandige zorgunit niet te zijn verwijderd, noch een nieuwe vergunningsaanvraag (/ melding) te zijn ingediend binnen de twee maanden na datum van verzending van de hoger vermelde aanmaning en ingebrekestelling, dan wordt een proces-verbaal opgemaakt door de bevoegde ambtenaar. De verdere opvolging van de stedenbouwkundige inbreuk zal verlopen conform de beboetingsmodaliteiten en herstelmodaliteiten zoals voorzien in het decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en latere wijzigingen.

 

4. Normen

 

Artikel 1: Toepassing

§1 Wonen in de tuin is in principe niet toegestaan. Met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan een tijdelijke uitzondering op wonen in de tuin worden toegestaan onder het strikte kader van een tijdelijke zelfstandige zorgunit bij een bestaand hoofdgebouw voor zover de aanvraag zich situeert op terrein bestemd voor wonen.

 

§2 Een zelfstandige zorgunit kan uitsluitend bij een bestaande, hoofdzakelijk vergunde woning worden opgericht die zich bevindt op hetzelfde perceel.

 

§3 Per hoofdwoning op een perceel kan slechts één tijdelijke zelfstandige zorgunit op hetzelfde perceel in aanmerking komen voor vergunning.

 

§4 Een tijdelijke zelfstandige zorgunit op een bestaand met een woning bebouwd perceel, kan enkel worden overwogen in de gebiedscategorie ‘wonen’.

 

§5 Elke aanvraag wordt afzonderlijk beoordeeld.

 

§6 Een vergunning kan worden verleend wanneer deze in overeenstemming is met artikel 4.3.1. VCRO, sectorale plannen, deze verordening en mits het verkrijgen van gunstige adviezen wanneer de aanvraag onderhevig is aan een bindende adviesaanvraag (zie 3.4.§2). 

 

§7 Het voorzien van een tijdelijke zelfstandige zorgunit kan in geen geval worden beschouwd als een ‘woning’ hetzij een ‘ander gebouw dan een woning’ teneinde in aanmerking te komen voor van omgevingsvergunning vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen in de zin van het vrijstellingsbesluit (Besluit van 16 juli 2010 van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is).

 

Artikel 2. Begrippen

§1 Een ‘zorgwoning’ volgens de definitie (art. 4.1.1, 18 ° VCRO) maakt deel uit van de hoofdwoning als ondergeschikte wooneenheid en is enkel mogelijk voor een welbepaalde doelgroep. De ‘tijdelijke zelfstandige zorgunit’ is daarentegen een ‘tijdelijke’ en ‘zelfstandige’ wooneenheid ten opzichte van de ‘hoofdwoning’, zijnde de op hetzelfde perceel bestaande hoofdzakelijk vergunde woning, maar bevindt zich binnen een straal van maximum 10 meter van de hoofdwoning.

Rekening houdend met het verschil tussen de ‘zorgwoning’ en de ‘zelfstandige zorgunit’ dient het begrip ‘ondergeschikte wooneenheid’ in de bepaling van art. 4.1.1, 18 ° VCRO te worden gelezen als ‘zelfstandige zorgunit’, en dient het begrip ‘hoofdwooneenheid’ hierbij te worden gelezen als ‘hoofdwoning’.

 

§2 De tijdelijke zelfstandige zorgunit kan enkel betrekking hebben op de doelgroepen zoals bepaald in art. 4.1.1. 18° d) 1) en 3) van de VCRO, zijnde:

1) ten hoogste twee personen waarvan minstens één persoon 65 jaar of ouder*;

2) hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1, gehuisvest blijven in de hoofdwoning.

* De tweede persoon kan de partner zijn of een familieband hebben met de persoon van minstens 65 jaar oud.

 

§3 De tijdelijke zelfstandige zorgunit kan voor geen enkel ander doel worden benut dan te voorzien in de woonbehoefte van de doelgroepen zoals bepaald in art. 4.1.1. 18° d) 1) en 3) van de VCRO.

 

Artikel 3. Vergunningsplicht (zie 3.4.§2) – medewerking architect

§1 Het oprichten van een tijdelijke zelfstandige zorgunit betreft het ‘optrekken of plaatsen van een constructie’ wat conform art. 4.2.1, 1°, a) VCRO vergunningsplichtig is. Het bekomen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is aldus verplicht, vóórafgaand aan de plaatsing van de zorgunit.

 

§2 Het oprichten van een tijdelijke zelfstandige zorgunit kan niet worden beschouwd als een handeling die vrijgesteld is van medewerking van een architect zoals bepaald in het Besluit van 23 mei 2003 van de Vlaamse Regering tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Een aanvraag tot omgevingsvergunning dient in samenwerking met een architect te gebeuren.

 

§3 Een tijdelijke zelfstandige zorgunit kan slechts worden toegestaan voor zover zij vergunbaar is in de zin van artikel 4.3.1. en 4.3.3 van de VCRO, sectorale plannen en deze verordening.

 

Artikel 4. Stedenbouwkundige voorschriften

§1 Constructie:

De tijdelijke zelfstandige zorgunit dient te bestaan uit een eenvoudig op te richten en te verwijderen modulaire constructie die op eenvoudige wijze steun neemt op de ondergrond zonder hiermee op permanente wijze verankerd te zijn. De wijze van opbouw en verwijdering en de wijze van fundering moet duidelijk naar voor komen op de plannen die bij de aanvraag worden ingediend.

 

§2 Inplanting:

De tijdelijke zelfstandige zorgunit kan enkel worden opgericht in de ‘bouwzone’ of ‘achtertuin’ als 'vrijstaand bijgebouw’ met een maximum afstand van 10 meter tot het hoofdgebouw.

De zorgunit wordt ingeplant op minstens 1 meter uit de perceelsgrenzen wanneer er geen rechtstreekse zichten kunnen genomen worden op aanpalend perceel (blinde gevel, melkramen of ramen op een hoogte van 1,9 meter).

De zorgunit wordt ingeplant op minstens 1,9 meter uit de perceelsgrenzen wanneer er rechtstreekse zichten kunnen genomen worden op aanpalend perceel. Deze afstanden zijn in overeenstemming met art. 678 van het Burgerlijk Wetboek.

 

Voor percelen waarbij de diepte van de achtertuin minder dan 6 meter bedraagt, kan een uitzondering op de achtertuin worden toegestaan mits wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

1°inplanting in de zijtuinstrook is mogelijk indien de zorgunit wordt ingeplant achter de voorgevelbouwlijn, op minstens 1 meter uit de perceelsgrenzen wanneer er geen rechtstreekse zichten kunnen genomen worden op aanpalend perceel (blinde gevel, melkramen of ramen op een hoogte van 1,9 meter) en op minstens 1,9 meter wanneer er rechtstreekse zichten kunnen genomen worden op aanpalend perceel, dit in overeenstemming met art. 678 BW.

2° inplanting in de voortuinstrook is mogelijk indien het hoofdgebouw minstens op 12 meter uit de rooilijn werd opgericht, op 6 meter uit de rooilijn, op minstens één meter uit de perceelsgrenzen wanneer er geen rechtstreekse zichten kunnen genomen worden op aanpalend perceel (blinde gevel, melkramen of ramen op een hoogte van 1,9 meter) en op minstens 1,9 meter wanneer er rechtstreekse zichten kunnen genomen worden op aanpalend perceel, dit in overeenstemming met art. 678 BW.

 

Er mogen geen bomen worden geveld in functie van het creëren van ruimte voor een tijdelijke mobiele zorgunit.

 

§3 Oppervlakte:

1° Een tijdelijke zelfstandige zorgunit moet een minimumoppervlakte hebben van 18 m² voor het huisvesten van één persoon en een minimumoppervlakte van 27 m² hebben voor het huisvesten van twee personen overeenkomstig de Vlaamse Wooncode.

2° De maximumoppervlakte wordt beperkt:

- voor percelen groter dan of gelijk aan 940m² tot maximum 75m²;

- voor percelen kleiner dan 940 m² tot 8% van de oppervlakte van het perceel.

3° Wanneer de maximumoppervlakte (2°) kleiner is dan de minimumoppervlakte overeenkomstig de Vlaams wooncode (1°) moet de minimumoppervlakte zoals bepaald in punt 1° gerespecteerd worden.

 

§4 Bouwhoogte en dakvorm:

Een tijdelijke zelfstandige zorgunit moet worden uitgevoerd met een plat dak met een maximum kroonlijsthoogte van 3,20 meter ten opzichte van het maaiveld.

 

§5 Uiterlijke inpasbaarheid:

De tijdelijke zorgunit moet worden uitgevoerd in neutrale, rustige kleuren zoals schakeringen in zwart, wit, grijs, beige of bruin.

 

§6 Verhardingen:

Bij een tijdelijke zelfstandige zorgunit worden geen bijkomende parkeernormen opgelegd noch parkeerplaatsen toegestaan omdat hierdoor de verhardingsgraad in de tuin verder zal stijgen. Het voorzien van een zelfstandige zorgunit kan geen aanleiding geven tot het aanleggen van bijkomende verharding met uitzondering van de noodzakelijke toegang tot deze zorgunit, dewelke maximaal 1,50 m breed mag zijn, minimalistisch dient te worden opgevat en waterdoorlatend (waterdoorlatende klinkers of klinkers met brede voeg) te worden uitgevoerd. In geen geval kan een bijkomend terras, inrit voor het stallen van een wagen, verharde opslagruimte,… toegelaten worden. In geen geval mogen bomen gerooid worden teneinde een zelfstandige woonunit op te richten, noch kan deze hiertoe aanleiding geven.

 

§7 Tijdelijkheid

Bij de aanvraag voegt de aanvrager een schriftelijke verklaring toe dat hij kennis neemt van het tijdelijk karakter van de tijdelijk zelfstandige zorgunit en het toepassingsgebied van deze verordening.

 

Artikel 5. Hemelwater

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 (BS 8 oktober 2013) houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is van toepassing op de aanvragen van tijdelijke zorgunits groter dan 40m².

 

Artikel 6. Nutsvoorzieningen

De noodzakelijke nutsvoorzieningen dienen aan te takken op de bestaande nutsvoorzieningen van de hoofdwoning en de afvoer van het hemel- en afvalwater dient aan te sluiten op de bestaande waterafvoer van de hoofdwoning.

 

Artikel 7. Kwaliteitsbewaking

Elke woning moet op de volgende vlakken voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, die door de Vlaamse regering nader bepaald worden:

 

1° de oppervlakte van de woongedeelten, rekening houdend met het type van woning en de functie van het woongedeelte;

2° de sanitaire voorzieningen, vooral de aanwezigheid van een goed functionerend toilet in of aansluitend bij de woning en een wasgelegenheid met stromend water, beide aangesloten op een afvoerkanaal zonder geurhinder;

3° de winddichtheid, de thermische isolatie en de verwarmingsmogelijkheden, vooral de aanwezigheid van voldoende veilige verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woonfunctie tot een normale temperatuur te kunnen verwarmen en, indien nodig, te kunnen koelen tegen redelijke energiekosten of de mogelijkheid om die middelen op een veilige manier aan te sluiten;

4° de ventilatie-, verluchtings- en verlichtingsmogelijkheden, waarbij de verlichtingsmogelijkheid van de woongedeelten wordt vastgesteld in relatie tot de functie, de ligging en de vloeroppervlakte ervan, en de ventilatie- en verluchtingsmogelijkheid in relatie tot de functie en de ligging van het woongedeelte en tot de aanwezigheid van kook-, verwarmings- of warmwaterinstallaties die verbrandingsgassen produceren;

5° de aanwezigheid van voldoende en veilige elektrische installaties voor de verlichting van de woning en voor het veilige gebruik van elektrische apparaten;

6° de gasinstallaties, waarbij zowel de toestellen als de plaatsing en de aansluiting ervan de nodige veiligheidsgaranties bieden;

7° de stabiliteit en de bouwfysica met betrekking tot de fundering, de daken, de buiten-en binnenmuren, de draagvloeren en het timmerwerk;

8° de toegankelijkheid en het respect voor de persoonlijke levenssfeer;

9° de minimale energetische prestaties;

10° de aanwezigheid van drinkbaar water.

 

Artikel 8. Tijdelijk karakter

§1 De tijdelijke zelfstandige zorgunit betreft een vlot wegneembare en verplaatsbare modulaire unit die slechts voor een tijdelijke vergunning(zie 3.4.§2).  in aanmerking komt. 

 

§2 Een vergunning wordt verleend tot maximaal het tijdstip van het beëindigen van de zorgrelatie volgens art. 4.1.1, 18 ° VCRO, hetzij met een absoluut maximum van vijf jaar vanaf het toekennen van de vergunningsbeslissing(zie 3.4.§2). .

 

§3 Beoogt de aanvrager een verlenging te bekomen van de tijdelijke vergunning voor een zelfstandige zorgunit dan dient een nieuwe ontvankelijke en volledige aanvraag bij de gemeente te worden ingediend uiterlijk zes maanden voor het aflopen van de vergunningstermijn. De vraag tot verlenging betreft een volledig nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag (zie 3.4.§2). Wanneer dezelfde zorgunit wordt behouden, is een nieuwe vergunningsaanvraag kosteloos. Dezelfde plannen opnieuw kunnen worden ingediend.

 

§4 Zodra de zorgrelatie beëindigd is (ongeacht de maximale duur waarvoor de tijdelijke vergunning werd toegekend), dient hiervan schriftelijk melding te worden gemaakt aan de dienst ruimtelijke ordening van de gemeente Malle en dient de constructie binnen de zes maanden na het tijdstip van het beëindigen van de zorgrelatie verwijderd te zijn. Deze voorwaarde wordt opgenomen in de omgevingsvergunning. De melding kan gebeuren via e-mail aan de dienst ruimtelijke ordening of via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.malle.be

 

§5 Wanneer op het ogenblik van het aflopen van de vergunningstermijn geen nieuwe vergunning werd bekomen voor de tijdelijke zelfstandige zorgunit, dan wordt de constructie van rechtswege onvergund en dient de constructie verwijderd te zijn. Dit wordt in de vergunning uitdrukkelijk als voorwaarde opgenomen.".

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Toekenning noodhulp aan India - kennisneming

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het subsidiereglement mondiaal beleid, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 27 november 2017, voorziet dat maximum 1/5de van het bedrag voorzien voor projectondersteuning kan toegekend worden aan noodhulp naar aanleiding van een natuurramp en/of burgeroorlog.

 

Het college van burgemeester en schepenen kan, na advies van de Mondiale Raad, beslissen om eenmalig een bedrag toe te kennen. Het advies van de Mondiale Raad is gebaseerd op de omvang van de ramp, het aantal slachtoffers en de Human Development Index (HDI) van het getroffen land.

 

In de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 7 juni 2021 werd goedkeuring verleend aan het voorstel om een gift ten bedrage van 1.000 euro over te maken aan Oxfam Solidariteit op het rekeningnummer BE37 0000 0000 2828 voor hulp aan de bevolking van India.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Subsidiereglement mondiaal beleid goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 27 november 2017

 

Motivering

 

De gemeenteraad wenst expliciet in kennis te worden gesteld van de verstrekte giften in het kader van noodhulp.

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit

 

Artikel 1 - kennis te nemen van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 juni 2021 om een gift ten bedrage van 1.000 euro over te maken aan Oxfam Solidariteit op het rekeningnummer BE37 0000 0000 2828 voor hulp aan de bevolking van India.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Toekenning noodhulp aan Jemen - kennisneming

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het subsidiereglement mondiaal beleid, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 27 november 2017, voorziet dat maximum 1/5de van het bedrag voorzien voor projectondersteuning kan toegekend worden aan noodhulp naar aanleiding van een natuurramp en/of burgeroorlog.

 

Het college van burgemeester en schepenen kan, na advies van de Mondiale Raad, beslissen om eenmalig een bedrag toe te kennen. Het advies van de Mondiale Raad is gebaseerd op de omvang van de ramp, het aantal slachtoffers en de Human Development Index (HDI) van het getroffen land.

 

In de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 7 juni 2021 werd goedkeuring verleend aan het voorstel om een gift ten bedrage van 1.000 euro over te maken aan Artsen zonder Grenzen op het rekeningnummer BE73 0000 0000 6060 voor hulp aan de bevolking van Jemen.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Subsidiereglement mondiaal beleid goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 27 november 2017

 

Motivering

 

De gemeenteraad wenst expliciet in kennis te worden gesteld van de verstrekte giften in het kader van noodhulp.

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit

 

Artikel 1 - kennis te nemen van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 juni 2021 om een gift ten bedrage van 1.000 euro over te maken aan Artsen zonder Grenzen op het rekeningnummer BE73 0000 0000 6060 voor hulp aan de bevolking van Jemen.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Reglement ambulante handel - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeente Malle keurde in 2017 een herwerkte versie goed van het reglement op ambulante activiteiten. Ondertussen hield de maandelijkse markt echter op te bestaan. Ook andere evoluties op vlak van ambulante handel in onze gemeente leidden tot een bijgestelde visie op ambulante handel, en maakten een aanpassing van het huidige reglement noodzakelijk.

 

Juridische gronden

 

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005, van 20 juli 2006, 22 december 2009, 21 januari 2013 en decreet van 24 februari 2017 meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10

 

Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, meer bepaald de artikelen 23 tot en met 44, gewijzigd bij Besluit Vlaamse Regering van 21 april 2017

 

Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 augustus 2017

 

Motivering

 

Het bestuur wenst de organisatie van ambulante handel op haar grondgebied te stroomlijnen en te voorzien van duidelijke regels. De regelgeving met betrekking tot de uitoefening van ambulante handel verplicht de gemeente om deze organisatie te regelen via gemeentelijk reglement, en geeft tegelijkertijd ruimte en vrijheid om bepaalde keuzes te maken via dit gemeentelijk reglement.

Het bestuur kiest ervoor om voor ambulante handel op het grondgebied enkel te werken met vooraf vastgelegde plaatsen. Dit creëert duidelijkheid voor handelaars, inwoners en de betrokken diensten, en biedt ook een oplossing voor een mogelijke wildgroei aan ambulante handel op hiervoor minder geschikte plaatsen.

Beraadslaging

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Tom Lauryssen vraagt hoe het zit met de verkoop van bloemen aan het kerkhof op Allerheiligen.

 

Schepen Dries Van Dyck meent dat dit moet kunnen.

 

Burgemeester Harry Hendrickx licht toe dat het college van burgemeester en schepenen indien nodig altijd ad hoc kan beslissen om een toelating te geven.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 augustus 2017, op te heffen vanaf 1 juli 2021.

 

Artikel 2 - het onderstaande reglement ambulante handel goed te keuren:

 

Gemeentelijk reglement ambulante handel

 

HOOFDSTUK 1: DEFINITIES

 

Artikel 1 Definities

 

Ambulante handel: De verkoop, de te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop aan de consument van producten en diensten, door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door een persoon die niet over een dergelijke vestiging beschikt.

 

Pop up horeca: Een pop-up horecazaak is een tijdelijk horeca initiatief dat wordt uitgebaat in een pand of op een terrein, ongeacht of het privaat of openbaar domein is, en voldoet aan dezelfde kwaliteits- en veiligheidsvereisten als permanente horecazaken.

 

Seizoensbar: Een seizoensbar is een tijdelijk horeca-initiatief, dat valt onder de ruimere definitie van pop up horeca. Voorbeelden zijn een zomerbar of winterbar.

 

Evenement: Onder evenement worden verschillende zaken vervat. Onder andere de in de regelgeving benoemde manifestaties ter bevordering van de lokale handel en manifestaties ter bevordering van het lokale gemeenschapsleven (art 5, 2° wet; art. 9 KB), vallen onder de noemer evenement. Onder deze noemer vallen de zogenaamde kerstmarkten, jaarmarkten, braderieën, …

 

Openbare ruimte: Onder openbaar domein verstaan we naast de openbare weg ook alle andere openbare plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn en waar het logisch is dat bepaalde ambulante activiteiten mogelijk zijn, zoals bijvoorbeeld een park.

Naast de openbare weg en het openbaar domein laat de wet ook ambulante activiteiten toe op ‘andere plaatsen die met de openbare weg gelijkgesteld zijn’, meer bepaald:

         parkingplaatsen gelegen op de openbare weg

         winkelgalerijen;

         stations-, luchthaven- en metrohallen;

         de plaatsen waar kermissen plaatsvinden.

 

Abonnement: Wanneer een ambulante handelaar een standplaats wekelijks inneemt, spreken we van een abonnement.

 

Ambulante handel op rondtrekkende wijze: Binnen het kader van dit reglement beschouwen we een ambulante activiteit als op rondtrekkende wijze, als de verkoper zich constant verplaatst op een bepaald traject, tenzij voor de effectieve verkoop van zijn goederen. Indien de kraam langer stilstaat dan 30 minuten, wordt de ambulante activiteit niet beschouwd als op rondtrekkende wijze.

 

HOOFDSTUK 2: ORGANISATIE VAN AMBULANTE ACTIVITEITEN OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN DE OPENBARE MARKTEN

 

2.1 Ambulante handel op vooraf bepaalde plaatsen

 

Artikel 2 Toepassingsgebied (KB art. 42 §1)

 

Op volgende plaatsen is de uitoefening van ambulante activiteiten toegelaten na een voorafgaande machtiging  van de gemeente:

 

PLAATS: plein De Notelaar Oostmalle

DAG: maandag tem zondag

UUR: 7 uur tot 18 uur

AANTAL STANDPLAATSEN: 1

 

PLAATS:  De Wissel Oostmalle

DAG: maandag tem zondag 

UUR: 7 uur tot 18 uur

AANTAL STANDPLAATSEN: 1

 

PLAATS: Bergplein, Westmalle 

DAG: maandag tem zondag

UUR: 7 uur tot 18 uur

AANTAL STANDPLAATSEN: 1

 

De afmetingen en bezettingsmodaliteiten kunnen op eenvoudige vraag bekomen worden.

 

Buiten deze plaatsen is er geen ambulante handel mogelijk, behalve bij evenementen, voor pop up horeca en seizoensbars.

 

Omwille van het goed beheer van het openbaar domein, het bewaken van de diversiteit van het aanbod, en om gelijke kansen te creëren, kan een standplaats maar éénmaal per week worden ingenomen door dezelfde ambulante handelaar en door dezelfde productcategorie.

 

Artikel 3 Voorafgaande machtiging (KB art. 38)

 

3.1. Aanvraag machtiging

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere van de vermelde plaatsen in artikel 1 om ambulante activiteiten uit te oefenen moet voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

         De aanvrager is een natuurlijke persoon die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefent en houder is van een “machtiging als werkgever”

         De aanvrager is een rechtspersoon die ambulante handel uitoefent, vertegenwoordigd door diegene die verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die houder is van de “machtiging als werkgever”

         De verantwoordelijken van verkoopsacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig artikel 7 van voornoemd Koninklijk Besluit, gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017.

 

Bovendien is eenieder die een standplaats wenst in te nemen onderworpen aan een voorafgaande gemeentelijke toelating. Deze machtiging moet voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd worden bij de gemeente via een digitaal aanvraagformulier  op www.malle.be, minstens 14 dagen op voorhand.

 

De aanvrager dient ook te vermelden op welke specifieke plaats(-en) hij ambulante activiteiten wenst uit te oefenen.

 

3.2. Beslissing machtiging (KB art 42, gewijzigd door BVR)

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld :

         Identiteit van de aanvrager

         de plaats

         de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen,

         de datum en duur van de verkoop

 

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onder-staande redenen :

         redenen van openbare orde en veiligheid

         redenen van volksgezondheid

         bescherming van de consument

         diversiteit van het aanbod

         wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn

         de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

 

Artikel 4 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 40 en 41)

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra artikel 3.1) en innemen van de standplaatsen) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

De standplaatsen kunnen ingenomen worden door:

 

A. de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen, houder van een “machtiging als werkgever”, aan wie een standplaats is toegewezen;

B. de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen,  houder(s) van een “machtiging als werkgever”;

C. de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toe-gewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

D. de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

E. door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in A. tot D.;

F. De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7 van voornoemd BVR van 21 april 2017, kunnen een stand-plaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

 

De personen opgesomd in B. tot E. kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurd aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd.

 

Artikel5Toewijzingsregels losse standplaatsen (art. 42 §2)

De toewijzing van losse plaatsen (standplaats voor één dag) gebeurt volgens de chronologische volgorde van aanvragen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats.

Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaatsen gelijktijdig ingediend worden, gebeurt de toewijzing via loting.

Abonnementsplaatsen hebben altijd voorrang op aanvragen voor losse standplaatsen.

 

Artikel 6 Toewijzingsregels en bepalingen abonnement

 

6.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 & 30, gewijzigd door BVR)

 

Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, gaat de gemeente na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen, zoals omschreven in 6.2.

Als het register geen geschikte kandidaat bevat, wordt een vacature bekendgemaakt door publicatie van een kennisgeving.

Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht via www.malle.be.

 

De kandidaturen kunnen ingediend worden via het formulier op www.malle.be.

 

6.2. Register van de kandidaturen (KB art. 31, gewijzigd door BVR)

 

Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst (chronologisch) bijgehouden in een register van kandidaturen. Deze kandidaturen worden geklasseerd :

         eerst volgens categorie zoals bepaald in punt 6.3.

         dan volgens de gevraagde standplaats

         tenslotte volgens datum (overhandiging, indiening bij de post, of mail)

 

Overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 kan dit register steeds geraadpleegd worden.

 

De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.

Om de twee jaar moeten de  kandidaten opgenomen in het register hun kandidatuur bevestigen om in het register opgenomen te blijven.

 

6.3. Volgorde van toekenning standplaatsen op basis van register (KB art 29 en 31, gewijzigd door BVR)

 

Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement zullen met het oog op de toekenning ervan, de kandidaturen als volgt geklasseerd worden in het register van kandidaturen

 

         personen die een wijziging van hun standplaats vragen;

         de externe kandidaten.

 

De standplaatsen worden binnen elke categorie, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en tenslotte volgens datum chronologisch geordend.

 

Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven :

 

voorrang wordt gegeven (uitgezonderd de categorie externe kandidaten) aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit heeft als ambulante handelaar op grondgebied van de gemeente; wanneer de anciënniteit niet kan vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;

voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting.

 

6.4. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen per abonnement (KB art. 33)

 

De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager :

         bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

         of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;

         of bij elektronische post (duurzame drager) met ontvangstbewijs.

 

6.5. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34, gewijzigd BVR)

 

Een register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat :

 

         de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst  de standplaats werd toegekend;

         in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

         het ondernemingsnummer;

         de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;

         de datum van de toewijzing van de standplaats en de duur van het gebruiksrecht;

         indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;

         desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

 

Overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 art. II.2 kan dit plan of register steeds geraadpleegd worden.

 

6.6 Periodiciteit van abonnement (KB art. 32 en 37, gewijzigd door BVR) 

 

De abonnementen worden toegekend voor de duur van 24 maanden.

Na verloop van deze termijn worden zij stilzwijgend verlengd behoudens anders bepaald door de aanvrager (cf. artikel 6.7 en 6.8) en behoudens intrekking bij aangetekend schrijven door het gemeentebestuur in de gevallen bepaald in artikel 6.9 van onderhavig reglement.

 

Een seizoensgebonden activiteit  is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.

De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van seizoensgebonden producten of diensten worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse standplaatsen.

 

6.7 Opschorting abonnement  (KB art. 32, gewijzigd door BVR)

 

De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

         door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest

         door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond

         De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug.

         De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.

 

Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats, waarbij geen rekening gehouden wordt met de specialisatie van het register (van abonnementen).

 

6.8  Afstand van het abonnement (KB art. 32, gewijzigd door BVR)

 

De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement op ieder ogenblik mits een opzegtermijn van tenminste twee weken.

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

 

De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

         bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs

         door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs

         per elektronische post tegen ontvangstbewijs

 

6.9 Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente (KB art 32 laatste lid, gewijzigd door BVR)

 

Het abonnement zal door (het college van) (de) burgemeester (en schepenen) geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:

 

         bij niet of niet tijdige betaling standplaatsvergoeding

         wanneer andere waren verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement

         bij het herhaaldelijk niet respecteren van de instructies van de verantwoordelijke ambulante handel voor de gemeente Malle.

 

De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

 

2.2 Ambulante activiteit op rondtrekkende wijze

 

Artikel 7 Toepassingsgebied (wet art 4 en 9)

Binnen het kader van dit reglement beschouwen we een ambulante activiteit als op rondtrekkende wijze, als de verkoper zich constant verplaatst op een bepaald traject, tenzij voor de effectieve verkoop van zijn goederen.

 

Indien de ambulante activiteit valt onder deze definitie, is een voorafgaande toestemming van de gemeente niet noodzakelijk. De ambulante handelaar moet voldoen aan alle wettelijke bepalingen.

 

HOOFDSTUK 3  : VERKOPEN VAN PRODUCTEN OF DIENSTEN MET NIET-COMMERCIEEL KARAKTER

 

Artikel 8 Specifieke voorwaarden voor verkopen met niet-commercieel karakter (KB art 7, gewijzigd door BVR)

De producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet indien deze activiteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen (KB Art. 7. § 1.) :

1° ze vinden plaats met één van volgende doelen

         menslievend doel,

         sociaal doel,

         cultureel doel,

         educatief doel,

         sportief doel,

         de verdediging en promotie van de natuur,

         de verdediging en promotie van de dierenwereld,

         de verdediging en promotie van een ambacht,

         de verdediging en promotie van streekproducten,

         steun bij een humanitaire catastrofe,

         steun bij een ramp of belangrijke schade;

2° ze blijven occasioneel;

3° de burgemeester of zijn afgevaardigde heeft vooraf toestemming verleend;

4° als ze de grenzen van de gemeente overschrijdt en geen bijkomende toelating van de gemeente vereist is, dan heeft de organisatie een voorafgaande toelating gevraagd aan de Minister of de personeelsleden aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd.

De voorwaarde vermeld in het eerste lid, 3°, geldt niet ingeval toepassing wordt gemaakt van het eerste lid, 4°.

 

Artikel 9 Identificatievereiste

Tijdens de verkoop, te-koop-aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten voor een niet-commercieel doel zoals vermeld in art 10, is elke verkoper herkenbaar via een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.

Op verzoek van de overheid die de toestemming heeft verleend, overhandigt de verantwoordelijke, binnen dertig dagen, het bewijs van de bestemming van de fondsen om het aangegeven doel te realiseren.

 

Artikel 10 Aanvraag voorafgaande machtiging (KB art 7 §2 en 3, gewijzigd door BVR).

De aanvraag van een toestemming is afhankelijk van de situatie, gericht aan de burgemeester(s) of aan zijn afgevaardigde(n) of aan de Minister of aan de personeelsleden aan wie hij die bevoegdheid heeft gedelegeerd, op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

De aanvraag omvat :

         de verantwoordelijke van de actie,

         het doel van de actie,

         de plaats of plaatsen,

         de periode of periodes van verkoop,

         de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van de hoeveelheid.

 

De toestemming, is beperkt tot één jaar. Ze is hernieuwbaar. Ze bevat de vermeldingen uit de aanvraag.

 

Artikel 11 Weigering en intrekking machtiging

De toestemming kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden als de doelstelling niet overeenstemt met de toegestane doelen of als de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.

 

Als de overheid die ervoor bevoegd is de toestemming te verlenen, argwaan heeft over de reële doelstellingen van de actie of over de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan ze een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 45 van Koninklijk Besluit. Ze kan ook van een of meer verantwoordelijken eisen dat ze een uittreksel uit het strafregister voorleggen.

 

De toestemming, vermeld in art 9 §1, eerste lid, 3° of 4°, kan ingetrokken worden of de actie kan verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toestemming of van de verklaring of de voorschriften, ver-meld in dit artikel, niet worden nageleefd.

Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar vanaf de vaststelling van de niet-naleving. In geval van recidive kan de duur van de voormelde periode op drie jaar worden gebracht.

 

De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend :

         bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs

         door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs

         per elektronische post tegen ontvangstbewijs

 

HOOFDSTUK 4  : AANVULLENDE BEPALINGEN

 

Artikel 12 Bevoegdheid verantwoordelijke ambulante handel (KB art. 44)

De verantwoordelijke ambulante handel, aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde, is bevoegd om documenten die de machtiging en identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen aantonen te controleren.

 

Artikel 13 Verplichte documenten (KB art 15, gewijzigd door BVR)

De machtiging ambulante handel is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn :

         het identiteitsbewijs van haar houder of, voor de niet-ingezeten en de buitenlandse onderdanen, een identiteitsbewijs dat dat vervangt;

         een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s;

         het bewijs dat bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, voldaan wordt aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

 

De machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 44 en 45 van het Koninklijk besluit.

De gemeente zal de machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.

 

Artikel 14 Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten (KB art 21)

 

Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent, dient zich te identificeren aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen werken.

 

Het bord bevat volgende vermeldingen:

         hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening  of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;

         de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;

         al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt

         het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

 

Artikel 15 In werking treden van gemeentelijk reglement

 

Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2021.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Overheidsopdracht - raamovereenkomst dranken gemeente en OCMW - lastvoorwaarden en gunningswijze - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Gemeente Malle en OCMW Malle beschikken over verschillende gebouwen. Deze infrastructuur doet dienst als verzamelplaats waar Mallenaren, verenigingen en cultuurbeoefenaars elkaar kunnen treffen en voor de administratieve dienstverlening.

Het lokaal bestuur wenst over te gaan tot de aanstelling van een drankenhandel voor het leveren van drank en de noodzakelijke standaard toebehoren voor permanent gebruik alsook voor het leveren van bruikleenmaterialen bij evenementen.

 

In het kader van de opdracht ‘raamovereenkomst dranken gemeente en OCMW’ werd een bestek met nr. 2021092 opgesteld door de dienst secretariaat & aankoop.

 

Deze opdracht is als volgt opgedeeld:

  • perceel 1 (raamovereenkomst levering dranken gemeente ), raming: 47.169,81 euro + 2.830,19 euro btw = 50.000 euro inclusief btw
  • verlenging 1 (raamovereenkomst levering dranken gemeente ), raming: 47.169,81 euro + 2.830,19 euro btw = 50.000 euro inclusief btw
  • verlenging 2 (raamovereenkomst levering dranken gemeente ), raming: 47.169,81 euro + 2.830,19 euro btw = 50.000 euro inclusief btw
  • verlenging 3 (raamovereenkomst levering dranken gemeente ), raming: 47.169,81 euro + 2.830,19 euro btw = 50.000 euro inclusief btw
  • perceel 2 (raamovereenkomst levering dranken OCMW Malle), raming: 28.301,89 euro + 1.698,11 euro btw = 30.000 euro inclusief btw
  • verlenging 1 (raamovereenkomst levering dranken OCMW Malle), raming: 28.301,89 euro + 1.698,11 euro btw = 30.000 euro inclusief btw
  • verlenging 2 (raamovereenkomst levering dranken OCMW Malle), raming: 28.301,89 euro + 1.698,11 euro btw = 30.000 euro inclusief btw
  • verlenging 3 (raamovereenkomst levering dranken OCMW Malle), raming: 28.301,89 euro + 1.698,11 euro btw = 30.000 euro inclusief btw.

 

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 301.886,80 euro + 18.113,20 euro btw = 320.000 euro inclusief btw.

 

Percelen 1 en 2 zullen aan eenzelfde aanbieder gegund worden omwille van praktische en organisatorische redenen en zullen worden afgesloten voor een duur van twaalf maanden, drie maal stilzwijgend verlengbaar.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen

 

Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 326 tot en met 341

 

Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

 

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, artikel 92

 

Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

 

Koninklijk besluit van 18 april 2017, plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren

 

Motivering

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.

 

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

 

Financiële gevolgen

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder de acties:

Gemeente

         AC000081 'We bieden kwalitatieve socio-culturele infrastructuur aan' (MJP001900)

         AC000171 'We investeren in een kwaliteitsvol leerkrachtenteam en pedagogische middelen' (MJP000975)

         AC000003 'We ondersteunen een participatieve en transparante politieke besluitvorming' (MJP000211)

 

OCMW

         AC000046 'We organiseren diensten en activiteiten om thuiswonende ouderen te ondersteunen' (MJP000090)

         AC000025 'We zorgen voor een aangename en veilige werkomgeving' (MJP000720)

         AC000052 'We zorgen voor verse, gezonde, aangepaste en smakelijke voeding' (MJP002732).

 

De uitgaven voor het OCMW Malle worden hier enkel informatief weergegeven.

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Kris Mintjens geeft een toelichting. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Administratieve vereenvoudiging is veraf met een bestek van 35 bladzijden lang.

         Het is het jaar van de lokale ondernemer. Een lokale ondernemer begint hier nooit aan om een offerte in te dienen. Het zou beter zijn een bestek van 6 bladzijden op te stellen waar een lokale ondernemer wel op kan inschrijven.

         Duurzaamheid wordt op twee punten gezet. Dat kan veel beter op 50 punten gezet worden.

         Dit bestek lacht de lokale handelaar uit en sluit hem uit.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat de twee percelen aan elkaar gekoppeld worden. Hij geeft aan dat het aan te raden is om dit niet te doen zodat KMO's meer kansen hebben.

 

Schepen Wim Jordens stelt begrip te hebben voor de gemaakte opmerkingen, maar dat nu eenmaal bepaalde regels gevolgd moeten worden. Schepen Wim Jordens geeft aan dat het volgens hem in dit dossier niet uitmaakt of je voor één of twee percelen indient. Dat gaat het verschil in deze niet maken of een KMO een offerte indient of niet.

 

Raadslid Alain De Laet stelt dat als er begrip is voor de opmerkingen, waarom gebeurt er dan niets mee.

 

Schepen Wim Jordens stelt dat de sporthal uit het dossier is gelaten omdat het vlot loopt tussen de clubs en de lokale brouwer. Er zijn wel degelijk inspanningen gedaan.

 

Raadslid Wim Vervloet stelt dat je toch regels moet kunnen maken zodat het voor de lokale middenstander gemakkelijker wordt.

 

Schepen Wim Jordens stelt dat je het nooit hard gaat kunnen maken om 50 punten op duurzaamheid te zetten. Dat kan niet met de huidige regels.

 

Raadslid Paul Van Ham merkt op dat er voor de sporthal blijkbaar een uitzondering kan worden gemaakt, maar voor de rest dan niet.

 

Schepen Wim Jordens stelt dat in de sporthal de dranklevering rechtstreeks met de clubs gebeurt. Dat is anders dan bijvoorbeeld in De Notelaar of in de cafetaria van het WZC ter Bleeke.

 

Burgemeester Harry Hendrickx stelt dat het hier om een Europese aanbesteding gaat, dat betekent dat je niet zomaar kan doen wat je wil en dat er heel wat regels gerespecteerd moeten worden.

 

Raadslid Kris Mintjens stelt dat men zich tegen al deze administratie zou moeten verzetten in de mate dat het kan.

 

De gemeenteraad besluit bij 14 ja stemmen en 10 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het bestek met nr. 2021092 en de raming voor de opdracht ‘raamovereenkomst dranken gemeente en OCMW’, opgesteld door de dienst secretariaat & aankoop goed te keuren. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 301.886,80 euro + 18.113,20 euro btw = 320.000 euro inclusief btw.

 

Artikel 2 - bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Artikel 3 - dat de opdracht Europees bekend gemaakt wordt.

 

Artikel 4 - dat de aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau.

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Mededeling - Repaq - antwoord OVAM van 13 april 2021

 

Schepen Wouter Patho geeft een stand van zaken en het antwoord van OVAM van 13 april 2021 in het dossier Repaq. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         OVAM heeft geantwoord op de brief van de gemeente waarbij de resultaten van Profex werden meegedeeld.

         OVAM heeft uitvoerig geantwoord.

         OVAM is van oordeel dat ze de conclusies van Profex niet moeten evalueren.

         OVAM is van oordeel dat er geen nieuwe informatie is gekomen uit het onderzoek van Profex.

         OVAM is van oordeel dat er geen reden is tot verder onderzoek.

         De brieven vanuit de gemeente Malle vertrokken vanuit een bepaalde zorg. OVAM gaf aan dat er geen reden is tot verder onderzoek.

         De gemeente besluit uit de brief van OVAM dat er geen verdere verantwoordelijkheid of taak bij de gemeente ligt.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt hoe de vzw Heidsie hierop reageert.

 

Schepen Wouter Patho antwoordt dat het nog mee naar de milieuraad en de vzw Heidsie genomen wordt.

 

Raadslid Walter Vermeylen merkt op dat er wat beweging op de plek is. Wat is er aan de hand?

 

Schepen Wouter Patho stelt dat het gaat over nivelleren door de landbouwer zelf.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt ongerust te zijn als OVAM zegt dat er geen probleem is. De gemeente moet voldoende alert blijven. OVAM heeft heel wat sites en doet aan risico inschatting. Dat wil daarom niet zeggen dat er geen probleem is.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat de gemeente akte neemt van het standpunt van OVAM, maar dat de site uiteraard wel wordt opgevolgd.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt wat de rol van Profex nog kan zijn.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat Profex zijn onderzoek gedaan heeft en dat die opdracht is afgerond.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt de brief best eens mee te nemen naar de milieuraad en dan terug te koppelen naar de gemeenteraad met de reactie van de milieuraad. Raadslid Paul Van Ham vraagt om de brief van het college van burgemeester en schepenen ook te bezorgen.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat deze bezorgd zal worden.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Vragen en mededelingen

 

         Schepen Dries Van Dyck verwijst naar enkele evenementen die deze zomer zullen plaatsvinden.

         Raadslid Kris Mintjens merkt op dat de fietsenstalling op het plein in Westmalle niet logisch staat. Dat kan beter geordend worden. Schepen Sanne Van Looy dankt raadslid Kris Mintjens voor de suggestie.

         Raadslid Ingrid Vrints dankt het college van burgemeester en schepenen om een gift te doen van 2.000 euro aan Beauraing.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Interpellatie over de vaccinatie van daklozen en mensen zonder papieren

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe en stelt:

"De vaccinatiecampagne tegen Covid 19 loopt als een trein, met onze felicitaties voor alle vrijwilligers, medici, paramedici en personeelsleden die daarvoor zorgen.

 

Mijn vraag gaat over dakloze mensen en mensen zonder papieren. Helaas zijn er ook in Malle dakloze mensen. Of er mensen zonder papieren zijn, weet ik niet."

 

Raadslid Alex Van Loon stelt volgende vraag:

         "Komen dakloze mensen en mensen zonder papieren ook in aanmerking voor een gratis vaccinatie?"

 

Schepen Wouter Patho geeft een antwoord. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Iedereen met een rijksregisternummer krijgt sowieso een uitnodiging.

         In Malle denken we in de eerste plaats aan Kina bij dakloze mensen. Zo is er iemand waarvoor Malle bevoegd is in Kina. Het OCMW moedigt deze persoon aan om zich te laten vaccineren. In grotere steden zijn het organisaties als het Rode Kruis die hierin initiatieven nemen.

         Ook heel wat lokale vzw's doen veel moeite. In Malle heeft Malubimpa bijvoorbeeld een bezoek gebracht aan het vaccinatiecentrum.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Interpellatie over de geurhinder in de splinternieuwe gebouwen aan het Klaverveld in Oostmalle

 

Raadslid Walter Vermeylen licht onderhavig punt toe en stelt:

"Bewoners van Klaverveld, waar recent gebouwen in gebruik zijn genomen, gebouwen opgetrokken in opdracht van De Ideale Woning, hebben me verteld en uitgenodigd dat er toch een zeer merkwaardige geur vast te stellen is in de badkamer en de WC. Het probleem is waar te nemen in verschillende woningen. Tussen n° 12 en n° 30, een woonblok waar heel wat mensen de problematiek onderschrijven dus. Ook het tegenoverliggende gebouw zou delen in de malaise?

Zeer vreemd bij toch zulke splinternieuwe gebouwen?

Ik heb gesproken met een aantal van hen en ter plaatse vastgesteld dat het probleem inderdaad aanwezig is en het is gewoon niet te harden de stank. Een aantal van die woningen is bijna ‘onleefbaar’. Er is een hersteller geweest en die heeft de geurfilters vervangen. Waren die stuk? Op zulk een korte periode? Hij zei dat de kwaliteit van de te gebruiken filters die hij verplicht was te plaatsen beneden peil was?

Ook is vastgesteld door deze problematiek dat de leidingen fitten vertoonde bij het oppompen van het water uit de regenputten en deze fijne straaltjes op de elektriciteitsmeters terechtkwamen en zo kortsluiting teweeg brachten. Met als gevolg dat de automatische deuren in de ondergrondse garages niet meer werkten en zo mensen opgesloten geraakte.

Die leidingen en de elektriciteitsmeters zo dicht bij elkaar vraag ik me af? Daar moet dan toch minstens kwaliteitsvol materiaal voor gebruikt worden zou ik denken? En wordt daar geen controle op gehouden door zowel de opdrachtgever als de uitvoerder?

 

Raadslid Walter Vermeylen stelt volgende vragen:

         "Is deze volgende story met De Ideale Woning gekend bij de gemeente?

         Is dit een goedkope ‘filter’ in de leidingen en niet voldoet aan de vereisten?

         Hoe wordt bepaald welke materialen worden gebruikt en moeten deze niet aan zeker kwaliteitslabel voldoen om zo oplopende kosten te vermijden door telkens weer na een korte periode nieuwe filters te moeten steken. Die dan door de opdrachtgever worden aangesteld als reparateur en deze op zijn beurt een filter moet steken die niet aan die eisen voldoet aldus zijn uitleg?

         Zeg nu zelf een zestal maanden na de eerste ingebruikneming van de gebouwen al met zulke problemen opgezadeld zitten is niet goed voor de moraal lijkt mij toe? Laat staan voor de gezondheid zowel mentaal als fysiek. Ik begrijp dat mensen daar moedeloos van worden vooral zij die van een ouder gebouw komen en hopen om in deze nieuwe woonst met een nieuwe en propere lei te kunnen beginnen."

 

Schepen Wouter Patho geeft een antwoord. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         De gemeente heeft heel wat ogen op en rond het Klaverveld. Heel wat zaken komen tot bij de gemeente en tot bij De Ideale Woning.

         De Ideale Woning probeert de zaken echt wel aan te pakken. Ze zijn aanwezig en ze zijn betrokken.

         Per regenrecuperatie zijn er twee filters. De eerste filter blijkt te ontbreken. Dat is deze week ontdekt. Bij de oplevering was de filter wel aanwezig. De tweede filter is een te fijne filter. De filters zijn besteld. De put zal worden leeggetrokken en worden gereinigd.

         De mensen van de lift zijn maandag geweest om de lift na te kijken.

         De materialen die gebruikt worden zijn materialen met een Europees keurmerk. Ze moeten voldoen aan de eisen opgelegd door de VMSW.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Interpellatie over de werking van de GECORO

 

Raadslid Paul Van Ham licht onderhavig punt toe en stelt:

"Vanuit de GECORO vernamen we, met verbazing, de nieuwe afspraken rond de te adviseren dossiers.

In het verleden werd op het einde van elke GECORO in samenspraak met de leden een aantal dossiers geselecteerd om te bespreken op de volgende GECORO.

Verslag Gecoro 24/11/2015

 Varia (te behandelen aanvragen, datum volgende vergadering, ...)

- De inkomende aanvragen wenst men per e-mail doorgestuurd te krijgen. Dit wordt eerstdaags per e-mail bezorgd door de secretaris.

Verslag Gecoro 22/12/2015

 Varia (te behandelen aanvragen, datum volgende vergadering, ...)

- Er wordt per e-mail een lijst bezorgd met de nieuwe aanvragen, zoals afgesproken tijdens de zitting van 24 november 2015.

Verslag Gecoro 26/01/2016

 Varia (te behandelen aanvragen, datum volgende vergadering, ...)

- Er wordt per e-mail nog een lijst bezorgd met de nieuwe aanvragen.

Verslag Gecoro 25/10/2016

 Varia (te behandelen aanvragen, datum volgende vergadering, …)

 De GECORO bekijkt graag het project op Sint Jozeflei 8 tijdens de volgende zitting.

 

Blijkbaar heeft het college onlangs beslist om het voortaan anders aan te pakken: Vanaf heden zal de dienst omgeving ‘in eer en geweten’, buiten de verplichte adviezen, een aantal dossiers selecteren en voordragen aan de GECORO.

 

Een beslissing die ons inziens haaks staat op het bestuursakkoord.

We lezen o.a. “Een sterk gemeentebedrijf is er voor onze inwoners, maar ook door onze inwoners. We betrekken de burger maximaal via gerichte communicatie en participatie.”

 

Verder lezen we ook: “120) We voeren een gedragen ruimtelijk ordeningsbeleid gebaseerd op inspraak en expertise. We richten daarom een aparte gemeenteraadscommissie in rond ruimtelijke ordening en laten ons adviseren door de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (Gecoro).”

De werking van de gemeenteraadscommissie werd al eens in vraag gesteld. Het is jammer om nu ook frustraties bij de werking van de GECORO vast te stellen.

 

Frustraties die we jammer genoeg ook al hebben moeten vaststellen bij andere raden."

 

Raadslid Paul Van Ham stelt volgende vragen:

         "Vanwaar deze andere aanpak bij de werking van de GECORO?

         Hoe rijmt de meerderheid deze bocht met haar ‘heilige’ inspraak en participatie?"

 

Schepen Sanne Van Looy geeft een antwoord. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Er zijn geen nieuwe afspraken.

         De GECORO draait goed. Er zitten zeer geëngageerde mensen in.

         De werking van de GECORO werd verruimd. In de fase van voorbespreking vragen we om grote dossiers al aan de GECORO te komen toelichten, indien de projectontwikkelaar er voor open staat.

         Er is één keer per maand een GECORO. Dat is veel meer dan in andere gemeenten. Er wordt ook veel meer geadviseerd dan in andere gemeenten.

         Zeer uitzonderlijk is er eens iets niet op de GECORO geweest. Dat is te wijten aan de korte termijn waarbinnen een vergunning moet worden behandeld in combinatie met een vakantieperiode.

         Het college van burgemeester en schepenen moet aanvragen beoordelen en vraagt in dat kader advies aan experten van de GECORO.

         Het is de dienst die als eerste opmerkt of iets voor de GECORO is of niet.

         Alle grote projecten komen sowieso op de GECORO.

         Het is niet de bedoeling om alle punten van ruimtelijke ordening op de GECORO te laten komen. Het is niet de bedoeling om heel de vergadering van het college van burgemeester en schepenen op de GECORO te brengen.

         De leden zijn tevreden over de werking.

 

Raadslid Paul van Ham stelt dat een aantal mensen binnen de GECORO toch een andere mening hebben.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt wat er op tegen is om een lijst te laten rondgaan in de GECORO. De GECORO zou toch ook zelf initiatief moeten kunnen nemen.

 

Schepen Sanne Van Looy stelt dat het het college van burgemeester en schepenen is dat advies vraagt aan de GECORO. Schepen Sanne Van Looy verzekert dat alle grote dossiers op de GECORO komen. Niettemin moet alles wel behapbaar blijven.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2021
Overzicht punten

GR van 24 juni 2021

 

Interpellatie over de tractorsluis in de Sint-Jobbaan

 

Raadslid Tom Lauryssen licht onderhavig punt toe en stelt:

"Na de plaatsing en inrichting van de tractorsluis meer dan een jaar geleden vraag niet alleen ik, maar ook meerdere burgers, nog steeds af wat nu juist het nut hiervan is."

 

Raadslid Tom Lauryssen stelt volgende vragen:

         "Hoeveel bijkomende kosten zijn er, sinds de inrichting ervan, al geweest? Is er nu minder of juist meer onderhoud aan de onverharde weg?

         Is er intussen al overleg geweest met de landbouwers van de aanpalende landbouwgronden? Telling van voertuigen nu tegenover vorig jaar? Jammer dat er geen telling is gebeurd in 2019. Gaat men aanpassingen doen?

         Zijn er al boetes geïnd?"

 

Schepen Sanne Van Looy geeft een antwoord. Volgende elementen komen aan bod:

         Er zijn buiten de elektriciteitskosten van de verlichtingspaal geen bijkomende kosten sinds de inrichting. De geraamde elektriciteitskosten zijn 17,5 euro per jaar.

         Er is minder onderhoud aan de onverharde weg, vermoedelijk een 75-50% minder.

         De impact op de werking van de landbouwers is miniem, want ze kunnen nog over de tractorsluis.

 

Raadslid Tom Laurysssen stelt dat er ook gewone voertuigen over rijden. Hij geeft ook aan dat de twee blokken nu raar staan en dat er bandensporen op staan. Hij vraagt zich af of de tractors er in de breedte wel door kunnen.

 

Raadslid Yannis Leirs merkt op dat de trage wegen die nu een naam krijgen niet allemaal even traag zijn. De weg tussen de Schapenstraat en Steenovenstraat is er een goed voorbeeld van. Hij merkt ook op dat de signalisatie er anders is dan bijvoorbeeld bij Den Akker. Hij vraagt in welke richting gedacht wordt om dit probleem op te lossen.

 

Schepen Sanne Van Looy stelt dat er in september 2020 tellingen zijn gebeurd. Toen was er weinig gemotoriseerd verkeer. Recent zijn er opnieuw tellingen gebeurd. De conclusie was dat er meer gemotoriseerd verkeer was. Het zal onderzocht worden waarom er een verschil op deze tellingen zit.

 

Raadslid Yannis Leirs geeft aan dat de plaats van het telbakje een invloed heeft. Sommigen draaiden terug als ze het bakje zagen hangen.

 

Raadslid Wim Vervloet vraagt zich af of een tractor echt wel door de sluis kan in de breedte, aangezien de blokken schuin tegenover elkaar staan.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2021