Gemeenteraad

Donderdag 19 december 2019

 

Aanwezig

 

Voorzitter:

Dirk Gerinckx

Burgemeester:

Harry Hendrickx

Schepenen:

Sanne Van Looy, Elisabeth Joris, Dries Van Dyck, Wim Jordens, Wouter Patho

Raadsleden:

Thierry van der Straten Waillet, Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Ingrid Vrints, Paul Van Ham, Kim Geys, Mieke Vermeyen, Peter Lacante, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Gert Peeters, Jolien Vrints, Dries De Vry, Tom Lauryssen

Algemeen directeur:

Sven Brabants

 

Verontschuldigd

 

Raadslid:

Walter Vermeylen

 

Vanaf punt 42 verlaat Harry Hendrickx, Burgemeester, de vergadering.

Overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur verlaat Katleen Mintjens, Raadslid, vanaf punt 42 de vergadering.

Overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur verlaat Kris Mintjens, Raadslid, vanaf punt 42 de vergadering.

Vanaf punt 43 vervoegt Harry Hendrickx, Burgemeester, de vergadering.

Vanaf punt 43 vervoegt Katleen Mintjens, Raadslid, de vergadering.

Vanaf punt 43 vervoegt Kris Mintjens, Raadslid, de vergadering.

 

 

De gemeenteraad, regelmatig bijeengeroepen door de voorzitter overeenkomstig artikel 22 van het gemeentedecreet, vergadert in het gemeentehuis op 19 december 2019.

 

De voorzitter stelt vast dat de raad wettelijk is samengesteld.

 

De voorzitter verklaart de vergadering om 21.01 uur voor geopend voor de behandeling van de volgende punten:

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Gemeenteraad - notulen en zittingsverslag zitting 28 november 2019 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De vorige gemeenteraadszitting vond plaats op 28 november 2019. De ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag die er betrekking op hebben worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32, 277 en 278 betreffende de opmaak van de notulen

 

Artikel 40, 1ste lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals goedgekeurd in zitting van 28 september 2015

 

Motivering

 

De gemeenteraad stelt vast dat de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de zitting van 28 november 2019 correct en volledig werden opgesteld.

 

Beraadslaging

 

Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Gemeenteraad - vergaderingen/zittingen - vaststelling data voor 2020

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De voorzitter van de gemeenteraad doet een voorstel voor de data van de gemeenteraadszittingen in 2020.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 18 en 19

 

Gemeenteraadsbeslissing van 31 januari 2019 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, artikel 1, §1

 

Motivering

 

De voorzitter van de gemeenteraad wenst de gemeenteraad op de hoogte te brengen van de data van de zittingen in 2020.

 

Beraadslaging

 

Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit

 

Artikel 1 - kennis te nemen van de mededeling van de voorzitter van de gemeenteraad inzake de data van de gemeenteraadszittingen voor 2020. Volgens deze kennisgeving vergadert de gemeenteraad in 2020 op navermelde data om 20.00 uur en zo dikwijls als de zaken, die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen:

 

datum GR-zittingverschil in weken met vorige zittingargumentatie

donderdag 30 januari6

donderdag 20 februari *3do 27 februari: krokusvakantie

donderdag 26 maart 5

donderdag 30 april 5

donderdag 28 mei 4

donderdag 25 juni4

donderdag 27 augustus9

donderdag 24 september4

donderdag 29 oktober 5

donderdag 26 november4

donderdag 17 december *3do 24+31 december: kerstvakantie

 

* afwijkend van laatste donderdag van de maand.

 

Artikel 2 - de in artikel 1 voornoemde data worden ter informatie opgenomen op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk informatieblad. Daarnaast zal elke gemeenteraadszitting aangekondigd worden op de elektronische lichtkranten.

 

Artikel 3 - dat de raadsleden voor elke zitting een uitnodiging zullen ontvangen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Reglement op het plaatsen van overwelvingen en beschoeiing in baangrachten en verhardingen op het openbaar domein - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 21 december 2009 heeft de gemeenteraad het reglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten goedgekeurd.

 

Op 16 december 2013 heeft de gemeenteraad vernieuwde kostprijzen vastgelegd op bovenstaand reglement.

 

Juridische gronden

 

Decreet lokaal bestuur

 

Motivering

 

Overwelvingen, betuiningen en verhardingen op het openbaar domein hebben allerlei negatieve invloeden op waterkwantiteit, waterkwaliteit, droogte-effecten, drinkwatervoorziening en hittestraling:

         ze wijzigen de waterafvoer, reduceren het bergings- en infiltratievermogen in de gracht en ondergrond en zorgen bij langdurige en of hevige regenval voor versnelde afvoer.

         Daardoor zorgen ze voor verlaagde grondwaterstanden wat weer een negatieve impact heeft op de natuur en onze drinkwatervoorraden.

         Verder verhogen ze daardoor de kans op overstromingen en wateroverlast. Dit zowel ter plaatse als in gebieden verder stroomafwaarts.

         Ze verminderen het zelfreinigende vermogen van de grachten en werken op die manier de verontreiniging in de hand.

         Ze schaden het beheer van de oever- en bodemvegetatie evenals de oevers zelf en bemoeilijken het onderhoud van de grachten, dit leidt tot een grote afname in natuurwaarde.

         Meer verharding resulteert in minder groene ruimte, dit terwijl groene ruimte juist de capaciteit heeft om overdag de omgevingstemperatuur te koelen; omgekeerd heeft verharding een groot warmteabsorberend vermogen waardoor je tijdens warme dagen hitte-eilandeffecten krijgt.

         Verhardingen op het openbaar domein verhinderen het onderhoud en herstellingen van de ondergrondse infrastructuur van de nutsmaatschappijen.

 

Omwille van bovenstaande motivering streeft gemeente Malle naar het zoveel mogelijk beperken van overwelvingen, grachtbetuiningen en verhardingen op het openbaar domein. Deze zijn enkel toegelaten onder de voorwaarden verder opgenomen in dit reglement.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat zijn fractie principieel zal tegenstemmen omdat dergelijke reglementen goed gecontroleerd en opgevolgd moeten worden. Dit gebeurt niet altijd.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat zijn fractie om dezelfde reden zal tegenstemmen.

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 7 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen)

 

Artikel 1 - het volgende reglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - Het overwelven van een baangracht gelegen langs buurt-, gemeente- of gewestwegen kan enkel toegestaan worden mits een voorafgaande en schriftelijke vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen. De werken tot aanleg van een overwelving van een baangracht worden enkel uitgevoerd door de gemeentelijke diensten of door een door de gemeente aangestelde aannemer. Deze werken omvatten enkel de aanleg van de overwelving en kopmuren. Verharding wordt niet aangelegd.

 

Artikel 2 - Voor de overwelving van een baangracht worden volgende principes gevolgd:

         Een standaard overwelving van een baangracht bedraagt 5 meter per kadastraal perceel.

         De standaard overwelving kan uitgebreid worden naar 7,5 meter indien het kadastraal perceel een breedte van minimum 15 meter heeft  langs de straatkant.

         Bij een gekoppelde overwelving waarbij deze toegang verleent tot vergunde garages of carports op de perceelsgrens wordt er gewerkt met een gezamenlijke breedte van 7,5 meter. De gevraagde bijdrage wordt verdeeld over beide aanvragers/eigenaars van de percelen in kwestie.

 

Artikel 3 - In geval van weg- en rioleringswerken waar er op initiatief van de gemeentelijke rioleringsbeheerder of het gemeentebestuur een open baangracht wordt aangelegd, gelden volgende specifieke regels:

         Een tweede overwelving kan enkel indien er reeds twee afzonderlijke inritten aanwezig zijn die elk toegang verlenen tot een afzonderlijk gelegen en vergunde carport of garage. Een tweede overwelving kan maximum 5 meter breed zijn.

         Een aparte toegang via het dek-op-oever-principe van 1,2 meter kan worden gerealiseerd naar de voordeur als er reeds een apart voetpad aanwezig is.

 

Artikel 4 - Slechts in hoogst uitzonderlijke gevallen en mits omstandige motivatie vanwege de aanvrager kan het college van burgemeester en schepenen een afwijking toestaan op bovenstaande standaard afmetingen van overwelvingen.

 

Artikel 5 - De vergunde overwelving inclusief de respectievelijke afstand tot de perceelsgrens en de rijweg mag door de eigenaar verhard worden door middel van standaard grijze klinkers (afmetingen 22 x 11 x 8 cm). Bij een eventuele aanwezigheid van voet- of fietspaden mogen deze in geen geval onderbroken worden. Het gebruik van een ander type verharding is enkel toegelaten indien ze eenvoudig opbreekbaar en te herleggen is in geval van werkzaamheden aan de ondergrondse nutsleidingen. Bij een ander type verharding dan de standaard grijze klinkers kunnen de nutsmaatschappijen of het gemeentebestuur niet aansprakelijk gesteld worden voor schade aan de verharding bij werkzaamheden op het openbaar domein.

 

Artikel 6 - Bij een overwelving langs een gewestweg zijn in aanvulling van dit reglement ook de decreten, besluiten en omzendbrieven van Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse Overheid van toepassing.

 

Artikel 7 - De werken aan de overwelving zullen pas uitgevoerd worden nadat het verschuldigde bedrag, vastgesteld volgens een afzonderlijk gemeentelijk retributiereglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten, betaald werd aan het gemeentebestuur van Malle.

 

Artikel 8 - De beschoeiing van een baangracht gelegen langs buurt-, gemeente- of gewestwegen kan enkel toegestaan worden mits een voorafgaande en schriftelijke vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9 - Voor het beschoeien van een baangracht worden volgende principes gevolgd:

         Het beschoeien van de baangracht is enkel toegelaten in hout. De beschoeiing mag de waterinfiltratie niet hinderen. Het gebruikte hout moet voorzien zijn van een label voor duurzaam bosbeheer zoals bijvoorbeeld FSC.

         Het totale buffervolume van de gracht mag niet verkleinen door het plaatsen van de beschoeiïng. De minimum vrije bodembreedte van de gracht is 50 cm.

         De gemeentelijke rioleringsbeheerder, het gemeentebestuur of Agentschap Wegen en Verkeer kunnen niet aansprakelijk gesteld worden bij eventuele schade door maai of reinigingswerken.

         De betuining wordt geplaatst op kosten van en door de opdrachtgever.

 

Artikel 10 - Elke verharding of semiverharding buiten deze hierboven beschreven is niet toegelaten. Het plaatsen van extra verharding is enkel toegelaten mits een voorafgaande en schriftelijke vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 11 - Voor het verharden van het openbaar domein buiten de hierboven vermelde artikels worden volgende principes gevolgd:

         Bij het ontbreken van baangrachten mag enkel de strikt noodzakelijke toegang tot het perceel verhard worden en met een maximum breedte van 5m. Dit kan verbreed worden tot 7.5m indien het kadastrale perceel breder is dan 15m aan de straatkant.

         Bij een eventuele aanwezigheid van voet of fietspaden mogen deze in geen geval onderbroken worden.

         Een duurzame bodemversteviging door middel van grastegels kan enkel mits vergunning worden toegepast voor parkings, toegangswegen en taluds. Om reden van infiltratiebeperking kan onder de grastegels enkel waterdoorlatende funderingen gebruikt worden.

 

Slechts in hoogst uitzonderlijke gevallen en mits omstandige motivatie vanwege de aanvrager kan het college van burgemeester en schepenen zulke grastegels toestaan.

         De grastegels mogen niet dichter dan 2m van straatbomen of 0.5m van een baangracht worden aangebracht.

 

Artikel 12 - Het aanbrengen van verharding, semiverharding, obstakels of aanplantingen op het openbaar domein buiten deze vermeld in dit reglement zijn uitdrukkelijk verboden. Alle schade aan het openbaar domein of derden resulterend van overtredingen van dit reglement zullen worden verhaald op de overtreder.

 

Artikel 13 - Obstakels op het openbaar domein (bomen, plantsoenen, zitbanken, verkeersborden, openbare verlichting, ...) mogen niet zonder toelating verwijderd of verplaatst worden.

 

Artikel 14 - Zolang het toegelaten werk in stand gehouden wordt, is de vergunninghouder of zijn rechtsopvolger verplicht het in goede staat te bewaren en het geregeld te ruimen en dit in elk geval op elke vraag van het gemeentebestuur.

 

Artikel 15 - Dit reglement is niet van toepassing op geklasseerde waterlopen. Hiervoor zijn de respectievelijke reglementen van de waterloopbeheerder van toepassing.

 

Artikel 16 - Elke vergunning die in regel met dit reglement wordt verleend is steeds ten voorlopige titel en kan ten allen tijde door het college van burgemeester en schepenen via een gemotiveerde beslissing herroepen worden.

 

Artikel 17 - In geval van overtredingen van dit reglement zal de overtreder schriftelijk in kennis gesteld worden en zich binnen de twee weken in regel moeten stellen. Indien de aanpassings- of afbraakwerken niet binnen de gestelde termijn zijn uitgevoerd, kan het college van burgemeester en schepenen zelf deze werken uitvoeren ten laste van de eigenaar. Bij niet minnelijke regeling zal de inning van het verschuldigde bedrag geschieden bij burgerlijke invordering.

 

Artikel 18 - Bij alle werken op het openbaar domein dient de opdrachtgever/aannemer zich steeds voldoende en correct te informeren over de ligging van de leidingen van de nutsmaatschappijen, dit dient te gebeuren via het kabel- en LeidingInformatiePortaal (KLIP). Alle werken dienen steeds met voldoende omzichtigheid en zorg te gebeuren om schade aan de ondergrondse leidingen te voorkomen. Boomwortels mogen in geen geval beschadigd worden.

 

Artikel 19 - De reglementen van 21 december 2009 en 16 december 2013 betreffende de overwelving van baangrachten worden opgeheven.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen - wijziging - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad heeft in zitting van 31 mei 2010 haar goedkeuring gehecht aan het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen waarbij de objectieve indicaties werden vastgelegd aan de hand waarvan de gemeentelijke administratie de leegstand van een woning of gebouw moet beoordelen.

 

De wijzigingen aan het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen werden goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 november 2012 en 20 oktober 2014.

 

Het reglement moet hernieuwd worden.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Decreet van 15 juli 1997 en latere wijzigingen, houdende de Vlaamse Wooncode

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 2.2.6

 

Decreet van 14 oktober 2016 houdende de wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen

 

Motivering

 

Sinds 23 december 2016, na de wijziging van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, heeft de gemeente de bevoegdheid om een eigen beleid te voeren rond leegstand.

 

Op 15 september 2017 heeft de Vlaamse regering de opheffing goedgekeurd van het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende de nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.

 

In het lokaal woonbeleidsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 november 2013, werd onder punt OD 4.2 "Het invoeren van een leegstandsheffing" voorzien als operationele doelstelling.

 

De Vlaamse Wooncode stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid. Daardoor kan de gemeente onder meer een langdurige leegstand van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden. Dit gebeurt in eerste instantie door het jaarlijks bijhouden van een gemeentelijk leegstandsregister. Daarnaast moet het heffingsreglement ertoe bijdragen om leegstand op te lossen.

 

De gemeente Malle maakt deel uit van de intergemeentelijke samenwerking IVLW Midden en waarbij de gemeente Malle zich geëngageerd heeft tot het voorkomen en bestrijden van leegstaande gebouwen en woningen door middel van het bijhouden van een inventaris van leegstaande woningen en gebouwen en het activeren van deze woningen en gebouwen door middel van een leegstandsheffing.

 

De belangrijkste wijzigingen die worden voorgesteld zijn de volgende:

         Het indienen van een beroep of aanvraag tot schrapping door middel van mail met ontvangstbewijs of -bevestiging werd toegevoegd in het reglement.

         De procedure tot schrappen uit het leegstandsregister werd ook bekeken aan de hand van de opmerkingen van inwoners. Hierdoor werd het ambtshalve schrappen toegevoegd aan het reglement. Dit maakt het mogelijk om de woning na een inschrijving en na zes maanden ononderbroken bewoning ambtshalve te schrappen zonder dat de eigenaars eerst een schriftelijke aanvraag moeten indienen met de nodige bewijsstukken.

         De benaming 'omgevingsvergunning' mee opgenomen.

         Tot slot wordt leegstand in een administratieve akte vastgelegd, waartegen een beroep kan worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Een schrapping uit het leegstandsregister zal ook eerst administratief worden afgehandeld. Een beroep is mogelijk bij het college van burgemeester en schepenen.

 

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - navolgend reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen goed te keuren:

 

"Artikel 1 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Artikel 2 - Doelstelling

Dit gemeentelijk reglement heeft als doel de leegstand van gebouwen en woningen in de gemeente te inventariseren, te voorkomen en te bestrijden.

 

Artikel 3 - Definities

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw* als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

* niet limitatieve lijst zoals kantoor, handelszaak, horeca

Leegstaand gebouw: zoals gedefinieerd in artikel 4 § 1. van dit reglement.

Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting als hoofdverblijfplaats van een gezin of alleenstaande.

Leegstaande woning: zoals gedefinieerd in artikel 4 § 2 van dit reglement.

Woonhuis: elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woningen bevinden.

Gemeentelijke administratie: de gemeentelijke diensten ruimtelijke ordening en burgerzaken;

a) Controle: het college van burgemeester en schepenen duidt de ambtenaren aan die belast zijn met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen. Zij bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden die vermeld staan in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

b) Beroepsprocedure: het college van burgemeester en schepenen beslist of het beroepschrift ontvankelijk en gegrond is. Het college van burgemeester en schepenen kan in de behandeling van het beroepschrift een personeelslid de opdracht geven tot een feitenonderzoek ter plaatse.

Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom,

b) het recht van opstal of van erfpacht,

c) het vruchtgebruik;

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

Administratieve akte: bij elke vaststelling van leegstand wordt een administratieve akte opgemaakt. Deze akte bestaat uit:

a) een beschrijvend verslag van de indicaties van leegstand

b) een fotodossier ter staving van de leegstand

c) het besluit van de administratie dat het gebouw of de woning wordt opgenomen in het leegstandsregister.

10° Registratiedatum: de datum waarop het gebouw en/of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen of in voorkomend geval de datum van de heropname in het leegstandsregister.

11° Leegstandsregister: het register zoals vermeld in artikel 4 van dit reglement.

12° Leegstandbelasting: belasting conform de gemeentelijke belastingverordening op de gebouwen en woningen die beschouwd worden als leegstaand en/of onafgewerkt.

 

Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement wordt verstaan onder:

1° Decreet grond- en pandenbeleid: het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

2° Decreet provincie- en gemeentebelastingen: het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 4 - Opname in leegstandsregister

De gemeentelijke administratie houdt een register van leegstaande gebouwen en woningen bij, hierna het leegstandsregister genoemd. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke inventarissen: één inventaris met leegstaande gebouwen en één met leegstaande woningen.

 

§1. Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane vergunning of melding. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is pas afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

§2. Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

§3. In afwijking van §1 en §2, wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning niet aangewend wordt als gebouw of woning overeenkomstig de definities opgenomen in artikel 3, 1°, respectievelijk 3°.

 

§4. Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar, worden niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

Artikel 5 - Vaststelling van leegstand en administratieve akte

§1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste ambtenaren bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§2. Het vermoeden van leegstand van een gebouw of woning wordt door de administratie vastgelegd in een administratieve akte. Hierbij wordt aan de hand van een beschrijvend verslag aangeduid welke indicatie(s), zoals bepaald in artikel 6, ervoor hebben gezorgd dat een gebouw of woning werd opgenomen op de inventarislijst van de leegstaande gebouwen of woningen.

Indien niet kan worden vastgesteld dat de leegstand al minimaal twaalf opeenvolgende maanden aanhoudt, zal de administratie een tweede controle uitvoeren, overeenkomstig het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister.

 

§3. De gemeentelijke administratie stelt de zakelijk gerechtigde(n) per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Deze kennisgeving is vergezeld van een genummerde administratieve akte.

 

Artikel 6 - Indicaties van leegstand

De opmaak van de administratieve akte en de opname in de inventaris van leegstaande woningen of gebouwen – geheel of gedeeltelijk – kan gebaseerd zijn op basis van één of meerdere van onderstaande indicaties:

 

         het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister of de vaststelling dat er minstens 12 onafgebroken maanden geen inschrijving in het bevolkingsregister voorkomt;

         het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf of vergunde vakantiewoning;

         het langdurig aanbieden van het gebouw of de woning als te huur en/of te koop;

         het ontbreken van aansluitingen van nutsvoorzieningen of een dermate laag verbruik dat niet in overeenstemming is met een normaal gebruik van de woning of het gebouw;

         het vermoeden van een fictieve inschrijving als domiciliëringsadres;

         de aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of niet-productiviteit;

         de materiële en/of fysische onmogelijkheid om een gebouw of woning te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang, dichttimmeren van deur en/of ramen, geblindeerde raamopeningen, verzegeling;

         de winddichtheid van het gebouw of de woning is niet gewaarborgd omwille van zeer zware infiltraties via het dak, de gevels, belangrijke glasbreuk op één of meerdere plaatsen, het buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden, onafgewerkte ruwbouw, gedeeltelijk vernielde of gesloopte woning;

         uitpuilende of dichtgemaakte brievenbus;

         niet of gedeeltelijke bemeubeling;

         verklaringen van wijkagent, postbode, omwonenden;

         andere indicaties die bij controlebezoeken kunnen vastgesteld worden.

 

Deze lijst is niet limitatief.

 

Wanneer aan één of meerdere van de hierboven vermelde criteria wordt voldaan, wordt het gebouw of de woning opgenomen in de inventaris.

 

Artikel 7 - Beroepsprocedure

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven vermeld in artikel 5 § 3, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister of tegen de beslissing tot het niet schrappen uit het leegstandsregister.

Het beroep wordt per beveiligde zending of per mail met ontvangstbevestiging betekend. Zonder ontvangstbevestiging is een beroep per mail niet geldig.

 

§2. Het beroepschrift moet worden gemotiveerd. Buiten de motivatie bevat het beroepschrift :

1) de identiteit en het adres van de indiener;

2) de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

3) een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 4, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaatstagiair.

De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.

4) de handtekening van de zakelijk gerechtigde die beroep aantekent (bij beveiligde zending) en een kopie van de identiteitskaart van de eigenaar die beroep aantekent.

 

§3. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt het beroepschrift met bewijsstukken ten gronde. Bij twijfel kan het college van burgemeester en schepenen een personeelslid belasten met een feitenonderzoek ter plaatse als vermeld in artikel 2.2.6 §7 van het grond- en pandendecreet. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§4. Het college van burgemeester en schepenen doet een uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

§5. Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet (tijdig) betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde(n) onontvankelijk, onvolledig of ongegrond is, neemt de gemeentelijke administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

 

Artikel 8 - Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde met een gemotiveerd verzoek en de nodige overtuigingsstukken bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 4 §1, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De eerste dag van deze periode geldt als datum van schrapping.

 

§2. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde met een gemotiveerd verzoek en de nodige overtuigingsstukken (zoals bv. attest van woonst, samenstelling gezin, ...) bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 4 §2. De eerste dag van deze periode geldt als datum van schrapping.

 

Een gebouw of woning kan worden geschrapt eens een zakelijk gerechtigde met een gemotiveerd verzoek en de nodige overtuigingsstukken bewijst dat het gebouw werd gesloopt. Het gebouw of woning wordt geschrapt na aanvang van de werken.

 

Een gebouw of woning in gebruik als een andere functie dan de gekende stedenbouwkundig of omgevingsvergunning kan worden geschrapt de dag van het uitvoerbaar worden van een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning voor de functiewijziging.

 

§3. De administratie onderzoekt het verzoek tot schrapping met de bewijsstukken ten gronde. Bij twijfel kan een personeelslid worden belast met een feitenonderzoek ter plaatse zoals vermeld in artikel 7 §3.

 

§4. De administratie doet een uitspraak over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 2 maanden na de ontvangst van het verzoek. Deze uitspraak wordt betekend via een aangetekende zending.

 

§5. Tegen de uitspraak van de administratie kan beroep worden aangetekend overeenkomstig artikel 7.

 

§6. De administratie kan aan de hand van de nodige bewijzen een woning of gebouw ambtshalve schrappen wanneer ze vaststelt dat de woning of het gebouw in aanmerking komt tot schrapping, volgens de bepalingen van dit artikel.

 

Artikel 9 - Gevolgen van de opname

Op de woningen die in het leegstandsregister zijn opgenomen, geldt het recht van voorkoop volgens de bepalingen zoals opgenomen in de artikels 85 tot en met 89 van de Vlaamse Wooncode.

Op de woningen die in het leegstandsregister zijn opgenomen, geldt het sociaal beheersrecht volgens de bepalingen zoals opgenomen in het artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

De gemeente heeft een gemeentelijk belastingsreglement op leegstaande woningen en gebouwen.

Voor een leegstaand gebouw of een leegstaande woning dat/die in het leegstandsregister is opgenomen, is een leegstandsbelasting verschuldigd. De modaliteiten met betrekking tot deze belasting zijn opgenomen in een gemeentelijk belastingsreglement op leegstaande woningen en gebouwen.

Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd overeenkomstig de modaliteiten van de hiervoor vermelde belastingsverordening, behoudens in geval van vrijstelling op basis van deze belastingsverordening.

Tegen deze belasting kan bezwaar worden aangetekend conform het decreet van 30 mei 2008 en volgens de modaliteiten van de belastingsverordening. De hiervoor ingeroepen bezwaren kunnen niet dezelfde zijn als de beroepen ingeroepen tegen de opname in het leegstandsregister, tenzij deze bezwaren betrekking hebben op de in de voormelde gemeentelijk belastingsreglement opgenomen vrijstellingen.

 

Artikel 10 - Overdracht van een leegstaand gebouw of een leegstaande woning

In voorkomend geval stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het volle eigendomsrecht, of van een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik, voorafgaand aan de overdracht in kennis van de opname van het goed in het leegstandsregister.

 

De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maand na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar."

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeente stelt het percentage van de aanvullende personenbelasting vast in een belastingreglement.

 

Sinds het aanslagjaar 2004 ligt het tarief vast op 7%.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, artikels 464 tot en met 470/2

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

De aanvullende personenbelasting maakt een belangrijk deel uit van de fiscale ontvangsten van de gemeente. Deze ontvangsten zijn noodzakelijk om de dagelijkse werking te garanderen.

 

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - belastbare grondslag

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 vestigt de gemeente Malle een aanvullende belasting ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Artikel 2 - berekening van de belasting

 

De gemeenteraad stelt de belasting vast op 7% van de, overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.

 

Artikel 3 - invordering

 

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeurt door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

 

Artikel 4 - inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt op de datum van de beslissing in werking.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - opcentiemen op de onroerende voorheffing - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad stelde op 18 december 2017 de gemeentelijke opcentiemen vast op 614.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, §4

 

Wetboek Inkomstenbelasting van 10 april 1992, artikel 464, 1°

 

Decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4

 

Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 41, derde en vierde lid

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingsdruk.

 

De opcentiemen op de onroerende voorheffing maken een belangrijk deel uit van de fiscale ontvangsten van de gemeente. Deze ontvangsten zijn noodzakelijk om de dagelijkse werking te garanderen.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - opcentiemen op de onroerende voorheffing

Code

MJP000893

Geraamde ontvangst

5.052.271,42 per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 worden ten bate van de gemeente 614 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

 

Artikel 2 - invordering

 

De Vlaamse belastingsdienst vestigt en int deze belasting.

 

Artikel 3 - inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt op de datum van de beslissing in werking.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op administratieve stukken - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 18 december 2017 het gemeentelijk belastingreglement op administratieve stukken goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet

vergt een aanzienlijke inzet van gemeentelijke middelen (ICT, drukwerk, aantal uren werk, enz.) en het is billijk deze inzet door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - afgifte van administratieve stukken

Code

MJP000890

Geraamde ontvangst

20.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een belasting op de afgifte door het gemeentebestuur van administratieve stukken.

 

Artikel 2 - belastingplichtige

 

Deze belasting is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken door het gemeentebestuur op hun verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. De belasting is steeds verschuldigd, ongeacht of de vergunning wordt verleend of niet of in beroep wordt vernietigd.

 

Artikel 3 - berekening van de belasting

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

Stuk

tarief

Identiteitsbewijzen

Identiteitsstuk voor een kind onder de 12 jaar

gratis bij eerste inschrijving

 

1,00 euro bij vernieuwing in geval van verlies of beschadiging

 

Identiteitsbewijs voor een niet-Belgisch kind onder de 12 jaar

1,00 euro bij afgifte

Elektronische identiteitskaart (kids-ID) voor Belgische kinderen onder de 12 jaar

gratis bij eerste afgifte (exclusief kostprijs van de identiteitskaart), eventueel verhoogd met de

aangerekende kosten voor een spoedprocedure

 

Elektronische identiteitskaarten en vreemdelingenkaarten voor personen vanaf 12 jaar

gratis bij eerste afgifte (exclusief kostprijs van de identiteitskaart/vreemdelingenkaart)

 

2,00 euro bij eerste duplicaat (exclusief kostprijs van de identiteitskaart/vreemdelingenkaart)

 

5,00 euro bij tweede duplicaat (exclusief kostprijs van de identiteitskaart/vreemdelingenkaart)

 

bij afgifte volgens de dringende procedure met transport door Group 4 wordt de gemeentebelasting verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure

 

bij afgifte volgens de zeer dringende procedure met transport door Group 4 wordt de

gemeentebelasting verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure

 

Attest van immatriculatie

3,75 euro bij eerste afgifte en voor iedere vervanging tegen teruggave van het vervallen attest

 

gratis bij verlenging

 

Reispassen

Reispas voor personen vanaf 18 jaar

5,00 euro bij afgifte (exclusief consulaire zegel en kostprijs boekje)

 

buitengewoon tarief bij uitzonderlijke afhaling buiten de kantooruren op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager + dringende procedure (exclusief consulaire zegel en kostprijs boekje): 12,50 euro voor een nieuw exemplaar of bij vervanging van een vervallen exemplaar

 

Reispas voor personen onder 18 jaar

gratis bij afgifte (exclusief kostprijs boekje)

 

buitengewoon tarief bij uitzonderlijke afhaling buiten de kantooruren op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager + dringende procedure (exclusief kostprijs boekje): 12,50 euro voor een nieuw exemplaar of bij vervanging van een vervallen exemplaar

 

Trouwboekje

Trouwboekje

gratis bij afgifte (exclusief kostprijs van het trouwboekje)

 

Rijbewijzen

Elektronisch Europees rijbewijs

5,00 euro bij afgifte (exclusief kostprijs van het rijbewijs)

 

Internationaal rijbewijs

3,75 euro bij afgifte (exclusief kostprijs van het rijbewijs)

 

Elektronisch voorlopig rijbewijs

5,00 euro bij afgifte (exclusief kostprijs van het rijbewijs)

 

Stedenbouwkundig en planologisch attest

Stedenbouwkundig attest

50,00 euro

 

Planologisch attest

75,00 euro

 

Omgevingsvergunning

Dossiers waarbij enkel advies wordt gegeven en de gemeente niet vergunt

 

gratis

Project dat vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen omvat en waarbij de gemeente

beslist over de vergunningsaanvraag

 

Melding

 

gratis

Gewone en vereenvoudigde procedure met medewerking architect

 

50,00 euro

Gewone en vereenvoudigde procedure zonder medewerking architect

 

20,00 euro

Verkavelingsvergunning

 

Verkavelingsvergunning

100,00 euro

 

Bijstelling van een verkavelingsvergunning

100,00 euro

 

Project dat de vergunningsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten omvat,

zoals bedoeld in de indelingslijst van Vlarem

Klasse 2, gewone procedure

65,00 euro

 

Klasse 2, gewone procedure waarbij een MER of veiligheidsrapportage vereist is en/of gekend als GPBV

 

75,00 euro

Klasse 2, vereenvoudigde procedure

 

gratis

Klasse 2, wijziging v/d voorwaarden of tijdelijk

 

gratis

Klasse 2, omzetting naar eeuwigdurend

 

65,00 euro

Omzetting vergunning op proef naar gewone vergunning

 

gratis

Melding

 

gratis

Gemengd project dat zowel vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen als de vergunningsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten omvat

Gemengd project

de som van de bedragen die respectievelijk verschuldigd zijn

 

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de instellingen van openbaar nut.

 

§3 De belasting wordt niet geheven op:

 

1° de stukken die de gemeente kosteloos moet afleveren volgens een wet, een decreet of een reglement;

 

2° de stukken die de gemeente aflevert aan behoeftige personen: de behoeftigheid wordt door elk overtuigend bewijsstuk bewezen;

 

3° de stukken, uitgezonderd de reispassen, onderworpen aan de betaling van een speciaal recht ten voordele van de gemeente volgens een wet, een decreet of een reglement.

 

Artikel 5 - vestiging en invordering

 

§1 De gemeente int deze belasting contant tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

§2 Bij gebrek aan contante inning en bij aanvragen en meldingen die niet bij de gemeente gebeuren, vordert de financieel directeur de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het kohier uitvoerbaar.

 

§3 De belastingplichtige moet de factuur betalen binnen 30 dagen na verzending.

 

§4 De vestiging en invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 6 - geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen -  goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 28 mei 2018 het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen goed. In dit reglement bepaalde de gemeenteraad de objectieve indicaties aan de hand waarvan de gemeentelijke administratie de leegstand van een woning of gebouw moet beoordelen.

 

De gemeenteraad keurde op 20 oktober 2014 het gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen goed. Dit reglement geldt tot 31 december 2019.

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 de wijziging van het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Decreet van 15 juli 1997 en latere wijzigingen, houdende de Vlaamse Wooncode

 

Decreet van 14 oktober 2016 houdende de wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen

 

Decreet van 27 maart 2009 betreffend het grond- en pandenbeleid

 

Besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 aangaande Lokaal Woonbeleid

 

Gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2010 betreffende de goedkeuring van een gemeentelijke reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen waarbij de objectieve indicaties werden vastgelegd aan de hand waarvan de gemeentelijke administratie de leegstand van een woning of gebouw moet beoordelen

 

Gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2012 betreffende de wijziging van het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen

 

Gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober 2014 betreffende de wijziging van het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen

 

Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de wijziging van het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Sinds 23 december 2016, na de wijziging van het decreet Gronden- en pandenbeleid, heeft de gemeente de bevoegdheid om een eigen beleid te voeren rond leegstand.

 

Op 15 september 2017 heeft de Vlaamse regering de opheffing goedgekeurd van het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende de nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.

 

De gemeenteraad wil de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente voorkomen. Hiervoor houdt de gemeentelijke administratie een jaarlijks geactualiseerde inventaris van leegstaande gebouwen en woningen bij.

 

De gemeente Malle maakt deel uit van de intergemeentelijke samenwerking IVLW Midden en waarbij de gemeente Malle zich engageert tot het voorkomen en bestrijden van leegstaande gebouwen en woningen door middel van het bijhouden van een inventaris van leegstaande woningen en gebouwen en het activeren van deze woningen en gebouwen door middel van een leegstandsheffing.

 

In uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst IVLW midden, thans de verlenging ervan met ingang op 1 januari 2020, is het een verplichte activiteit om een gemeentelijk leegstandsreglement bij te houden en leegstandsbelasting toe te passen op de woningen en gebouwen die in het register werden opgenomen. Dit wordt in het richtlijnenkader van Wonen Vlaanderen in artikel 13, eerste lid, §3, beschreven als verplichte activiteit voor elke gemeente in een intergemeentelijk samenwerkings(IGS)-project. Het richtlijnenkader geeft uitvoering aan het besluit van de Vlaamse regering ‘Lokaal Woonbeleid’.

 

In het lokaal woonbeleidsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 november 2013, werd onder punt OD 4.2 "Het invoeren van een leegstandsheffing" voorzien als operationele

doelstelling.

 

De Vlaamse Wooncode stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid en kan de gemeente onder meer een langdurige leegstand van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden. Dit gebeurt in eerste instantie door het jaarlijks bijhouden van een gemeentelijk leegstandsregister. Daarnaast moet het heffingsreglement ertoe bijdragen om leegstand op te lossen.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - leegstaande woningen en gebouwen

Code

MJP000677

Raming ontvangst

50.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat er een uitzondering op de belasting wordt voorzien omdat de bouwpauze in voege is. Het zou beter zijn om gedurende de bouwpauze deze belasting gewoon niet te heffen. Nu staat er een ingewikkelde uitzondering omschreven die niet te begrijpen is. Wat wil dat zeggen een principiële goedkeuring?

 

Schepen Sanne Van Looy licht toe dat het onrechtvaardig aanvoelt om mensen te belasten wanneer ze op dit moment, tijdens de bouwpauze, met hun project zouden willen starten. Daarom werd een uitzondering voorzien. Niettemin is het belangrijk dat er binnen een redelijke termijn na de bouwpauze met een project gestart moet worden, anders is het niet correct dat een vrijstelling voor de belasting gegeven wordt. Daarom wordt gevraagd om dit schriftelijk te verklaren. Een principiële goedkeuring houdt in dat er een positief advies is.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt het niet te begrijpen. Op dit moment worden er zelfs geen dossiers voorbesproken, aldus raadslid Paul Van Ham.

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 5 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Paul Van Ham, Kris Mintjens, Eddy Krijnen) en 4 onthoudingen (Alexander Van Loon, Mieke Laenen, Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement gelden de volgende definities:

 

1° De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.2 van het decreet van 27 maart 2009 betreffend het grond- en pandenbeleid zijn toepasselijk, evenals de andere definities van artikel 1.2 van het decreet van 27 maart 2009 betreffend het grond- en pandenbeleid.

 

2° Leegstaande gebouwen zijn gebouwen als omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffend het grond- en pandenbeleid.

 

3° Leegstaande woningen zijn woningen als omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffend het grond- en pandenbeleid..

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

§1 De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel 2.2.6 en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffend het grond- en pandenbeleid.

 

§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt, dus het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2 Ingeval van mede-eigendom, is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel.

 

Als er in geval van mede-eigendom aan één van de mede-eigenaars vrijstelling wordt verleend, zal deze vrijstelling van de totale belastingschuld, proportioneel met het eigendomsrecht van de betrokken mede-eigenaar, afgetrokken worden.

 

§3 In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

 

De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met aard (volle eigendom, vruchtgebruik, blote eigendom, ….) en aandeel, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

§1 De minimumaanslag (basisbelasting) bedraagt:

 

1° 1.150,00 EUR voor een leegstaand gebouw in de zin van artikel 2.2.6, §2 of §4;

 

2° voor een leegstaande woning in de zin van artikel 2.2.6, §3 of §4 van het decreet van 27 maart 2009 betreffend het grond- en pandenbeleid:

a) 1.150,00 EUR voor een woning (eengezinswoning of appartement);

b) 100,00 EUR voor een kamer als vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 10° bis, van de Vlaamse Wooncode;

c) 350,00 EUR voor elke andere woning dan deze, vermeld onder a) en b).

 

De minimumaanslag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer zoals bepaald in het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere aanpassingen.

 

§2 Het bedrag van de belasting bedraagt:

         1ste heffingsjaar: de basisbelasting;

         2de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 25%;

         3de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 50%;

         4de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 75%;

         5de en volgende heffingsjaren: de basisbelasting verhoogd met 100%.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 De toekenning van de vrijstelling impliceert vrijstelling van de belasting die zou verschuldigd zijn in het aanslagjaar of de aanslagjaren waarvoor de vrijstelling werd verleend, tenzij expliciete afwijkingen zijn bepaald.

 

§3 Van de belasting zijn vrijgesteld (persoonsgebonden vrijstellingen):

 

1° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Het bewijs daarvan wordt geleverd door het voorleggen van de betreffende uitspraak;

 

2°  de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan vzw’s waarvan de vroegere zakelijk gerechtigde lid van is, noch voor overdrachten aan vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert;

 

3° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. De vrijstelling geldt maximum voor 1 woning van de belastingplichtige en voor maximum 2 jaar. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgegeven door de instelling.

 

§4 De belasting wordt niet geheven op (objectgebonden vrijstellingen):

 

1° het gebouw of de woning die binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan ligt;

 

2° het gebouw of de woning geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

3° het gebouw of de woning die decretaal beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

 

4° een gebouw of woning die vernield of beschadigd door een plotse ramp. Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de belastingplichtige, en waardoor de schade zo groot is dat een normaal gebruik onmogelijk is. Deze vrijstelling geldt slechts voor een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

5° een gebouw of woning die onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt gedurende de periode vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot één jaar na het einde van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

 

6° een woning die niet afsplitsbaar is van een gebouw dat voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie van dat gebouw wordt aangewend. Een woning is pas afsplitsbaar als het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. Dit op voorwaarde dat het gebouw en de betreffende woning(en) een gemeenschappelijke toegang hebben, en het voorzien van afzonderlijke toegangen de ruimtelijke draagkracht van het gebouw met zijn inpandige woning(en) overstijgt;

 

7° een gebouw of woning die gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen melding of stedenbouwkundige of omgevingsvergunning. Deze aanvraag moet jaarlijks worden aangevraagd met de nodige bewijsstukken en kan maximum drie opeenvolgende jaren worden toegekend volgend op de aanvang van de werken;

 

8° een gebouw of woning waarvoor een aanvraag tot omgevingsvergunning tot regularisatie van de wijziging van de functie in overeenstemming met het effectief gebruik werd ingediend. Dit is een eenmalige vrijstelling;

 

9° een gebouw dat of woning die gerenoveerd wordt door niet meldings- of vergunningsplichtige handelingen. Dit is een eenmalige vrijstelling. De werken moeten gestaafd worden aan de hand van bewijsstukken, zoals bijvoorbeeld recente foto's, planning, duur en berekening van de kosten, premieaanvragen, …;

 

10° een gebouw of woning die het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18  §2, van de Vlaamse Wooncode;

 

11° een woning die in het aanbod zit van een sociaal verhuurkantoor en waarvan de verhuur bemoeilijkt wordt door gerechtelijke of administratieve procedures zoals uitzetting, ambtshalve uitschrijving, ….;

 

12° een gebouw of woning die het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

 

13° als op datum van de inkohiering een inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister van minimum drie maanden geldt;

 

14° bij de start van de werken aan een gebouw of woning na een melding kan de belastingplichtige ambsthalve vrijgesteld worden voor 1 jaar;

 

15° bij de start van de werken aan een gebouw of woning na het verlenen van een omgevingsvergunning kan de belastingplichtige ambsthalve vrijgesteld worden voor 3 jaar;

 

16° het voorgenomen project dat onder de bouwpauze valt én waarvoor één jaar na het einde van de bouwpauze een omgevingsvergunning wordt ingediend op basis van een principiële goedkeuring van het project door het college van burgemeester en schepenen. De vrijstelling wordt verleend op basis van een schriftelijk ondertekende verklaring door de belastingplichtige waarin deze verklaart één jaar na het einde van de bouwpauze een omgevingsvergunning in te dienen op basis van een principiële goedkeuring van het project door het college van burgemeester en schepenen. Deze vrijstelling geldt voor de duur van de bouwpauze zoals beslist door de gemeenteraad.

 

§4 Als verschillende vrijstellingen van toepassing zijn voor eenzelfde woning of gebouw en dezelfde belastingplichtige en deze vrijstellingen beperkt zijn in tijd, dan kunnen deze vrijstellingen niet gecumuleerd worden in tijd. De vrijstelling met de langste duur is geldig en moet jaarlijks worden aangevraagd.

 

§5 De belastingplichtige vraagt een vrijstelling schriftelijk, via aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs, met toevoeging van de nodige bewijsstukken, aan bij het college van burgemeester en schepenen. De belastingplichtige gebruikt daarbij het aanvraagformulier dat het gemeentebestuur ter beschikking stelt.

 

§6 Het college van burgemeester en schepenen kan een vrijstelling van de belastingen toekennen als voldaan is aan de voorwaarden tot het bekomen van één van de mogelijke vrijstellingen zoals bepaald in §3.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 Wanneer een gebouw omwille van ingebruikname uit het leegstandregister geschrapt is na de inventarisatie, kan een ambsthalve ontheffing verleend worden.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 16 december 2019 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Personen met een tweede verblijf kunnen een extra bijdrage leveren aan de financiële toestand van de gemeente.

 

Doordat tweede verblijven niet als hoofdverblijfplaats kunnen gebruikt worden loopt de gemeente inkomsten uit de aanvullende personenbelasting mis. Een billijke compensatie is dan ook aangewezen.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - tweede verblijven

Code

MJP001286

Geraamde ontvangst

25.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Tweede verblijf: elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

 

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

         het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

         verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een directe gemeentebelasting op tweede verblijven.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is ondeelbaar en voor het volledige jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

De belasting wordt vastgesteld op 250 euro per jaar per tweede verblijf.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 De belastingplichtige vraagt een vrijstelling schriftelijk, via aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs, met toevoeging van de nodige bewijsstukken, aan bij het college van burgemeester en schepenen. De belastingplichtige gebruikt daarbij het aanvraagformulier dat het gemeentebestuur ter beschikking stelt.

 

§2 De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om een tijdelijke vrijstelling van maximum 1 jaar toe te staan. Het college van burgemeester en schepenen staat deze vrijstelling toe op basis van de aangeleverde bewijsstukken.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement voor de activeringsheffing - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 29 april 2014 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk reglement voor de activeringsheffing goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 3.2.5 tot en met 3.2.16

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009, hierna afgekort als VCRO, in het bijzonder artikels 4.3.5 en 5.6.1 betreffende de voldoende uitrusting van wegen en het register onbebouwde percelen

 

Wet van 4 november 1969 op de landpacht

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Door het heffen van een activeringsheffing leveren deze eigenaars ook een rechtstreekse financiële bijdrage aan het gemeentebestuur voor het onderhoud van de wegen waarlangs ze gelegen zijn, zoals structureel onderhoud, reinigen van straatkolken, straatverlichting, vegen van de straat, maaien van bermen, opruimen van zwerfvuil, ...

 

Omdat de gemeenteraad vaststelt dat er een maatschappelijke evolutie is waarbij steeds meer koppels uit elkaar gaan, werd overwogen hoe de beide partijen gelijk te behandelen in het kader van de activeringsheffing. Elk kind geeft recht op de vrijstelling voor 1 volledige bouwgrond. Echter, bij scheidingen wordt deze vrijstelling gelijkwaardig verdeeld als de ouders elk in het bezit zijn van 1 of meerdere bouwgronden.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - niet-bebouwde percelen/activeringsheffing

Code

MJP000674

Geraamde ontvangst

150.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) en gelegen zijn in een woongebied of woongebied met landelijk karakter zoals bepaald door de uitvoeringsplannen of plannen van aanleg.

 

Kavels: de in een verkavelingvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen.

 

Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO. Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning. De belastingontheffing zal verleend worden aan de belastingplichtige die, alhoewel op 1 januari van het belastingjaar bedoelde werken niet aangevat werden, het bewijs voorlegt dat hij/zij in de loop van het belastingjaar op het belaste perceel bouwwerken voor een voor bewoning bestemd gebouw onder dak heeft gebracht. Hij/zij dient hiertoe een verzoekschrift, (gestaafd met foto’s), aan het college van burgemeester en schepenen toe te zenden, uiterlijk op 31 december van het betreffende belastingjaar.

 

Register onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel 5.6.1 VCRO.

 

Sociale woonorganisatie: een organisatie, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 26° Vlaamse Wooncode.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een activeringsheffing op de onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register onbebouwde percelen.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel. Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de heffing verschuldigd door de eigenaar.

 

§2 Ingeval van vruchtgebruik wordt de heffing gevestigd ten laste van de naakte eigenaar.

 

§3 Ingeval van mede-eigendom, is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk aandeel van het eigenaarschap.

 

§4 In geval van eigendomsoverdracht onder levenden is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

§1 Het standaardtarief bedraagt 15,00 EUR per strekkende meter.

 

§2 Wanneer een perceel paalt aan twee of meer wegen, zal de belasting berekend worden op basis van de kleinste perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn, langs een van die wegen.

 

§3 De minimale aanslag bedraagt 150,00 EUR per kavel of bouwgrond. De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. Elk gedeelte van een strekkende meter wordt als volledige meter beschouwd.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° De eigenaars van één enkele onbebouwde bouwgrond of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, gelegen in België of het buitenland, dat bebouwd is met een woning of voor woningbouw in aanmerking komt.

 

2° De Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen.

 

3° De houders van een, in laatste administratieve aanleg, verleende omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden:

 

Als de verkavelingvergunning de aanleg van een uitgeruste weg omvat en dit vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, in laatste administratieve aanleg, werd toegekend tot en met het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 4.2.16 §2 VCRO, werd toegekend.

 

Wanneer de verwezenlijking van de verkaveling in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit artikel “mutatis mutandis” op de delen van elke fase van toepassing.

 

4° Bouwheren en verkavelaars, in zoverre zij overeenkomstig artikel 4.1.20, §1 van het grond- en pandendecreet, een sociale last uitvoeren in natura, en op voorwaarde dat de deelattesten nummer 1, 2 en 3, vermeld in artikel 4.1.20, §3 tot en met §5 van het grond- en pandendecreet worden verkregen. De vrijstelling geldt enkel voor die onbebouwde bouwgronden of onbebouwde kavels waarop de sociale last wordt gerealiseerd.

 

5° Door de overheid erkende jeugd- en sportverenigingen.

 

6° Een vrijstelling beperkt tot 1 onbebouwde bouwgrond in woongebied of 1 onbebouwde kavel per kind wordt tevens toegekend aan ouders met kinderen die al dan niet ten laste zijn. Deze vrijstelling wordt toegekend indien het kind op 1 januari van het aanslagjaar voldoet aan één van de hiernavolgende voorwaarden:

         het kind heeft de leeftijd van 25 jaar nog niet bereikt;

         het kind valt onder de beschermingsmaatregel in de zin van artikel 487bis e.v. van het Burgerlijk Wetboek inzake verlengde minderjarigheid.

 

Als de ouders niet op hetzelfde adres wonen en elk minstens 1 bouwgrond bezitten, wordt de vrijstelling toegepast, met dien verstande dat de ouders in dat geval per kind voor de helft worden vrijgesteld voor een overeenkomstig aantal onbebouwde bouwgronden en/of kavels.

 

7° Minderjarigen

 

8° Personen met een verminderde zelfredzaamheid. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt of personen hiervoor in aanmerking komen op basis van de aangeleverde bewijsstukken.

 

§2 De belasting wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:

 

1°  Ingevolge hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden.

 

2° Ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kan worden bestemd.

 

3° Ingevolge een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt.

 

§3 Indien sommige mede-eigenaars, krachtens de bovenstaande bepalingen zijn vrijgesteld, wordt de belasting onder de overige mede-eigenaars, in verhouding tot hun deel in het perceel, verrekend.

 

§4 De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om andere, gemotiveerde vragen tot vrijstelling te beoordelen en eventueel toe te staan op basis van de aangeleverde bewijsstukken.

 

Artikel 6 - aangifteplicht van verkoop

 

De verkoper van een onbebouwd perceel of een onbebouwde kavel is verplicht, binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, bij ter post aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, bij het gemeentebestuur aangifte te doen van de eigendomsoverdracht en dit met opgave van:

         De volledige identiteit en het adres van de nieuwe eigenaar;

         De datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht en de naam van de notaris;

         Een nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel.

 

Artikel 7 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9 - Inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 23 april 2018 het gemeentelijk belastingreglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Besluit van het Vlaams parlement van 22 december 2016 draagt de bevoegdheid voor het bestrijden van verwaarlozing over aan de gemeenten

 

Besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 aangaande Lokaal Woonbeleid

 

Beslissing van het beheerscomité van IVLW Midden van 12 mei 2017 waarin de zes deelnemende gemeenten besloten een gezamenlijk gemeentelijk beleid tegen verwaarlozing te voeren

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

De verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moet voorkomen en bestreden worden om verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.

 

In uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst IVLW midden is het een doelstelling om verwaarloosde gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken. Dit wordt in het richtlijnenkader van Wonen Vlaanderen in artikel 14, tweede lid, beschreven als facultatieve activiteit voor elke gemeente in een intergemeentelijk samenwerkings(IGS)-project. Het richtlijnenkader geeft uitvoering aan het besluit van de Vlaamse regering ‘Lokaal Woonbeleid’.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

/

Code

/

geraamde ontvangst

/

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

 

Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen

 

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

Register: gemeentelijke inventarislijst waarop de verwaarloosde woningen en gebouwen worden opgenomen.

 

Administratie: de dienst ruimtelijke ordening & mobiliteit van de gemeente Malle wordt belast met het beheer en actualisering van een register voor verwaarloosde woningen en gebouwen en de vaststelling van verwaarlozing bij woningen en gebouwen.

 

Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw voor de eerste maal in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen wordt ingeschreven.

 

Verwaarlozing: een gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten... en wanneer deze 12 strafpunten behaalt op het technisch verslag voor verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; zoals bepaald in artikel 24, 5° van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (het Heffingsdecreet).

 

Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom

b) het recht van opstal of van erfpacht

c) het vruchtgebruik.

 

10° Feitenonderzoek: een plaatsbezoek dat door de administratie wordt uitgevoerd met als doel de aangehaalde argumenten vermeld in de ontvangen bezwaarschriften en schrappingaanvragen te controleren op de feitelijke toestand.

 

11° Technisch verslag: het verslag van de administratie dat de gebreken inzake verwaarlozing aan de buitenzijde van een woning of een gebouw vaststelt en de behaalde strafpunten weergeeft, alsook de identificatiegegevens van het onderzoek, de woning of het gebouw, de zakelijk gerechtigde.

 

12° Aanslagjaar: is het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de belasting wordt betaald. Het betreft de periode vanaf de opname in het register tot de verjaardag van de inventarisatiedatum. Deze periode herhaalt zich jaarlijks zolang de woning of het gebouw niet uit het register geschrapt wordt.

 

13° Instrumenterende ambtenaar: iedere persoon of instelling die ertoe gemachtigd is aktes van eigendomsoverdracht te verlijden.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

§1 De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het register.

 

§2 De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het register. Zolang de verwaarloosde woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of van het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

 

§2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

§3 In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijke recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het register. De instrumenterende ambtenaar of de overdrager stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe houder(s) van het zakelijk recht. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

§1 De basisbelasting bedraagt 1.000,00 EUR per woning of gebouw.

 

§2 Het bedrag van de belasting bedraagt:

         1ste heffingsjaar: de basisbelasting

         2de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 25 %

         3de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 50%

         4de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 75%

         5de en volgende heffingsjaren: de basisbelasting verhoogd met 100%.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld (persoonsgebonden vrijstellingen):

 

1° de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht;

 

2° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. De vrijstelling geldt maximum voor 1 woning van de belastingplichtige en voor maximum 2 jaar. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgegeven door de instelling.

 

§3 De belasting wordt niet geheven op (objectgebonden vrijstellingen):

 

1° de woning die of het gebouw dat, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;

 

2° de woning die of het gebouw dat vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling jaarlijks opnieuw moet aangevraagd worden en slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

3° de woning die of het gebouw dat gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning (stedenbouwkundige of omgevingsvergunning) voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning;

 

4° de woning die of het gebouw dat gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning (stedenbouwkundige vergunning), mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd en is verlengbaar tot maximum drie jaar.

 

5° de woning die of het gebouw dat eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB of OCMW, voor een periode van maximum twee jaar.

 

6° de woning die of het gebouw dat gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid voorlopig of goedgekeurd onteigeningsplan;

 

§4 Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag dient per beveiligde zending te worden ingediend voor het verstrijken van de verjaardag van de inventarisatiedatum. Indien de vrijstelling te laat werd aangevraagd, kan deze niet meer gelden voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling werd aangevraagd. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in §2 dient hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§5 De vrijstelling dient jaarlijks aangevraagd te worden.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - Toepasselijke regelgeving

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 9 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen bij woningen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 16 december 2013 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2010 betreffende de stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen en realisatie van bergruimten bij woningen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Bewoners die niet over een parkeerplaats beschikken aan hun woning, nemen het openbaar domein in. Personen die permanent het openbaar domein innemen bij gebrek aan een eigen parkeerruimte, moeten hiervoor een bijdrage leveren om nieuwe parkeerplaatsen te kunnen inrichten.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - ontbrekende parkeerplaatsen

Code

MJP001147

Raming ontvangst

50.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat zijn fractie zal tegenstemmen, gelet op de gemaakte opmerkingen in het verleden. Het zou een beleidsinstrument moeten zijn om net meer parking te voorzien. Het wordt nu te veel gebruikt als het afkopen van parkeerplaatsen.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat de parkeerverordening achterhaald is. Het is dan ook nutteloos om een retributie te stemmen.

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 7 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen) en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een belasting op het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen en/of bij bestemmingswijzigingen aan bestaande gebouwen volgens de bepalingen van de stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen en realisatie van bergruimten.

 

Artikel 2 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de houder van een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd volgens de bepalingen van de stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen en realisatie van bergruimten en

a) aan wie in deze vergunning minder parkeerplaatsen werden vergund dan voorgeschreven volgens de normen;

b) die één of meer van de in deze stedenbouwkundige vergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd.

 

§2 De belasting is verschuldigd door de titularis van een zakelijk recht inzake een parkeerplaats, die een bestemmingswijziging doorvoert aan één of meer parkeerplaatsen, dusdanig dat niet meer voldaan wordt aan de verleende stedenbouwkundige vergunning.

 

§3 De belasting is solidair verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene of bijzondere titel van voormelde belastingplichtigen.

 

Artikel 3 - berekening van de belasting

 

§1 De belasting bedraagt:

         19.000,00 EUR per ontbrekende ondergrondse parkeerplaats;

         11.000,00 EUR per ontbrekende bovengrondse parkeerplaats;

         8.000,00 EUR per ontbrekende ondergrondse parkeerplaats die bovengronds gerealiseerd wordt;

         1.000,00 EUR per ontbrekende fietsstalplaats.

 

§2 De belasting is verschuldigd:

a) nadat aanvang werd genomen met de uitvoering van de verleende stedenbouwkundige vergunning;

b) op het ogenblik dat de bestemming van een aangelegde parkeer- en/of fietsstalplaats gewijzigd wordt;

c) op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de in de verleende stedenbouwkundige vergunning voorziene parkeer- en/of fietsstalplaats niet werden aangelegd en het gebouw reeds in gebruik genomen werd.

 

Artikel 4 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 5 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van

burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden

ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie

maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het

aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op inname van het openbaar domein voor bouw- en verbouwingswerken - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk belastingreglement op inname openbaar domein voor bouw- en verbouwingswerken goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2011 betreffende het algemeen reglement op inname van het openbaar domein

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - inname openbaar domein

Code

MJP001019

Geraamde ontvangst

5.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Oppervlakte: voor de berekening van de belasting wordt de oppervlakte beschouwd van de omschreven veelhoek begrensd door enerzijds de rooilijn of ontworpen rooilijn en anderzijds de uiterste punten van de werfinrichting welke het voorwerp van de inname uitmaakt. Indien een rooilijn ontbreekt, geldt de inname vanaf de grens met de privé-eigendommen.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een belasting op de inname van het openbaar domein, langer dan 8 uur, door het plaatsen van voorwerpen in het kader van bouw- en verbouwingswerken op het privédomein.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de inname van het openbaar domein voor bouw- of verbouwingswerken op privédomein en, bij het ontbreken van een aanvraag, de uitvoerder van de werken of de innemer van het openbaar domein.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

De belasting wordt vastgesteld op 0,50 euro per begonnen m² per dag ingenomen oppervlakte van het openbaar domein, met een minimum bedrag van 25,00 euro.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° inname van het openbaar domein voor bouw- of verbouwingswerken op het privédomein korter dan één week;

 

2° bij het bouwen of bij werken door of voor rekening van een gewest, provincie, gemeente, openbare instelling of erkende instellingen van openbaar nut;

 

3° bij het bouwen van gemeenschapsvoorzieningen waarvoor een gemeentelijke toelage verleend wordt;

 

4° bij mobiele bouwplaatsen voor de aanleg van openbare nutsleidingen.

 

Artikel 6 - aangifte

 

§1 Een aanvrager moet voor de inname van het openbaar domein een aanvraag indienen zoals voorzien in het algemeen gemeentelijk reglement op inname van het openbaar domein en hiervan een aangifte doen bij de gemeente.

 

§2 Wanneer een aangifte ontbreekt of bij een onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, belast de gemeente de belastingplichtige ambtshalve volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§3 De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 7 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9 - inwerkingtreding

 

§ 1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§ 2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Masten en pylonen worden als landschapsverstorend ervaren en brengen hinder mee voor de lokale bevolking en het gemeentelijk landschap. De gemeenteraad wil deze landschapshinder compenseren.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - masten en pylonen

Code

MJP001792

Geraamd ontvangst

55.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Raadslid Paul Van Ham vraagt of windmolens er ook onder vallen.

 

Schepen Sanne Van Looy antwoordt bevestigend.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van constructie en mast samen minstens 20 meter boven het maaiveld bedraagt.

pyloon: een individuele verticale structuur opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 20 meter boven het maaiveld.

 

Artikel 2 - termijn en belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een belasting op masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevindt.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon. De eigenaar van de constructie en of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht, is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

De basisbelasting bedraagt 2.000,00 euro per jaar per mast of pyloon.

 

Artikel 5 - aangifte

 

§1 De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen. De aangifteformulieren die hiertoe door het college van burgemeester en schepenen ter beschikking gehouden worden, vermelden de periode binnen welke de aangifte dient te geschieden. Het niet ontvangen van een dergelijk aangifteformulier ontslaat de gebruiker niet van zijn aangifteplicht.

 

§2 Als een aangifte ontbreekt of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§3 Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

§4 De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

§5 Het gemeentebestuur is te allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen met het oog op een correcte toepassing van deze reglementering.

 

§6 Beëdigde ambtenaren, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen stellen de overtredingen vermeld in dit artikel vast.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op het ophalen van rest- en PMD-afval in standaard huisvuilzakken - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde het gemeentelijk belastingreglement op het ophalen van rest- en PMD-afval in gestandaardiseerde huisvuilzakken op 16 december 2013 goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Het toepassen van het principe 'de vervuiler betaalt' kadert in een gezond milieubeleid, zoals ook is vastgelegd in artikel 1.2.1, hoofdstuk II, van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid.

 

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - termijn en belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een belasting op het ophalen van rest- en PMD-afval in gestandaardiseerde zakken.

 

Artikel 2 - berekening van de belasting

 

De basisbelasting bedraagt:

         Standaardzakken voor restafval van circa 60 liter per voorverpakte hoeveelheid van 10 stuks: 15,00 EUR per pak;

         Standaardzakken voor restafval van circa 30 liter per voorverpakte hoeveelheid van 10 stuks: 7,50 EUR per pak;

         Standaardzakken voor PMD-afval van circa 60 liter per voorverpakte hoeveelheid van 20 stuks: 2,50 EUR per pak.

 

Artikel 3 - vestiging en invordering

 

§1 De belasting wordt contant ingevorderd op het ogenblik van de afgifte van de afvalzakken en zal ten opzichte van de belastingplichtige met een kwitantie worden bevestigd.

 

§2 Bij gebrek aan contante inning, vordert de financieel directeur de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het kohier uitvoerbaar.

 

§3 De belastingplichtige moet de factuur betalen binnen 30 dagen na verzending.

 

§4 De vestiging en invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 4 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 5 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 26 mei 2015 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij decreten van 21 december 2012 en 1 maart 2013

 

Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen

 

Milieubeleidsovereenkomst reclamedrukwerkafvalstoffen van 18 juli 2008

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - reclamedrukwerk

Code

MJP001012

Geraamde ontvangst

75.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een gemeentelijke belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in de brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.

 

Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.

 

Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

 

Artikel 2 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren.

 

§2 Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.

 

§3 De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 3 - berekening van de belasting

 

§1 De tarieven bedragen:

         0,007 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk tot en met 10 gram;

         0,015 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 10 gram en tot en met 75 gram;

         0,030 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 75 gram en tot en met 225 gram;

         0,050 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 225 gram.

 

§2 Per verspreiding bedraagt de heffing minimum 30,00 euro.

 

§3 De overeenkomstig artikel 5 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en in geval van herhaling aan het dubbele van het bedrag. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° per jaar voor de eerste twee verspreide drukwerken;

 

2° wanneer de in artikel 2 bedoelde opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, de federale, de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en dat van de verkiezing;

 

3° wanneer de verspreide drukwerken of gelijkgestelde producten hoofdzakelijk verband houden met een gemeentelijke volksraadpleging, en dit voor zover de drukwerken of producten verspreid worden in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in artikel 310 van het decreet over het lokaal bestuur en de beslissing van de gemeenteraad om op een dergelijk verzoek niet in te gaan, of in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in artikel 310 van het decreet over het lokaal bestuur en dat van de volksraadpleging of in de periode tussen de beslissing van de gemeenteraad op eigen initiatief en de dag van de volksraadpleging;

 

4° voor drukwerken en gelijkgestelde producten van socio-culturele, jeugd- en sportverenigingen, erkende gemeentelijke verenigingen en vormings- en onderwijsinstellingen.

 

Artikel 5 - aangifte

 

§1 De belastingplichtige moet binnen de veertien dagen na de verspreiding aangifte doen bij het gemeentebestuur. Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of het gelijkgesteld product.

 

§2 In geval van periodieke verspreidingen kan een aangifte binnen de veertien dagen na de eerste verspreiding, ook gelden voor de daaropvolgende verspreidingen tijdens hetzelfde aanslagjaar. In dit geval, kan de belastingplichtige tussen 1 en 15 december een regularisatie-aangifte voor het ganse aanslagjaar indienen.

 

§3 Bij gebrek van een aangifte binnen de in paragraaf 1 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§4 Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

§5 De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

§2 Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 8 - toepasselijke wetgeving

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot 9 bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 9 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 28 mei 2018 keurde de gemeenteraad het belastingreglement op nachtwinkels,

automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie verstoren de openbare orde, tasten de netheid aan en belasten de ordehandhavers en de gemeentelijke openbare diensten extra. Dit blijkt uit verschillende klachten en vaststellingen van bewoners evenals politie hieromtrent. Het afgelopen jaar vond er een sterke toename plaats van het aantal nachtwinkels op grondgebied van Malle. Dit ging duidelijk gepaard met een verhoging van overlast in de vorm van enerzijds afvalvorming in de wijde buurt van de nachtwinkels en anderzijds aantasting van de openbare rust. Het is dan ook gewettigd om nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie financieel te laten bijdragen ten gunste van het gemeentebestuur.

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie schaden daarnaast de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het winkelapparaat en deze neerwaartse spiraal moet geremd worden door gerichte acties om een ommekeer teweeg te brengen op het vlak van verscheidenheid en kwaliteit van handelszaken. Enerzijds zullen de ontvangsten die hieruit voortvloeien bijdragen in de kosten voor het bestrijden van de overlast en toelaten een doordacht lokaal economisch beleid te voeren in de handelskernen en anderzijds zal de invoering van een belasting op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie dit soort van uitbating ontmoedigen.

 

De eigenaars van de panden moeten zich bewust zijn van het feit dat zij een grote medeverantwoordelijkheid dragen bij verhuur van hun onroerend goed voor activiteiten die de openbare orde verstoren, de netheid en het imago van het winkelapparaat schaden. Daarom worden zij solidair en ondeelbaar gehouden tot betaling van de belasting.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Belasting - nachtwinkels en phoneshops

Code

MJP000847

Geraamde ontvangst

7.500 euro per jaar

Beraadslaging

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat zijn fractie zal tegenstemmen omwille van het principiële standpunt dat het geen goed idee is om overlast aan te pakken via een belastingsreglement.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 neen stemmen (Alexander Van Loon, Mieke Laenen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Nachtwinkels: een vestigingseenheid die

a) ingeschreven is in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) uitsluitend onder de rubriek "verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen";

b) en geen andere handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld;

c) en een maximale netto verkoopoppervlakte heeft van 150 m²;

d) en op een duidelijke en permanente manier de vermelding "Nachtwinkel" draagt.

 

Automatenshop: een van op de openbare weg toegankelijke bedrijfsruimte waar de hoofdactiviteit bestaat in het ter beschikking stellen van automatische apparaten voor de verdeling, tegen betaling, van consumptie- en gebruiksartikelen. Als automatisch wordt beschouwd elk apparaat dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat voor de werking, en dat op gang wordt gebracht door inbreng van geldstukken, van een penning of van gelijk welk ander middel dat ervoor in de plaats komt.

 

Privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie gelegen op het grondgebied van Malle.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de

uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

§1 De aanslagvoet van de openingsbelasting wordt vastgesteld op 6.000 euro en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel, automatenshop, privaat bureau voor telecommunicatie. De openingsbelasting is een eenmalige belasting en verschuldigd bij elke opening van een nachtwinkel, automatenshop, privaat bureau voor telecommunicatie, zoals gedefinieerd in artikel 1 van het reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.

 

§2 De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op 1.500 euro per handelszaak. De openingsbelasting en jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar en verschuldigd voor het ganse jaar ongeacht de stopzetting van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar van de inkohiering. De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het aanslagjaar van de inkohiering van de openingsbelasting of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van het belastingreglement.

 

§3 Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook.

 

§4 De overeenkomstig artikel 5 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

         10% bij een eerste overtreding, met een maximum van 1.500 euro;

         20% bij een tweede overtreding;

         50% bij een derde en volgende overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt.

 

Artikel 5 - aangifte

 

§1 De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen. De aangifteformulieren die hiertoe door het college van burgemeester en schepenen ter beschikking gehouden worden, vermelden de periode binnen welke de aangifte dient te geschieden. Het niet ontvangen van een dergelijk aangifteformulier ontslaat de gebruiker niet van zijn aangifteplicht.

 

§2 Als een aangifte ontbreekt of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§3 Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

§4 De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

§5 Het gemeentebestuur is te allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen met het oog op een correcte toepassing van deze reglementering.

 

§6 Beëdigde ambtenaren, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen stellen de overtredingen vermeld in dit artikel vast.

 

Artikel 6 - sluiting of stopzetting

 

§1 In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van een

sanctie opgelegd krachtens artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur of in geval van tijdelijke of definitieve sluiting omwille van elke andere mogelijke sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele schadeloosstelling aanspraak maken.

 

§2 Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit moet onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.

 

Artikel 7 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op openbare bals - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk belastingreglement op de openbare bals goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Beraadslaging

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of dit reglement niet achterhaald is.

 

Raadslid Paul Van Ham vraagt zich af wat er juist onder valt. Gaat het over het bal van bijvoorbeeld de Landelijke Gilde? De organisatie van de parkavonden door Muzika? 40 jaar Malle? Wat betekent de bepaling 'een liefdadig doel'? Gaat het over de fuif van de KLJ?

 

Schepen Wim Jordens stelt dat het op dit moment enkel wordt aangerekend aan discotheken.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt voor om dit misschien toch eens te herbekijken.

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 5 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Paul Van Ham, Kris Mintjens, Eddy Krijnen) en 4 onthoudingen (Alexander Van Loon, Mieke Laenen, Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - termijn en belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 een belasting op personen of instellingen die openbare danspartijen inrichten in plaatsen waar het publiek toegelaten wordt.

 

Artikel 2 - belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de inrichter van de openbare danspartij.

 

Artikel 3 - berekening van de belasting

 

§1 De basisbelasting bedraagt 1,25 euro per vierkante meter oppervlakte van de dansgelegenheid en per jaar.

 

§2 De belasting is volledig verschuldigd voor inrichtingen die op 1 januari in dienst zijn of tijdens het eerste halfjaar in dienst genomen worden; en voor de helft voor diegenen die tijdens het tweede halfjaar in gebruik genomen worden.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 De belasting wordt niet geheven op:

         openbare danspartijen met een liefdadig doel en zonder winstoogmerk. Het liefdadig doel moet blijken uit de afrekening waaruit blijkt dat minstens de helft van de bruto opbrengst besteed wordt aan liefdadige doelen.

         danspartijen door private kringen uitsluitend voor de leden en hun gezin ingericht

 

Artikel 5 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belastingplichtige moet de belasting betalen binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De vestiging en de invordering van de belasting gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 6 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor ambulante handel - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 23 februari 2015 het gemeentelijk retributiereglement voor standplaatsen ambulante handel, openbare markten, openbaar domein en gebruik van elektriciteit goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Dit reglement is niet van toepassing bij gelegenheden van braderijen, markten, kermissen of evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidieerde verenigingen, erkende buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomités omdat zij zich specifiek inzetten en bijdragen aan het socio-culturele leven in de gemeente.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - ambulante handel

Code

MJP001015

Raming ontvangst

3.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie op het innemen van een standplaats voor ambulante handel op het openbaar domein en het gebruik van elektriciteit bij de uitoefening van ambulante activiteiten.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         plaatsrecht: 0,50 euro per begonnen m² per dag ingenomen oppervlakte

         elektriciteitsverbruik:

         indien gebruik gemaakt wordt van het gemeentelijk elektriciteitsnet wordt volgend forfaitair tarief aangerekend als tussenkomst in de installatiekosten en het elektriciteitsverbruik: 0,30 euro per kWh, te berekenen volgens te verwachten verbruik en gebruikstijd.

         Er geldt een minimum retributie van 10 euro per maand.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

Dit reglement is niet van toepassing bij gelegenheden van braderijen, markten, kermissen of evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidieerde verenigingen, erkende buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomités omdat zij zich specifiek inzetten en bijdragen aan het socio-culturele leven in de gemeente.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De retributie wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

§2 De retributie is opeisbaar vanaf het moment dat de standplaats wordt ingenomen.

 

§3 De betaalde retributies blijven verworven voor het gemeentebestuur, ongeacht of de betrokken standplaatsen werkelijk werden ingenomen of niet. Enkel de afschaffing van de standplaats door het gemeentebestuur, kan aanleiding geven tot een teruggave van een evenredig gedeelte van de vereffende standplaatsvergoeding.

 

§4 Bij gebrek aan contante betaling vordert de financieel directeur de retributie in.

 

§5 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§6 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging.

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het recyclagepark - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 23 mei 2019 het retributiereglement voor het recyclagepark goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, goedgekeurd op 16 september 2016 door de Vlaamse regering

 

Gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2009 waarbij de exploitatie van het gemeentelijk recyclagepark wordt overgedragen aan IGEAN milieu & veiligheid

 

Gemeentelijk retributiereglement voor het recyclagepark, goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december 2014

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

IGEAN verrekent de opbrengst van deze retributie in de jaarafrekening.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de afgifte van bepaalde afvalsoorten op het gemeentelijk recyclagepark.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

§1 De retributie is verschuldigd door de begunstigde van de overheidsprestatie.

 

§2 De toegangscontrole gebeurt aan de hand van een identiteitskaart of aan de hand van een speciale toegangskaart.

 

§3 Een speciale toegangskaart wordt aangemaakt voor KMO’s (tot 5 werknemers), mensen met een 2de verblijf in Malle, particulieren die een extra toegangskaart wensen, verenigingen, scholen en openbare diensten. De retributie voor een toegangskaart bedraagt 3,50 euro.

 

§4 Er wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van het gemeentelijk recyclagepark voor het aanleveren van huishoudelijke of daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. De maximale hoeveelheid die een particulier per afvalsoort mag aanleveren per week is beperkt tot 2 m³ voor recycleerbare fracties.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor de verschillende afvalsoorten:

 

 

Laag tarief

Hoog tarief

Gratis

<0,5 m³:5,00 euro

>0,5 en <1 m³:10,00 euro

>1 en <2 m³:15,00 euro

<0,5 m³:15,00 euro

>0,5 en <1 m³:25,00 euro

>1 en <2 m³:50,00 euro

- harde kunststoffen

- bloempotjes en plantentrays

- metalen

- papier en karton

- glazen flessen en bokalen

- pmd

- herbruikbare goederen

- kga

- zuiver eps

- zuivere plastic folie

- kaarsresten en kurken stoppen

- textiel

- alle fracties die in kader van de afvalstoffenwetgeving gratis moeten aanvaard worden (cementgebonden asbest, recupel-goederen)

- cellenbeton

- kalkplaten

- zuiver steenpuin

- houtafval

- groenafval

- vlak glas

 

- grof vuil

- gemengd bouw- en sloopafval

- zuivere grond (incl. graszoden)

- boomstronken:

2,00 euro/stuk

- autobanden (max. 4 per jaar): 2,00 euro/stuk

 

 

§2 De retributie voor KMO’s bedraagt 2,50 euro, aan te rekenen per beurt en dit gelimiteerd tot een hoeveelheid van 1 m³ per week en dit voor de aanvoer van glas, schroot, PMD en isomo. Voor landbouwfolie dient men een retributie van 8,50 euro/m³ te betalen. De aanvoer van papier en karton is gratis, maar gelimiteerd tot een hoeveelheid van 1 m³ per week.

 

§3 Voor verkoop van materialen voor thuiscompostering worden volgende tarieven aangerekend:

         compostbak : 60,00 euro

         compostvat: 35,00 euro (inclusief beluchtingsstok)

         beluchtingsstok: 5,00 euro

         aanbouwmodule van compostbak: 50,00 euro

         dak voor compostbak: 20,00 euro

         zak compost 40 liter: 3,00 euro

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 Het verschuldigde bedrag dient te worden vastgesteld door de containerparkwachter alvorens de betrokkene mag overgaan tot afgifte en zal gebeuren op de werf van het recyclagepark.

 

§2 De betaling gebeurt ter plaatse aan de betaalterminal met bancontact of kredietkaart. Bij ontstentenis van betaling kan de toegang tot het containerpark geweigerd worden.

 

Artikel 5 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor ophaling en verwerking van GFT+ - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het retributiereglement voor ophaling en verwerking van GFT+ goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - GFT-grof huisvuil

Code

MJP000489

Raming ontvangst

47.500 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het ophalen en verwerken van GFT+-afval.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de persoon, instelling of school die het GFT+-afval aanbiedt.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven per ophaling:

         0,50 euro voor een afvalcontainer van 40 liter

         1,50 euro voor een afvalcontainer van 120 liter.

 

§2 Voor instellingen en scholen wordt de retributie vastgesteld als volgt:

         490,00 euro per jaar, per containervolume van 1.100 liter ter beschikking gesteld door de gemeente

         400,00 euro per jaar, per containervolume van 1.100 liter indien de instelling of school zelf over een container beschikt

         64,00 euro per jaar, per containervolume van 240 liter ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur

         32,00 euro per jaar, per containervolume van 120 liter ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur

         16,00 euro per jaar, per containervolume van 40 liter ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De verschuldigde som wordt eisbaar vanaf het ogenblik dat van de openbare dienstverlening gebruik wordt gemaakt. De retributies vermeld onder artikel 3, §1 dienen betaald te worden tegen afgifte van telkens aan te brengen kleefbandjes die door de ophaler verwijderd worden.

 

§2 De financieel directeur vordert de retributie vermeld onder artikel 3, §2 in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie vermeld onder artikel 3, §2, binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§4 Als de gebruiker de retributie vermeld onder artikel 3, §2 niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgende de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging.

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het ophalen van grof huisvuil op afroep - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk retributiereglement voor het ophalen van grof huisvuil op afroep goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Algemeen politiereglement, hoofdstuk 4 “Ophalen huisvuil en huishoudelijk afval”

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - GFT-grof huisvuil

Code

MJP000489

Raming ontvangst

5.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het ophalen van grof huisvuil op afroep door de gemeentelijke dienst openbare werken.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         12,50 euro per ½ m³ op te halen pak/bundel of voorwerp dat niet in de voorgeschreven huisvuilzakken kan geborgen worden.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor administratieve prestaties - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 24 september 2018 het retributiereglement voor administratieve prestaties goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - administratieve prestaties

Code

MJP000525

Raming ontvangst

3.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Raadslid Wim Jordens merkt op dat voor een naamsverandering 50 euro betaald moet worden. Vreemdelingen worden er evenwel van vrijgesteld. Daar zou ook de 50 euro voor aangerekend moeten worden.

 

Voorzitter Dirk Gerinckx stelt dat het zal worden meegenomen.

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 2 neen stemmen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen) en 5 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Paul Van Ham, Kris Mintjens, Eddy Krijnen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor administratieve prestaties.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de begunstigde van de prestatie.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

Prestatie

tarief

Openbare bibliotheek Malle

Lenerskaart

Afleveren van een lenerskaart bij inschrijving

gratis

Afleveren van een nieuwe lenerskaart bij verlies of diefstal

2,50 euro

Boek, tijdschrift, CD-roms, DVD's & taalcursussen

Ontlenen alle materialen

gratis

Interbibliothecair leenverkeer

5,00 euro

Laattijdig inleveren ontleend materiaal

0,15 euro per materiaal per dag te laat

Aanmaningen

Verzending van aanmaning via e-mail of brief

0,50 euro

Kopieën & afdrukken

Kopie zwart-wit op DIN A4-formaat

0,15 euro per kopie

Kopie zwart-wit op DIN A3-formaat

0,30 euro per kopie

Kopie kleur op DIN A4-formaat

0,50 euro per kopie

Kopie kleur op DIN A3-formaat

1,00 euro per kopie

Andere gemeentelijke diensten

Invullen van een formulier voor stedenbouwkundige inlichtigen/vastgoedinformatie

25,00 euro per kadastraal perceel

Afleveren van een uittreksel uit het plannenregister

25,00 euro per kadastraal perceel

Afleveren van een uittreksel uit het vergunningenregister

25,00 euro per kadastraal perceel

Opmaken van een aanvraagdossier voor uitbreiding op het drinkwaternet

100,00 euro per aansluiting

Aangetekend verzenden van dossiers voor omgevingsvergunning

officieel tarief per aangetekende zending

Publicatiekosten in een dag of weekblad met regionaal karakter voor een omgevingsvergunning

kostprijs publicatie

 

Afleveren planafdruk/kopie digitaal plan

10,00 euro per afdruk/kopie

Afleveren eerste aanvraag voor wijziging van de voornaam

50,00 euro

Afleveren tweede en volgende aanvragen voor wijziging van de voornaam

500,00 euro

Kopieën & afdrukken

 

Kopie zwart-wit op DIN A4-formaat

0,15 euro per kopie

Kopie zwart-wit op DIN A3-formaat

0,30 euro per kopie

Kopie kleuro op DIN A4-formaat

0,50 euro per kopie

Kopie kleuro op DIN A3-formaat

1,00 euro per kopie

Kopie bestuursdocument zwart-wit op DIN A4-formaat

0,05 euro per kopie

Kopie bestuursdocument zwart-wit op DIN A3-formaat

0,10 euro per kopie

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

De volgende prestaties zijn van de retributie vrijgesteld:

         aanvragen tot voornaamswijziging voor vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en geen voornaam hebben;

         aanvragen tot voornaamswijziging in geval van geslachtsverandering.

 

Artikel 5 - verzendkosten

 

Wanneer de gevraagde stukken met de post worden verstuurd, worden de

verzendingskosten aan de retributie toegevoegd behoudens wat betreft de kopieën van

bestuursdocumenten. Die kosten dienen bij de aanvraag te worden betaald. Zij zijn eveneens

verschuldigd en vooruit betaalbaar wanneer artikel 2 van deze vordering toepasselijk is.

 

Artikel 6 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgende de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 7 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 8 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement betreffende materiële steun (uitleendienst) - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 25 april 2019 het gemeentelijk retributiereglement betreffende de materiële steun (uitleendienst) goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Gemeentelijk reglement uitleendienst

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Omdat de doelgroepen die vallen onder artikel 1.1 van het gemeentelijk reglement bijdragen aan de gemeentelijke infrastructuur via de gemeentelijke belastingen, genieten zij 100% korting op de huurprijs. Dit geldt niet voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk.

 

Omdat de doelgroepen die vallen onder artikel 1.2 hun materiaal ook gratis uitlenen aan de gemeente, genieten zij 100% korting op de huurprijs. Dit geldt niet voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk en de overdekte podiumwagen.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

/

Code

/

Geraamde ontvangst

/

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor materiële steun.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

§1 De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

§2 Door het in ontvangst nemen van materiële steun, aanvaardt de aanvrager de bepalingen van het gemeentelijk reglement uitleendienst en het retributiereglement.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         De tarieven voor het ontleenmateriaal zijn opgenomen in bijlage 1

 

§2 De gemeenteraad verleent delegatie aan het college van burgemeester en schepenen om bijlage 1 actueel te houden wanneer dat nodig is.

 

§3 Aanvragen die onder artikel 1.3 van het gemeentelijk reglement uitleendienst vallen, moeten het tarief betalen, vermeerderd met een uurtarief van 38,00 euro per uur per personeelslid voor het leveren en ophalen van het materiaal vermeld in artikel 3.1.1 van het gemeentelijk reglement uitleendienst.

 

§4 Bij verlies of beschadiging van materiaal, zoals vermeld in artikel 4.2 van het gemeentelijk reglement uitleendienst gelden de volgende bijkomende retributies:

         administratieve kost: 25,00 euro/dossier

         herstellingswerken door gemeentepersoneel:38,00 euro/uur

         herstellingswerken door derden:herstellingskosten

         als herstel niet mogelijk is:

         materiaal jonger dan 1 jaarvervangingswaarde

         materiaal ouder dan 1 jaarrestwaarde

 

§5 Voor extra inzet van gemeentepersoneel, op verzoek van de aanvrager, gelden de volgende bijkomende retributies:

         gepresteerde uren op weekdagen en buiten de normale werkuren:57,00 euro/uur

         gepresteerde uren in het weekeinde76,00 euro/uur

         transport per gereden kilometer (exclusief werkuren chauffeur):0,30 euro/km

         gebruik zwaar materiaal (exclusief werkuren chauffeur):75,00 euro/uur

         forfait voor dringende oproepen buiten kantooruren:152,00 euro

 

§6 Als materiaal, vermeld in artikel 3.1.2 van het gemeentelijk reglement uitleendienst, laattijdig wordt ingeleverd, geldt een bijkomende retributie van 10,00 euro.

 

§7 Als de WC-wagen niet leeg of proper terug wordt aangeboden, zoals vermeld in artikel 6.1.3 van het gemeentelijk reglement uitleendienst, geldt een bijkomende retributie van 125,00 euro.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

§1 Aanvragen die onder artikel 1.1 van het gemeentelijk reglement uitleendienst vallen, krijgen 100% korting op de huurprijs, met uitzondering voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk.

 

§2 Aanvragen die onder artikel 1.2 van het gemeentelijk reglement uitleendienst vallen, krijgen 100% korting op de huurprijs, met uitzondering voor het ontlenen van het HERAS-hekwerk en de overdekte podiumwagen.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgende de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Bijlage 1: lijst van uitleenbaar materiaal met huurprijs en kostprijs op 1 mei 2019.

 

UITLEENDIENST VRIJETIJD

 

 

 

 

Artikel

Aantal stuks/sets

Retributie per stuk/set

in euro

Kostprijs per stuk

in euro

Sport- en spelkoffer 1

1 stuk

6,00

238,10

Sport- en spelkoffer 2

1 stuk

6,00

212,10

Petanqueset

1 stuk

2,00

15,00

Hockeyset

1 stuk

3,00

115,00

Circuskoffer 1

1 stuk

6,50

260,00

Circuskoffer 2

1 stuk

6,50

260,00

Schminkkoffer 1

1 stuk

15,00

125,00

Schminkkoffer 2

1 stuk

15,00

125,00

Schminkkoffer 3

1 stuk

15,00

125,00

Beachvolleybalset (net zonder palen + bal)

1 stuk

2,00

75,00

Set van 7 badmintonrackets + pluimpjes

1 set

3,50

137,00

Parachute 6,00 m

1 stuk

2,50

105,00

Reuzen Mikado

1 stuk

2,00

50,00

Reuzen Twister

1 stuk

2,00

45,00

Maxi kaartspel

1 set

2,00

20,00

Buitenspeelfrisbee

2 stuks

0,50

20,00

Afbakeningskegels 10 stuks/set

1 set

2,00

45,00

Geluidsversterker met CD-speler en microfooningang

1 stuk

10,00

350,00

Megafoon

2 stuks

2,50

95,00

Vang- & werpspel - spel 12 handschoenen , 6 balletjes

1 set

2,00

71,00

Beamer

1 stuk

31,00

1.250,00

Herbruikbare bekers 20 cl 100 stuks/set

4 sets

Per set 2,50

100,00

Herbruikbare bekers 25 cl 100 stuks/set

7 sets

Per set 2,50

100,00

Canopy partytent type easy-up

2 stuks

42,00

1.680,00

Beachvlag 'dienst sport' met betonvoet

4 stuks

6,50

262,00

Reuzenspandoek “Welkom in Malle”

1 stuk

5,00

200,00

Spandoek blauw “START”

1 stuk

2,50

109,00

Spandoek klein type nadar “Gemeente Malle”

4 stuks

1,00

50,00

Spandoek klein type nadar “Sportdienst”

4 stuks

1,00

50,00

Bakens oriëntatieloop groot zonder tangen 20 stuks/set

1 set

0,50

12,00

Bakens oriëntatieloop klein met tangen 12 stuks/set

1 set

0,50

15,00

Fluitjes

40 stuks

0,50

2,00

Set Kenwood Walkie Talkie (4 walkie talkies)

1 set

10,00

476,00

 

 

UITLEENDIENST OPENBARE WERKEN

Artikel

aantal stuks/sets

Retributie

per stuk/set

in euro

kostprijs

per stuk

in euro

Afvalcontainer 1.100 liter

5 stuks

3,00

125,00

Afvalcontainer 120 liter

20 stuks

1,00

30,00

Bord voor jubileum

1 stuk

1,00

25,00

Erker voor jubileum

1 stuk

1,00

30,00

Brandblusser Aqua

27 stuks

2,50

89,00

Brandblusser CO2

3 stuks

2,50

100,00

Brandblusser poeder

6 stuks

2,50

89,00

Coniferen

45 stuks

0,50

25,00

Geluidsinstallatie (1 micro, 1 versterker, 2 boxen, 1 cassettedeck, 1 CD-speler, kabels)

2 stuks

28,00

1.100,00

Guirlande (lengte 20,00 m)

10 stuks

2,00

70,00

Lampjes guirlande

 

 

5,00

Huldigingspodium

1 stuk

2,50

60,00

Herashekwerk (incl. klemmen) – transportset met 24 stuks

4 sets

Per set 50,00

87,00

Heras afschermdoeken

96 stuks

0,50

8,00

Nadarbareel klein met bord "opgepast oversteekplaats"

10 stuks

1,50

60,00

Nadarbarelen los 2,50 m

200 stuks

1,50

60,00

Nadarbarelen vast 2,20 m

100 stuks

1,50

60,00

Nadarbarelen vast 2,50 m

90 stuks

1,50

60,00

Noodverlichting

5 stuks

4,00

150,00

Podiumwagen (kiosk)

1 stuk

250,00

10.000,00

Parasol 3,5 m x 3,5 m + voet

5 stuks

5,00

890,00

Partytent type easy-up

13 stuks

42,00

1.680,00

Podiumelement verstelbaar - 5 stuks

8 sets

Per set 12,50

500,00

Poten van 100 cm

12 stuks

 

9,60

Poten van 80 cm

160 stuks

 

8,00

Poten van 60 cm

160 stuks

 

7,40

Poten van 50 cm

160 stuks

 

4,50

Poten van 20 cm

160 stuks

 

3,20

Podiumtrapje

3 stuks

6,00

230,00

Roltribune 20 zitplaatsen

4 stuks

125,00

5.000,00

Spreekgestoelte

2 stuks

2,50

100,00

Statafels – 10 stuks/set

4 sets

Per set 35,00

125,00

Transportkar statafels

 

 

225,00

Klapstoelen – 50 stuks/set

16 sets

Per set 25,00

15,00

Transportkar klapstoelen

 

 

195,00

Klaptafels – 15 stuks/set

8 sets

Per set 60,00

160,00

Tentoonstellingszuil hoogte 1,02 m

10 stuks

1,00

50,00

Tentoonstellingszuil hoogte 1,32 m

10 stuks

1,00

50,00

Tentoonstellingszuil hoogte 0,52 m

10 stuks

1,00

50,00

Tentoonstellingszuil hoogte 0,72 m

10 stuks

1,00

50,00

Tentoonstellingspaneel 2,00 m x 1,25 m

16 stuks

2,50

100,00

Tooghaken

30 stuks

 

10,00

Veiligheidspictogrammen

diverse

0,50

6,00

Stroomverdeelkast

4 stuks

10,00

1.250,00

Verkeersbord verboden parkeren

30 stuks

1,00

30,00

Verlengkabel rol 220 v

4 stuks

1,00

45,00

Stekker voor kabel 32A

 

 

13,00

Kabel 32A per lopende meter

 

 

5,00

Stekker voor kabel 63A

 

 

56,00

Kabel 63A per lopende meter

 

 

8,00

Spandoek tegen overlast bij fuiven

1 stuk

 

185,00

Vlaggen

diverse

0,50

25,00

Vlaggenmast

16 stuks

2,50

95,00

Vlaggenstatief klein

3 stuks

1,00

30,00

Vlaggenstatief groot

2 stuks

1,00

40,00

Vuurkorf

5 stuks

1,00

50,00

Waterverdeelstuk

2 stuks

1,00

50,00

WC-wagen

2 stuks

475,00

19.000,00

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor toeristische activiteiten en producten - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 14 december 2015 het gemeentelijk retributiereglement dienst toerisme goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Verkoop cadeaucheques

Code

MJP000843

Raming ontvangst

100.000 EUR per jaar

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Inschrijvings- en toegangsgelden - evenementen toerisme

Code

MJP000918

Raming ontvangst

16.400 EUR per jaar

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Verkoop producten toerisme

Code

MJP000928

Raming ontvangst

13.000 EUR per jaar

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Opbrengst verkopen bij evenementen toerisme

Code

MJP000919

Raming ontvangst

5.900 EUR per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor producten die verkocht worden in het toerismekantoor van de gemeente Malle en op de activiteiten georganiseerd door de dienst toerisme van Malle.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die erom verzoekt en dit vanaf het moment van de aanvaarding van de aanvraag.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor producten:

 

Product

tarief

Producten van externe uitgevers

volgens de adviesprijs van de uitgever

Mals mandje

25,00 euro

Malse cadeaubon

5,00 euro

Malse cadeaubon

15,00 euro

Fiets- of wandeltocht (jaarlijks aanpasbaar)

5,00 euro

Trappist geschenk - 3 x T, 3 x D + 1 glas 33 cl

13,00 euro

Trappist geschenk - 1 x T, 1 x D + 1 glas 33 cl

9,00 euro

Trappist geschenk - 2 x T, 2 x D + 1 glas 33 cl

11,50 euro

Trappist geschenk - 2 x T, 2 x D + 2 glas 17 cl

11,50 euro

Trappist theelichthouder

3,00 euro

Oostmals Drupke

12,00 euro

Oostmals Drupke klein

1,60 euro

Pompierke

10,00 euro

Postkaart

0,50 euro

Trappist glas 17 cl verpakt

4,00 euro

Trappist glas 17 cl onverpakt

3,00 euro

Fles dubbel 75 cl

3,70 euro

Fles Tripel 75 cl

4,50 euro

Koker Dubbel

7,50 euro

Koker Tripel

8,50 euro

Trappist zakje

1,00 euro

Trappist zakje 6 x Dubbel

8,00 euro

Trappist zakje 6 x Tripel

10,00 euro

Trappist zakje 3 x D, 3 x T

9,00 euro

Houten kist 2 x T + 2 glazen 25 cl

25,00 euro

Houten kist 2 x D + 2 glazen 25 cl

23,00 euro

Houten kist 1 x T, 1 x D + 2 glazen 25 cl

24,00 euro

Brochure Op stap met Anemoontje

3,00 euro

Beloning Op stap met Anemoontje

1,00 euro

Chocolade

1,85 euro

Ecover-zeep

2,69 euro

Tornadokoekjes

1,60 euro

Kaars de Renesse

5,00 euro

Koffie Taeymans

4,88 euro

Honing Wens

4,00 euro

 

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor activiteiten:

 

Gidsbezoeken

Reële kostprijs die wordt aangerekend door de gids + administratiekost van 5,00 euro per aanvraag voor een gidsbezoek

Huifkartocht

190,00 euro (tot 25 personen)

240,00 euro (tot 35 personen)

Knabbelen van Malle

42,00 euro per volwassene

30,00 euro per kind

Kickbikerit

3,00 euro per kickbike

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De gebruiker betaalt de retributie contant tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

§2 Bij gebrek aan contante betaling vordert de financieel directeur de retributie in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§4 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het gebruik van de gemeentelijke communicatiekanalen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het gemeentelijk retributiereglement op het gebruik van de elektronische lichtkranten, infokaders en plakzuilen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - communicatiekanalen

Code

MJP000467

Raming ontvangst

500 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het gebruik van de elektronische lichtkranten. Voor de lichtkranten is enkel retributie verschuldigd voor het gebruik van de onderste LED-regel door ondernemers uit Malle en eventuele niet-commerciële verenigingen of organisaties van buiten Malle.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         voor verschijning van een commercieel bericht van lokale ondernemers of middenstanders op de onderste LED-regel: 50,00 EUR/week;

         voor verschijning van een niet-lokaal bericht van niet-commerciële organisaties buiten de gemeente op de onderste LED-regel: 50,00 EUR/week.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 De prestatie zal enkel geleverd worden na betaling van de factuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - begraafplaatsen

Code

MJP001030

Raming ontvangst

2.500 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de gemeentelijke begraafplaatsen.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

Prestatie

tarief

Voorzien van een afdekplaat voor bijzetting van de asurne in het urnenveld of in het columbarium

75,00 euro

Voorzien van een betonnen grondplaat op de begraafplaat Oude Molenstraat als de grondplaat zes maanden na de begraving niet vervangen is door een grafmonument

75,00 euro

Voorzien van een herdenkingsplaatje met de naam van de overledene bij uitstrooiing op de strooiweide

12,50 euro

Verwijderen van grafmonumenten

gratis

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor De Speelplaneet - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 26 januari 2015 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk retributiereglement voor de speelplaneet goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

/

Code

/

Raming ontvangst

/

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de deelname aan het door het gemeentebestuur ingerichte vakantieaanbod 'De Speelplaneet' tijdens de schoolvakanties.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de persoon die inschrijft voor deelname van het kind aan het vakantieaanbod.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         Halve dag:4,00 EUR

         Hele dag:8,00 EUR voor een hele dag

         Voor uitstappen: de kostprijs van de uitstap. Het bedrag van de retributie kan                                           maximum gelijk zijn aan de reële kost van de activiteit aan het                                                         gemeentebestuur.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De retributie moet betaald worden door online betaling, overschrijving op de rekening van het gemeentebestuur of door contante betaling op de jeugd- of financiële dienst.

 

§2 Bij gebrek aan contante betaling vordert de financieel directeur de retributie in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§4 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor gebruik van gemeentelijke lokalen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 18 december 2017 het retributiereglement voor gebruik van gemeentelijke lokalen goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Verhuur zalen en lokalen

Code

MJP000577

Raming ontvangst

35.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het gebruik van gemeentelijke lokalen.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         De tarieven zijn vastgelegd in bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7

 

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende verhogingen:

         De tarieven worden jaarlijks op 1 juli verhoogd met 3%

         De drankprijzen worden halfjaarlijks aangepast aan de geldende prijzen

 

§3 De gemeente Malle hanteert de volgende afrondingsregels:

         Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,01 euro

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

De politiezone en brandweerzone worden vrijgesteld van dit reglement voor activiteiten (bv. vergaderingen, informatiesessies, vormingen, ...) die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun kerntaken.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

BIJLAGE 1 - Socio-culturele infrastructuur

 

Prijzen per DAGDEEL

(1/3e dag) (2) (3)

Manifestaties

(eenmalig)

 

Activiteiten in reeksverband

(vanaf 6x/jaar)

Forfait

(vanaf 25x/jaar)

(8) (9)

ALICE FORCEVILLE (6)

 

Zaal A

26,14 euro

10,15 euro

254,32 euro

Zaal B, C en E (4)

10,15 euro

6,57 euro

164,78 euro

Cafetaria (5)

6,57 euro

5,38 euro

 

DE NOTELAAR (6)

 

 

 

Feestzaal

26,14 euro

10,15 euro

254,33 euro

Kleedkamers

6,57 euro

3,59 euro

 

Keuken

6,57 euro

6,57 euro

164,78 euro

Cafetaria

15,19 euro

6,57 euro

164,78 euro

Zaal A, B, C, D, E en F

9,57 euro

6,57 euro

164,78 euro

Regiekamer (incl. micro's en podium)

16,71 euro

16,71 euro

 

JEUGDCOMPLEX (6)

 

 

 

Polyvalente zaal (kelder)

16,72 euro

7,17 euro

254,33 euro

Keuken

6,57 euro

6,57 euro

164,78 euro

OUD-GEMEENTEHUIS

 

 

 

Trouwzaal

10,15 euro

6,57 euro

164,78 euro

Andere lokalen

 

 

164,78 euro

 

Prijzen per DAG (2) (3)

Manifestaties

(eenmalig) (1)

Activiteiten in reeksverband

Privépersonen & -organisaties

ALICE FORCEVILLE (6)

 

Zaal A

48,95 euro

26,27 euro

 

Zaal B, C en E (4)

26,27 euro

16,12 euro

 

Cafetaria (5)

16,12 euro

11,95 euro

 

DE NOTELAAR (6)

 

 

 

Feestzaal

48,95 euro

26,26 euro

 

Kleedkamers

13,13 euro

6,57 euro

 

Cafetaria

35,82 euro

16,71 euro

 

Zaal A, B, C, D, E en F

26,27 euro

16,71 euro

 

Regiekamer (incl. micro's en podium)

16,12 euro

16,71 euro

 

JEUGDCOMPLEX (6)

 

 

 

Polyvalente zaal (kelder)

16,71 euro

7,17 euro

214,93 euro

Keuken

6,57 euro

6,57 euro

Waarborg

 

 

350,00 euro

OUD-GEMEENTEHUIS

 

 

 

Trouwzaal

26,27 euro

16,12 euro

 

 

(1) Elke activiteit, die niet behoort tot een reeks van steeds weerkerende activiteiten (zoals: maandelijkse, wekelijkse activiteiten) en die dus een eenmalig karakter hebben, onder leden of niet onder leden van de betreffende vereniging, wordt als een manifestatie aanzien. Een regelmatig weerkerende activiteit wordt als zodanig beschouwd als ze minstens 6 maal per jaar wordt georganiseerd. Repetities, oefeningen, gewone vergaderingen onder eigen leden, cursussen en lessenreeksen (minimum 3 gelijkaardige lessen) worden niet als manifestatie aanzien.

Worden steeds als manifestatie aanzien: tentoonstellingen, lezingen, spreekbeurten, film- en diaavonden, toneelopvoeringen, alle soorten podiumactiviteiten, speel- en opvangactiviteiten met kinderen, feestvieringen, recepties, ontmoetingsactiviteiten van verschillende aard, conferenties, …

(2) Jeugdverenigingen (leden tot 30 jaar) alsook gepensioneerdenverenigingen en verenigingen voor personen met een handicap betalen 50% op de vermelde prijzen.

(3) Verenigingen, waarvan de zetel niet gevestigd is in de gemeente Malle en die niet erkend zijn door de culturele raad Malle en het gemeentebestuur, kunnen in principe geen gebruik maken van de gemeentelijke lokalen. Indien de gemeentelijke lokalen echter één maand voor het gebeuren nog vrij zijn, kunnen deze verhuurd worden aan het overeenstemmend tarief te vermenigvuldigen met factor 3.

Verenigingen, die over een handelsregister beschikken, en onder dezelfde omstandigheden zoals hiervoor, voor handelsdoeleinden gebruik maken van de gemeentelijke lokalen, betalen het overeenstemmend tarief te vermenigvuldigen met factor 10. Hiervoor is bovendien een toestemming van het college van burgemeester en schepenen vereist.

Als motivatie voor de toepassing van de factor geldt dat buitendorpse verenigingen niet hebben bijgedragen tot de kosten van de algemene infrastructuur via onze gemeentelijke belastingen.

(4) Zaal F (keuken) wordt niet afzonderlijk ter beschikking gesteld. Deze ruimte is inbegrepen bij gebruik van zaal E.

(5) De cafetaria wordt als afzonderlijke ruimte alleen ter beschikking gesteld indien alle andere zalen volzet zijn en indien zij nog niet ter beschikking is gesteld, samen met een ander lokaal.

(6) Alle dranken zijn verplicht af te nemen van het gemeentebestuur met uitzondering van wijnen, schuimwijnen en champagne en worden na het gebeuren gefactureerd op basis van de inkoopprijs die de gemeente aan de brouwer betaalt + 10% administratie- en exploitatiekosten en naar boven

afgerond tot op een veelvoud van 0,05 euro. De drankprijzen worden halfjaarlijks aangepast aan de geldende prijzen.

(7) Bij verhuring aan privépersonen en –organisaties overeenkomstig de bij gemeenteraad vastgestelde contractuele bepalingen:

         is zowel de retributie als de waarborg voorafgaandelijk te betalen

         zijn alle dranken verplicht af te nemen van het gemeentebestuur met uitzondering van wijnen,

         schuimwijnen en champagne en worden na het gebeuren gefactureerd op basis van tweemaal

         de inkoopprijs die de gemeente aan de brouwer betaalt en naar boven afgerond tot op een veelvoud van 0,05 euro. De drankprijzen worden halfjaarlijks aangepast aan de geldende prijzen.

(8) Deze tarieven gelden per lokaal/per vastgestelde dag. Een vereniging die meerdere dagen per week een lokaal gebruikt, betaalt dus het geldende tarief te vermenigvuldigen met het aantal gebruiksdagen.

(9) Toegelaten soorten activiteiten: lessen, oefeningen, repetities en ontspanningsactiviteiten.

 

BIJLAGE 2 – Sint-Martinuspastorij

 

SINT-MARTINUSPASTORIJ (1)

TENTOONSTELLINGEN

Erkende verenigingen en scholen

Per weekend of per week (2)

Gelijkvloers of 1ste verdieping (3)

Van Malle

71,64 euro

Buiten Malle (4)

95,53 euro

Gelijkvloers én 1ste verdieping (3)

Van Malle

107,46 euro

Buiten Malle (4)

143,06 euro

Kunstenaars en niet-erkende kunstenaarsvereniging

Per weekend of per week (2)

Gelijkvloers of 1ste verdieping (3)

Van Malle

119,40 euro

Buiten Malle (4)

143,29 euro

Gelijkvloers of 1ste verdieping (3)

Van Malle

179,11 euro

Buiten Malle (4)

214,93 euro

Gebruik zolder

Per dag

 

35,82 euro

RECEPTIES

Erkende verenigingen en scholen

Per dag

Gelijkvloers

(incl. keuken) (3)

Van Malle

149,26 euro

Buiten Malle (4)

238,81 euro

Bedrijven, privépersonen

Per dag

Gelijkvloers

(incl. keuken) (3)

Van Malle

298,52 euro

Buiten Malle (4)

358,21 euro

 

(1) Alle dranken zijn verplicht af te nemen van het gemeentebestuur met uitzondering van wijnen, schuimwijnen en champagne en worden na het gebeuren gefactureerd op basis van:

         voor alle activiteiten met uitzondering van activiteiten georganiseerd door bedrijven, privépersonen en -organisaties:

         de inkoopprijs die de gemeente aan de brouwer betaalt + 10% administratie- en exploitatiekosten en naar boven afgerond tot op een veelvoud van 0,05 euro.

         voor activiteiten georganiseerd door bedrijven, privépersonen en – organisaties:

         tweemaal de inkoopprijs die de gemeente aan de brouwer betaalt naar boven afgerond tot op een veelvoud van 0,05 euro.

De drankprijzen worden halfjaarlijks aangepast aan de geldende prijzen.

De traiteurkeuze is vrij.

(2) Per weekend = vrijdag, zaterdag en zondag; per week = maandag tot en met donderdag

(3) De pastorijtuin kan op uitdrukkelijk verzoek daarin betrokken worden, maar doet geen exclusief gebruiksrecht ontstaan en blijft aldus publiek toegankelijk, evenals het sanitair.

(4) Als motivatie voor de toepassing van deze retributie geldt dat buitendorpse kunstenaars, verenigingen, scholen, bedrijven en privépersonen niet hebben bijgedragen tot de kosten van de algemene infrastructuur via onze gemeentelijke belastingen.

 

BIJLAGE 3 – Vaste gebruikers

 

Lokaal

Per jaar

Sint-Martinuspastorij (1 lokaal gelijkvloers)

143,29 euro

Sint-Martinuspastorij (zolder)

143,29 euro

Polyvalente ruimte Huis van het Kind

254,33 euro

Berging Huis van het Kind

71,64 euro

 

BIJLAGE 4 - Jeugdlokalen

 

Lokaal

Per jaar

Jeugdlokalen Chiro Westmalle

358,21 euro

Jeugdlokalen KSJ Westmalle

358,21 euro

Jeugdlokalen Scouts Westmalle

358,21 euro

 

 

Jeugdlokalen Chiro Oostmalle

358,21 euro

Jeugdlokalen VKSJ Oostmalle

358,21 euro

Jeugdlokalen KLJ Oostmalle

298,52 euro

 

 

Jeugdhuis Babylon Westmalle

358,21 euro

Jeugdhuis Malmejo Oostmalle

358,21 euro

Bergingen jeugd

71,64 euro

 

BIJLAGE 5 – Gebruik repetitieruimte De Notelaar

 

De tarieven voor het gebruik van de repetitieruimte in het jeugdcomplex van De Notelaar bedraagt voor een blok van drie uur 11,26 euro.

 

Er wordt telkens verhuurd in blokken van 3 uur opgedeeld als volgt: 10-13 uur, 13-16 uur, 16-19 uur en 19-22 uur.

 

Het tarief geldt per blok/per vastgestelde dag. Maak je meer dan 1 blok per dag gebruik van de repetitieruimte, dan betaal je het geldende tarief vermenigvuldigd met het aantal verbruiksblokken.

 

BIJLAGE 6 – Toegang lokalen De Notelaar

 

Elke vereniging en zijn bijhorende afdelingen: 1 badge gratis.

Bijkomende badge: 15,00 euro.

Bij aflevering van een nieuwe badge bij verlies: 15,00 euro.

Bijkomende sleutel sleutelplan: 30,00 euro.

 

BIJLAGE 7 – Huis van het Kind

 

De consultatieruimte en wachtzaal in het Huis van het Kind kunnen gehuurd worden door organisaties met een sociaal doel, en een duidelijk aantoonbaar publiek belang, dat kadert in de doelstellingen van het Huis van het Kind. Het college van burgemeester en schepenen moet goedkeuring geven over elke aanvraag.

 

Lokalen

Prijzen per DAGDEEL (1)

Forfait (vanaf 10x/maand)

Consultatieruimte & wachtzaal (2)

16,39 euro

125,66 euro

 

(1) een dagdeel bestaat uit 5 uren.

(2) consultatieruimte en wachtzaal kunnen niet afzonderlijk gebruikt worden, zij vormen één geheel.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement op de terbeschikkingstelling van didactisch en horecamateriaal in het gemeenschaps- en ontmoetingscentrum - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk retributiereglement op de terbeschikkingstelling van didactisch- en horecamateriaal in het gemeenschaps- en ontmoetingscentrum goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

/

Code

/

Raming ontvangst

/

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het ter beschikking stellen van didactisch- en horecamateriaal in het gemeenschaps- en ontmoetingscentrum.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

§1 De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

§2 Het uitleenbaar materiaal mag in principe alleen in de centra gebruikt worden. Voor gebruik buiten de gemeentelijke lokalen dient de schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen aangevraagd te worden, uitgezonderd uitlening verplaatsbaar filmscherm en Roland-piano. Dit laatste geldt echter uitsluitend voor CURAMA-leden.

 

§3 Het materiaal wordt in principe aangevraagd en betaald samen met de boeking van het lokaal (het kan echter ook steeds achteraf aangevraagd worden). Het ter beschikking stellen van didactisch- en horecamateriaal wordt genoteerd op het normale zaalcontract.

 

§4 De zaalwachters stellen het materiaal, dat achter slot bewaard wordt, ter beschikking van de gebruikers.

 

§5 Tijdens de uren van gebruik van het materiaal is de ontlener verantwoordelijk voor wat betreft diefstal, verlies of beschadiging van dit materiaal.

 

§6 Het horecamateriaal wordt na gebruik in perfect reine staat terug afgeleverd op de plaats waar het voordien ook voor de gebruiker werd gereed gezet door de zaalwachter.

 

§7 De periode van ter beschikkingstelling van het materiaal is gelijk aan de periode van de ter beschikkingstelling van het lokaal. Bij uitleningen ‘extra muros’ dient het didactisch materiaal teruggebracht te worden voor 12.00 uur van de dag na de eigenlijke ontleningdatum. Indien het materiaal niet tijdig wordt teruggebracht, worden 12,00 euro administratiekosten aangerekend.

 

§8 Een vereniging blijft steeds verantwoordelijk voor haar leden of voor het publiek dat het ontvangt. Het is de vereniging die de schade vergoedt.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         Didactisch materiaal:

         Televisie + video1,25 euro

         Filmscherm gemeenschapscentrum1,25 euro

         Filmscherm ontmoetingscentrum2,50 euro

         Micro + statief1,25 euro

         Klein mengpaneel + CD-speler + cassettedeck, inclusief 2 micro’s2,50 euro

         Video- en dataprojector15,00 euro

         Flip-over1,25 euro

         Overheadprojector1,25 euro

         Hifi-installatie gemeenschapscentrum1,25 euro

         Elektrische piano

         bij repetitie1,25 euro

         bij manifestatie5,00 euro

         Piano

         bij repetitie1,25 euro

         bij manifestatie5,00 euro

         Retributies horecamateriaal:

         Kopje/theeglas, schoteltje, koffielepel

         tot 35 stuks 1,25 euro

         tot 70 stuks2,00 euro

         tot 100 stuks 2,50 euro

         Mes, vork met dessertbord of groot bord

         tot 35 stuks 0,60 euro

         tot 70 stuks 1,00 euro

         tot 100 stuks 1,25 euro

         Melk- en suikerpotjes, dienbladen gratis

         Handdoeken per stuk0,25 euro

         Alle wijnglazen 2,50 euro

         Percolator 1,25 euro

         Grote waterkoker 1,25 euro

         Isoleerkan 0,50 euro

         Koffiekannen (samen) 1,25 euro

         Soepkommen met lepels 1,25 euro

         Kleine koffiezet 0,50 euro

         Kleine waterkoker 0,50 euro

         Alle kookgerief (pannen, potten en toebehoren3,75 euro

         Waterkaraffen (samen)0,50 euro

 

§2 Als door de gebruiker duidelijk aantoonbare schade werd toegebracht aan het materiaal zal deze verplicht zijn deze schade te vergoeden.

         Bij het horecamateriaal: de gebruiker is verplicht zelf schade of verlies te melden aan de zaalwachter, mondeling indien deze aanwezig is, schriftelijk door een nota bij het geleende materiaal achter te laten. Verlies of schade wordt direct contant betaald na de activiteit, ofwel stuurt de zaalwachter nadien een schuldeis op aan de gebruiker.

         Bij het didactisch materiaal: de gebruiker zal een kopie ontvangen van de door hem te betalen factuur der herstellingen aan dit materiaal + een schuldeis van 12,00 euro administratiekosten (dit geldt natuurlijk niet voor normale sleet op de toestellen.). Is een toestel onherstelbaar stuk gemaakt of wordt het gestolen tijdens ontleningsuren, dan wordt aan de gebruiker een kopie bezorgd van de te betalen factuur van een nieuw aangekocht toestel + een schuldeis van 25,00 euro administratiekosten.

 

§3 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven bij schade of diefstal:

         Kopje 2,50 euro

         Glazen karaf6,00 euro

         Theeglas0,75 euro

         Groot bord1,75 euro

         Schoteltje1,50 euro

         Dessertbord1,75 euro

         Tafelmes2,50 euro

         Soepkom3,00 euro

         Dessertvork1,25 euro

         Percolator590,00 euro

         Melkpot6,25 euro

         Kleine waterkoker27,00 euro

         Suikerpot3,75 euro

         Grote waterkoker223,00 euro

         Colaglas0,75 euro

         Grijze plastic bak (H: 15 cm)8,75 euro

         Fruitsapglas0,75 euro

         Grijze plastic bak (H: 20 cm)10,00 euro

         Bierglas0,75 euro

         Vakverdeling in bak7,00 euro

         Trappistglas1,75 euro

         Bakdeksel (wit)4,25 euro

         Hoegaardenglas1,75 euro

         Bestek-onderverdelingsbakje17,00 euro

         De Koninckglas1,00 euro

         Dolly met zwenkwielen60,00 euro

         Palmglas1,00 euro

         Koffiekan25,00 euro

         Duvelglas2,50 euro

         Rode plastic bak (H: 12 cm)7,50 euro

         Wijnglas1,00 euro

         Rode plastic bak (H: 19 cm)8,75 euro

         Isoleerkan40,00 euro

         Rode plastic bak (H: 30 cm)11,75 euro

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het gebruik van sportinfrastuctuur - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk retributiereglement voor het gebruik van sportinfrastructuur goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - verhuur zalen en lokalen - sport

Code

MJP000421

Raming ontvangst

30.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het gebruik van de (school-/bedrijfs)sportinfrastructuur.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door diegenen die gebruik maken van de infrastructuur zoals aangegeven op het aanvraagformulier.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         De tarieven liggen vast in bijlage 1 van dit reglement.

 

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende jaarlijkse verhogingen:

         De tarieven worden jaarlijks op 1 juli verhoogd met 3%.

 

§3 De gemeente Malle hanteert de volgende afrondingsregels:

         Bedragen worden afgerond naar onder of boven tot op 0,01 euro.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

BIJLAGE 1 - tarieven

 

Aard sportinfrastructuur (1)

Erkende clubs en Malse scholen

Buitendorpse en niet-erkende clubs alsook particuliere gebruikers

 

Jeugd

(<18 jaar)

Volwassenen

(≧18 jaar)

Jeugd (< 18 jaar) en

volwassenen (≧ 18 jaar)

Gemeentelijke sporthal Berckhoven (2)

Zaal A met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Zaal B met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Enkel gebruik kleedkamer, per kleedkamer en per dagdeel (3)

5,96 euro

5,96 euro

5,96 euro

SPORTcafé, per uur

4,78 euro

4,78 euro

4,78 euro

 

 

 

 

Gemeentelijke petanquepleintjes

gratis

gratis

gratis

 

 

 

 

(School-/bedrijfs)sporthallen binnen het huurcontract

Sporthal Sint-Jan Berchmanscollege met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sporthal Mariagaarde Instituut met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sportzaal Mariagaarde Instituut met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Atletiekpiste Mariagaarde Instituut met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sporthal Maris Stella Instituut met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sporthal Immaculata Instituut met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sportzaal Immaculata Instituut met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sporthal Meubelfabrieken Karel Mintjens nv met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sporthal Agora, bovenzaal, met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Sporthal Agora, benedenzaal, met kleedkamers, per uur

5,96 euro

11,95 euro

17,91 euro

Cafetaria, per uur

4,00 euro

4,00 euro

4,00 euro

 

(1) reservatie is mogelijk per half uur indien de reservatie minimum 1 volledig uur omvat

(2) vrijstelling van huur gemeentelijke sporthal Berckhoven voor basisscholen van Malle tijdens de schooluren

(3) een dagdeel is een voormiddag (van 06.00 tot 12.00 uur), namiddag (van 12.00 tot 18.00 uur) of avond (van 18.00 tot 24.00 uur)

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement op inname openbaar domein voor evenementen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk retributiereglement op inname openbaar domein voor evenementen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Algemeen gemeentelijk reglement op inname van het openbaar domein

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Omdat braderijen, markten, kermissen of evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidieerde verenigingen, erkende buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomité bijdragen aan het socio-culturele leven in de gemeente voorziet dit reglement voor hen een vrijstelling.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

/

Code

/

Geraamde ontvangst

/

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de inname van het openbaar domein voor evenementen.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager, of bij gebrek aan een aanvraag, de innemer van het openbaar domein.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         0,50 euro per begonnen m² per dag ingenomen oppervlakte van het openbaar domein.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

Dit reglement is niet van toepassing bij gelegenheden van braderijen, markten, kermissen of evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidierde verenigingen, erkende buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomité.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor standplaats kermis - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 16 december 2013 het gemeentelijk retributiereglement voor standplaats kermis goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - standplaatsen kermissen

Code

MJP 001016

Raming ontvangst

10.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Raadslid Paul Van Ham stelt dat zijn fractie zal tegen stemmen. In Hoogstraten heeft men deze retributie afgeschaft. De kermis zorgt voor levendigheid. Het is een gemiste kans.

 

Schepen Dries Van Dyck stelt dat hij alleen maar kan vaststellen dat er goed wordt samengewerkt met de foornijveraars. De standplaatsen staan altijd vol. Er is een constructieve samenwerking.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt dat dit juist is, maar het zou goed zijn dat er bijvoorbeeld met de braderij meer staat.

 

Schepen Dries Van Dyck licht toe dat de site van de kermis tijdens de braderij ook al verhuisd werd.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat de tarieven niet hoog zijn en dat er inderdaad een goede samenwerking is. Niettemin kan de retributie wel eens herbekeken worden.

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Tom Lauryssen, Eddy Krijnen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor standplaatsen van de openbare kermissen die de gemeente organiseert.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de standplaats.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor standplaatsen:

         voor Bergkermis en Augustuskermis

         Attracties tot en met 30 m²:60,00 euro per kermis

         Attracties van 31 m² tot en met 75 m²:120,00 euro per kermis

         Attracties van 76 m² tot en met 95 m²:180,00 euro per kermis

         Attracties van groter dan 95 m²:320,00 euro per kermis

 

         voor Dorpkermis

         Attracties tot en met 30 m²:30,00 euro per kermis

         Attracties van 31 m² tot en met 75 m²:60,00 euro per kermis

         Attracties van 76 m² tot en met 95 m²:90,00 euro per kermis

         Attracties van groter dan 95 m²:180,00 euro per kermis

 

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor het ter beschikking stellen van elektriciteit:

         per monofasige aansluiting van 32 A:40,00 euro per kermis

         per driefasige aansluiting van 32 A:80,00 euro per kermis

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie voor elektriciteit bij de aanvraag.

 

§3 Het plaatsrecht is opeisbaar zodra de plaats wordt ingenomen.

 

§4 De gebruiker betaalt de retributie voor het plaatsrecht binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§5 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 21 december 2009 keurde de gemeenteraad het reglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten goed.

 

Op 16 december 2013 keurde de gemeenteraad het retributiereglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Op 19 december 2019 keurde de gemeenteraad het reglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - overwelvingen

Code

MJP000638

Geraamde ontvangst

30.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Raadslid Alex Van Loon verwijst naar zijn tussenkomst bij het punt over het reglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten en stelt dat zijn fractie ook hier zal tegen stemmen.

 

Raadslid Paul Van Ham verwijst naar zijn tussenkomst bij het punt over het reglement op het plaatsen van overwelvingen in baangrachten en stelt dat zijn fractie ook hier zal tegen stemmen.

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 7 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Eddy Krijnen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het plaatsen van overwelvingen in baangrachten.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de plaatsing van een overwelving.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

1° als de aanvraag voor het plaatsen van overwelvingen het gevolg is van werken uitgevoerd in opdracht van de overheid:

 

Een eerste overwelving van 5 meter

gratis

Een eerste overwelving van 7,5 meter

500 euro

Een tweede overwelving van 5 meter

1.000 euro

Het plaatsen van een voetpad volgens het dek-op-oever principe

250 euro

 

2° als de aanvraag voor het plaatsen van een overwelving op eigen initiatief van de aanvrager gebeurt:

 

Een overwelving van 5 meter

1.000 euro

Een overwelving van 7,5 meter

1.500 euro

Een gekoppelde overwelving van 7,5 meter

1.500 euro

 

3° als de aanvraag voor afbraak van een bestaande overwelving op eigen initiatief van de aanvrager gebeurt

 

De afbraak van een kopmuur

100 euro

De afbraak van een overwelving per meter

50 euro

 

4° als de aanvraag voor de uitbreiding van een bestaande overwelving op eigen initiatief van de aanvrager gebeurt

 

De afbraak van een kopmuur

100 euro

De uitbreiding van 2,5 meter

50 euro

 

5° de kostprijs voor de aanleg van een overwelving naar aanleiding van een verkaveling waarbij de exacte plaats van de overwelving niet is vastgelegd in de verkavelingsvoorwaarden:

 

Een overwelving van 5 meter, excl verharding

2.500 euro

Een overwelving van 7,5 meter excl. verharding

3.000 euro

Klinkerverharding van een overwelving van 5 meter

750 euro

Klinkerverharding van een overwelving van 7.5 meter

1.000 euro

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De aanvrager betaalt de invordering voor overwelving van baangrachten bij goedkeuring van de aanvraag en voor de uitvoering van de werken.

 

§2 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§4 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor werken aan permanente nutsvoorzieningen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 19 december 2016 keurde de gemeenteraad het retributiereglement inzake werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk domein goed.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

 

De gemeente Malle keurde de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goed, die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

 

Deze code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten, de Vlaamse Administratie van Wegen en Verkeer en van Binnenlandse Aangelegenheden.

 

Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die vrijwel continue een impact hebben op het openbaar domein.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

Retributie - werken aan nutsvoorzieningen

Code

MJP001169

Geraamde ontvangst

38.000 euro per jaar

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022 heft de gemeente Malle een retributie voor het gebruik van de gemeentelijke dienstverlening en het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen zijn:

         alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,...), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten...) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

         telecommunicatie,

         radiodistributie en kabeltelevisie,

         de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

         alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

Deze retributie is verschuldigd door de eigenaar van de nutsvoorziening.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

1° De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,14 euro per m², voor werken in voetpaden 1,64 euro per m² en voor werken in aardewegen 0,99 euro per m².

 

Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60% van hogervermeld(e) bedrag(en).

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

2° Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,09 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,54 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

De retributie is niet verschuldigd als de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of als het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement op het uitvoeren van werken voor derden - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 24 februari 2014 het retributiereglement werken voor derden goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2019.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

/

Code

/

Geraamde ontvangst

/

Beraadslaging

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt ter verduidelijking een voorbeeld van de toepassing van dit reglement.

 

Schepen Wim Jordens stelt dat het herstel en het doorrekenen van schade aan het openbaar domein gebeurt op basis van dit reglement.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het uitvoeren van werken voor derden.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de werken of door de schadeveroorzaker in geval van schade berokkend door derden.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De retributie bestaat uit de som van onderstaande elementen:

         Dossierkosten: 25,00 euro/dossier;

         Werkuren op weekdagen in de normale werkuren: 38,00 euro/uur

         Van maandag tot en met donderdag: 07.30 uur tot 16.00 uur;

         Vrijdag: 07.30 uur tot 12.00 uur;

         Werkuren op weekdagen buiten de normale werkuren: 57,00 euro/uur;

         Werkuren op weekends en feestdagen: 76,00 euro/uur;

         Transport per gereden km exclusief werkuren chauffeur: 0,30 euro/km;

         Gebruiksduur zwaar materieel (bv. kraan, veegwagen, ...) exclusief werkuren chauffeur: 75,00 euro/uur;

         Forfait voor dringende oproep buiten kantooruren: 152,00 euro.

 

§2 Het totaalbedrag van de retributie wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen aan de hand van een gedetailleerde kostenstaat met opgave van de gepresteerde uren en de gebruikte materialen.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§1 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§2 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

§1 De gemeente Malle maakt dit reglement bekend op 20 december 2019.

 

§2 Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Meerjarenplan - subsidies op naam - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het ontwerp van het meerjarenplan 2020-2025 bevat een aantal subsidies op naam.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 23°

 

Motivering

 

De gemeenteraad wenst een aantal subsidies op naam op te nemen in het meerjarenplan en toe te kennen voor het jaar 2020.

 

Beraadslaging

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat zijn fractie zich zal onthouden. De fractie is niet tegen subsidies. Wel wordt opgemerkt dat er een aantal vrij grote subsidies zijn, zoals bijvoorbeeld aan Muzika en Renessound. Raadslid Paul Van Ham merkt ook op dat hij het financieel verslag van 40jaar Malle nog niet mocht ontvangen.

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 7 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Paul Van Ham, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Tom Lauryssen, Eddy Krijnen)

 

Artikel 1 - de volgende subsidies op naam toe te kennen voor het jaar 2020:

         Investeringssubsidie - St-Pauluskerk91.464,20 euro

         Subsidie - leader-project Land van Playsantien33.000,00 euro

         Subsidie - kerkfabriek Sint-Paulus - tekort exploitatie en huurtoelage14.703,00 euro

         Subsidie - toelage academie Lier12.000,00 euro

         Subsidie - toegang zwembad leerlingen12.000,00 euro

         Subsidie - Pop in Malle10.000,00 euro

         Subsidie - Muzika - tent10.000,00 euro

         Subsidie - huur piste mariagaarde7.100,00 euro

         Subsidie - Muzika - programmatie5.000,00 euro

         Subsidie - KVC Oostmalle Sport4.900,00 euro

         Subsidie - KVK Westmalle4.900,00 euro

         Subsidie - Regionaal landschap De Voorkempen4.700,00 euro

         Subsidie - verbroedering Europese gemeenten4.100,00 euro

         Subsidie - Renessound 3.500,00 euro

         Subsidie - Kempens landschap3.100,00 euro

         Subsidie - scholengemeenschap2.700,00 euro

         Subsidie - mobiliteitsraad2.500,00 euro

         Subsidie - terugbetaling deelname speelpleinwerking en sportkampen2.500,00 euro

         Subsidie - braderijcomite Westmalle2.500,00 euro

         Subsidie - concert KHSL 100 jaar2.500,00 euro

         Subsidie - sportregio Vlaanderen2.400,00 euro

         Subsidie - feestcomité2.175,00 euro

         Subsidie - eindejaarsverlichting - Middenstand West2.000,00 euro

         Subsidie - eindejaarsverlichting - Middenstand Oost2.000,00 euro

         Subsidie - jeugdraad1.860,00 euro

         Subsidie - oogstfeest1.800,00 euro

         Subsidie - milieuraad1.764,00 euro

         Subsidie - regiobijdrage jeugdsport1.575,00 euro

         Subsidie - feestvarken vzw1.566,00 euro

         Subsidie - 100 jaar KHSL1.240,00 euro

         Subsidie - jeugdraad - organisatie Dag van de Jeugd 1.240,00 euro

         Subsidie - PIH-intercommunale milieudienst1.200,00 euro

         Subsidie - de schakel1.200,00 euro

         Subsidie - sportregio Vlaanderen1.105,00 euro

         Subsidie - heemkundige kring1.000,00 euro

         Subsidie - middenstandsraad868,00 euro

         Subsidie - adviesraad voor mensen met een handicap868,00 euro

         Subsidie - adviesraad lokaal overleg kinderopvang868,00 euro

         Subsidie - seniorenraad868,00 euro

         Subsidie - oudercomite De Horizon868,00 euro

         Subsidie - gecoro868,00 euro

         Subsidie - toerismeraad868,00 euro

         Subsidie - sportraad868,00 euro

         Subsidie - curama868,00 euro

         Subsidie - dienstverleningscentrum Zwart Goor650,00 euro

         Subsidie - rode kruis620,00 euro

         Subsidie - Den Grooten Buurt618,00 euro

         Subsidie - oudercomité GIBLO Beerse600,00 euro

         Subsidie - thuisbegeleiding autisme Raster525,00 euro

         Subsidie - dwaallicht500,00 euro

         Subsidie - kringloopwinkel de Cirkel - De Enter500,00 euro

         Subsidie - orthopedagogisch centrum Clara Fey400,00 euro

         Subsidie - vriendenkring brandweer oost370,00 euro

         Subsidie - vriendenkring brandweer west370,00 euro

         Subsidie - revalidatiecentrum Noorderkempen Wuustwezel325,00 euro

         Subsidie - Oud-strijders250,00 euro

         Subsidie - SVG Oostmalle250,00 euro

         Subsidie - kerkfabriek250,00 euro

         Subsidie - triatlon Lollepotters250,00 euro

         Subsidie - katholieke vereniging gehandicapten250,00 euro

         Subsidie - AA Malle250,00 euro

         Subsidie - vrijetijdspas250,00 euro

         Subsidie - gordel Den Grooten Buurt250,00 euro

         Subsidie - Buso Zonnebos225,00 euro

         Subsidie - sociaal-cultureel centrum spreek- en gehoorgestoorden200,00 euro

         Subsidie - Samona Oost186,00 euro

         Subsidie - Samona Sint-Martinus West186,00 euro

         Subsidie - Sint-Paulus ontmoeting186,00 euro

         Subsidie - oudercomité VIBO175,00 euro

         Subsidie - de 3 master150,00 euro

         Subsidie - kinderwelzijn125,00 euro

         Subsidie - kankerfonds125,00 euro

         Subsidie - dienst opvanggezinnen125,00 euro

         Subsidie - brailleliga125,00 euro

         Subsidie - revalidatiecentrum Noorderkempen125,00 euro

         Subsidie - 11 november Sint-Laurentius125,00 euro

         Subsidie - 11 november Sint-Cecilia125,00 euro

         Subsidie - 11 november De Noorderzonen125,00 euro

         Subsidie - Belgische MS liga125,00 euro

         Subsidie - werkplaats Monikkenheide125,00 euro

         Subsidie - wit-geel kruis125,00 euro

         Subsidie - tele-onthaal125,00 euro

         Subsidie - provinciale fokveedag124,00 euro

         Subsidie - gebuurt Schrobbershoek124,00 euro

         Subsidie - vriendenkring Hoogstraatsebaan124,00 euro

         Subsidie - Sinterklaasvrienden124,00 euro

         Subsidie - onderlinge bedrijfshulp landbouw124,00 euro

         Subsidie - landbouwcommissie62,00 euro

         Subsidie - oudervereniging "Hoger op"62,00 euro

         Subsidie - ouderraad Immaculata62,00 euro

         Subsidie - ouderraad basisschool Mariagaard62,00 euro

         Subsidie - oudervereniging Sint-Jan Berchmanscollege62,00 euro

         Subsidie - oudervereniging basisschool 't Park62,00 euro

         Subsidie - oudervereniging MS-KA Malle62,00 euro

         Subsidie - oudervereniging Maris Stella Instituut62,00 euro

         Subsidie - bijdrage in de financiële kosten NMVB60,00 euro

         Subsidie - cultuurraad Voor- en Noorderkempen50,00 euro

         Subsidie - gewestelijke fokveedag50,00 euro

         Subsidie - bedrijfsgilde rundveehouders37,00 euro

         Subsidie - de Mast Kasterlee25,00 euro

         Subsidie - Ganspoel centrum voor begeleiding25,00 euro

         Subsidie - Sint-Ambrosiusgilde25,00 euro

         Subsidie - Muylenberg Oud-Turnhout25,00 euro

 

Artikel 2 - de dienst financiën te machtigen om, indien nodig, bewijsstukken op te vragen om de subsidies te verantwoorden.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijke bijdrage 2020 aan de hulpverleningszone Rand - vaststelling

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancierd worden door de gemeenten van deze zone.

 

Het budget 2020 van de zone Rand werd ter goedkeuring voorgelegd aan de zoneraad van 25 oktober 2019.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

 

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid art. 68: “De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting.”

 

Omzendbrief BB 2014 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, ABB, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel van 5 september 2014 waarbij gemeld wordt dat vanaf 1 januari 2015 de brandweerzones actief worden

 

Raadsbesluit van 28 augustus 2017 'goedkeuring waardebepaling en verrekening van de roerende goederen binnen Brandweerzone Rand', waarin werd beslist om het verschil tussen de waarde van de inbreng volgens verdeelsleutel en onze ingebrachte waarde, nl. 626.233 euro gespreid over een periode van 10 jaar in mindering te brengen van onze gemeentelijke dotatie

 

Motivering

 

Om te komen tot een positief algemeen begrotingsresultaat 2020 wordt de dotatie van de gemeente Malle voor 2020 vastgelegd op:

         491.032 euro exploitatietoelage

         190.875 euro investeringstoelage.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Omschrijving

investeringstoelage zone Rand

exploitatietoelage zone Rand

Code

MJP000817

MJP000816

Geraamde uitgave

190.875 euro

491.032 euro

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de bijdrage van de gemeente Malle, zoals ingeschreven in het budget 2020 van de hulpverleningszone Rand, namelijk 491.032 euro exploitatietoelage en 190.875 euro investeringstoelage, goed te keuren.

 

Artikel 2 - te bevestigen dat de bedragen 491.032 euro en 190.875 euro respectievelijk werden ingeschreven onder registratiesleutels MJP000816 en MJP000817 in het meerjarenplan 2020-2025 in jaar 2020.

 

Artikel 3 - een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de provinciegouverneur en aan de hulpverleningszone Rand.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Financieel beleid - gemeentelijke bijdrage 2020 aan de politiezone Voorkempen - vaststelling

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancierd worden door de gemeenten van deze zone.

 

Het budget 2020 werd ter goedkeuring voorgelegd in zitting van de politieraad van 12 december 2018.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41

 

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, artikel 40 dat bepaalt dat elke gemeenteraad van de zone de dotatie stemt die aan de politiezone wordt betaald

 

Koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende vaststelling van de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotatie in de schoot van een meergemeentenzone

 

Motivering

 

Om te komen tot een positief algemeen begrotingsresultaat 2020 wordt de dotatie van de gemeente Malle voor 2020 vastgelegd op 1.965.574 euro.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

budget

Gemeente

omschrijving

exploitatietoelage politiezone Voorkempen

code

MJP 000813

geraamde uitgave

1.965.574 euro

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de bijdrage van de gemeente Malle, zoals ingeschreven in het politiebudget 2020, namelijk 1.965.574 euro, goed te keuren.

 

Artikel 2 - te bevestigen dat het bedrag van 1.965.574 euro werd ingeschreven onder registratiesleutel MJP000812 "Dotatie - politiezone Voorkempen" in het meerjarenplan 2020-2025 in jaar 2020.

 

Artikel 3 - een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de provinciegouverneur en aan de politiezone.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Meerjarenplan 2020-2025 - vaststelling

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het ontwerp van het meerjarenplan 2020-2025, deel gemeente, wordt aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 171 §4 en 176, 249 tot en met 256

 

Besluit van de Vlaamse regering over de beleids- en beheerscyclus van 30 maart 2018

 

Ministerieel besluit over de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018

 

Omzendbrief KB/ABB 2019/4 inzake strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen van 3 mei 2019

 

Motivering

 

Het ontwerp van het meerjarenplan werd bezorgd aan de gemeenteraadsleden op 4 december 2019.

 

De financieel directeur lichtte de technische opbouw van het meerjarenplan toe aan de raadsleden op 10 december 2019.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens licht onderhavig punt toe. Hij dankt de raadsleden die naar de technische vergadering zijn geweest. Hij dankt het managementteam voor de inzet en drive om zowel naar inhoud en timing goed te landen. Hij feliciteert alle medewerkers van Malle.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat burgerparticipatie te vrijblijvend aan bod komt. Hoe gaat dit tot uiting komen bij grote projecten en beslissingen.

 

Burgemeester Harry Hendrickx licht toe dat er bijvoorbeeld een participatietraject is afgelegd naar aanleiding van het meerjarenplan. Er werd gemerkt dat burgers die tot een adviesraad behoren hier naartoe komen. Andere burgers waren er bijna niet. Ondanks de grote inspanningen waren er dus weinig burgers aanwezig. Met het bevragen van burgers moet oordeelkundig omgegaan worden. Bij belangrijke zaken zal dit ook gebeuren. In het traject van het mobiliteitsplan worden bijvoorbeeld ook burgers betrokken.

 

Schepen Wim Jordens licht nog toe dat recent in het college van burgemeester en schepenen werd beslist om met CitizenLab in zee te gaan. Dit is een digitaal platform om aan participatie te doen.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat het een goede zaak is dat de Malse Courant maandelijks zal verschijnen, maar vraagt waarom een belangrijk deel van de opmaak ervan uit handen gegeven wordt.

 

Schepen Dries Van Dyck licht toe dat dit mogelijkheden schept om binnen de communicatiedienst ook andere zaken uit te rollen.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat het positief is dat de Vlaamse regering middelen voorziet voor open ruimte. Wat wil de gemeente met die middelen doen?

 

Schepen Sanne Van Looy licht toe dat het nog niet concreet is wat ermee zal gebeuren. Wel is het zo dat de meerderheid werk wil maken van woonuitbreidingsgebieden.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat de meerderheid de overheidsopdrachten wil verduurzamen. Wat is het ambitieniveau? Wat wil de meerderheid bereiken?

 

Schepen Wim Jordens licht toe dat de ecologische voetafdruk mee in de criteria wordt opgenomen. Het kan gaan over kledij, maar ook nog veel ruimer.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat een traject met een begeleider voor PPS West wordt opgestart. Hoe zit de taakverdeling tussen de begeleider en de gemeente?

 

Schepen Sanne Van Looy licht toe dat verschillende partners hebben ingeschreven op de opdracht. Wat zijn de noden en opportuniteiten voor het project én visievorming, vormen belangrijke aspecten van de opdracht. Er moet een goede balans zijn tussen de externe partner en de gemeente. Er zal een interne kerngroep opgericht worden die het traject met de begeleider doorloopt.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat de samenwerking met uitbaters van de Mintjens sporthal niet altijd vlot loopt.

 

Schepen Elisabeth Joris deelt de bezorgdheid en stelt dit sterk op te volgen. De gemeente tracht dikwijls als tussenpersoon tussen de vereniging en de uitbaters van de sporthal op te treden.

 

Raadslid Tom Lauryssen merkt op dat er een budget voorzien wordt voor mantelzorgers. Dit wordt pas vanaf 2021 voorzien.

 

Schepen Wouter Patho licht toe dat in 2020 een reglement zal worden goedgekeurd. Daarna is het de intentie om een premie uit te keren aan de mantelzorgers, om ze individueel te ondersteunen.

 

Raadslid Tom Lauryssen merkt op dat er elke maand een praatgroep georganiseerd wordt. Hij vraagt zich af of dit zinvol is.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat het een erkende vereniging is die een subsidie krijgt. Het heeft niets te maken met de premie voor mantelzorgers. Het staat er los van.

 

Raadslid Paul Van Ham feliciteert de financieel directeur en het managementteam om een redelijk flou akkoord om te zetten in concrete acties. De gemeenteraad is het hoogste orgaan en zal toezien op de uitvoering ervan.

 

Raadslid Alex Van Loon licht toe dat er twee acties rond sociale economie zijn. Wat zijn de concrete plannen?

 

Schepen Wouter Patho licht toe dat sociale economie in het bestuursakkoord en het meerjarenplan staat. Er wordt samengewerkt met partners zoals bijvoorbeeld Selab. Daarnaast hebben verschillende contracten ook een sociale component, zoals bijvoorbeeld het groenonderhoud. Dit kan evenwel nog breder gaan.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of er bepaalde resultaten of doelen vooropgesteld worden.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat er geen resultaatsverbintennis wordt aangegaan.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat er drie sterke zaken rond duurzaamheid naar voor worden geschoven: verledding, biodiversiteit en het klimaatplan. Dat is positief. Evenwel is er minder ambitie rond het verbinden van groengebieden.

 

Schepen Wouter Patho licht toe dat er de volgende 6 jaren 340.000 euro voorzien wordt voor de verhoging van biodiversiteit. Het is de bedoeling om voor juni volgend jaar een klimaatplan te hebben opgemaakt. Er wordt 470.000 euro voorzien voor acties gelinkt aan het burgemeestersconvenant. Wat de verbinding van natuurgebieden betreft, worden vanuit Vlaanderen middelen voorzien.

 

Raadslid Alex Van Loon geeft als suggestie mee dat snoeisel gratis zou aangeleverd moeten kunnen worden in het kader van de behaagactie.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat het positief is dat er fietspaden voorzien worden in de industrie. Hij vraagt of bestaande fietspaden ook geëvalueerd worden.

 

Schepen Sanne Van Looy stelt dat er enorm geïnvesteerd wordt in mobiliteit, namelijk 8,5 miljoen euro. Er zal geïnvesteerd worden met het oog op de identiteit van Malle, waar scholen en verenigingen een belangrijk deel van uitmaken. Voor de uitwerking van het mobiliteitsplan wordt meer dan 2 miljoen euro opzij gezet. In het kader van het mobiliteitsplan zal een evaluatie gebeuren, maar los ervan wordt de oefening ook vandaag de dag al gedaan. De vernieuwing van het fietspad Oude Molenstraat en Oude Baan zijn er twee concrete voorbeelden van.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt blij te zijn dat er zoveel geïnvesteerd wordt, maar merkt op dat er in het verleden maar 28% gerealiseerd werd van wat voorzien werd.

 

Schepen Wim Jordens stelt dat je start met ambitieuze ideeën. Vervolgens volgt een financiële toets. Daarnaast is ook een personeelstoets gedaan. Er zal dan ook getracht worden het plan maximaal te realiseren.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat er goede zaken in het plan staan, sommige zaken zijn dan weer eerder vaag, sommige zaken eerder slecht. Hij stelt erop toe te zien dat wat beloofd werd, gerealiseerd zal worden.

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Tom Lauryssen, Eddy Krijnen)

 

Artikel 1 - het meerjarenplan 2020-2025, deel gemeente, vast te stellen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Meerjarenplan 2020-2025 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde het meerjarenplan 2020-2025, deel OCMW vast.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 171 §4 en 176, 249 tot en met 256

 

Besluit van de Vlaamse regering over de beleids- en beheerscyclus van 30 maart 2018

 

Ministerieel besluit over de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018

 

Omzendbrief KB/ABB 2019/4 inzake strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen van 3 mei 2019

 

Motivering

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde het meerjarenplan 2020-2025, deel OCMW vast.

 

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 9 neen stemmen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Paul Van Ham, Mieke Laenen, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Tom Lauryssen, Eddy Krijnen)

 

Artikel 1 - het meerjarenplan 2020-2025, deel OCMW, dat door de raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Ruimtelijke ordening - vaststelling wegtracé in de verkaveling 2019/A19 - Oude Holstraat - 1e afd., sectie A, nr. 671b - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 18 oktober 2019 werd door Bart Mintjens namens familie Matheeussen - Riemis een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden ingediend, voor een eigendom gelegen te Malle, Oude Holstraat, kadastraal bekend 1e afdeling, sectie A nummer 671b.

 

De aanvraag betreft een verkavelingsontwerp van 2 kavels voor vrijstaande eengezinswoningen.

 

De grond is gelegen in woongebied met achterliggend agrarisch gebied volgens het gewestplan Turnhout (koninklijk besluit van 30 september 1977).

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 meter van een woongebied of op ten minste 100 meter van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 meter geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘gebied voor eengezinswoningen’, goedgekeurd op 4 april 2013. Het is een zogenaamd overdruk-RUP dat door middel van een stedenbouwkundig voorschrift in overdruk op het gewestplan en/of BPA de hoofdbestemming wonen beperkt. Het RUP vervangt het gewestplan en/of BPA niet. Binnen het RUP zijn enkel grondgebonden eengezinswoningen toegelaten. Het oprichten van meergezinswoningen alsook bestemmingswijzigingen naar een meergezinswoning zijn niet toegestaan.

 

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Het perceel is niet gelegen binnen de omschrijving van de behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan en het RUP 'gebied voor eengezinswoningen, zoals hoger omschreven. De kavels bevinden zich in woongebied.

 

Het advies van Pidpa-Riolering van 6 november 2019 met referentie 191186 L-20-063 is voorwaardelijk gunstig.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 30 oktober 2019 tot 28 november 2019. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften of opmerkingen ingediend.

 

Het gedeelte van het eigendom gelegen in de ontworpen wegzate van de Oude Holstraat, aangeduid als loten 3 en 4 op het verkavelingsplan, opgemaakt door Studiebureel Kris Mintjens cvba, op 14 oktober 2019. Deze loten worden na goedkeuring van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, kosteloos afgestaan aan de gemeente Malle voor inlijving bij het openbaar domein. Ze hebben een oppervlakte van respectievelijk 86 m² en 84 m².

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Het decreet betreffende de omgevingsvergunning, inzonderheid artikel 31, stelt dat als een vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen neemt voor de bevoegde overheid een beslissing over de aanvraag neemt 

 

Artikel 47 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 stelt dat als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad daarover een besluit neemt. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek

 

Motivering

 

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over het tracé van de wegen, in het bijzonder over het grondplan van de ontworpen verkaveling met de ontworpen rooilijn van de Oude Holstraat, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling.

 

Een minimale rooilijnbreedte van 12 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs beide zijden en een minimale rooilijnbreedte van 10 meter is noodzakelijk om de straat te voorzien van alle nodige infrastructuur bij ontwikkeling langs één zijde. Normaliter wordt er op de kruising van 2 wegen een hoekafschuining voorzien van 6 meter x 6 meter.

 

Het verkavelingsontwerp voorziet een rooilijnbreedte van 12 meter voor de Oude Holstraat. De bouwlijn voor de woningen is gelegen op 6 meter uit de ontworpen rooilijn ten opzichte van de Oude Holstraat.

 

Het gedeelte van het perceel, gelegen binnen de ontworpen wegzaten en als loten 3 en 4 aangeduid op het verkavelingsplan, opgemaakt door Studiebureel Kris Mintjens cvba op 14 oktober 2019, welk na goedkeuring van de verkavelingsvergunning kosteloos wordt afgestaan aan de gemeente Malle voor inlijving bij het openbaar domein, hebben een oppervlakte van respectievelijk 86 m² en 84 m².

 

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 21 ja stemmen

 

Artikel 1 - de ontworpen rooilijn en het wegtracé van de Oude Holstraat ter hoogte van de aangevraagde verkaveling, aangeduid als loten 3 en 4 op het verkavelingsplan, opgemaakt door Studiebureel Kris Mintjens cvba op 14 oktober 2019, tot het verkavelen van grond gelegen langs de Oude Holstraat, kadastraal bekend 1de afdeling, sectie A, nr. 671b, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Mobiliteit - aanvullend reglement op het wegverkeer - parkeerverbod in De Zwaantjes door middel van het aanbrengen van geel onderbroken strepen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De verbinding van de Smekenstraat naar het speelplein Kwaad Einde en verder door naar De Zwaantjes wordt veel gebruikt door (jonge) fietsers en voetgangers die van of naar de lagere school en kleuterschool Immaculata Instituut gaan.

 

Op schooldagen is er in De Zwaantjes een relatief hoge parkeerdruk. Veel (groot)ouders parkeren in De Zwaantjes om te voet naar de school te gaan. Er wordt regelmatig tot tegen of zelfs voor de toegangsweg naar het speelplein Kwaad Einde geparkeerd.

 

Het invoeren van een parkeerverbod aan weerszijden van de toegangsweg zal de nodige ruimte creëren om vlotter en veiliger te kunnen in- en uitrijden als fietser.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 286 tot en met 288

 

Nieuwe gemeentewet, artikel 119

 

Wet van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 10

 

Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, artikels 25.1.10° en 75.1.2°

 

Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, artikel 17.1

 

Decreet van 16 mei 2008 over de aanvullende reglementen over het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, artikels 5, 7 en 10

 

Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 over de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

 

Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Ministerieel besluit van 7 mei 1999 over het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg

 

Motivering

 

De gemeente hecht een groot belang aan de veiligheid van de kwetsbare weggebruiker. Om de veiligheid van de kwetsbare weggebruiker beter te garanderen, is het noodzakelijk om een parkeerverbod in te voeren vanaf de oprit van huisnummer 3 tot 5 meter van het kruispunt met Kwaad Einde. Dit zal de nodige ruimte creëren om vlotter en veiliger te kunnen in- en uitrijden als fietser. De impact voor de rest van de omgeving blijft beperkt.

 

De aanduiding van dit parkeerverbod kan gebeuren door gele onderbroken strepen ter plaatse op de trottoirband aan te brengen.

 

Om dit parkeerverbod te realiseren moet een aanvullend verkeersreglement vastgesteld worden. Dit reglement heeft betrekking op een gemeenteweg. De gemeenteraad is hiervoor bevoegd.

 

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - goedkeuring te hechten om in De Zwaantjes een parkeerverbod te voorzien vanaf de oprit van huisnummer 3 tot 5 meter van het kruispunt met Kwaad Einde.

 

Artikel 2 - dit parkeerverbod aan te duiden met gele onderbroken strepen op de trottoirband.

 

Artikel 3 - dit aanvullend reglement ter kennisgeving voor te leggen aan het Vlaamse Huis voor de

verkeersveiligheid, departement mobiliteit en openbare werken van de Vlaamse Overheid.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Mobiliteit - aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer - N14-Dorpsplaats aan huisnummers 26 en 27 - opheffing gemeenteraadsbeslissing van 25 april 2019 en invoering parkeerverbod - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De N14-Dorpslaats is een gewestweg.

 

Het filiaal Kruidvat Oostmalle, gelegen Dorpslaats 26-27, is een handelszaak, maar eveneens een regionaal opslag filiaal voor 17 winkels. Hierdoor moet er op regelmatige tijdstippen geladen en gelost worden.

 

Bij de heraanleg van Dorpsplaats - Hoogstraatsebaan werden er parkeerplaatsen voorzien langs de N14-Dorpsplaats ter hoogte van de huisnummers 20 tot en met 29.

 

De parkeerplaatsen op de N14-Dorpsplaats ter hoogte van de huisnummers 20 tot en met 29 bevinden zich in de blauwe zone.

 

Op 29 maart 2019 was er een overleg met de verantwoordelijke van het Kruidvat om de tijdvensters voor het laden en lossen te bepalen.

 

Op 25 april 2019 heeft de gemeenteraad permanente verkeersmaatregelen goedgekeurd, namelijk een parkeerverbod uitgezonderd laden en lossen in de Dorpsplaats ter hoogte van huisnummers 25 tot en met 29.

 

De verkeersdienst van de politiezone Voorkempen vraagt om het parkeerverbod ter hoogte van Dorpsplaats 25 tot en met 29 aan te passen omdat de huidige maatregel niet duidelijk is.

"Het is voor de meeste mensen niet geheel duidelijk wat er nu juist bedoeld wordt. Als we het bord nu bekijken, staat er eigenlijk dat het verboden is om er te parkeren of stil te staan, behalve om te laden en lossen op de tijdstippen die er vermeld staan. Dus er mag nooit iemand staan, behalve op de tijdstippen dat een vrachtwagen kan komen lossen. Net op die momenten mogen er dus ook auto’s staan om te laden of lossen. Dit is volgens mij niet de bedoeling van deze aanduiding."

 

De verkeersdienst van de politiezone Voorkempen stelt voor om het parkeren te regelen met het verkeersbord E9a 'parkeren toegelaten' met onderbord 'uitgezonderd op dinsdag en donderdag van 10 tot 14 uur en woensdag van 14 tot 16 uur'.

 

Door deze signalisatie te gebruiken, is het toegelaten om er steeds te parkeren, behalve op die

tijdstippen. De vrachtwagen van Kruidvat mag op de vermelde tijdstippen wel plaatsnemen op deze locatie omdat deze niet aanzien wordt als ‘parkeren’, maar wel als ‘stilstaan’ omdat hij aan het laden en lossen is. Let op: ook hier is het voor andere voertuigen (vrachtwagens, auto’s) toegelaten om op die tijdstippen te laden en lossen. Dit betekent dat er in het slechtste geval al iemand anders aan het laden en/of lossen is en dus ook weer hinderlijk is voor de vrachtwagen van het Kruidvat (gezien de locatie zal dit niet zo vaak voorkomen). Met deze signalisatie is het voor de politiediensten wel mogelijk om op te treden ingeval van problemen.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 286 tot en met 288

 

Nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 134 § 1 en artikel 135 § 2,1°

 

Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer

 

Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer

 

Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

 

Decreet van 16 mei 2008 over de aanvullende reglementen over het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

 

Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 over de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

 

Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Ministerieel besluit van 7 mei 1999 over het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg

 

Gemeenteraadsbeslissing van 25 april 2019 over mobiliteit - permanente verkeersmaatregelen - N14-Dorpsplaats ter hoogte van huisnummers 25 tot en met 29 - invoeren parkeerverbod uitgezonderd laden en lossen - goedkeuring

 

Motivering

 

Om de verkeersveiligheid te garanderen is het nodig om in de N14-Dorpsplaats ter hoogte van huisnummers 26 en 27 op drie parkeerplaatsen een beperking op parkeren in te voeren op:

         dinsdag: van 10 uur tot 14 uur

         woensdag: van 14 uur tot 16 uur

         donderdag: van 10 uur tot 14 uur

 

Op deze manier kunnen de leveringen aan het Kruidvat op een veilige en vlotte manier verlopen tijdens het tijdvenster voor laden en lossen en blijft een vlotte doorstroming gegarandeerd waarbij de rijbaan, het voet- en fietspad vrij blijven.

 

De verkeersdienst van de politiezone Voorkempen stelt vast dat er regelmatig parkeerproblemen zijn op de N14-Dorpsplaats ter hoogte van de huisnummers 20 tot en met 29.

 

Om op te treden in geval van problemen stelt de verkeersdienst van de politiezone Voorkempen voor om:

1)      het huidige stilstaan- en parkeerverbod, uitgezonderd laden en lossen op te heffen (gemeenteraadsbeslissing van 25 april 2019)

2)      het parkeren te regelen met het verkeersbord E9a 'parkeren toegelaten' met onderbord 'uitgezonderd op dinsdag en donderdag van 10 tot 14 uur en woensdag van 14 tot 16 uur'.

 

Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om permanente verkeersmaatregelen goed te keuren.

 

Beraadslaging

 

Schepen Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Wim Vervloet licht toe dat het een verbetering is dat het juiste bord er staat. Niettemin zal de fractie tegen stemmen omdat een opslagfiliaal zich niet in een dorpskern moet situeren.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 2 neen stemmen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - de gemeenteraadsbeslissing van 25 april 2019 'Mobiliteit - permanente verkeersmaatregelen - N14-Dorpsplaats ter hoogte van huisnummers 25 tot en met 29 - invoeren parkeerverbod uitgezonderd laden en lossen - goedkeuring' op te heffen.

 

Artikel 2 - goedkeuring te hechten aan het invoeren van een parkeerverbod, op drie parkeerplaatsen in de N14-Dorpsplaats ter hoogte van huisnummers 26 en 27 op volgende momenten:

         op dinsdag van 10 tot 14 uur

         op woensdag van 14 tot 16 uur

         op donderdag van 10 tot 14 uur

 

Artikel 3 - dit parkeerverbod aan te duiden met:

         de verkeersborden E9a

         onderbord: uitgezonderd op dinsdag en donderdag van 10 tot 14 uur en woensdag van 14 tot 16 uur

         de verkeersborden worden aangevuld met x-borden Xa en Xb

 

Artikel 4 - dit aanvullend reglement ter goedkeuring voor te leggen aan het Vlaamse Huis voor de verkeersveiligheid, departement mobiliteit en openbare werken van de Vlaamse Overheid.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Overeenkomst 2020-2025 Sportregio Noorderkempen ILV - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De huidige overeenkomst tussen de 12 deelnemende gemeenten van ILV Sportregio Noorderkempen loopt af op 31 december 2019. Er dient een nieuwe overeenkomst opgemaakt te worden voor de periode 2020-2025.

 

Tijdens de algemene vergadering van Sportregio Noorderkempen ILV op 21 november 2019 keurde de stemgerechtigde leden het voorstel van nieuwe overeenkomst en meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Collegebeslissing van 9 december 2019 betreffende 'Overeenkomst 2020-2025 Sportregio Noorderkempen ILV - goedkeuring'

 

Gemeenteraadsbeslissing van 8 december 2014 betreffende 'Sport - ILV Sportregio Noorderkempen - Nieuwe samenwerkingsovereenkomst 2015-2019, huishoudelijk reglement en meerjarenplan - Goedkeuring'

 

Motivering

 

Om de continuïteit van de regiowerking te garanderen is het noodzakelijk om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst af te sluiten. De leden zijn overtuigd van de meerwaarde om regionaal verder samen te werken rond sport.

 

Volgende wijzigingen worden voorgesteld ten opzichte van de huidige overeenkomst:

- Art 2: Doel aangepast aan de thema's waarop ingezet gaat worden.

- Art 3: Duurtijd aangepast naar 2020-2025.

- Art 4.2: Inzet personeel correcter geformuleerd.

- Art omtrent zitpenningen verwijderd. Geen zitpenningen voor deelname aan algemene vergaderingen Sportregio Noorderkempen. Die mogelijkheid staat in de huidige overeenkomst, maar gebeurt in de praktijk niet.

Verder zijn alle artikelen gelijk gebleven: hoofdstuk 3 tot en met 7.

 

In het meerjarenplan 2020-2025 wordt voorgesteld om in te zetten op volgende 5 thema's:

* thema 1: De ILV Sportregio Noorderkempen als netwerkorganisatie

* thema 2: De ILV Sportregio Noorderkemepn zet in op sportinfrastructuur en sportieve ruimte

* thema 3: De ILV Sportregio Noorderkempen zet in op sportclubondersteuning

* thema 4: De ILV Sportregio Noorderkempen zet in op een doelgroepenbeleid

* thema 5: Overig beleid

 

Wat timing en budget betreft wordt in 2020-2021 gewerkt aan een masterplan bovenlokale sportinfrastructuur onder begeleiding van ISB (Vlaams Instituut voor sportbeheer en recreatiebeleid). In 2021 wordt er gestart met bovenlokale sportclubondersteuning. In het najaar 2021 wordt op basis van de resultaten van 2020 en 2021 beslist over de verdere werking vanaf 2022. Dit voorstel is mogelijk vanuit de huidige financiële reserves van de ILV Sportregio Noorderkempen.

 

Het voorstel van nieuwe overeenkomst en meerjarenplan 2020-2025 werd besproken en goedgekeurd door de algemene vergadering van Sportregio Noorderkempen op 21 november 2019.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Actie

AC000128

AC000129

Beleidscode

 

Algemene rekening

 

Beschikbaar krediet

3.975 EUR

Raming (incl. btw)

3.975 EUR

Vastlegging (incl. btw)

3.975 EUR

 

De financieel directeur leverde een visum af op 11 december onder voorbehoud van goedkeuring van het meerjarenplan.

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de nieuwe overeenkomst 2020-2025 van Sportregio Noorderkempen ILV goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Gemeentepersoneel - verhoging fietsvergoeding - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Gemeente en OCMW Malle kiest ervoor om haar personeel op een correcte en marktconforme manier te verlonen. Het op barema's gebaseerde salaris wordt aangevuld met interessante voordelen zoals een groeps- en hospitalisatieverzekering en de fiscaal voordelige maaltijdcheques en transportvergoedingen. We streven ernaar een aantrekkelijke werkgever te zijn.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Besluit van de de Vlaamse regering van 7 december 2007 en latere wijzigingen betreffende de rechtspositieregeling van het gemeente- en het provinciepersoneel

 

Collegebeslissingen van 30 juni 2008 als aanvulling op de rechtspositieregeling

 

Gemeenteraadsbeslissing van 22 oktober 2018 betreffende de wijziging van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel

 

Protocolakkoord van het bijzonder onderhandelingscomité van 9 december 2019 in verband met de verhoging van de fietsvergoeding

 

Motivering

 

De wetgever verhoogde het fiscaal voordelige grensbedrag voor de fietsvergoeding. Sinds 1 januari 2019 kan de werkgever een fiscaal vrijgestelde fietsvergoeding van 0,24 EUR per gereden kilometer toekennen, in plaats van de vroegere 0,23 EUR.

 

In het kader van mobiliteit en maatschappelijk verantwoord ondernemen, stimuleren we als gemeente en OCMW het woon-werkverkeer met de fiets. Het toekennen van een fietsvergoeding is in dit kader een interessante beloning. Het verhogen van de fietsvergoeding levert een tastbaar, netto voordeel op voor alle pendelaars met de fiets, en kan eventueel andere personeelsleden ook stimuleren om de auto aan de kant te laten staan.

 

 

Financiële gevolgen

 

Het gemeentepersoneel fietst gemiddeld per jaar 60.000 km aan woon-werkverkeer. Aan 0,23 EUR per kilometer kost dit het bestuur 13.800 EUR. Aan 0,24 EUR is dit 14.400 EUR. De meerkost van de verhoging bedraagt dus ongeveer 600 EUR.

Beraadslaging

 

Burgemeester Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - de fietsvergoeding vanaf 1 januari 2020 voor elke medewerker van gemeente Malle die recht heeft op een fietsvergoeding in het kader van woon-werkverkeer, te verhogen van 0,23 euro naar 0,24 euro per afgelegde kilometer. De afgelegde kilometers worden zoals voorheen berekend op één cijfer na de komma.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Land van Playsantiën - afsprakennota - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Malle engageert zich al vele jaren in het toeristische samenwerkingsverband Land van Playsantiën.

Alle deelnemende gemeenten zijn lid van de vzw Land van Playsantiën. Dagelijks bestuur, raad van bestuur en algemene vergadering van deze vzw zorgen voor de dagelijkse werking, nemen beslissingen, en werken een visie en doelstellingen uit.

Bij de start van de nieuwe legislatuur herbevestigt elk bestuur haar engagement in deze werking. In de afsprakennota worden de belangrijkste elementen van de samenwerking vastgelegd tussen de verschillende besturen. Ook de financiële bijdragen aan de werking worden hierin vastgelegd.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Motivering

 

De gemeente Malle wil, samen met haar buurgemeenten, bouwen aan een sterk toeristisch verhaal voor onze regio. Via het Land van Playsantiën bundelen we met vijf gemeenten de krachten om tot een sterkere toeristische werking te komen.

 

 

Financiële gevolgen

 

In het meerjarenplan 2020-2025 is een jaarlijkse toelage voorzien aan het Land van Playsantiën van 5.000,00 EUR.

 

De financieel directeur leverde een visum af op 11 december onder voorbehoud van goedkeuring van het meerjarenplan.

Beraadslaging

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Paul Van Ham merkt op dat er subsidies worden toegekend aan een leaderproject van Land van Playsantiën. Betalen alle leden dergelijke bijdrage voor het leaderproject?

 

Schepen Dries Van Dyck stelt dat enkel Malle deze betaalt, maar de middelen ook enkel aan Malle toekomen voor de realisatie van een toeristische poort aan kasteel de Renesse. De indiening gebeurde via het Land van Playsantiën om administratief in orde te zijn.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - onderstaande afsprakennota met betrekking tot de toeristische samenwerking binnen de toeristische cluster het Land van Playsantiën goed te keuren:

 

Afsprakennota  “Land van Playsantiën”

 

Er wordt overeengekomen tussen

         de vzw Land van Playsantiën enerzijds

         de gemeentebesturen van Lille, Malle, Ranst, Zandhoven en Zoersel anderzijds

         de toeristische vzw's en werkgroepen van de gemeenten

 

een afsprakennota op te maken voor een periode van zes jaar, gelijklopend met de meerjarenplanning 2020-2025 van de gemeenten.

 

Doel van de afsprakennota

Met deze afsprakennota willen de partijen hun wederzijds engagement uitdrukken ten opzichte van elkaar, zowel inhoudelijk als financieel.

 

Doel samenwerking en vzw

De vijf gemeenten willen structureel samenwerken rond toerisme en recreatie, en vertrouwen de concrete uitwerking hiervan toe aan de vzw Land van Playsantiën.

 

Missie en visie

In deze nota bekrachtigen we onze gezamenlijke missie en visie. Deze wordt geconcretiseerd en uitgewerkt door de vzw.

 

Onze missie:

 

Door krachtenbundeling willen we het gebied gevormd door de vijf gemeenten uitbouwen tot een toeristisch-recreatief gebied dat:

         optimaal inspeelt op de recreatieve behoeften van de eigen bevolking

         aan de inwoners van de omliggende regio’s volop mogelijkheden biedt voor actieve en/of passieve recreatie

         dag- en verblijfstoeristen laat onthaasten en actief laat genieten van onze dorpen en groengebieden.

 

Met het Land van Playsantiën willen we bovendien bijdragen aan:

         een duurzaam toerisme

         de bewustwording en ontwikkeling van de waarde van het natuurlijk en cultureel erfgoed in onze gemeenten

         de creatie van welzijn en werkgelegenheid in onze regio en voor onze inwoners.

 

Onze visie

 

We werken aan deze missie door:

         een versterking van het aanbod

         de vermarkting van dit aanbod

         een professionele en hedendaagse communicatie over dit aanbod.

 

Het doel van de samenwerking is om aanvullend en versterkend te werken aan de activiteiten en werking op het lokale niveau.

 

Engagementen deelnemende gemeenten

Elke gemeente engageert zich om voor de volledige periode van 6 jaar (2020 tem 2025) deel uit te maken van de samenwerking, en is dus ook voor de volledige zes jaar lid van de vzw.

Elke gemeente neemt deel in het bestuur van de vzw, door haar vertegenwoordigers.

Elke gemeente verbindt zich ertoe medewerkers en/of vrijwilligers af te vaardigen voor de uitvoering van acties, vooropgesteld in het jaaractieplan van de vzw.

 

Een partij die uit de samenwerking wil stappen, moet ook uit de vzw stappen. Die partij geeft minstens 6 maanden vooraf per aangetekend schrijven zijn ontslag. Een partij die de samenwerking na 31 december 2025 niet wenst te verlengen geeft eveneens zijn ontslag uit de vzw uiterlijk op 30 juni 2025. Nieuwe partijen die willen toetreden tot de samenwerking, en de vzw Land van Playsantiën, stellen hun kandidatuur schriftelijk bij de voorzitter van de vzw. Deze kandidatuur zal voorwerp uitmaken van goedkeuring door de algemene vergadering van de vzw met 2/3 meerderheid.

 

Financiële bijdragen

Elke gemeente betaalt een jaarlijkse bijdrage aan de vzw op basis van het inwonersaantal:

gemeenten tot 15.000 inwoners4.000,00 EUR

gemeenten van 15.000 tot 20.000 inwoners5.000,00 EUR

gemeenten boven 20.000 inwoners 6.000,00 EUR

 

Op 1 januari 2020 betekent dit voor de deelnemende gemeenten het volgende: 

 

Gemeente Bijdrage

 

Lille5.000,00 EUR

Malle5.000,00 EUR

Ranst5.000,00 EUR

Zandhoven4.000,00 EUR

Zoersel6.000,00 EUR

 

Jaarlijks wordt ten laatste in november bekeken of er gemeenten in een andere categorie terechtkomen. Zij betalen dan de desbetreffende bijdrage vanaf het jaar dat volgt.

 

De gemeenten voorzien de totaalbedragen in hun budget gedurende de looptijd van deze afsprakennota.

Indien een lid uit de vzw stapt, behoudt ze haar engagement om de jaarlijkse bijdrage te betalen, op basis van deze afsprakennota.

 

Engagement vzw

De vzw houdt zich in haar werking aan de missie en visie, zoals hier beschreven.

De bestuurders van de vzw maken elk jaar een jaaractieplan op, dat indien gewenst, kan worden voorgelegd aan de gemeentebesturen of andere deelnemende partijen van de vzw.

De vzw engageert zich om te werken rond het volgende takenpakket:

 

         het uitwerken van activiteiten: 

         culinaire fiets- en wandeltochten

         winterwandelingen, zomerse fietstochten (fietsdrieluik)

         productontwikkeling:

         gezamenlijk aanbod wandelingen/fietsroutes

         gezamenlijk aanbod naar verschillende doelgroepen

         samenwerking horeca & logiesuitbaters

         digitale toepassingen

         dagtrips, arrangementen

         vermarkting toeristisch en cultureel erfgoed

         promotie

         eigen communicatiekanalen: website, facebook, instagram, digitale nieuwsbrief

         deelname beurzen of publieksmanifestaties

         gezamenlijke standpuntbepaling en verdediging naar andere instanties

 

De opsomming van de taken is niet limitatief.

 

Opgemaakt te Malle op 19 december 2019.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Oprichten projectvereniging Midden Voorkempen - statuten - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeente Malle kiest ervoor om vanaf 2020 deel te nemen aan de erfgoedwerking van Erfgoed Voorkempen, gecoördineerd door Regionaal Landschap Voorkempen.

Voor het aanvragen van subsidies voor onroerend erfgoed, richt de gemeente Malle, samen met de gemeenten Brasschaat en Brecht, een nieuwe projectvereniging op: Midden Voorkempen. Vanuit deze projectvereniging zal in het voorjaar 2020 een aanvraag ingediend worden voor de oprichting van een intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Motivering

 

De gemeente Malle wil meer aandacht besteden aan het erfgoed in haar gemeente. Het bestuur  wil hiervoor gebruik maken van de expertise, samenwerking en coördinatie, die de regionale erfgoedwerking Erfgoed Voorkempen aanbiedt. Om subsidies aan te vragen als intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst, richt de gemeente, samen met Brecht en Brasschaat, de projectvereniging Midden Voorkempen op.

 

 

Financiële gevolgen

 

In het meerjarenplan 2020-2025 worden onder de actie "We brengen erfgoed onder de aandacht van inwoners en bezoekers" de volgende budgetten voorzien vanaf 2020:

         Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst: eenmalige bijdrage 1.500 EUR (2020) en jaarlijkse bijdrage van 1.527 EUR (2021-2025)

Beraadslaging

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat het waarschijnlijk de bedoeling is om extra subsidies te verkrijgen. Is het nodig om dit via een projectvereniging te doen?

 

Schepen Dries Van Dyck stelt dat het nodig is om op die manier aanspraak te kunnen maken op specifieke projectsubsidies.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt om een voorbeeld te geven.

 

Schepen Dries Van Dyck stelt niet onmiddellijk een voorbeeld te hebben.

 

Schepen Wim Jordens licht toe dat het bijvoorbeeld zou kunnen gaan om de inventarisatie van kapelletjes of de brug aan het kasteel.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - onderstaande oprichtingsakte en statuten voor de projectvereniging Midden Voorkempen goed te keuren:

 

Oprichtingsakte projectvereniging Midden Voorkempen

 

1 STATUTEN

 

1.1 Hoofdstuk 1: naam, zetel, doelstellingen en duur

 

Artikel 1 - Naam van de projectvereniging

 

De projectvereniging wordt genoemd ‘projectvereniging Midden Voorkempen. De projectvereniging is onderworpen aan de bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en aan deze statuten.

 

In de verdere tekst van deze statuten wordt de projectvereniging Midden Voorkempen aangeduid als ‘projectvereniging’.

 

Artikel 2 - Zetel van de projectvereniging

 

De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd in 2930 Brasschaat, Verhoevenlei 11.

 

Artikel 3 - Deelnemers

 

§1. De deelnemers aan de projectvereniging zijn de gemeenten Brasschaat, Brecht en Malle.

 

§2. Zij worden ingeschreven in het deelnemersregister dat aan de statuten van de projectvereniging gehecht is. In het deelnemersregister wordt vermeld voor welke deelwerking(en) de deelnemers een bijdrage (financiële en/of logistieke bijdrage) leveren.

 

Artikel 4 - Doel van de projectvereniging

 

De vereniging heeft tot doel te zorgen voor het behoud (zonder eigendomsverwerving), beheer onderzoek en ontsluiting van het onroerend (archeologisch, landschappelijk, monumenten) erfgoed op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. De vereniging staat tevens in voor het opbouwen, delen en uitwisselen van kennis en expertise rond erfgoed.

 

Artikel 5 - Duur van de projectvereniging

 

§1. De projectvereniging wordt opgericht voor een periode van ten hoogste zes jaar op grond van gemeenteraadsbeslissingen die daarover genomen zijn binnen een tijdsbestek van twee maanden. Tijdens deze periode is er geen uittreding mogelijk.

 

§2. De projectvereniging kan opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn van zes jaar, na een gunstige beslissing door de deelnemende gemeenten. Bij gebrek aan instemming van alle betrokken gemeenten of bij het uitblijven van één of meer beslissingen, wordt de projectvereniging ontbonden.

 

Artikel 6 – Toetreding van nieuwe leden tot de projectvereniging

 

Te allen tijde kunnen nieuwe deelnemers tot de vereniging toetreden. Zij dienen daartoe een aanvraag aan de zetel van de vereniging. De toetreding van een kandidaat-lid kan door de raad van bestuur maar worden aanvaard als alle deelnemende gemeenten met deze toetreding hebben ingestemd.

Daartoe legt de raad van bestuur de vraag tot toetreding voor aan alle deelnemende gemeenten die het engagement aangaan om de beslissing daarover te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

De nieuwe deelnemers worden toegevoegd aan het deelnemersregister dat aan de statuten van de vereniging is gehecht.

 

1.2 Hoofdstuk 2: bestuur van de projectvereniging

 

Artikel 7 - Bestuur van de vereniging

 

§1. De projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur waarvan de leden benoemd worden door de deelnemers.

 

§2. Deze raad van bestuur heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die kaderen binnen het doel van de vereniging. Het mandaat van bestuurder wordt beëindigd indien de respectieve raad die hij vertegenwoordigt zijn mandaat intrekt en in dezelfde raadsvergadering zijn vervanger aanduidt.

 

Artikel 8 - Samenstelling raad van bestuur

 

§1. De raad van bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende stem.

 

§2. De stemgerechtigde leden bestaan uit één lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente. Elke gemeenteraad duidt één plaatsvervanger aan. Deze plaatsvervanger kan het stemgerechtigd lid, bij diens afwezigheid, vervangen in de raad van bestuur. Voor gemeenten betreft de plaatsvervanger een gemeenteraadslid verkozen op een lijst waarvan de verkozenen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen. Elk stemgerechtigd lid beschikt over slechts één stem.

 

§3. De stemmen van bestuurders die deelnemers vertegenwoordigen waarvan in het deelnemersregister is bepaald dat zij voor een welbepaalde deelwerking geen financiële en/of logistieke bijdrage leveren aan de vereniging, worden aangaande de besluiten omtrent deze deelwerking niet in aanmerking genomen om de vereiste meerderheden te bepalen.

 

§4. Daarnaast duidt elke deelnemende gemeente één afgevaardigde aan als lid met raadgevende stem. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de deelnemende gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen. Elke deelnemende gemeente duidt één plaatsvervanger aan. Deze plaatsvervanger kan het lid met raadgevende stem bij diens afwezigheid vervangen in de raad van bestuur. Deze plaatsvervanger is een raadslid, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen.

 

§5. De raad van bestuur kan zich laten bijstaan door ambtenaren en externe deskundigen of kan andere personen uitnodigen die een bijdrage kunnen leveren. De wijze van aanstelling van deze personen wordt geregeld via het huishoudelijk reglement.

 

§6. De bestuurders worden benoemd voor de duur van de projectvereniging, maar zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat, uitgezonderd in geval van de algehele vernieuwing van de gemeenteraden. In voorkomend geval duiden de deelnemende gemeenten in de loop van de maand januari volgend op het jaar van de verkiezingen tot algehele vernieuwing van de gemeenteraden, de nieuwe bestuurders aan. Zij treden aan op 1 februari daaropvolgend. Het mandaat van de bestuurder wordt eveneens beëindigd indien de respectievelijke raad die hij vertegenwoordigt zijn mandaat intrekt en in dezelfde raadsvergadering zijn vervanger aanduidt.

 

Artikel 9 - Vergaderingen raad van bestuur

 

De raad van bestuur vergadert ten minste 2X per jaar. De uitnodigingen worden minstens tien dagen vooraf verstuurd, vergezeld van een agenda. Om rechtsgeldig te beslissen moet de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen.

 

Artikel 10 - Presentiegeld

 

De leden van de raad van bestuur zullen geen presentiegeld ontvangen.

 

Artikel 11 - Ondersteuning raad van bestuur

 

De raad van bestuur kan werkgroepen of adviesgroepen oprichten om de vergaderingen van de raad van bestuur voor te bereiden en kan specifieke opdrachten uitbesteden aan derden. De bepalingen met betrekking tot samenstelling en werkwijze van de adviesgroepen en werkgroepen worden door de raad van bestuur vastgelegd in haar huishoudelijk reglement.

 

Artikel 12 - Verslaggeving

 

§1. De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar. De notulen van de vergaderingen en de bijhorende documenten worden, uiterlijk één maand na de vergadering, ter inzage gelegd op het secretariaat van de deelnemende overheden.

 

§2. De raad van bestuur legt de jaarrekeningen, samen met het activiteitenverslag en het verslag van de accountant jaarlijks, voor eind maart, ter goedkeuring voor aan de gemeenteraden.

 

Artikel 13 - Werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur

 

De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op waarin de werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgelegd. Dat huishoudelijk reglement kan worden gewijzigd bij 2/3 meerderheid van stemgerechtigde leden van de raad van bestuur.

 

Artikel 14 – handtekenbevoegdheid

 

§1. Tegenover derden volstaat, opdat de vereniging geldig vertegenwoordigd zou zijn, de handtekening van 2 stemgerechtigde leden van de raad van bestuur.

 

1.3 Hoofdstuk 3: financieel beheer

 

Artikel 15 - Budget en rekeningen

 

§1. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt m.b.t. de boekhoudkundige verrichtingen.

 

§2. De raad van bestuur stelt de rekening van het afgelopen jaar vast uiterlijk op 31 maart na het verstreken boekjaar. De begroting wordt goedgekeurd door de raad van bestuur uiterlijk op 31 december van het jaar dat voorafgaat.

 

Artikel 16 - Financiering

 

Er wordt geen bijdrage gevraagd van de deelnemende besturen voor een algemene werking of overheadkosten van de projectvereniging als dusdanig. Elk deelnemend bestuur kiest aan welke deelwerkingen en projecten het participeert. Financiële middelen die nodig zijn voor de realisatie van projecten en deelwerkingen, worden aangeleverd door de besturen die wensen te participeren.

 

Artikel 17 - Financiële controle

 

De raad van bestuur benoemt een accountant die de controle op de financiële toestand uitvoert en hierover jaarlijks rapporteert aan de raad van bestuur.

 

1.4 Hoofdstuk 4: wijziging statuten, toetreding, ontbinding

 

Artikel 18 - Wijziging van de statuten, toetreding

 

De wijzigingen van de statuten, inclusief een eventuele uitbreiding van de doelstelling, en de toetreding van nieuwe leden behoeven de instemming van alle deelnemers, op basis van een gemeenteraad.

 

Artikel 19 - Ontbinding van de vereniging

 

De vereniging kan voortijdig ontbonden worden mits een akkoord van 2/3 van de aanwezige stemgerechtigde bestuurders. De vereniging stelt hiertoe een vereffenaar aan.

 

Artikel 20 - Bestemming van de activa na ontbinding

 

In geval van ontbinding van de vereniging worden de activa, na aanzuivering van de eventuele passiva, overgedragen aan de deelnemende gemeenten in verhouding tot de betaalde financiële bijdragen in de lopende periode van de projectvereniging.

Bij de ontbinding van de vereniging zullen de eventueel in gebruik gegeven goederen worden teruggegeven aan de eigenaars, in zoverre hun rechten daarop kunnen bewezen worden aan de hand van geschreven overeenkomsten.

 

1.5 Hoofdstuk 5 – Slotbepaling

 

Artikel 21 - Voor alles wat niet in deze statuten is voorzien, gelden de bepalingen van het decreet  lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Opgemaakt en verleden te gemeente Brasschaat, Verhoevenlei.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Toetreding projectvereniging Erfgoed Voorkempen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeente Malle kiest ervoor om vanaf 2020 deel te nemen aan de erfgoedwerking van Erfgoed Voorkempen, gecoördineerd door Regionaal Landschap Voorkempen.

Hiervoor moet de gemeente Malle toetreden tot de reeds bestaande projectvereniging Erfgoed Voorkempen. Vanuit deze projectvereniging zal in het voorjaar 2020 een aanvraag ingediend worden voor de oprichting van een erfgoedcel. op basis van het Vlaamse cultureelerfgoeddecreet van 2017.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Motivering

 

De gemeente Malle wil meer aandacht besteden aan het erfgoed in haar gemeente. Het bestuur  wil hiervoor gebruik maken van de expertise, samenwerking en coördinatie, die de regionale erfgoedwerking Erfgoed Voorkempen aanbiedt.  Om hiervan gebruik te kunnen maken, moet de gemeente lid worden van de projectvereniging Erfgoed Voorkempen.

 

 

Financiële gevolgen

 

In het meerjarenplan 2020-2025 worden onder de actie "We brengen erfgoed onder de aandacht van inwoners en bezoekers" de volgende budgetten voorzien vanaf 2020:

         Erfgoedcel: eenmalige bijdrage 1.500 EUR (2020) en jaarlijkse bijdrage van 3.111 EUR (2021-2025)

Beraadslaging

 

Schepen Wim Jordens geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 24 ja stemmen

 

Artikel 1 - toe te treden tot de projectvereniging Erfgoed Voorkempen, en de statuten ervan goed te keuren:

 

Statuten Projectvereniging Erfgoed Voorkempen

         Eerste goedkeuring statuten 1 januari 2016

         Eerste aanpassing statuten 2019 – in voege 1 januari 2020: toetreding gemeenten Brasschaat, Malle, Brecht, Schoten, Zandhoven en uittreding provincie Antwerpen in 2019.

 

STATUTEN

 

1.1 Hoofdstuk 1: naam, zetel, doelstellingen en duur

 

Artikel 1 - Naam van de projectvereniging

 

De projectvereniging wordt genoemd ‘projectvereniging erfgoed Voorkempen’. De projectvereniging is onderworpen aan de bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en aan deze statuten.

 

In de verdere tekst van deze statuten wordt de projectvereniging erfgoed Voorkempen aangeduid als ‘projectvereniging’.

 

Artikel 2 - Zetel van de projectvereniging

 

De zetel van de vereniging is gevestigd in Ranst (Oelegem), Schildesteenweg 99.

 

Artikel 3 - Deelnemers

 

§1. De deelnemers aan de projectvereniging zijn de gemeenten Kalmthout, Essen, Wuustwezel, Kapellen, Schilde, Wijnegem, Wommelgem, Ranst, Zoersel, Brasschaat, Brecht, Malle, Zandhoven, Schoten.

 

§2. Zij worden ingeschreven in het deelnemersregister dat aan de statuten van de projectvereniging gehecht is. In het deelnemersregister wordt vermeld voor welke deelwerking(en) de deelnemers een bijdrage (financiële en/of logistieke bijdrage) leveren.

 

Artikel 4 - Doel van de projectvereniging

 

De vereniging heeft tot doel te zorgen voor het behoud (zonder eigendomsverwerving), beheer onderzoek en ontsluiting van het onroerend (archeologisch, landschappelijk, monumenten) en cultureel (roerend en immaterieel) erfgoed op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. De vereniging staat tevens in voor het opbouwen, delen en uitwisselen van kennis en expertise rond erfgoed.

 

Artikel 5 - Duur van de projectvereniging

 

§1. De projectvereniging wordt opgericht voor een periode van ten hoogste zes jaar op grond van gemeenteraadsbeslissingen die daarover genomen zijn binnen een tijdsbestek van twee maanden. Tijdens deze periode is er geen uittreding mogelijk.

 

§2. De projectvereniging kan opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn van zes jaar, na een gunstige beslissing door de deelnemende gemeenten. Bij gebrek aan instemming van alle betrokken gemeenten of bij het uitblijven van één of meer beslissingen, wordt de projectvereniging ontbonden.

 

Artikel 6 – Toetreding van nieuwe leden tot de projectvereniging

 

Te allen tijde kunnen nieuwe deelnemers tot de vereniging toetreden. Zij dienen daartoe een aanvraag aan de zetel van de vereniging. De toetreding van een kandidaat-lid kan door de raad van bestuur maar worden aanvaard als alle deelnemende gemeenten met deze toetreding hebben ingestemd.

Daartoe legt de raad van bestuur de vraag tot toetreding voor aan alle deelnemende gemeenten die het engagement aangaan om de beslissing daarover te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

De nieuwe deelnemers worden toegevoegd aan het deelnemersregister dat aan de statuten van de vereniging is gehecht.

 

1.2 Hoofdstuk 2: bestuur van de projectvereniging

 

Artikel 7 - Bestuur van de vereniging

 

§1. De projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur waarvan de leden benoemd worden door de deelnemers.

 

§2. Deze raad van bestuur heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die kaderen binnen het doel van de vereniging. Het mandaat van bestuurder wordt beëindigd indien de respectieve raad die hij vertegenwoordigt zijn mandaat intrekt en in dezelfde raadsvergadering zijn vervanger aanduidt.

 

Artikel 8 - Samenstelling raad van bestuur

 

§1. De raad van bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende stem.

 

§2. De stemgerechtigde leden bestaan uit één lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente. Elke gemeenteraad duidt één plaatsvervanger aan. Deze plaatsvervanger kan het stemgerechtigd lid, bij diens afwezigheid, vervangen in de raad van bestuur. Voor gemeenten betreft de plaatsvervanger een gemeenteraadslid verkozen op een lijst waarvan de verkozenen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen. Elk stemgerechtigd lid beschikt over slechts één stem.

 

§3. De stemmen van bestuurders die deelnemers vertegenwoordigen waarvan in het deelnemersregister is bepaald dat zij voor een welbepaalde deelwerking geen financiële en/of logistieke bijdrage leveren aan de vereniging, worden aangaande de besluiten omtrent deze deelwerking niet in aanmerking genomen om de vereiste meerderheden te bepalen.

 

§4. Daarnaast duidt elke deelnemende gemeente één afgevaardigde aan als lid met raadgevende stem. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de deelnemende gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen. Elke deelnemende gemeente duidt één plaatsvervanger aan. Deze plaatsvervanger kan het lid met raadgevende stem bij diens afwezigheid vervangen in de raad van bestuur. Deze plaatsvervanger is een raadslid, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen.

 

§5. De raad van bestuur kan zich laten bijstaan door ambtenaren en externe deskundigen of kan andere personen uitnodigen die een bijdrage kunnen leveren. De wijze van aanstelling van deze personen wordt geregeld via het huishoudelijk reglement.

 

§6. De bestuurders worden benoemd voor de duur van de projectvereniging, maar zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat, uitgezonderd in geval van de algehele vernieuwing van de gemeenteraden. In voorkomend geval duiden de deelnemende gemeenten in de loop van de maand januari volgend op het jaar van de verkiezingen tot algehele vernieuwing van de gemeenteraden, de nieuwe bestuurders aan. Zij treden aan op 1 februari daaropvolgend. Het mandaat van de bestuurder wordt eveneens beëindigd indien de respectievelijke raad die hij vertegenwoordigt zijn mandaat intrekt en in dezelfde raadsvergadering zijn vervanger aanduidt.

 

Artikel 9 - Vergaderingen raad van bestuur

 

De raad van bestuur vergadert ten minste 2X per jaar. De uitnodigingen worden minstens tien dagen vooraf verstuurd, vergezeld van een agenda. Om rechtsgeldig te beslissen moet de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen.

 

Artikel 10 - Presentiegeld

 

De leden van de raad van bestuur zullen geen presentiegeld ontvangen.

 

Artikel 11 - Ondersteuning raad van bestuur

 

De raad van bestuur kan werkgroepen of adviesgroepen oprichten om de vergaderingen van de raad van bestuur voor te bereiden en kan specifieke opdrachten uitbesteden aan derden. De bepalingen met betrekking tot samenstelling en werkwijze van de adviesgroepen en werkgroepen worden door de raad van bestuur vastgelegd in haar huishoudelijk reglement.

 

Artikel 12 - Verslaggeving

 

§1. De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar. De notulen van de vergaderingen en de bijhorende documenten worden, uiterlijk één maand na de vergadering, ter inzage gelegd op het secretariaat van de deelnemende overheden.

 

§2. De raad van bestuur legt de jaarrekeningen, samen met het activiteitenverslag en het verslag van de accountant jaarlijks, voor eind maart, ter goedkeuring voor aan de gemeenteraden.

 

Artikel 13 - Werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur

 

De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op waarin de

werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgelegd. Dat huishoudelijk reglement kan worden gewijzigd bij 2/3 meerderheid van stemgerechtigde leden van de raad van bestuur.

 

Artikel 14 – handtekenbevoegdheid

 

§1. Tegenover derden volstaat, opdat de vereniging geldig vertegenwoordigd zou zijn, de handtekening van 2 stemgerechtigde leden van de raad van bestuur.

 

1.3 Hoofdstuk 3: financieel beheer

 

Artikel 15 - Budget en rekeningen

 

§1. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt m.b.t. de boekhoudkundige verrichtingen.

 

§2. De raad van bestuur stelt de rekening van het afgelopen jaar vast uiterlijk op 31 maart na het verstreken boekjaar. De begroting wordt goedgekeurd door de raad van bestuur uiterlijk op 31 december van het jaar dat voorafgaat.

 

Artikel 16 - Financiering

 

Er wordt geen bijdrage gevraagd van de deelnemende besturen voor een algemene werking of overheadkosten van de projectvereniging als dusdanig. Elk deelnemend bestuur kiest aan welke deelwerkingen en projecten het participeert. Financiële middelen die nodig zijn voor de realisatie van projecten en deelwerkingen, worden aangeleverd door de besturen die wensen te participeren.

 

Artikel 17 - Financiële controle

 

De raad van bestuur benoemt een accountant die de controle op de financiële toestand uitvoert en hierover jaarlijks rapporteert aan de raad van bestuur.

 

1.4 Hoofdstuk 4: wijziging statuten, toetreding, ontbinding

 

Artikel 18 - Wijziging van de statuten, toetreding

 

De wijzigingen van de statuten, inclusief een eventuele uitbreiding van de doelstelling, en de toetreding van nieuwe leden behoeven de instemming van alle deelnemers, op basis van een gemeenteraadsbeslissing.

 

Artikel 19 - Ontbinding van de vereniging

 

De vereniging kan voortijdig ontbonden worden mits een akkoord van 2/3 van de aanwezige stemgerechtigde bestuurders. De vereniging stelt hiertoe een vereffenaar aan.

 

Artikel 20 - Bestemming van de activa na ontbinding

 

In geval van ontbinding van de vereniging worden de activa, na aanzuivering van de eventuele passiva, overgedragen aan de deelnemende gemeenten in verhouding tot de betaalde financiële bijdragen in de lopende periode van de projectvereniging.

Bij de ontbinding van de vereniging zullen de eventueel in gebruik gegeven goederen worden teruggegeven aan de eigenaars, in zoverre hun rechten daarop kunnen bewezen worden aan de hand van geschreven overeenkomsten.

 

1.5 Hoofdstuk 5 – Slotbepaling

 

Artikel 21 - Voor alles wat niet in deze statuten is voorzien, gelden de bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Mai Van Thillo Danny Van De Velde

Voorzitter ondervoorzitter

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Vragen en mededelingen

 

Schepen Elisabeth Joris verwijst naar enkele evenementen.

         Schepen Dries Van Dyck verwijst naar enkele evenementen.

         Schepen Mieke Vermeyen nodigt de raadsleden uit op een quiz ten voordele van Kom op tegen Kanker.

         Raadslid Tom Lauryssen merkt op dat bij de werken aan de Bruintjensweg de omleiding beter georganiseerd had kunnen worden.

         Raadslid Alex Van Loon roept op om toe te zien op de uren voor het gebruik van vuurwerk. Soms wordt dit veel te vroeg afgeschoten. Burgemeester Harry Hendrickx licht toe dat dit aan de politie gevraagd is, maar dat ze aangaven dat het moeilijk te handhaven is. De vergunning in Malle bepaalt een kort tijdsslot waarbinnen vuurwerk kan.

         Raadslid Alex Van Loon wijst erop dat er hekken aan De Notelaar zijn omgewaaid. Schepen Wim Jordens stelt dat de eigenaar verwittigd zal worden.

         Raadslid Alain De Laet merkt op dat een aantal grondplanken van de Red Night nog op de site liggen. Raadslid Gert Peeters licht toe dat de eigenaar ze wilde komen halen, maar omwille van het natte weer niet ter plaatste geraakte met zijn vrachtwagen.

         Raadslid Kris Mintjens licht toe dat de gemeenteschool van Malle de beste score van heel de provincie Antwerpen heeft gekregen. Schepen Elisabeth Joris stelt zeer trots te zijn. Ze heeft gevraagd aan de inspecteur om dit voor de gemeenteraad te komen toelichten.

         Raadslid Kris Mintjens stelt dat het een goed ondernemersevent was met een boeiende spreker. Hij brengt enkele uitspraken van de spreker in herinnering.

         Raadslid Tom Lauryssen stelt dat er nog geen vuilbak staat aan de bushalte over Immaculata op de Hoogstraatsebaan. Raadslid Ingrid Vrints licht toe dat er ondertussen een vuilbak hangt. Raadslid Gert Peeters licht toe dat het bushok redelijk schuin staat.

         Voorzitter Dirk Gerinckx wenst iedereen fijne feestdagen.

 

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Interpellatie over de fietsverbinding tussen Hallebaan en Moerdreef

 

Raadslid Wim Vervloet licht onderhavig punt toe:

"Maandag 2 december werd door de burgemeester en een aantal schepenen de verbinding tussen de Moerdreef en de Hallebaan geopend.

Een zeer mooi initiatief deze verbinding met mooie led verlichting en een mooi brug maar wij stellen hier toch wel enkele vragen bij. Bij een opening of inhuldiging verwachten wij een volledig afgewerkt pad. Dit wil zeggen:

1.   Geen uitstekende ijzeren profielen (zie foto’s).

2.   Geen beken die na 1 week al inkalven (zie fotos).

3.   Geen rioolbuizen die na 1 week al bijna dichtslibben (zie foto’s)".

 

Schepen Wim Jordens geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De inrichting van deze doorsteek kadert in het beleid om trage verbindingen te realiseren.

         De opmerkingen zijn terecht.

         De ijzeren profielen liggen op privaat terrein. De eigenaars werden gevraagd ze weg te halen.

         Het realiseren van open grachten maakt onderdeel uit van het beleid. Op dit moment kan niet ingezaaid worden. Dat zal in het voorjaar gebeuren. In de Hallebaan is er een droogzuiging bezig, waardoor er nog meer water is dan anders.

 

Raadslid Wim Vervloet vraagt of er een aanbesteding is geweest.

 

Schepen Wim Jordens antwoordt bevestigend.

 

Raadslid Tom Lauryssen meent dat 82.000 euro wel veel geld is. Bovendien is het niet slim om deze werken nu te doen.

 

Schepen Wim Jordens stelt dat het niet mogelijk is om alles in de zomermaanden te doen. In de zomermaanden wordt er prioriteit gegeven aan de schoolomgevingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

GR van 19 december 2019

 

Interpellatie over de veiligheid in de Voetbalstraat

 

Raadslid Wim Vervloet licht onderhavig punt toe:

"In deze straat passeren er dagelijks veel kinderen met de fiets om zich naar de voetbaltraining te begeven.

Zeker in de wintermaanden wanneer het vroeger donker is, doen er zich hier levensgevaarlijke situaties voor.

Kinderen zien niet waar ze fietsen en wagens zien de kinderen niet goed rijden op deze gevaarlijke en onverlichte weg.

Wetende dat er 250 dagen per jaar beweging is op deze velden en er een 300 tal jongeren meerdere keren per week door de Voetbalstraat passeren is de nood hoog om hier iets aan te doen."

 

Raadslid Wim Vervloet stelt volgende vraag:

         "Waarom is in deze straat nog steeds geen verlichting?"

 

Schepen Wim Jordens antwoordt dat de opdracht aan Fluvius reeds werd gegeven om verlichting te voorzien met een frequentie vergelijkbaar met de Molendreef waar recent verlichting is bijgekomen. Een exacte timing is op dit moment moeilijk te zeggen.

 

 

Publicatiedatum: 04/02/2020