Gemeenteraad

Donderdag 31 maart 2022

 

Aanwezig

 

Voorzitter:

Jolien Vrints

Burgemeester:

Sanne Van Looy

Schepenen:

Dirk Gerinckx, Elisabeth Joris, Dries Van Dyck, Wim Jordens, Wouter Patho

Raadsleden:

Katleen Mintjens, Alain De Laet, Ingrid Vrints, Paul Van Ham, Kim Geys, Mieke Vermeyen, Peter Lacante, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Gert Peeters, Dries De Vry, Tom Lauryssen, Yannis Leirs, Kirsten Dewaelheyns, Dominique Defossez

Algemeen directeur:

Sven Brabants

 

Verontschuldigd

 

Raadsleden:

Alexander Van Loon, Mieke Laenen

 

Overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur verlaat Kris Mintjens, raadslid, vanaf punt 5 de vergadering.

Overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur verlaat Mieke Vermeyen, raadslid, vanaf punt 6 de vergadering.

Vanaf punt 6 vervoegt Kris Mintjens, raadslid, de vergadering.

Vanaf punt 7 vervoegt Mieke Vermeyen, raadslid, de vergadering.

 

 

De gemeenteraad, regelmatig bijeengeroepen door de voorzitter overeenkomstig artikel 22 van het gemeentedecreet, vergadert in het gemeentehuis op 31 maart 2022.

 

De voorzitter stelt vast dat de raad wettelijk is samengesteld.

 

De voorzitter verklaart de vergadering om 20.01 uur voor geopend voor de behandeling van de volgende punten:

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Gemeenteraad - notulen en zittingsverslag zitting 24 februari 2022 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De vorige gemeenteraadszitting vond plaats op 24 februari 2022. De ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag die er betrekking op hebben worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 277 en 278 betreffende de opmaak van de notulen

 

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van 31 januari 2019, artikels 31 en 32

 

Motivering

 

De gemeenteraad stelt vast dat de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de zitting van 24 februari 2022 correct en volledig werden opgesteld.

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt. 

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 24 februari 2022 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Overheidsopdracht - vervanging centrale ICT-infrastructuur - lastvoorwaarden en gunningswijze - gunning - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De huidige centrale ICT-infrastructuur bereikt stilaan enkele limieten en een vervanging is noodzakelijk:

         Op het einde van dit kalenderjaar stopt de ondersteuning op de bestaande infrastructuur.

         Het uitbreiden van de hardware is niet meer mogelijk; voor de servers is de maximumcapaciteit bereikt, bij de storage heeft HP dit product stopgezet.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40

 

Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

 

Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

 

Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

 

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave exclusief btw bereikt de drempel van 140.000 euro niet)

 

Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

 

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 47 over gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aankoopcentrales

 

Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Gemeenteraadbeslissing van 28 november 2019 'Cipal dv als aankoopcentrale voor afname van de raamovereenkomst 'Aankoop van ICT-infrastructuur' volgens bestek nr. CSMRTINFRA19 - goedkeuring

 

Motivering

 

Om de dienstverlening van gemeente Malle te kunnen blijven garanderen, is een vernieuwing van de centrale ICT-infrastructuur nodig.

 

De aankoop kan gebeuren via het CSMRTINFRA19 raamcontract van Cipal dv. De gemeenteraad besliste in de zitting van 28 november 2019 om in te tekenen op dit raamcontract.

 

In het kader van de structurele samenwerking tussen de ICT-diensten van lokale besturen Malle en Zoersel werd er een oplossing uitgewerkt waarbij we de serverinfrastructuur spiegelen en componenten samen aankopen en delen.

 

Voor de aankoop werden Dell en HP aangeschreven via de raamcontracten van C-smart (Centralpoint) en stad Brugge (Real Dolmen). Samen met de fabrikanten werden verschillende oplossingen voorgesteld. Hierbij kwam Dell met de beste oplossing binnen de beschikbare budgetten.

 

Door de samenwerking met de gemeente Zoersel konden we een oplossing uitwerken die uniek is bij de Vlaamse lokale besturen. Indien er zich calamiteiten voordoen, beschikken we over extra capaciteit over de gemeentegrenzen heen.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 103.872,83 euro + 21.813,29 euro btw = 125.686,12 euro inclusief btw.

 

De dienst ICT stelt voor om de benodigde hardware aan te kopen via het raamcontract CSMRTINFRA19 van Cipal dv tegen het nagerekende bedrag van 103.872,83 euro + 21.813,29 euro btw = 125.686,12 euro inclusief btw.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001555

Omschrijving

Informatiemateriaal - centrale infrastructuur

Beschikbaar krediet

140.000,00 euro

Raming (inclusief btw)

125.686,12 euro

Vastlegging (inclusief btw)

125.686,12 euro

 

De financieel directeur leverde op 18 maart 2022 een visum af.

Beraadslaging

 

Manu Van den Broeck, teamverantwoordelijke ICT, geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Dominique Defossez brengt felicitaties uit voor het knappe werk.

 

Raadslid Alain De Laet verwijst naar de algemene voorwaarden. Hij vraagt naar de gevolgen als er iets verkeerd zou gaan. Hij merkt op dat de aansprakelijkheid beperkt is tot het factuurbedrag.

 

Manu Van den Broeck licht toe dat de aankoop is gebeurd via een raamcontract en dat de uitvoering gebeurt via Centralpoint. Hierin is vijf jaar ondersteuning voorzien. Daarin zitten ook garantieherstellingen. Bovendien moet men binnen de 4 uren ter plaatse zijn.

 

Raadslid Alain De Laet verwijst naar de kostprijs van een consultant.

 

Manu Van den Broeck licht toe dat het voor de installatie en opleiding is.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - de benodigde hardware aan te kopen via het raamcontract CSMRTINFRA19 van Cipal dv en dit te gunnen aan Dell, Nieuwlandlaan 111/203 te 3200 Aarschot tegen het nagerekende bedrag van 103.872,83 euro + 21.813,29 euro btw = 125.686,12 euro inclusief btw.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Toekenning noodhulp aan Oekraïne - kennisneming

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het subsidiereglement mondiaal beleid, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 26 augustus 2021, voorziet dat maximum 12.000 euro van het bedrag voorzien voor projectondersteuning kan toegekend worden aan noodhulp naar aanleiding van natuurrampen, humanitaire rampen of gewapende conflicten.

 

Het college van burgemeester en schepenen kan, na advies van de Mondiale Raad, beslissen om eenmalig een bedrag toe te kennen.
 

In de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2022 werd goedkeuring verleend aan het voorstel om een gift ten bedrage van 2.000 euro over te maken aan het Consortium 12-12 op het rekeningnummer BE19 0000 0000 1212 voor hulp aan de bevolking van Oekraïne.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Subsidiereglement mondiaal beleid goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 26 augustus 2021

 

Motivering

 

De gemeenteraad wenst expliciet in kennis te worden gesteld van de verstrekte giften in het kader van noodhulp.

 

Financiële gevolgen

 

Volgnummer

MJP000939

Omschrijving

Subsidie - mondiale verenigingen

Beschikbaar krediet

6.441 euro

Raming (inclusief btw)

2.000 euro

Vastlegging (inclusief btw)

2.000 euro

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig punt. 

 

De gemeenteraad besluit

 

Artikel 1 - kennis te nemen van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2022 om een gift ten bedrage van 2.000 euro over te maken aan het Consortium 12-12 op het rekeningnummer BE19 0000 0000 1212 voor hulp aan de bevolking van Oekraïne.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Mobiliteit - permanente aanvullende verkeersmaatregelen - parkeerplaatsen voor personen met een handicap - Holstraat - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

In de Holstraat is er wegens de hoge parkeerdruk nood om een parkeerplaats voor personen met een handicap te organiseren.

 

De dienst mobiliteit adviseert om deze parkeerplaats ter hoogte van de Holstraat 2 in te richten.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 286 tot en met 288

 

Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten over de politie over het wegverkeer

 

Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer

 

Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

 

Ministerieel besluit van 9 januari 2007 over de gemeentelijke parkeerkaart

 

Ministeriële omzendbrief van 3 april 2001 en 25 april 2003 over het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap

 

Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 135, § 2, 1°

 

Decreet van 16 mei 2008 over de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

 

Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 over de aanvullende reglementen op het

wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens

 

Motivering

 

Er moet een nieuw verkeersreglement worden goedgekeurd dat de ligging en inrichting van de parkeerplaatsen voor personen met een handicap bepaalt.

 

Elk aanvullend reglement of opheffing ervan dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

Beraadslaging

 

Schepen Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig punt. 

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - om in de Holstraat ter hoogte van het huisnummer 2, een parkeerplaats om te vormen naar een parkeerplaats voor personen met een handicap.

 

Artikel 2 - om de maatregel aan te duiden met het verkeersbord E9a met het pictogram 'personen met een handicap' en met een blauwe tegel in het parkeervak.

 

Artikel 3 - dat dit aanvullend verkeersreglement in werking treedt op 4 april 2022.

 

Artikel 4 - dat de inbreuken op de beschikkingen van deze verordening zullen bestraft worden met politiestraffen, voor zover de wetten, algemene of provinciale verordeningen, die op dit stuk bestaan, geen andere straffen voorzien zijn.

 

Artikel 5 - dit aanvullend reglement ter kennisgeving voor te leggen aan het Vlaams Huis voor de verkeersveiligheid van het departement mobiliteit en openbare werken van de Vlaamse overheid.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Patrimonium - ruiling van grond – gemeente Malle / Glowiszyn – ruiling van grond in de ontworpen wegzate van de afgeschafte bedding van buurtweg 17 en de Hallebaan - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

In zitting van 23 juni 1997 keurde de gemeenteraad definitief de gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 17 goed. In deze beslissing werd de ruiling van de afgeschafte wegbedding (eigendom van de gemeente Malle) tegen de percelen van erven Buylinckx gelegen in de wegzate van de Hallebaan als voorwaarde opgelegd.

 

Met besluit van de deputatie van de provincieraad van 13 november 1997 werd het gedeelte van buurtweg 17 afgeschaft.

 

Op 13 mei 1998 werd een schrijven gericht aan landmeter Kris Mintjens met de mededeling dat het college van burgemeester en schepenen deze aangelegenheid wil afhandelen, doch de heer Buylinckx diende de notariskosten te dragen.

 

De heer Buylinckx wenste destijds deze kosten niet te dragen en er werd geen actie meer ondernomen.

 

Mevrouw Glowiszyn, erfgename van de heer Buylinckx wenst het dossier verder af te handelen. Er werd door landmeter Kris Mintjens een nieuw opmetingsplan opgemaakt op 8 november 2021.

 

De oppervlakte van de afgeschafte wegbedding binnen de ontworpen rooilijnen van de Hallebaan, zijnde lot 3, bedraagt 168 m². Dit is eigendom van de gemeente Malle.

Lot 2 is volgens de kadastrale gegevens eigendom van de gemeente Malle, doch dit is foutief. Er werd voor de overdracht nooit een akte verleden.

 

De oppervlakten van de eigendommen van erven Buylinckx gelegen in de wegbedding van de Hallebaan, zijnde loten 1, 2 en 4 bedragen respectievelijk 186 m², 180 m² en 62 m². De totale oppervlakte bedraagt 428 m².

 

Op 17 december 2021 werd een schattingsverslag opgemaakt voor lot 1 door landmeter-expert Jelle Broothaerts. De waarde van lot 1 werd geschat op 186 euro.

 

Op 17 december 2021 werd een schattingsverslag opgemaakt voor lot 3 door landmeter-expert Jelle Broothaerts. De waarde van lot 3 werd geschat op 33.600 euro.

 

Op 30 december 2021 werd een schattingsverslag opgemaakt voor lot 4 door landmeter-expert Jelle Broothaerts. De waarde van lot 4 werd geschat op 12.400 euro.

 

Op 13 januari 2022 werd een schattingsverslag opgemaakt voor lot 2 door landmeter-expert Jelle Broothaerts. De waarde van lot 2 werd geschat op 21.720 euro.

 

In zitting van 24 januari 2022 heeft het college van burgemeester en schepenen kennis genomen van de schattingsverslagen en beslist principieel akkoord te gaan met de ruiling ‘onder gesloten beurzen’ van de voormalige wegbedding van buurtweg 17, eigendom van de gemeente Malle, aangeduid als lot 3 en met een geschatte waarde van 33.600 euro tegen de eigendommen van mevrouw Glowiszyn gelegen in de ontworpen wegbedding van de Hallebaan, aangeduid als loten 1, 2 en 4 en met een totale waarde van 34.306 euro.

Er werd ook beslist dat de kosten voor opmaak van het opmetingsplan en de ruilingsakte dienen gedragen te worden door mevrouw Glowiszyn, zoals reeds gemeld aan de heer Buylinckx met brief van 13 mei 1998. De kosten voor opmaak van de schattingsverslagen in opdracht van het gemeentebestuur zijn ten laste van het gemeentebestuur.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41

 

Motivering

 

Notaris Xavier Desmet te Antwerpen heeft het ontwerp van akte 'ruiling' met referte D.18006943 opgemaakt.

 

Er werd een opmetingsplan opgemaakt door Studiebureel Kris Mintjens cvba op 28 december 2021.

 

Ons bestuur zal ingevolge de ruiling vierhonderd achtentwintig vierkante meter (428 m²) grond in de ontworpen wegzate van de Hallebaan, aangeduid als loten 1, 2 en 4 op het opmetingsplan, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

Ons bestuur zal ingevolge de ruiling honderd achtenzestig vierkante meter (168 m²) grond, aangeduid als lot 3 op het opmetingsplan, vervreemden.

 

De akte wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

De gemeenteraad duidt de personen aan welke namens de gemeente Malle zullen optreden bij het verlijden van de notariële akte.

Beraadslaging

 

Burgemeester Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt. 

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 –de ruiling zonder opleg voor een van beide partijen, van het perceel gemeentegrond met een oppervlakte van 168 m², aangeduid als lot 3 op het opmetingsplan opgemaakt door Studiebureel Kris Mintjens cvba op 28 december 2021, en kadastraal gekend 1e afdeling, sectie B, nr. 677a, tegen de percelen grond begrepen in de ontworpen wegzate van de Hallebaan, aangeduid als loten 1, 2 en 4 op voormeld opmetingsplan en kadastraal gekend 1e afdeling, sectie B, nummers 316/03g – 316/02e en 316h, eigendom van mevrouw Glowiszyn, goed te keuren.

 

Artikel 2 – de door de gemeente te verkrijgen grond is gelegen in de ontworpen wegzate van de Hallebaan en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – het ontwerp van akte 'ruiling' met referte D.18006943, opgemaakt door notaris Xavier Desmet te Antwerpen, goed te keuren.

 

Artikel 4 – dat de grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur aan te duiden om namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 6 – de hypotheekbewaarder te ontslagen van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – dat de kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte ten laste zijn van mevrouw Glowiszyn.

 

Artikel 8 – dat de kosten voor opmaak van de schattingsverslagen in opdracht van het gemeentebestuur ten laste zijn van het gemeentebestuur.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Patrimonium - verwerving van eigendom – familie Huyskens en Mangelschots Raf - kosteloze grondafstand in de ontworpen wegzate van de Herentalsebaan - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 23 augustus 2021 werd de omgevingsvergunning voor het bijstellen van een verkaveling nummer 2021/07, afgegeven aan Bart Palmers namens Jelle Strijbos voor het eigendom te Malle, Herentalsebaan zn, kadastraal gekend 2e afdeling, sectie D, nummers 325r2 – 325s2 - 325t2 – 325v2, waarin onder andere de volgende last werd opgenomen:

"7° het gedeelte van het eigendom begrepen in de ontworpen wegzate van de Herentalsebaan, aangeduid in gele kleur (320,20 m²) dient voor inlijving bij het openbaar domein en met bestemming openbaar nut kosteloos aan de gemeente te worden afgestaan".

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41

 

Motivering

 

Notaris Wouter Nouwkens te Malle heeft het ontwerp van akte ‘kosteloze grondafstand', met referentie EC/1186/20B-2202024, opgemaakt.

 

Er werd een opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Bart Palmers op 29 oktober 2021, waarop de af te stane grond werd aangeduid als loten Aw. A, Aw. B, Aw. C en Aw. D.

 

Ons bestuur zal ingevolge de grondafstand driehonderd twintig komma nul drie vierkante meter (320,03 m²) grond in de ontworpen wegzate van de Herentalsebaan, aangeduid als loten Aw. A, Aw. B, Aw. C en Aw. D op het opmetingsplan, zijnde het kadastraal perceel 2e afdeling, sectie D, nummers 325r2 – 325s2 - 325t2 – 325v2, verwerven en de verwerving van de grond is van openbaar nut.

 

De akte wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd en tot aanvaarding van de af te stane grond.

 

De gemeenteraad duidt een persoon aan welke, bij sterkmaking namens de gemeente Malle, zal optreden bij het verlijden van de notariële akte.

 

Volgende medewerkster van notariaat Nouwkens & Portier te Malle wordt voorgesteld:

         mevrouw Crispeels Eva Louise Joanna, geboren te Vilvoorde op 10 maart 1986 en wonend te 2980 Zoersel, Zandstraat 88.

Beraadslaging

 

Burgemeester Sanne Van Looy geeft toelichting bij onderhavig punt. 

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 –de afstand ten kosteloze titel, aan de gemeente Malle, door Huyskens Luc en Marc, De Meester – Huyskens Ignatius en Suzanna en Mangelschots Raf, van de grond begrepen in de ontworpen wegzate van de Herentalsebaan, aangeduid als loten Aw. A, Aw. B, Aw. C en Aw. D op het opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Bart Palmers op 29 oktober 2021, kadastraal gekend 2e afdeling, sectie D, nummers 325r2 – 325s2 - 325t2 – 325v2, met een gezamenlijke oppervlakte van driehonderd twintig komma nul drie vierkante meter (320,03 m²), te aanvaarden.

 

Artikel 2 – de grond te aanvaarden voor inlijving bij het openbaar domein en de bestemming is bijgevolg van openbaar nut.

 

Artikel 3 – het ontwerp van akte ‘kosteloze grondafstand', opgemaakt door notaris Wouter Nouwkens te Malle, met referentie EC/1186/20B-2202024, goed te keuren.

 

Artikel 4 – dat de grond dient vrij te zijn van hypothecaire inschrijvingen en bodemverontreiniging, wat zal moeten blijken uit de daartoe af te leveren attesten, voorafgaandelijk aan het verlijden van de notariële akte.

 

Artikel 5 – volgende medewerkster van notariaat Nouwkens & Portier te Malle aan te duiden om bij sterkmaking, namens de gemeente Malle op te treden bij het verlijden van de notariële akte:

         mevrouw Crispeels Eva Louise Joanna, geboren te Vilvoorde op 10 maart 1986 en wonend te 2980 Zoersel, Zandstraat 88.

 

Artikel 6 – de hypotheekbewaarder te ontslagen van de verplichting van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de notariële akte.

 

Artikel 7 – dat de kosten verbonden aan de opmaak van de notariële akte ten laste zijn van de verkavelaar (afstanddoener).

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Subsidiereglement mondiaal beleid - aanpassing - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De laatste aanpassing van het subsidiereglement mondiaal beleid dateert van 26 augustus 2021. Om de regels in verband met het toekennen van subsidie aan mondiale educatieve schoolprojecten te verduidelijken is een aanpassing nodig aan artikel 2.C.2. Scholen.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40

 

Subsidiereglement mondiaal beleid, goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 augustus 2021

Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 februari 2022 betreffende aanpassing subsidiereglement mondiaal beleid

 

Motivering

 

Het bestuur van de mondiale raad stelde de aanpassingen voor. Deze werden door de mondiale raad positief geadviseerd.

 

Het mondiaal beleid van Malle wil op een coherente en transversale manier bijdragen aan internationale rechtvaardigheid en duurzaamheid. Coherent en transversaal werken vraagt een samenhangend beleid tussen de verschillende relevante beleidsdomeinen. Samen met haar verenigingen en geëngageerde burgers wil het mondiaal beleid solidariteit in de praktijk brengen, wereldburgerschap stimuleren en mondiale samenwerkingen opzetten. De 'Agenda 2030' en de '17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals, SDG’s)' realiseren zijn immers een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle beleidsniveaus.

 

Jaarlijks voorziet de gemeente een bedrag voor mondiaal beleid. Dit bedrag is steeds 0,7 % van het gemeentebudget en wordt verdeeld in enerzijds toelagen, anderzijds wordt er een deel van het bedrag vastgelegd in het gemeentebudget als exploitatiekosten om de werking van de dienst mondiaal beleid te verzekeren. In de exploitatiekosten zit ook het loon voor een halftijds ambtenaar vervat.

Beraadslaging

 

Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij onderhavig punt. 

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - goedkeuring te hechten aan navolgend reglement:
 

SUBSIDIEREGLEMENT MONDIAAL BELEID

 

HOOFDSTUK 1. DEFINITIES

 

▪ NGO: Een niet-gouvernementele organisatie, ook wel non-gouvernementele organisatie genoemd, is een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op een verondersteld maatschappelijk belang.

 

▪ 4de pijler: De 4de Pijler is een verzamelnaam voor burgerinitiatieven voor ontwikkelingssamenwerking die vanuit Vlaanderen wereldwijd ondernomen worden.

 

▪ Erkenning als mondiale vereniging: elke NGO en 4de pijlerorganisatie met een actieve werking in Malle kan een aanvraag tot erkenning indienen bij het college van burgemeester en schepenen. De Mondiale raad zal elke aanvraag tot erkenning vooraf adviseren. Ze gebruikt hiervoor de bestaande erkenningen van ngo’s door hogere overheden. Voor initiatieven die opgestart worden door burgers is de registratie bij de 4de pijler een voorwaarde.

 

▪ SDG: staat voor Sustainable Development Goals of Werelddoelen voor duurzame ontwikkeling. Ze streven naar een einde aan extreme armoede, ongelijkheid, onrecht en klimaatverandering. Dat is de kern van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's). De 193 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) hebben deze ontwikkelingsagenda voor 2015 – 2030 vastgesteld.

 

▪ 11.11.11.-comité: Plaatselijk comité dat acties onderneemt onder de noemer van de Koepelvereniging van de Noord-Zuidbeweging.

 

▪ provisie: geld gereserveerd voor een toekomstige gebeurtenis.

 

▪ derde wereld: Het begrip derde wereld is in de moderne betekenis een synoniem voor het totaal van alle ontwikkelingslanden. De bevolking van landen in de derde wereld is over het algemeen zeer arm en de geboortecijfers zijn relatief hoog.

 

▪ HDI: staat voor Human Development Index. De index van de menselijke ontwikkeling van de Verenigde Naties meet voornamelijk armoede, analfabetisme, onderwijs en levensverwachting in een bepaald land of gebied.

 

HOOFDSTUK 2. VERDELING VAN DE SUBSIDIES

 

Artikel 2.A Begunstigde

De begunstigden van deze subsidieregeling worden omschreven in artikel 2.A.1. en artikel 2.A.2.

 

Artikel 2.A.1. Erkende verenigingen

Verenigingen die erkend zijn door het college van burgemeester en schepenen en die voldoen aan de bepalingen van onderhavig subsidiereglement kunnen in aanmerking komen voor de subsidies uit onderhavig reglement.

 

Artikel 2.A.2. Anderen

Alle andere rechtspersonen zonder winstoogmerk, alle feitelijke verenigingen zonder winstoogmerk en natuurlijke personen dan omschreven in artikel 2.A.1. waarbij de mondiale raad de aanvraag heeft geadviseerd en die voldoen aan de bepalingen van onderhavig subsidiereglement, kunnen in aanmerking komen voor de subsidies uit onderhavig reglement.

 

Artikel 2.B Verdelingsmechanisme en toekenningsvoorwaarden

De verdeelsleutel vertrekt van een opdeling in enerzijds mondiale vorming & werking en anderzijds projectondersteuning.

 

De subsidies, verleend in functie van het voorziene budget van het lopende dienstjaar, worden toegekend op basis van de werking tussen 1 januari en 31 december.

 

Alle aanvragen dienen voor 15 februari ingediend te worden bij het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag omvat:

▪ een gedetailleerd werkingsverslag van het afgelopen werkingsjaar

▪ een financiële verantwoording van de gemaakte werkingskosten

▪ een beschrijving van de educatieve activiteiten en een financiële afrekening met de nodige bewijsstukken

▪ eventueel een aanvraag voor projectondersteuning, met een omschrijving van het project

▪ een verwijzing in externe communicatie naar de steun vanuit de gemeente Malle via de Mondiale Raad. We raden aan om het logo van de gemeente Malle te hanteren.

 

Op basis van de verschillende aanvragen maakt het dagelijks bestuur van de mondiale raad een voorstel tot verdeling en legt dit, na advies van de mondiale raad, voor toekenning voor aan het college van burgemeester en schepenen. De subsidies worden uitgekeerd voor 1 mei op de rekening van de begunstigde.

 

Artikel 2.C Mondiale vorming en werking: 50% van totaal

 

Om het belang van mondiale vorming en werking ten opzichte van fondsenwerving te benadrukken wordt de helft van het totale bedrag voor mondiale vorming en werking voorbehouden.

 

Onder werkingskosten worden verstaan: alle uitgaven die gepaard gaan met een jaarwerking en die geen educatieactiviteiten of fondsenwervingsactiviteiten zijn. Denk hierbij aan huur, verzekering, kopies, drukwerk en verzendingskosten voor gewone administratie en verslagen.

 

Onder kosten voor mondiale vorming worden verstaan alle kosten nodig om de boodschap inhoudelijk over te brengen: bv. de aankoop van spelmateriaal, lesmateriaal, didactisch en audiovisueel materiaal, honoraria voor sprekers, kosten voor het drukken en verspreiden van folders, huur van lokalen voor een activiteit rond mondiale vorming, e.d.

 

Om een autonome werking te kunnen uitbouwen, beschikt het 11.11.11 comité over een provisie van 4.000 euro en de mondiale raad over een provisie van 3.000 euro. Zowel het 11.11.11. comité als de mondiale raad verplichten zich ertoe om dit bedrag goed te beheren. De gemeente brengt deze provisie elk jaar weer op peil indien nodig. Dit gebeurt op basis van rekeninguittreksels die aangeleverd worden door het 11.11.11. comité en de mondiale raad.

 

Indien het 11.11.11. comité of de mondiale raad ophoudt te bestaan, wordt de provisie terug ter beschikking gesteld van de gemeente die zich ertoe verbindt dit bedrag te besteden aan ondersteuning van een project in de Derde Wereld.

 

Artikel 2.C.1. Mondiale raad

Naast eigen activiteiten kan de mondiale raad activiteiten die in samenwerking tussen verenigingen worden georganiseerd en goedgekeurd werden door de mondiale raad, voorfinancieren. Op basis van het financieel verslag van de mondiale raad wordt ieder jaar de provisie terug aangevuld.

 

Artikel 2.C.2. Scholen

Educatieve mondiale schoolprojecten kunnen financieel ondersteund worden. We verwachten voor elk project dat de school zelf 3 euro bijdraagt per deelnemende leerling. De rest van de kostprijs komt in aanmerking voor subsidiëring met uitzondering van kosten gemaakt voor maaltijden en fondsenwerving. De subsidie van de gemeente bedraagt maximum 7 euro per deelnemende leerling.

Scholen dienen 30 kalenderdagen voor de start van het project een aanvraag in bij de deskundige mondiaal beleid, met een beschrijving van het project en een begroting van de kosten. Om de aanvraag te vereenvoudigen wordt een invulformulier aangeboden aan de scholen.Elke aanvraag wordt onderzocht en geadviseerd door het bestuur van de mondiale raad dat een advies geeft aan het gemeentebestuur. Binnen de twee maanden krijgt de aanvrager een antwoord omtrent de toegekende subsidie.

 

Artikel 2.C.3. Eenmalige mondiale activiteiten

Eenmalige mondiale activiteiten, niet georganiseerd door de erkende mondiale verenigingen kunnen financieel ondersteund worden. Dit gebeurt steeds na advies van de mondiale raad of het bestuur van de mondiale raad. (Een jeugdbeweging kan bijvoorbeeld een activiteit organiseren.)

 

Artikel 2.C.4. Mondiale verenigingen

Een aanvraag tot subsidiëring bestaat uit een werkingsverslag én een financieel verslag van het afgelopen werkingsjaar (1 januari t.e.m. 31 december). Uit het werkingsverslag moet blijken dat de vereniging op het grondgebied van Malle activiteiten ontplooit die bijdragen tot een groter mondiaal bewustzijn bij de bevolking en dat de werking meer omhelst dan een eenmalige activiteit. Uitgaven voor fondsenwerving komen niet in aanmerking voor subsidiëring. Aanvragen voor terugbetaling van kosten voor mondiale vorming bevatten een beschrijving van de activiteit en een financiële afrekening met de nodige bewijsstukken. Indien het voorziene krediet niet volstaat om aan alle aanvragen te voldoen, wordt het bedrag procentueel en evenredig verminderd.

 

Op basis van alle aanvragen maakt het bestuur een voorstel tot afrekening. De subsidies worden voor 1 mei op rekening van de begunstigde gestort.

 

Indien het budget uit artikel 2.C. Mondiale vorming en werking niet is opgebruikt, wordt het saldo toegevoegd aan artikel 2.D. projectondersteuning.

 

Artikel 2.D. Projectondersteuning: 50% van totaal

 

Onder projectondersteuning wordt verstaan: noodhulp, ondersteuning van NGO’s werkzaam in de gemeente, erkende 4de pijlerinitiatieven, ondersteuning van projecten van plaatselijke ontwikkelingshelpers en ondersteuning van eenmalige projectaanvragen van inwoners van de gemeente. Dit bedrag, eventueel aangevuld met de overblijvende som uit artikel 2.C. wordt als volgt verdeeld:

 

Artikel 2.D.1. Noodhulp: max. 12.000 euro

 

Noodhulp of humanitaire hulp is hulp aan slachtoffers van natuurrampen, humanitaire rampen of gewapende conflicten. Het primaire doel van noodhulp is het redden van levens, het verminderen van menselijk lijden en het bewaren en beschermen van de menselijke waardigheid.

 

Naar aanleiding hiervan kan het college van burgemeester en schepenen eenmalig 2.000 euro noodhulp toekennen. Dit gebeurt na advies van het bestuur van de mondiale raad en wordt later, ter kennisgeving aan de mondiale raad voorgelegd. Elke organisatie komt hiervoor maximaal eenmaal per jaar in aanmerking. Het gemeentebestuur kan gemotiveerd van deze beperking afwijken.

 

Indien het budget uit artikel 2.D.1. Noodhulp niet is opgebruikt, wordt het saldo toegevoegd bij artikel 2.D.2., projectondersteuning.

 

Artikel 2.D.2. Projectondersteuning: 50% van totaal, aangevuld met resterend saldo uit artikel 2.C verminderd met het bestede bedrag in artikel 2.D.1

 

Dit bedrag, aangevuld met de eventueel overblijvende som uit artikel 2.D.1. wordt als volgt verdeeld:

 

Artikel 2.D.2.1 11.11.11: 12.000 euro

Dit bedrag wordt rechtstreeks overgemaakt aan 11.11.11., als koepel van de noord-zuidbeweging.

 

Artikel 2.D.2.2. Broederlijk Delen: 7.500 euro

 

Artikel 2.D.2.3. Erkende NGO’s en erkende 4de Pijlerinitiatieven

Erkende NGO’s en erkende 4de Pijlerinitiatieven met een actieve werking in Malle hebben recht op een forfaitair bedrag van 2.500 euro voor hun projectwerking. Het project waar het 4de pijler initiatief actief is, betreft een project in een land dat behoort tot de midden of laagst ontwikkelde landen op de Human Development-index (HDI) of in aantoonbaar minder ontwikkelde regio's van de overige landen.

Erkende NGO’s zonder actieve werking in Malle maar met een aanspreekpunt in de mondiale raad, kunnen, na advies van de mondiale raad, een forfaitaire toelage van 1.000 euro krijgen. Voldoet het voorziene bedrag niet, dan wordt de verdeling procentueel verminderd.

 

Artikel 2.D.2.4. Plaatselijke ontwikkelingshelpers

Voor de reeds gekende ontwikkelingshelpers die in het verleden reeds een toelage van de gemeente ontvingen en het voorbije werkjaar minstens 6 maanden in het buitenland in een ontwikkelingsproject werkten, kan een toelage van 3.000 euro aangevraagd worden. De aanvraag kan gebeuren door de ontwikkelingshelper zelf of door de contactpersoon in Malle die de ontwikkelingshelper vertegenwoordigt. Bij de aanvraag wordt een korte beschrijving gegeven van de besteding van de toelage van het voorgaande jaar (indien van toepassing). Aanvragen van nog niet gekende ontwikkelingshelpers moeten via een vierde pijler initiatief verlopen.

 

Artikel 2.D.2.5. Bijzondere projecten gesteund door de gemeente: max. 1/10 van 2.D.2

Alle andere aanvragen voor projectensteun die werken aan één of meerdere SDG’s kunnen, na advies van de mondiale raad, een toelage krijgen. Het bestuur van de mondiale raad bepaalt de grootte van de toelage op basis van het ingediende dossier.

 

Artikel 2.D.2.6. Kortverblijf

Elke inwoner van Malle die als vrijwilliger of stagiair meedraait in een ontwikkelingsproject kan een toelage van 500 euro aanvragen. Dit bedrag wordt uitbetaald op het rekeningnummer van de aanvrager, maar dient integraal doorgestort of besteed te worden aan het project. De toelage kan niet gebruikt worden om eigen kosten te financieren zoals reis- en verblijfskosten.

De aanvraag wordt minimum 30 kalenderdagen voor vertrek ingediend bij de dienst mondiaal beleid. Elke aanvraag wordt onderzocht en geadviseerd door het bestuur van de mondiale raad dat een advies geeft aan het college van burgemeester en schepenen. Binnen de maand na de aanvraag krijgt de aanvrager een antwoord. De aanvrager zorgt na afloop voor een verantwoording van de besteding van de toelage. De mondiale raad organiseert of faciliteert deze verantwoording. Als de verantwoording niet voldoende wordt geacht, kan de toelage worden teruggevorderd. Eenzelfde inwoner kan per twee jaar één aanvraag indienen. Elke organisatie kan jaarlijks slechts 1 toelage ontvangen.

 

Artikel 2.D.2.7. SDG’s in 4de pijlerinitiatieven

Indien er een restant is bij B. Projectondersteuning wordt dit overschot verdeeld onder de 4de pijlerinitiatieven die duidelijk aangeven rond 3 SDG’s te werken. Dit laatste moet blijken uit de aanvraag.

 

HOOFDSTUK 3. ETHISCHE GEDRAGSCODE

 

Onze ethische gedragscode is gebaseerd op de volgende drie waarden:

▪ Respect: onze pluralistische houding zorgt ervoor dat we op een respectvolle en evenwaardige manier zonder onderscheid omgaan met elkaar en alle betrokkenen

▪ Integriteit: we handelen zorgvuldig, rechtvaardig en open en we streven bovendien geen privébelangen na

▪ Verantwoordelijkheid: we gaan verantwoord om met de toegewezen (financiële) middelen en met elkaar.

 

Iedereen die in aanmerking komt voor subsidies zoals uitgewerkt in dit reglement vragen we om deze ethische code te onderschrijven.

 

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALING

 

Na goedkeuring door de gemeenteraad van 31 maart 2022 is dit subsidiereglement van toepassing vanaf 1 april 2022. Het vervangt alle voorgaande subsidiereglementen met betrekking tot mondiaal beleid.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement voor de activeringsheffing - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 28 januari 2020 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk reglement voor de activeringsheffing goed. Dit reglement geldt tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 3.2.5 tot en met 3.2.16

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009, hierna afgekort als VCRO, in het bijzonder artikels 4.3.5 en 5.6.1 betreffende de voldoende uitrusting van wegen en het register onbebouwde percelen

 

Wet van 4 november 1969 op de landpacht

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Door het heffen van een activeringsheffing leveren deze eigenaars ook een rechtstreekse financiële bijdrage aan het gemeentebestuur voor het onderhoud van de wegen waarlangs ze gelegen zijn, zoals structureel onderhoud, reinigen van straatkolken, straatverlichting, vegen van de straat, maaien van bermen, opruimen van zwerfvuil, ...

 

Omdat de gemeenteraad vaststelt dat er een maatschappelijke evolutie is waarbij steeds meer koppels uit elkaar gaan, werd overwogen hoe de beide partijen gelijk te behandelen in het kader van de activeringsheffing. Elk kind geeft recht op de vrijstelling voor 1 volledige bouwgrond. Echter, bij scheidingen wordt deze vrijstelling gelijkwaardig verdeeld als de ouders elk in het bezit zijn van 1 of meerdere bouwgronden.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000674

Omschrijving

Belasting - niet-bebouwde percelen/activeringsheffing

Geraamde ontvangst

150.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Tom Lauryssen drukt zijn ongenoegen uit over de laatste gemeenteraden. De punten die er op komen motiveren hem niet meer. Hij licht toe dat het niveau van de gemeenteraad serieus aan het zakken is. Er is weinig inbreng. Hij licht toe dat er veel gehuppelpup is tussen radio en tv en gazet. Hij geeft aan dat er iets wringt. Hij stelt dat de gemeenteraden geen niveau halen. Hij stelt dat er toch over andere zaken kan gedebateerd worden op de gemeenteraden.

 

Burgemeester Sanne Van Looy dankt raadslid Tom Lauryssen voor zijn eerlijkheid. Ze licht toe dat de gemeenteraad bepaalde bevoegdheden heeft en dat het kan zijn dat sommige zaken saai zijn dat ze gestemd moeten worden. Ook in het college van burgemeester en schepenen zijn er zaken die gestemd moeten worden en die wat saai zijn soms. Niettemin heeft de oppositie ook een taak en plicht om zaken ter sprake te brengen. De gemeenteraadsleden mogen het college van burgemeester en schepenen interpelleren en controleren. Er is ruimte voor de raadsleden om zaken aan te halen. Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat er maar één gemeenteraad per maand is en dat er op zo'n maand veel gebeurt. Ze geeft aan dat suggesties ter verbetering altijd welkom zijn. Tot slot verwijst burgemeester Sanne Van Looy nog naar de gemeenteraadscommissie die deze week nog is samen gekomen.

 

Raadslid Tom Lauryssen licht toe dat als je vragen stelt, dat er telkens geantwoord wordt dat er volgende gemeenteraad op teruggekomen zal worden.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat gemeenteraadsleden altijd de kans hebben om bijkomende punten in te dienen. Op bijkomende vragen die werden ingediend, wordt telkens in de zitting geantwoord. Op vragen die ter zitting boven komen, kan niet altijd onmiddellijk geantwoord worden omdat er nog zaken uitgezocht moeten worden. Schepen Wouter Patho wijst er op dat raadslid Tom Lauryssen ook heel veel parallel werkt. Je stelt je vraag telefonisch, per mail, je komt erop terug in de varia ronde in de gemeenteraad enzovoort. Schepen Wouter Patho besluit dat raadslid Tom Lauryssen altijd een antwoord krijgt en dat de wegen om vragen te stellen duidelijk zijn.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt dat hij raadslid Tom Lauryssen wel ergens kan volgen. Communicatie en participatie staat in het bestuursakkoord, maar bij het dossier van De Lijn aan de wissel staat iedereen op zijn achterste poten. In de krant staat dat De Lijn dit jaar gaat beginnen met werken, terwijl er op geen enkele manier inhoudelijk geparticipeerd is in dit dossier. De handelszaken begrijpen totaal niet waarmee men bezig is. Raadslid Paul Van Ham verwijst ook naar het artikel over de Hooyberg in de krant. Ineens moet de gemeenteraad dat daar lezen.

 

Burgemeester Sanne Van Looy wijst erop dat het punt van de Hooyberg niet geagendeerd hoefde te worden, maar omdat het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad wil betrekken, wordt het wel geagendeerd. De infovergadering over het project van De Lijn stond eind november gepland, maar deze werd door corona uitgesteld. Burgemeester Sanne Van Looy wijst er ook op dat je wel van iets moet kunnen vertrekken op zo een vergadering. Burgemeester Sanne Van Looy wijst ook op de gemeenteraadscommissie waar het dossier ook besproken werd.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt dat je dan niet van participatie moet spreken, maar van communicatie.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns stelt dat de methodiek van service design niet is gebruikt. Er is niet vanuit de gebruikersvisie gedacht. Iemand van de administratie moet zich toeleggen op service design. Op die manier ga je zien hoe je een bewoner moet meepakken. De gemeente heeft in het dossier van de wissel geïnformeerd, maar niet geparticipeerd. Er wordt niet gedacht vanuit het gebruik door de inwoners.

 

Raadslid Kris Mintjens stelt dat hij drie jaar in de gemeenteraad zit in de oppositie en dat hij er voor spek en bonen zit. Van elk voorstel dat ooit beslist is geweest op de gemeenteraad is er één voorstel aangepast geweest, namelijk het dossier van de brouwer. De input van de gemeenteraad wordt gewoon overruled.

 

Raadslid Ingrid Vrints wijst er op dat ook de hekken aan het plein in Westmalle zijn aangepast na een tussenkomst van de oppositie.

 

Burgemeester Sanne Van Looy ontkent dat er geen rekening wordt gehouden met de input van de raadsleden. Ze licht eveneens toe dat er echt wel getracht wordt om zich in te beelden in de gebruiker. Er wordt gedacht vanuit toegankelijkheid, vanuit minder mobielen, vanuit wat de handelaar nodig heeft, ... Er werd in het dossier van de wissel bijvoorbeeld kei hard onderhandeld voor bijvoorbeeld parking. Er werd echt gezocht naar evenwichten.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns geeft aan dat het fout is van te denken dat we kunnen denken vanuit de gebruiker. Je moet de gebruiker mee aan tafel trekken.

 

Schepen Dirk Gerinckx licht toe dat De Lijn vanuit de gebruiker is vertrokken. Hij licht eveneens toe dat de middenstandsorganisatie geraadpleegd is. Ze zijn de gemeente zelfs komen feliciteren. De vergadering over de wissel gisteren was positief. Er is parking voorzien, er komen geen onteigeningen en er wordt een veilige overstreek gecreëerd. Schepen Dirk Gerinckx besluit dat er uiteraard altijd iemand zal zijn die niet akkoord is met de verandering. Verandering roept uiteraard weerstand op.

 

Raadslid Paul Van Ham antwoordt dat het niet zomaar over iemand gaat die niet akkoord is, het gaat hier over de broodjeszaak, de bakkers, de beenhouwer, ...

 

Schepen Dirk Gerinckx wijst op mails die hij heeft gehad dat mensen uit de buurt aangeven dat ze niet akkoord zijn met de zienswijze van iemand uit de buurt daar.

 

Raadslid Wim Vervloet geeft aan dat mensen voor de deur van een handelaar moeten kunnen stoppen, hoe spijtig dat misschien ook is, maar als ze niet voor de deur kunnen stoppen, rijden ze naar een volgende zaak.

 

Schepen Dirk Gerinckx wijst er op dat heel veel mensen aan de overkant kunnen gaan staan en op een veilige manier kunnen oversteken.

 

Raadslid Paul Van Ham stelt dat communicatie en participatie niet hetzelfde is.

 

Schepen Dirk Gerinckx wijst er op dat er geparticipeerd is met de middenstandsraad.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns licht toe dat als je mensen vraagt wat ze willen, dan weten ze dat in vele gevallen niet. Je moet samen met de mensen aan tafel gaan zitten.

 

Schepen Wim Jordens verwijst naar bewonersvergaderingen over straten. De aanwezige burgers vertolken daarom niet heel de buurt. Schepen Wim Jordens licht toe dat hij wekelijks gebeld wordt over wanneer er werken starten in de omgeving van de Mostheuvel. In dat dossier kunnen we niet anders dan zeggen dat zes personen dat dossier tegenhouden.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns licht toe dat ze dagelijks bezig is met dienstverlening en vraagt om echt eens te kijken naar service design.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement voor de activeringsheffing

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en gelegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of op grond van artikel 5.6.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Kavels: de in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen.

 

Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO. Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning. De belastingontheffing zal verleend worden aan de belastingplichtige die, alhoewel op 1 januari van het belastingjaar bedoelde werken niet aangevat werden, het bewijs voorlegt dat hij/zij in de loop van het belastingjaar op het belaste perceel bouwwerken voor een voor bewoning bestemd gebouw onder dak heeft gebracht. Hij/zij dient hiertoe een verzoekschrift, (gestaafd met foto’s), aan het college van burgemeester en schepenen toe te zenden, uiterlijk op 31 december van het betreffende belastingjaar.

 

Register onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel 5.6.1 VCRO.

 

Sociale woonorganisaties: een organisatie, vermeld in vermeld in artikel 1.3, 53° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een activeringsheffing op de onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register onbebouwde percelen.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel. Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de heffing verschuldigd door de eigenaar.

 

§2 Ingeval van vruchtgebruik wordt de heffing gevestigd ten laste van de naakte eigenaar.

 

§3 Ingeval van mede-eigendom, is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk aandeel van het eigenaarschap.

 

§4 In geval van eigendomsoverdracht onder levenden is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

§1 Het standaardtarief bedraagt 15 euro per strekkende meter. Het standaardtarief is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de index van november 2008 (695). Het tarief wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

 

§2 Wanneer een perceel paalt aan twee of meer wegen, zal de belasting berekend worden op basis van de kleinste perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn, langs een van die wegen.

 

§3 De minimale aanslag bedraagt 150 euro per kavel of bouwgrond. De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. Elk gedeelte van een strekkende meter wordt als volledige meter beschouwd. De minimumaanslag is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de index van november 2008 (695). De minimumaanslag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° De eigenaars van één enkele onbebouwde bouwgrond of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, gelegen in België of het buitenland, dat bebouwd is met een woning of voor woningbouw in aanmerking komt.

 

2° De Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen.

 

3° De houders van een, in laatste administratieve aanleg, verleende omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden:

 

Als de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden de aanleg van een uitgeruste weg omvat en dit vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, in laatste administratieve aanleg, werd toegekend tot en met het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 4.2.16 §2 VCRO, werd toegekend.

 

Wanneer de verwezenlijking van de verkaveling in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit artikel “mutatis mutandis” op de delen van elke fase van toepassing.

 

4° Door de overheid erkende jeugd- en sportverenigingen.

 

5° Een vrijstelling beperkt tot 1 onbebouwde bouwgrond in woongebied of 1 onbebouwde kavel per kind wordt tevens toegekend aan ouders met kinderen die al dan niet ten laste zijn. Deze vrijstelling wordt toegekend indien het kind op 1 januari van het aanslagjaar voldoet aan één van de hiernavolgende voorwaarden:

         het kind heeft de leeftijd van 25 jaar nog niet bereikt;

         het kind valt onder de beschermingsmaatregel in de zin van artikel 488/1 e.v. van het Oud Burgerlijk Wetboek en voor het kind in kwestie werd het verzoek tot plaatsing onder bescherming ingediend vanaf de leeftijd van 17 jaar en voor de leeftijd van 18 jaar.

 

Als de ouders niet op hetzelfde adres wonen en elk minstens 1 bouwgrond bezitten, wordt de vrijstelling toegepast, met dien verstande dat de ouders in dat geval per kind voor de helft worden vrijgesteld voor een overeenkomstig aantal onbebouwde bouwgronden en/of kavels.

 

6° Minderjarigen

 

7° Personen met een verminderde zelfredzaamheid. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt of personen hiervoor in aanmerking komen op basis van de aangeleverde bewijsstukken.

 

§3 De belasting wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:

 

1° Ingevolge hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden.

 

2° Ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kan worden bestemd.

 

3° Ingevolge een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt.

 

§4 Indien sommige mede-eigenaars, krachtens de bovenstaande bepalingen zijn vrijgesteld, wordt de belasting onder de overige mede-eigenaars, in verhouding tot hun deel in het perceel, verrekend.

 

Artikel 6 - aangifteplicht van verkoop

 

De verkoper van een onbebouwd perceel of een onbebouwde kavel is verplicht, binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, bij ter post aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, bij het gemeentebestuur aangifte te doen van de eigendomsoverdracht en dit met opgave van:

         De volledige identiteit en het adres van de nieuwe eigenaar;

         De datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht en de naam van de notaris;

         Een nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel.

 

Artikel 7 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 8 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Dit reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk reglement voor de activeringsheffing goedgekeurd op 28 januari 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op administratieve stukken - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 17 december 2020 het gemeentelijk belastingreglement op administratieve stukken goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, waarvan de bijlage is gewijzigd bij ministerieel besluit van 27 maart 2013 (BS 21 maart en 29 maart 2013)

 

Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs

 

Motivering

 

Het gemeentebestuur moet aan de federale overheid een vergoeding betalen voor de aanmaak en levering van de uit te reiken identiteitsdocumenten, rijbewijzen en reispassen. Het bestuur maakt dan ook zelf kosten naar aanleiding van de behandeling van de aanvragen en de uitreiking van deze documenten.

 

Het is aangewezen om van de aanvrager van de dienstverlening een billijke bijdrage te vragen in de

kostprijs van deze administratieve documenten.

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet

vergt een aanzienlijke inzet van gemeentelijke middelen (ICT, drukwerk, aantal uren werk, enz.) en het is billijk deze inzet door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000890

Omschrijving

Belasting - afgifte van administratieve stukken - burgerzaken

Geraamde ontvangst

50.000 euro per jaar

 

Volgnummer

MJP002028

Omschrijving

Belasting - afgifte van administratieve stukken - ruimtelijke ordening

Geraamde ontvangst

6.500 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt. 

 

Raadslid Tom Lauryssen wijst nog op een fout tegen het huisstijlhandboek.

 

Algemeen directeur Sven Brabants bevestigt het te zullen aanpassen.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 neen stem (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op administratieve stukken

 

Artikel 1 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 een belasting op de afgifte door het gemeentebestuur van administratieve stukken.

 

Artikel 2 - belastingplichtige

 

Deze belasting is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken door het gemeentebestuur op hun verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. De belasting is steeds verschuldigd, ongeacht of de vergunning wordt verleend of niet of in beroep wordt vernietigd.

 

Artikel 3 - berekening van de belasting

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

Stuk

Tarief

Identiteitsbewijzen

Identiteitsstuk voor een kind onder de 12 jaar

gratis bij eerste inschrijving

 

1 euro bij vernieuwing in geval van verlies of beschadiging

 

Identiteitsbewijs voor een niet-Belgisch kind onder de 12 jaar

1 euro bij afgifte

Elektronische identiteitskaart (kids-ID) voor Belgische kinderen onder de 12 jaar

gratis bij eerste afgifte (exclusief kostprijs van de identiteitskaart), eventueel verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure

 

Elektronische identiteitskaarten en vreemdelingenkaarten voor personen vanaf 12 jaar

gratis bij eerste afgifte (exclusief kostprijs van de identiteitskaart/vreemdelingenkaart)

 

2 euro bij eerste duplicaat (exclusief kostprijs van de identiteitskaart/vreemdelingenkaart)

 

5 euro bij tweede duplicaat (exclusief kostprijs van de identiteitskaart/vreemdelingenkaart)

 

bij afgifte volgens de dringende procedure met beveiligd transport wordt de gemeentebelasting verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure

 

bij afgifte volgens de zeer dringende procedure met beveiligd transport wordt de gemeentebelasting verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure

 

Attest van immatriculatie

3,75 euro bij eerste afgifte en voor iedere vervanging tegen teruggave van het vervallen attest

 

gratis bij verlenging

 

Reispassen

Reispas voor personen vanaf 18 jaar

5 euro bij afgifte (exclusief consulaire zegel en kostprijs boekje)

 

buitengewoon tarief bij uitzonderlijke afhaling buiten de kantooruren op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager + dringende procedure (exclusief consulaire zegel en kostprijs boekje): 12,50 euro voor een nieuw exemplaar of bij vervanging van een vervallen exemplaar

 

Reispas voor personen onder 18 jaar

gratis bij afgifte (exclusief kostprijs boekje)

 

buitengewoon tarief bij uitzonderlijke afhaling buiten de kantooruren op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager + dringende procedure (exclusief kostprijs boekje): 12,50 euro voor een nieuw exemplaar of bij vervanging van een vervallen exemplaar

 

Trouwboekje

Trouwboekje

gratis bij afgifte (exclusief kostprijs van het trouwboekje)

 

Rijbewijzen

Elektronisch Europees rijbewijs

5 euro bij afgifte (exclusief kostprijs van het rijbewijs)

 

Internationaal rijbewijs

3,75 euro bij afgifte (exclusief kostprijs van het rijbewijs)

 

Elektronisch voorlopig rijbewijs

5 euro bij afgifte (exclusief kostprijs van het rijbewijs)

 

Stedenbouwkundig en planologisch attest

Stedenbouwkundig attest

50 euro

 

Planologisch attest

75 euro

 

Omgevingsvergunning

Dossiers waarbij enkel advies wordt gegeven en de gemeente niet vergunt

 

gratis

Project dat vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen omvat en waarbij de gemeente

beslist over de vergunningsaanvraag

 

Melding

 

gratis

Gewone en vereenvoudigde procedure met medewerking architect

 

50 euro

Gewone en vereenvoudigde procedure zonder medewerking architect

 

20 euro

Verkavelingsvergunning

 

Verkavelingsvergunning

100 euro

 

Bijstelling van een verkavelingsvergunning

100 euro

 

Project dat de vergunningsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten omvat,

zoals bedoeld in de indelingslijst van Vlarem

Klasse 2, gewone procedure

65 euro

 

Klasse 2, gewone procedure waarbij een MER of veiligheidsrapportage vereist is en/of gekend als GPBV

 

75 euro

Klasse 2, vereenvoudigde procedure

 

gratis

Klasse 2, wijziging v/d voorwaarden of tijdelijk

 

gratis

Klasse 2, omzetting naar eeuwigdurend

 

65 euro

Omzetting vergunning op proef naar gewone vergunning

 

gratis

Melding

 

gratis

Gemengd project dat zowel vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen als de vergunningsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten omvat

Gemengd project

de som van de bedragen die respectievelijk verschuldigd zijn

 

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de instellingen van openbaar nut.

 

§3 De belasting wordt niet geheven op:

 

1° de stukken die de gemeente kosteloos moet afleveren volgens een wet, een decreet of een reglement;

 

 2° de stukken die de gemeente aflevert aan behoeftige personen: de behoeftigheid wordt door elk overtuigend bewijsstuk bewezen. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt de bewijsstukken;

 

3° de stukken, uitgezonderd de reispassen, onderworpen aan de betaling van een speciaal recht ten voordele van de gemeente volgens een wet, een decreet of een reglement.

 

Artikel 5 - vestiging en invordering

 

§1 De gemeente int deze belasting contant tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

§2 Bij gebrek aan contante inning en bij aanvragen en meldingen die niet bij de gemeente gebeuren, vordert de financieel directeur de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het kohier uitvoerbaar.

 

§3 De belastingplichtige moet de factuur betalen binnen 30 dagen na verzending.

 

§4 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 6 - geschillen

 

§1 De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op administratieve stukken goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 17 december 2020 keurde de gemeenteraad het belastingreglement op nachtwinkels,

automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie verstoren de openbare orde, tasten de netheid aan en belasten de ordehandhavers en de gemeentelijke openbare diensten extra. Dit blijkt uit verschillende klachten en vaststellingen van bewoners evenals politie hieromtrent. Het is dan ook gewettigd om nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie financieel te laten bijdragen ten gunste van het gemeentebestuur.

 

Nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie schaden daarnaast de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het winkelapparaat en deze neerwaartse spiraal moet geremd worden door gerichte acties om een ommekeer teweeg te brengen op het vlak van verscheidenheid en kwaliteit van handelszaken. Enerzijds zullen de ontvangsten die hieruit voortvloeien bijdragen in de kosten voor het bestrijden van de overlast en toelaten een doordacht lokaal economisch beleid te voeren in de handelskernen en anderzijds zal de invoering van een belasting op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie dit soort van uitbating ontmoedigen.

 

De eigenaars van de panden moeten zich bewust zijn van het feit dat zij een grote medeverantwoordelijkheid dragen bij verhuur van hun onroerend goed voor activiteiten die de openbare orde verstoren, de netheid en het imago van het winkelapparaat schaden. Daarom worden zij solidair en ondeelbaar gehouden tot betaling van de belasting.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000847

Omschrijving

Belasting - nachtwinkels en phoneshops

Geraamde ontvangst

7.500 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 20 ja stemmen en 1 neen stem (Kirsten Dewaelheyns) en 2 onthoudingen (Wim Vervloet, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Nachtwinkels: een vestigingseenheid die

a) ingeschreven is in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) uitsluitend onder de rubriek "verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen";

b) en geen andere handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld;

c) en een maximale netto verkoopoppervlakte heeft van 150 m²;

d) en op een duidelijke en permanente manier de vermelding "Nachtwinkel" draagt.

 

Automatenshop: een van op de openbare weg toegankelijke bedrijfsruimte waar de hoofdactiviteit bestaat in het ter beschikking stellen van automatische apparaten voor de verdeling, tegen betaling, van consumptie- en gebruiksartikelen. Als automatisch wordt beschouwd elk apparaat dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat voor de werking, en dat op gang wordt gebracht door inbreng van geldstukken, van een penning of van gelijk welk ander middel dat ervoor in de plaats komt.

 

Privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting op nachtwinkels, automatenshops en private bureaus voor telecommunicatie gelegen op het grondgebied van Malle.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

§1 De aanslagvoet van de openingsbelasting wordt vastgesteld op 6.000 euro en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel, automatenshop, privaat bureau voor telecommunicatie. De openingsbelasting is een eenmalige belasting en verschuldigd bij elke opening van een nachtwinkel, automatenshop, privaat bureau voor telecommunicatie, zoals gedefinieerd in artikel 1 van het reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.

 

§2 De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op 1.500 euro per handelszaak. De openingsbelasting en jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar en verschuldigd voor het ganse jaar ongeacht de stopzetting van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar van de inkohiering. De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het aanslagjaar van de inkohiering van de openingsbelasting of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van het belastingreglement.

 

§3 Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook.

 

§4 De overeenkomstig artikel 5 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

         10% bij een eerste overtreding, met een maximum van 1.500 euro;

         20% bij een tweede overtreding;

         50% bij een derde en volgende overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt.

 

Artikel 5 - aangifte

 

 §1 De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte te doen bij het college van burgemeester en               schepenen. De aangifte moet gebeuren voor 31 december van het aanslagjaar voor de jaarlijkse                             belasting en 30 dagen voor de opening voor de openingsbelasting. Het niet ontvangen van een                             dergelijk aangifteformulier ontslaat de gebruiker niet van zijn aangifteplicht.

 

§2 Als een aangifte ontbreekt of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§3 Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

§4 De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

§5 Het gemeentebestuur is te allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen met het oog op een correcte toepassing van deze reglementering.

 

§6 Beëdigde ambtenaren, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen stellen de overtredingen vermeld in dit artikel vast.

 

Artikel 6 - sluiting of stopzetting

 

§1 In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van een

sanctie opgelegd krachtens artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur of in geval van tijdelijke of definitieve sluiting omwille van elke andere mogelijke sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele schadeloosstelling aanspraak maken.

 

§2 Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit moet onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.

 

Artikel 7 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                           overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                             uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 8 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - belastingreglement op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor stedenbouwkundige handelingen in het kader van projecten van  meergezinswoningen, woonerven of groepswoningbouw - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeente Malle vroeg jarenlang een financiële bijdrage voor de realisatie van nutsvoorzieningen en speelpleintjes aan de titularis van een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning respectievelijk omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

 

Het (her)bouwen en verbouwen van gebouwen veroorzaakt niet enkel hinder voor de omgeving, maar doet eveneens diverse kosten ontstaan in hoofde van de gemeente, onder meer op vlak van nutsvoorzieningen, aanleg en onderhoud van openbare ruimten, sociale en culturele voorzieningen, handhaving en controle van de openbare rust, veiligheid en gezondheid, ... Dit is bij uitstek het geval voor projecten waarbij meerdere woongelegenheden tegelijkertijd gerealiseerd (kunnen) worden.

 

Om deze reden wil de gemeente deze jarenlange praktijk, waarbij de financiële bijdrage ad hoc werd opgelegd als last bij de vergunning, verankeren in een belastingreglement, (onder andere) ten behoeve van de rechtszekerheid en transparantie voor alle betrokkenen.

 

De gemeente heeft daarbij -bijkomend- ook de wens om grootschalige bouwprojecten, die zorgen voor meer en meer verdichting, op haar grondgebied te ontraden om zo (o.a.) het landelijke karakter van de gemeente te kunnen behouden.

 

De gemeenteraad keurde op 30 september 2021 het belastingreglement op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor stedenbouwkundige handelingen in het kader van projecten van meergezinswoningen, woonerven of groepswoningbouw goed. Dit reglement geldt tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet,  artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

 

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, en haar bijlagen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Motivering

 

De financiële bijdrage vindt haar oorsprong in het voordeel dat de titularis van de omgevingsvergunning uit de betreffende vergunning haalt, in de gepaard gaande effecten en uitdagingen op vlak van milieu en omgeving waarmee de omgevingsvergunning gepaard gaat en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich moet nemen.

 

De belasting zal worden berekend in functie van het aantal kavels die via de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden extra gecreëerd worden ten opzichte van de laatst vergunde of vergund geachte toestand respectievelijk het aantal extra woon- of verblijfsgelegenheden dat zal worden gerealiseerd ten opzichte van de laatste vergunde of vergund geachte toestand via de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Zodoende kan gekomen worden tot een evenredige spreiding van de belasting, waarbij het ook verantwoord is om een progressieve tarifering te hanteren bij de omgevingsvergunning(en) voor stedenbouwkundige handelingen die aanleiding geven tot een belasting onder dit reglement. Redelijkerwijze kan het immers aangenomen worden dat kleinere stedenbouwkundige handelingen een minder grote impact zullen hebben op vlak van milieu en omgeving (bv. wat betreft de afwikkeling van verkeer, het gebruik van publieke voorzieningen, de afbreuk aan het landelijke karakter van de gemeente, …), en minder taken en kosten zullen genereren voor de gemeente dan grotere bouwprojecten, die een betekenisvolle hogere (negatieve) impact genereren op deze vlakken.

 

In het algemeen vragen grote bouwprojecten -proportioneel- eveneens meer aandacht en begeleiding van de gemeentediensten.

 

Het is aangewezen om een vrijstelling te voorzien voor bepaalde instellingen omwille van het maatschappelijk of sociale doel dat zij verwezenlijken respectievelijk de diensten van algemeen belang waarmee zij belast zijn. Het reglement voorziet derhalve een vrijstelling voor:

         de autonome gemeentebedrijven

         de gronden van de gemeente Malle of OCMW Malle en de gronden waarop de gemeente Malle of OCMW Malle een zakelijk recht heeft staan ten bate van de samenleving

         de gebouwen van onderwijsinstellingen, bestemd voor onderwijs- of andere openbare nutsfuncties

         de gebouwen van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) of door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappen, die bestemd worden voor sociale huisvesting.

 

Het is aangewezen om eveneens een vrijstelling te voorzien voor omgevingsvergunningen strekkende tot de oprichting van zorgwoningen en/of tijdelijke zelfstandige zorgunits, onder andere omwille van het sociale karakter van deze woon- en verblijfsgelegenheden.

 

Onderhavige belasting kan (al dan niet) gecombineerd worden met een last in natura in samenspraak met de aanvrager van de omgevingsvergunning voor verkavelingen of stedenbouwkundige handelingen.

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

De ontvangsten uit de belasting zullen dienen voor de financiering van de in het meerjarenplan van de gemeente voorziene initiatieven voor de realisatie van algemene en specifieke beleidsdoelstellingen.

 

Financiële gevolgen

 

Volgnummer

MJP001793

Omschrijving

Belasting - omgevingsvergunning

Geraamde ontvangst

200.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns stelt te zullen tegen stemmen want de kosten zullen doorgerekend worden aan de uiteindelijke koper en het betreft bovendien een basistaak van de overheid.

 

Raadslid Kirsten Dewaeylheyns merkt op dat er niets van het kwaliteitsplan in staat.

 

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat het hier gaat over het belastingreglement.

 

De gemeenteraad besluit bij 20 ja stemmen en 2 neen stemmen (Wim Vervloet, Kirsten Dewaelheyns) en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Belastingreglement op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor stedenbouwkundige handelingen in het kader van projecten van  meergezinswoningen, woonerven of groepswoningbouw

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement zal worden verstaan onder:

 

 Gebouw: elk bouwwerk of vaste inrichting, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in                             de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de                                           stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar                             genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds

 

 2 ° Woon- of verblijfsgelegenheid: elk gebouw of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is                voor de huisvesting of het verblijf van een gezin of een alleenstaande

 

 Eengezinswoning: een gebouw of deel ervan waarin één woon- of verblijfsgelegenheid is                ondergebracht

 

 Meergezinswoning: een gebouw of een deel ervan waarin minimum twee woon- of                 verblijfsgelegenheden zijn ondergebracht

 

  Perceel: Een stuk grond waarvan het kadaster de grenzen heeft gemeten en dat met een                uniek nummer en een kadastrale aanduiding staat geregistreerd in de basisregistratie                                           kadaster. Indien het perceel waar de woning op staat (zie voorbeeldfiguur: 220F) een op                                           zichzelf staand kadastraal perceel is wordt het aanpalend perceel (zie voorbeeldfiguur: 220G -                             tuin) mee in de beoordeling genomen:

Voorbeeldfiguur

Indien het perceel (deels) gelegen is in een verkaveling, RUP of BPA wordt de beoordeling enkel gemaakt voor het deel van het perceel gelegen binnen de verkaveling, RUP of BPA.

 

 Kavel: de in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van een niet                              vervallen verkaveling afgebakende percelen.

 

 Woonerf: één of meerdere percelen, die desgevallend een ruimtelijk samenhangend geheel                vormen, waarop meerdere één- en/of meergezinswoningen dan wel een één- en een                                           meergezinswoning, gelijktijdig worden vergund en vervolgens opgericht, voor resp. door een                             professioneel ontwikkelaar of groep van professionele ontwikkelaars die tot dezelfde familie of                             groep behoren

 

 Groep of familie van ontwikkelaars: de in deel 1, boek 1, titel 2 van het Wetboek van                              Vennootschappen en Verenigingen vermelde moeder- en dochtervennootschappen,                                           consortiums, verbonden en geassocieerde vennootschappen en deelnemingen, alsmede iedere                             andere vorm van controle, participatie of verwantschap tussen vennootschappen, zoals onder                             andere het hebben van dezelfde zaakvoerder of dezelfde bestuurder(s)

 

 Groepswoningbouw: het gelijktijdig oprichten van meerdere gebouwen bestemd voor                              bewoning of verblijf, die één samenhangend geheel vormen, zoals voorzien in art. 5.1.1 van het               koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de                             ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen

 

 10° Zorgwoning: een vorm van wonen, zoals bepaald in art. 4.1.1.18 Vlaamse Codex Ruimtelijke                             Ordening (VCRO)

 

 11° Tijdelijke zelfstandige zorgunit: een zelfstandige op zich staande tijdelijke constructie, die                zich niet binnen een bestaande woning bevindt zoals dit het geval is voor de zorgwoning,                                           waarvan de voorwaarden niet worden geregeld door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening                             (VCRO) in de zin van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake tijdelijke                                           zelfstandige zorgunits, goedgekeurd door de gemeenteraad van gemeente Malle op 25 maart                             2021

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een belasting naar aanleiding van het afleveren van (één van de) volgende vergunningen:

         een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

         een bijstelling van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij meer kavels worden gecreëerd dan in de oorspronkelijke verkavelingsvergunning resp. omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden is voorzien

         een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor het (her)bouwen of verbouwen van een of meerdere meergezinswoningen

         een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor het (her)bouwen of verbouwen van één of meerdere woonerven

         een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor elk groepswoningbouwproject vanaf twee of meer woon- of verblijfsgelegenheden.

 

Artikel 3 – belastingplichtige

 

De belastingplichtige is de titularis van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden respectievelijk stedenbouwkundige handeling(en).

 

In de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden resp. stedenbouwkundige handeling(en) meerdere personen en/of rechtspersonen als titularis heeft, dan is iedere titularis van deze vergunning hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4 – berekening van de belasting

 

§1 De belasting is ondeelbaar en wordt berekend op basis van het aantal kavels die gecreëerd worden ten opzichte van de laatst vergunde of vergund geachte toestand via de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden respectievelijk de extra woon- of verblijfsgelegenheden die kunnen worden gerealiseerd ten opzichte van de laatste vergunde of vergund geachte toestand via de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

§2 Bij het afleveren resp. bijstellen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden bedraagt de belasting 5.000 euro per kavel die (bijkomend) gecreëerd wordt ten opzichte van de laatst vergunde of vergund geachte toestand.

 

Bij het afleveren van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen die aanleiding geeft tot een belasting onder dit reglement, wordt de belasting berekend op het totaal aantal woon- of verblijfsgelegenheden die extra gerealiseerd (kunnen) worden ten opzichte van de laatste vergunde of vergund geachte toestand, en niet in schijven. De belasting bedraagt:

         voor 1 tot en met 5 bijkomende woon- of verblijfsgelegenheden ten opzichte van de laatste vergunde of vergund geachte toestand: 1.250 euro per woon- of verblijfsgelegenheid

         vanaf 6 of meer bijkomende woon- of verblijfsgelegenheden ten opzichte van de laatste vergunde of vergund geachte toestand: 2.500 euro per woon- of verblijfsgelegenheid.

 

§3 Als de titularis van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, ongeacht deze aanleiding heeft gegeven tot de vestiging van onderhavige belasting of niet, binnen een termijn van vijf jaar na het afleveren van die omgevingsvergunning opnieuw een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundig handelen doet die betrekking heeft op hetzelfde of een aanpalend perceel ten opzichte van de vorige omgevingsvergunning wordt rekening gehouden met het totaal aantal kavels resp. woon- of verblijfsgelegenheden die via de vorige omgevingsvergunning en de nieuwe omgevingsvergunning werden vergund, om te bepalen of een belasting moet gevestigd worden naar aanleiding van de aflevering van de nieuwe omgevingsvergunning, en in voorkomend geval de begroting van de belasting. 

 

Op die manier wil het gemeentebestuur het opdelen van aanvragen voor omgevingsvergunningen om in een lagere belastingcategorie te vallen, vermijden.

 

Artikel 5 – vrijstellingen

 

 §1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de                              gemeente.

 

 §2 Vrijgesteld van de belasting zijn:

  1. Het verkavelen van percelen en het bouwen, herbouwen of verbouwen van onroerende goederen of delen van onroerende goederen door gemeente of OCMW Malle
  2. Het verkavelen van percelen en het bouwen, herbouwen of verbouwen van onroerende goederen of delen van onroerende goederen door autonome gemeentebedrijven
  3. Het verkavelen van percelen en het bouwen, herbouwen of verbouwen van onroerende goederen of delen van onroerende goederen door onderwijsinstellingen, mits bestemd voor onderwijs- of andere openbare nutsfuncties
  4. Het verkavelen van percelen en het bouwen, herbouwen of verbouwen van onroerende goederen of delen van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), of door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, mits bestemd voor sociale huisvesting.

 

 §3 Vrijgesteld van de belasting zijn eveneens de omgevingsvergunningen strekkende tot de                              oprichting van zorgwoningen en tijdelijke zelfstandige zorgunits.

 

Artikel 6 – vestiging en invordering

 

 §1 De belasting is verschuldigd zodra de afgeleverde vergunning definitief is en niet meer kan                              worden aangevochten.

 

 §2 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar                              verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden                                           betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                                         overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                                           uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

 §1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij                het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en                             gemotiveerd.

 

 §2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie                              maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het                                           aanslagbiljet.

 

 §3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet                             van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-                             en gemeentebelastingen.

 

 §4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei               2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en                                           gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 – inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Dit reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het                decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het belastingreglement op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor stedenbouwkundige handelingen in het kader van projecten van meergezinswoningen, woonerven of groepswoningbouw goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 september 2021, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen bij woningen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 17 december 2020 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2010 betreffende de stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen en realisatie van bergruimten bij woningen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Bewoners die niet over een parkeerplaats beschikken aan hun woning, nemen het openbaar domein in. Personen die permanent het openbaar domein innemen bij gebrek aan een eigen parkeerruimte, moeten hiervoor een bijdrage leveren om nieuwe parkeerplaatsen te kunnen inrichten.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001147

Omschrijving

Belasting - ontbrekende parkeerplaatsen

Geraamde ontvangst

50.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns licht toe dat ze zal tegen stemmen omdat het reglement contraproductief is.

 

Raadslid Wim Vervloet stelt zich daar bij aan te sluiten.

 

Raadslid Paul Van Ham vraagt wat er ontvangen is in al de jaren dat het reglement er is en vraagt wat er met het geld gebeurd is.

 

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat ze moet nagaan hoeveel er in al de jaren ontvangen is. Het belastingreglement wil vooral ontraden. De gelden gaan zeker gebruikt kunnen worden voor de dorpskernvernieuwing in Westmalle. Er bestaat geen post waar al deze gelden op staan.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat zijn fractie zich zal onthouden.

 

Raadslid Kris Mintjens vraagt of er een aanpassing komt van het reglement.

 

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat er mogelijk in het najaar een aanpassing komt. Met de Gecoro wordt het reglement op dit moment bekeken.

 

De gemeenteraad besluit bij 15 ja stemmen en 1 neen stem (Kirsten Dewaelheyns) en 7 onthoudingen (Katleen Mintjens, Alain De Laet, Paul Van Ham, Kris Mintjens, Wim Vervloet, Eddy Krijnen, Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen bij woningen

 

Artikel 1 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de periode vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 een belasting op het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen en/of bij bestemmingswijzigingen aan bestaande gebouwen volgens de bepalingen van de stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen en realisatie van bergruimten.

 

Artikel 2 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de houder van een omgevingsvergunning afgeleverd volgens de bepalingen van de stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen en realisatie van bergruimten en

a) aan wie in deze vergunning minder parkeerplaatsen werden vergund dan voorgeschreven volgens de normen;

b) die één of meer van de in deze omgevingsvergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd.

 

§2 De belasting is verschuldigd door de titularis van een zakelijk recht inzake een parkeerplaats, die een bestemmingswijziging doorvoert aan één of meer parkeerplaatsen, dusdanig dat niet meer voldaan wordt aan de verleende stedenbouwkundige vergunning.

 

§3 De belasting is solidair verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene of bijzondere titel van voormelde belastingplichtigen.

 

Artikel 3 - berekening van de belasting

 

§1 De belasting bedraagt:

         19.000 euro per ontbrekende ondergrondse parkeerplaats;

         11.000 euro per ontbrekende bovengrondse parkeerplaats;

         8.000 euro per ontbrekende ondergrondse parkeerplaats die bovengronds gerealiseerd wordt;

         1.000 euro per ontbrekende fietsstalplaats.

 

§2 De belasting is verschuldigd:

a) nadat aanvang werd genomen met de uitvoering van de verleende omgevingsvergunning;

b) op het ogenblik dat de bestemming van een aangelegde parkeer- en/of fietsstalplaats gewijzigd wordt;

c) op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de in de verleende omgevingsvergunning voorziene parkeer- en/of fietsstalplaats niet werden aangelegd en het gebouw reeds in gebruik genomen werd.

 

Artikel 4 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                           overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                             uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 5 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie

maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het

aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 17 december 2020 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij decreten van 21 december 2012 en 1 maart 2013

 

Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen

 

Milieubeleidsovereenkomst reclamedrukwerkafvalstoffen van 18 juli 2008

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001012

Omschrijving

Belasting - reclamedrukwerk

Geraamde ontvangst

75.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten

 

Artikel 1 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de periode vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 een gemeentelijke belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in de brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.

 

Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.

 

Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

 

Artikel 2 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren.

 

§2 Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.

 

§3 De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 3 - berekening van de belasting

 

§1 De tarieven bedragen:

         0,007 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk tot en met 10 gram;

         0,015 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 10 gram en tot en met 75 gram;

         0,030 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 75 gram en tot en met 225 gram;

         0,050 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 225 gram.

 

§2 Per verspreiding bedraagt de heffing minimum 30 euro.

 

§3 De overeenkomstig artikel 5 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en in geval van herhaling aan het dubbele van het bedrag. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° per jaar voor de eerste twee verspreide drukwerken;

 

2° wanneer de in artikel 2 bedoelde opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, de federale, de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en dat van de verkiezing;

 

3° wanneer de verspreide drukwerken of gelijkgestelde producten hoofdzakelijk verband houden met een gemeentelijke volksraadpleging, en dit voor zover de drukwerken of producten verspreid worden in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in artikel 310 van het decreet over het lokaal bestuur en de beslissing van de gemeenteraad om op een dergelijk verzoek niet in te gaan, of in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in artikel 310 van het decreet over het lokaal bestuur en dat van de volksraadpleging of in de periode tussen de beslissing van de gemeenteraad op eigen initiatief en de dag van de volksraadpleging;

 

4° voor drukwerken en gelijkgestelde producten van socio-culturele, jeugd- en sportverenigingen, erkende gemeentelijke verenigingen en vormings- en onderwijsinstellingen.

 

Artikel 5 - aangifte

 

§1 De belastingplichtige moet binnen de veertien dagen na de verspreiding aangifte doen bij het gemeentebestuur. Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of het gelijkgesteld product.

 

§2 In geval van periodieke verspreidingen kan een aangifte binnen de veertien dagen na de eerste verspreiding, ook gelden voor de daaropvolgende verspreidingen tijdens hetzelfde aanslagjaar. In dit geval, kan de belastingplichtige tussen 1 en 15 december een regularisatie-aangifte voor het ganse aanslagjaar indienen.

 

§3 Bij gebrek van een aangifte binnen de in paragraaf 1 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§4 Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

§5 De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                           overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                             uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

 §3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet               van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-                             en gemeentebelastingen.

 

 §4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30   mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en                             gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op inname van het openbaar domein voor bouw- en verbouwingswerken - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 17 december 2020 het gemeentelijk belastingreglement op inname openbaar domein voor bouw- en verbouwingswerken goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2011 betreffende het algemeen reglement op inname van het openbaar domein

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001019

Omschrijving

Retributie - inname openbaar domein

Geraamde ontvangst

5.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op inname van het openbaar domein voor bouw- en verbouwingswerken

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Oppervlakte: voor de berekening van de belasting wordt de oppervlakte beschouwd van de omschreven veelhoek begrensd door enerzijds de rooilijn of ontworpen rooilijn en anderzijds de uiterste punten van de werfinrichting welke het voorwerp van de inname uitmaakt. Indien een rooilijn ontbreekt, geldt de inname vanaf de grens met de privé-eigendommen.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 een belasting op de inname van het openbaar domein, langer dan 8 uur, door het plaatsen van voorwerpen in het kader van bouw- en verbouwingswerken op het privédomein.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de inname van het openbaar domein voor bouw- of verbouwingswerken op privédomein en, bij het ontbreken van een aanvraag, de uitvoerder van de werken of de innemer van het openbaar domein.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

De belasting wordt vastgesteld op 0,50 euro per begonnen m² per dag ingenomen oppervlakte van het openbaar domein, met een minimum bedrag van 25 euro.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

1° inname van het openbaar domein voor bouw- of verbouwingswerken op het privédomein korter dan één week;

 

2° bij het bouwen of bij werken door of voor rekening van een gewest, provincie, gemeente, openbare instelling of erkende instellingen van openbaar nut;

 

3° bij het bouwen van gemeenschapsvoorzieningen waarvoor een gemeentelijke toelage verleend wordt;

 

4° bij mobiele bouwplaatsen voor de aanleg van openbare nutsleidingen.

 

Artikel 6 - aangifte

 

§1 Een aanvrager moet voor de inname van het openbaar domein een aanvraag indienen zoals voorzien in het algemeen gemeentelijk reglement op inname van het openbaar domein en hiervan een aangifte doen bij de gemeente.

 

§2 Wanneer een aangifte ontbreekt of bij een onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, belast de gemeente de belastingplichtige ambtshalve volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§3 De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 7 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                           overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                             uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 8 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op inname openbaar domein voor bouw- en verbouwingswerken goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2022, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen -  goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen goed. In dit reglement bepaalde de gemeenteraad de objectieve indicaties aan de hand waarvan de gemeentelijke administratie de leegstand van een woning of gebouw moet beoordelen.

 

De gemeenteraad keurde op 17 december 2020 het gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen goed. Dit reglement geldt tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet,  artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Gecodificeerde decreten over het Vlaamse Woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2021, hierna afgekort Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikelen 2.9 tot en met 2.14

 

Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de wijziging van het gemeentelijk reglement inzake het register van leegstand van gebouwen en woningen

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Sinds 23 december 2016, na de wijziging van het decreet Gronden- en pandenbeleid, heeft de gemeente de bevoegdheid om een eigen beleid te voeren rond leegstand.

 

Op 15 september 2017 heeft de Vlaamse regering de opheffing goedgekeurd van het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende de nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.

 

De gemeenteraad wil de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente voorkomen. Hiervoor houdt de gemeentelijke administratie een jaarlijks geactualiseerde inventaris van leegstaande gebouwen en woningen bij.

 

De gemeente Malle maakt deel uit van de intergemeentelijke samenwerking IVLW Midden en waarbij de gemeente Malle zich engageert tot het voorkomen en bestrijden van leegstaande gebouwen en woningen door middel van het bijhouden van een inventaris van leegstaande woningen en gebouwen en het activeren van deze woningen en gebouwen door middel van een leegstandsheffing.

 

In uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst IVLW midden, thans de verlenging ervan met ingang op 1 januari 2020, is het een verplichte activiteit om een gemeentelijk leegstandsreglement bij te houden en leegstandsbelasting toe te passen op de woningen en gebouwen die in het register werden opgenomen. Dit wordt in het richtlijnenkader van Wonen Vlaanderen in artikel 13, eerste lid, §3, beschreven als verplichte activiteit voor elke gemeente in een intergemeentelijk samenwerkings(IGS)-project. Het richtlijnenkader geeft uitvoering aan het besluit van de Vlaamse regering ‘Lokaal Woonbeleid’.

 

In het lokaal woonbeleidsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 november 2013, werd onder punt OD 4.2 "Het invoeren van een leegstandsheffing" voorzien als operationele

doelstelling.

 

De Vlaamse Codex Wonen stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid en kan de gemeente onder meer een langdurige leegstand van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden. Dit gebeurt in eerste instantie door het jaarlijks bijhouden van een gemeentelijk leegstandsregister. Daarnaast moet het heffingsreglement ertoe bijdragen om leegstand op te lossen.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000677

Omschrijving

Belasting - leegstaande woningen en gebouwen

Geraamde ontvangst

50.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement gelden de volgende definities:

 

 1° De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

 2° Leegstaande gebouwen zijn gebouwen als omschreven in artikel 2.10, §1 en §3 van de Vlaamse                             Codex Wonen van 2021.

 

 3° Leegstaande woningen zijn woningen als omschreven in artikel 2.10, §2 en §3 van de Vlaamse                Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

§1 De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

 § 2 Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel 2.9 tot en met                             2.14 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

§3 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

§4 Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

§1 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt, dus het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2 Ingeval van mede-eigendom, is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel.

 

Als er in geval van mede-eigendom aan één van de mede-eigenaars vrijstelling wordt verleend, zal deze vrijstelling van de totale belastingschuld, proportioneel met het eigendomsrecht van de betrokken mede-eigenaar, afgetrokken worden.

 

§3 In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

 

De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met aard (volle eigendom, vruchtgebruik, blote eigendom, ….) en aandeel, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

§1 De minimumaanslag (basisbelasting) bedraagt:

 

1° 1.150 euro voor een leegstaand gebouw ;

 

2° voor een leegstaande woning:

a) 1.150 euro voor een woning (eengezinswoning of appartement);

b) 100 euro voor een kamer als vermeld in artikel 1.3, §1, eerste lid, 25° van de Vlaamse Codex Wonen;

c) 350 euro voor elke andere woning dan deze, vermeld onder a) en b).

 

§2 Het bedrag van de belasting bedraagt:

         1ste heffingsjaar: de basisbelasting;

         2de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 25%;

         3de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 50%;

         4de heffingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 75%;

         5de en volgende heffingsjaren: de basisbelasting verhoogd met 100%.

 

 § 3 De minimumaanslag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer.  De                 minimumaanslag is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de                                           index van november 2008 (695). Het tarief wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het                                           ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

 

§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

§2 De toekenning van de vrijstelling impliceert vrijstelling van de belasting die zou verschuldigd zijn in het aanslagjaar of de aanslagjaren waarvoor de vrijstelling werd verleend, tenzij expliciete afwijkingen zijn bepaald.

 

§3 Van de belasting zijn vrijgesteld (persoonsgebonden vrijstellingen):

 

1° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Het bewijs daarvan wordt geleverd door het voorleggen van de betreffende uitspraak;

 

  de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan vzw’s waarvan de vroegere zakelijk gerechtigde lid van is, noch voor overdrachten aan vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert;

 

3° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. De vrijstelling geldt maximum voor 1 woning van de belastingplichtige en voor maximum 2 jaar. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgegeven door de instelling.

 

§4 De belasting wordt niet geheven op (objectgebonden vrijstellingen):

 

1° het gebouw of de woning die binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan ligt;

 

2° het gebouw of de woning geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

3° het gebouw of de woning die decretaal beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

 

4° een gebouw of woning die vernield of beschadigd door een plotse ramp. Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de belastingplichtige, en waardoor de schade zo groot is dat een normaal gebruik onmogelijk is. Deze vrijstelling geldt slechts voor een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

5° een gebouw of woning die onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt gedurende de periode vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot één jaar na het einde van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

 

6° een woning die niet afsplitsbaar is van een gebouw dat voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie van dat gebouw wordt aangewend. Een woning is pas afsplitsbaar als het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. Dit op voorwaarde dat het gebouw en de betreffende woning(en) een gemeenschappelijke toegang hebben, en het voorzien van afzonderlijke toegangen de ruimtelijke draagkracht van het gebouw met zijn inpandige woning(en) overstijgt;

 

7° een gebouw of woning die gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen melding of stedenbouwkundige of omgevingsvergunning. Deze aanvraag moet jaarlijks worden aangevraagd met de nodige bewijsstukken en kan maximum drie opeenvolgende jaren worden toegekend volgend op de aanvang van de werken;

 

8° een gebouw of woning waarvoor een aanvraag tot omgevingsvergunning tot regularisatie van de wijziging van de functie in overeenstemming met het effectief gebruik werd ingediend. Dit is een eenmalige vrijstelling;

 

9° een gebouw dat of woning die gerenoveerd wordt door niet meldings- of vergunningsplichtige handelingen. Dit is een eenmalige vrijstelling. De werken moeten gestaafd worden aan de hand van bewijsstukken, zoals bijvoorbeeld recente foto's, planning, duur en berekening van de kosten, premieaanvragen, …;

 

10° een gebouw of woning die het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18  §2, van de Vlaamse Wooncode;

 

11° een woning die in het aanbod zit van een sociaal verhuurkantoor en waarvan de verhuur bemoeilijkt wordt door gerechtelijke of administratieve procedures zoals uitzetting, ambtshalve uitschrijving, ….;

 

12° een gebouw of woning die het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

 

13° als op datum van de inkohiering een inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister van minimum drie maanden geldt;

 

14° bij de start van de werken aan een gebouw of woning na een melding kan de belastingplichtige ambsthalve vrijgesteld worden voor 1 jaar;

 

15° bij de start van de werken aan een gebouw of woning na het verlenen van een omgevingsvergunning kan de belastingplichtige ambsthalve vrijgesteld worden voor 3 jaar;

 

§4 Als verschillende vrijstellingen van toepassing zijn voor eenzelfde woning of gebouw en dezelfde belastingplichtige en deze vrijstellingen beperkt zijn in tijd, dan kunnen deze vrijstellingen niet gecumuleerd worden in tijd. De vrijstelling met de langste duur is geldig en moet jaarlijks worden aangevraagd.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                           overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                             uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

§4 Wanneer een gebouw omwille van ingebruikname uit het leegstandregister geschrapt is na de inventarisatie, kan een ambsthalve ontheffing verleend worden.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 17 december 2020 het gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen goed. Het reglement geldt tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Masten en pylonen worden als landschapsverstorend ervaren en brengen hinder mee voor de lokale bevolking en het gemeentelijk landschap. De gemeenteraad wil deze landschapshinder compenseren.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001792

Omschrijving

Belasting - masten en pylonen

Geraamde ontvangst

48.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van constructie en mast samen minstens 20 meter boven het maaiveld bedraagt.

 

pyloon: een individuele verticale structuur opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 20 meter boven het maaiveld.

 

Artikel 2 - termijn en belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een belasting op masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevindt.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon op 1 januari van het aanslagjaar. De eigenaar van de constructie en of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht, is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

De basisbelasting bedraagt 2.000 euro per jaar per mast of pyloon.

 

Artikel 5 - aangifte

 

§1 De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen. De aangifteformulieren die hiertoe door het college van burgemeester en schepenen ter beschikking gehouden worden, vermelden de periode binnen welke de aangifte dient te geschieden. Het niet ontvangen van een dergelijk aangifteformulier ontslaat de gebruiker niet van zijn aangifteplicht.

 

§2 Als een aangifte ontbreekt of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

§3 Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

§4 De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

§5 Het gemeentebestuur is te allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen met het oog op een correcte toepassing van deze reglementering.

 

§6 Beëdigde ambtenaren, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen stellen de overtredingen vermeld in dit artikel vast.

 

Artikel 6 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                           overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                             uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 7 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 17 december 2020 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven goed. Het reglement geldt tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Grondwet, artikel 170, § 4 bepaalt dat geen last of belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen, onder meer met betrekking tot de gemeentelijke belastingen, vaststelt

 

Grondwet, artikelen 41, 161 en 170

 

Decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017

 

Decreet van 30 mei 2018 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het gemeentebestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

Personen met een tweede verblijf kunnen een extra bijdrage leveren aan de financiële toestand van de gemeente.

 

Doordat tweede verblijven niet als hoofdverblijfplaats kunnen gebruikt worden loopt de gemeente inkomsten uit de aanvullende personenbelasting mis. Een billijke compensatie is dan ook aangewezen.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001286

Omschrijving

Belasting - tweede verblijven

Geraamde ontvangst

25.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende belastingreglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven

 

Artikel 1 – definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Tweede verblijf: elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

 

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

         het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

         verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

 

De gemeente Malle vestigt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een directe gemeentebelasting op tweede verblijven.

 

Artikel 3 - belastingplichtige

 

De belasting is ondeelbaar en voor het volledige jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 4 - berekening van de belasting

 

De belasting wordt vastgesteld op 250 euro per jaar per tweede verblijf.

 

Artikel 5 - vestiging en invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de belasting in door middel van een kohier. Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 §3 Zonder afbreuk te doen aan het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de                 invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van                                           overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen (i) de bepalingen van titel                             VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover                             deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen en (ii) het Wetboek van de minnelijke                             en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met                             uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 6 - bezwaren en geschillen

 

§1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3 De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§4 De regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2020, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor ambulante handel - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 het gemeentelijk retributiereglement voor standplaatsen ambulante handel, openbare markten, openbaar domein en gebruik van elektriciteit goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Reglement ambulante handel van 24 juni 2021

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Dit reglement is niet van toepassing bij gelegenheden van braderijen, markten, kermissen of evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidieerde verenigingen, erkende buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomités omdat zij zich specifiek inzetten en bijdragen aan het socio-culturele leven in de gemeente.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001015

Omschrijving

Retributie - ambulante handel

Raming ontvangst

3.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns vraagt waarom de vaste plaatsen voor ambulante handel niet opgenomen zijn in dit reglement.

 

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat deze in het algemeen reglement op ambulante handel staan.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor ambulante handel

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie op het innemen van een standplaats voor ambulante handel op het openbaar domein en het gebruik van elektriciteit bij de uitoefening van ambulante activiteiten.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         plaatsrecht: 0,50 euro per begonnen m² per dag ingenomen oppervlakte

         elektriciteitsverbruik:

         indien gebruik gemaakt wordt van het gemeentelijk elektriciteitsnet wordt volgend forfaitair tarief aangerekend als tussenkomst in de installatiekosten en het elektriciteitsverbruik: 0,30 euro per kWh, te berekenen volgens te verwachten verbruik en gebruikstijd.

         Er geldt een minimum retributie van 10 euro per maand.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

 §1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de                 gemeente.

 

 §2 Dit reglement is niet van toepassing bij gelegenheden van braderijen, markten, kermissen of                evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidieerde verenigingen, erkende                                                         buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomités omdat zij zich specifiek inzetten en                             bijdragen aan het socio-culturele leven in de gemeente.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De retributie wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

§2 De retributie is opeisbaar vanaf het moment dat de standplaats wordt ingenomen.

 

§3 De betaalde retributies blijven verworven voor het gemeentebestuur, ongeacht of de betrokken standplaatsen werkelijk werden ingenomen of niet. Enkel de afschaffing van de standplaats door het gemeentebestuur, kan aanleiding geven tot een teruggave van een evenredig gedeelte van de vereffende standplaatsvergoeding.

 

§4 Bij gebrek aan contante betaling vordert de financieel directeur de retributie in.

 

§5 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §6 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging.

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk retributiereglement voor standplaatsen ambulante handel, openbare markten, openbaar domein en gebruik van elektriciteit goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 het gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001030

Omschrijving

Retributie - begraafplaatsen

Geraamde ontvangst

2.500 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Wim Vervloet merkt op dat er in sommige gemeenten een strooiweide is voor huisdieren. Wordt er in Malle ook over nagedacht?

 

Schepen Elisabeth Joris stelt dat ze deze vraag nog nooit gekregen heeft. Op dit moment wordt er niet aan gedacht.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de gemeentelijke begraafplaatsen.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

Prestatie

Tarief

Voorzien van een afdekplaat voor bijzetting van de asurne in het urnenveld of in het columbarium

75 euro

Voorzien van een betonnen grondplaat op de begraafplaat Oude Molenstraat als de grondplaat zes maanden na de begraving niet vervangen is door een grafmonument

75 euro

Voorzien van een herdenkingsplaatje met de naam van de overledene bij uitstrooiing op de strooiweide

12,50 euro

Verwijderen van grafmonumenten

gratis

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op  4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaatsen goedgekeurd op 19 december 2019 , op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het gebruik van de gemeentelijke communicatiekanalen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2020 het gemeentelijk retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke communicatiekanalen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3  en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000467

Omschrijving

Retributie - communicatiekanalen

Geraamde ontvangst

500 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het gebruik van de elektronische lichtkranten. Voor de lichtkranten is enkel retributie verschuldigd voor het gebruik van de onderste LED-regel door ondernemers uit Malle en eventuele niet-commerciële verenigingen of organisaties van buiten Malle.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         voor verschijning van een commercieel bericht van lokale ondernemers of middenstanders op de onderste LED-regel: 50 euro/week;

         voor verschijning van een niet-lokaal bericht van niet-commerciële organisaties buiten de gemeente op de onderste LED-regel: 50 euro/week.

 

Artikel 4 - invordering en bekendmaking

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§3 De prestatie zal enkel geleverd worden na betaling van de factuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke communicatiekanalen goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het vakantieaanbod - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 19 december 2019 keurde de gemeenteraad het gemeentelijk retributiereglement voor de speelplaneet goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000908

Omschrijving

Inschrijvings- en toegangsgelden - vakantieaanbod

Geraamde ontvangst

9.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor het vakantieaanbod

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de deelname aan het door het gemeentebestuur ingerichte vakantieaanbod tijdens de schoolvakanties.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de persoon die inschrijft voor deelname van het kind aan het vakantieaanbod.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         Halve dag:  4 euro

         Hele dag:  8 euro voor een hele dag

         Voor uitstappen:  de kostprijs van de uitstap. Het bedrag van de retributie kan                                             maximum gelijk zijn aan de reële kost van de activiteit aan het                                                                       gemeentebestuur.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De retributie moet betaald worden door online betaling, overschrijving op de rekening van het gemeentebestuur of door contante betaling op de jeugd- of financiële dienst.

 

§2 Bij gebrek aan contante betaling vordert de financieel directeur de retributie in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §4 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op  4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk retributiereglement voor de speelplaneet goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het ophalen van grof huisvuil op afroep - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 28 januari 2021 het gemeentelijk retributiereglement voor het ophalen van grof huisvuil op afroep goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Algemeen politiereglement, hoofdstuk 4 “Ophalen huisvuil en huishoudelijk afval”

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000489l

Omschrijving

Retributie - GFT-grof huisvuil

Raming ontvangst

5.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor het ophalen van grof huisvuil op afroep

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het ophalen van grof huisvuil op afroep door de gemeentelijke dienst openbare werken.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         25 euro voorrijkost (stopkost)

         0,25 euro/kg aangeleverd afval

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het reglement voor het recyclagepark goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 januari 2021, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement op inname openbaar domein voor evenementen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 het gemeentelijk retributiereglement op inname openbaar domein voor evenementen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Algemeen gemeentelijk reglement van 23 februari 2015 op inname van het openbaar domein

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Omdat braderijen, markten, kermissen of evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidieerde verenigingen, erkende buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomité bijdragen aan het socio-culturele leven in de gemeente voorziet dit reglement voor hen een vrijstelling.

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement op inname openbaar domein voor evenementen

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de inname van het openbaar domein voor evenementen.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager, of bij gebrek aan een aanvraag, de innemer van het openbaar domein.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

         0,50 euro per begonnen m² per dag ingenomen oppervlakte van het openbaar domein.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

Dit reglement is niet van toepassing bij gelegenheden van braderijen, markten, kermissen of evenementen van gemeentelijk erkende en/of gesubsidieerde verenigingen, erkende buurtwerkingen, adviesraden, scholen en hun oudercomité.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §3 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het gemeentelijk retributiereglement op inname openbaar domein voor evenementen goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor het recyclagepark - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 25 februari 2021 het retributiereglement voor het recyclagepark goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, goedgekeurd op 16 september 2016 door de Vlaamse regering

 

Omzendbrief LNE/2008/2 over de inzameling van asbesthoudend afval via de recyclageparken

 

Gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2009 waarbij de exploitatie van het gemeentelijk recyclagepark wordt overgedragen aan IGEAN milieu & veiligheid

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Financiële gevolgen

 

IGEAN verrekent de opbrengst van deze retributie in de jaarafrekening.

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor het recyclagepark

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor de afgifte van bepaalde afvalsoorten op het gemeentelijk recyclagepark.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

§1 De retributie is verschuldigd door de begunstigde van de overheidsprestatie.

 

§2 De toegangscontrole gebeurt aan de hand van een identiteitskaart of aan de hand van een speciale toegangskaart.

 

§3 Een speciale toegangskaart wordt aangemaakt voor KMO’s (tot 5 werknemers), mensen met een 2de verblijf in Malle, particulieren die een extra toegangskaart wensen, verenigingen, scholen en openbare diensten. De retributie voor een toegangskaart bedraagt 3,50 euro.

 

§4 Er wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van het gemeentelijk recyclagepark voor het aanleveren van huishoudelijke of daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. De maximale hoeveelheid die een particulier per afvalsoort mag aanleveren per week is beperkt tot 2 m³ voor recycleerbare fracties.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor de verschillende afvalsoorten:

 

Gratis

Laag tarief

Hoog tarief

 

<0,5 m³

5 euro

<0,5 m³

15 euro

>0,5 en <1 m³

10 euro

>0,5 en <1 m³

25 euro

>1 en <2 m³

15 euro

>1 en <2 m³

50 euro

- harde kunststoffen

- bloempotjes en plantentrays

- metalen

- papier en karton

- glazen flessen en bokalen

- pmd

- herbruikbare goederen

- kga

- zuiver eps

- zuivere plastic folie

- kaarsresten en kurken stoppen

- textiel

- matrassen

- alle fracties die in kader van de afvalstoffenwetgeving gratis moeten aanvaard worden (cementgebonden asbest, recupel-goederen)

- cellenbeton

- kalkplaten

- zuiver steenpuin

- houtafval

- groenafval

- vlak glas

- grof vuil

- gemengd bouw- en sloopafval

- zuivere grond (incl. graszoden)

boomstronken

2 euro/stuk

autobanden (max. 4 per jaar)

2 euro/stuk

 

 

 §2 De retributie voor KMO’s bedraagt 2,50 euro, aan te rekenen per beurt en dit gelimiteerd tot een                             hoeveelheid van 1 m³ per week en dit voor de aanvoer van glas, schroot, PMD en isomo. Voor                                           landbouwfolie dient men een retributie van 8,50 euro/m³ te betalen. De aanvoer van papier en                             karton is gratis, maar gelimiteerd tot een hoeveelheid van 1 m³ per week.

 

 §3 Voor verkoop van materialen voor thuiscompostering worden volgende tarieven aangerekend:

 

Materiaal

Tarief

compostbak

60 euro

compostvat

35 euro (inclusief beluchtingsstok)

beluchtingsstok

5 euro

aanbouwmodule van compostbak

50 euro

dak voor compostbak

20 euro

zak compost 40 liter

3 euro

 

§4 Verpakking bestemd voor de inzameling van asbestcement op de recyclageparken: 1 euro per verpakking, ongeacht het type en de grootte.

 

§5 Voor opvang van regenwater worden 2 standaard regentonnen aangeboden waarvoor volgende tarieven worden aangerekend:

 

Materiaal

Tarief

Regenton 310 liter, rond en groen

50 euro

Regenton 510 liter , rond en groen:

85 euro

 

 

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

§1. De gemeentelijke diensten en de diensten van andere lokale openbare instellingen (zoals het OCMW, de politie, de brandweer, de gemeentelijke IVA’s en EVA’s) gevestigd op het grondgebied van de gemeente worden vrijgesteld van de retributie voor de verpakking bestemd voor de inzameling van asbestcement op de recylageparken.

 

§2. Erkende verenigingen die handelen in het algemeen en gemeentelijk belang waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is op het grondgebied van de gemeente en die een lokaal in eigendom of in beheer bezitten kunnen tevens vrijgesteld worden van de retributie voor de verpakking bestemd voor de inzameling van asbestcement op de recylageparken. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt gemotiveerd over deze vrijstelling.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 Het verschuldigde bedrag dient te worden vastgesteld door de containerparkwachter alvorens de betrokkene mag overgaan tot afgifte en zal gebeuren op de werf van het recyclagepark.

 

§2 De betaling gebeurt ter plaatse aan de betaalterminal met bancontact of kredietkaart. Bij ontstentenis van betaling kan de toegang tot het containerpark geweigerd worden.

 

 §3 Bij gebrek aan contante betaling vordert de financieel directeur de retributie in.

 

 §4 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §5 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het reglement voor het recyclagepark goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 februari 2021, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor ophalen en verwerken van GFT+ - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 het retributiereglement voor ophaling en verwerking van GFT+ goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Beslissing van de gemeenteraad van 30 mei 2016 'Intercommunales - IGEAN milieu & veiligheid - kennisneming van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 17 juni 2016 - goedkeuring van de verlenging en bevestiging van de daarbij horende beheersopdrachten - goedkeuring van de statutenwijziging en standpuntbepaling van het mandaat van de vertegenwoordiger'

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Beslissing van de gemeenteraad van 30 mei 2016 'Intercommunales - IGEAN milieu & veiligheid - kennisneming van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 17 juni 2016 - goedkeuring van de verlenging en bevestiging van de daarbij horende beheersopdrachten - goedkeuring van de statutenwijziging en standpuntbepaling van het mandaat van de vertegenwoordiger

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000489

Omschrijving

Retributie - GFT-grof huisvuil

Geraamde ontvangst

47.500 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor het ophalen en verwerken van GFT+

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het ophalen en verwerken van GFT+-afval.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de persoon, instelling of school die het GFT+-afval aanbiedt.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven per ophaling:

         0,50 euro voor een afvalcontainer van 40 liter

         1,50 euro voor een afvalcontainer van 120 liter.

 

§2 Voor instellingen en scholen wordt de retributie vastgesteld als volgt:

         490 euro per jaar, per containervolume van 1.100 liter ter beschikking gesteld door de gemeente

         400 euro per jaar, per containervolume van 1.100 liter indien de instelling of school zelf over een container beschikt

         64 euro per jaar, per containervolume van 240 liter ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur

         32 euro per jaar, per containervolume van 120 liter ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur

         16 euro per jaar, per containervolume van 40 liter ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur.

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De verschuldigde som wordt opeisbaar vanaf het ogenblik dat van de openbare dienstverlening gebruik wordt gemaakt. De retributies dienen betaald te worden tegen afgifte van telkens aan te brengen kleefbandjes die door de ophaler verwijderd worden.

 

§2 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie vermeld onder artikel 3, §2, binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §4 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgende de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging.

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het retributiereglement voor ophaling en verwerking van GFT+ goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement op het plaatsen van perceelstoegangen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 30 april 2020 het reglement op het plaatsen van perceelstoegangen goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000638

Omschrijving

Retributie - overwelvingen

Geraamde ontvangst

30.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement op het plaatsen van perceelstoegangen

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor het plaatsen van perceelstoegangen.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de plaatsing van een perceelstoegang.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven:

 

1° als de aanvraag voor het plaatsen van de perceelstoegang het gevolg is van werken uitgevoerd in opdracht van de overheid:

 

Prestatie

Tarief

Een eerste overwelving van baangracht van 5 meter

gratis

Een verbreding van de eerste overwelving van de baangracht naar 7,5 meter

500 euro

Een tweede overwelving van baangracht van 5 meter

1.000 euro

Een voetpad van 1,2 meter in een baangracht

250 euro

Een eerste perceelstoegang van 5 meter zonder baangracht

gratis

Een verbreding van de eerste perceelstoegang van 7,5 meter zonder baangracht

200 euro

Een tweede perceelstoegang van 5 meter zonder baangracht

400 euro

Een voetpad van 1,2 meter zonder baangracht

100 euro

 

2° als de aanvraag voor het plaatsen van een overwelving op eigen initiatief van de aanvrager gebeurt:

 

Prestatie

Tarief

Een perceelstoegang zonder baangracht

gratis

Een overwelving van de baangracht van 5 meter

1.000 euro

Een overwelving van de baangracht van 7,5 meter

1.500 euro

 

3° als de aanvraag voor afbraak of uitbreiding van een bestaande overwelving van een baangracht op eigen initiatief van de aanvrager gebeurt

 

Prestatie

Tarief

De afbraak van een kopmuur

200 euro

De afbraak van een overwelving per meter

100 euro

De bouw van een kopmuur

250 euro

De uitbreiding van een overwelving van 2,5 meter

250 euro

 

4° de kostprijs voor de aanleg van een overwelving van een baangracht naar aanleiding van een verkaveling waarbij de exacte plaats van de overwelving niet is vastgelegd in de verkavelingsvoorwaarden:

 

Prestatie

Tarief

Een overwelving van 5 meter, excl. verharding

2.500 euro

Een overwelving van 10 meter excl. verharding

3.500 euro

Klinkerverharding van een perceelstoegang van 5 meter

750 euro

Klinkerverharding van een perceelstoegang van 10 meter

1.250 euro

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De aanvrager betaalt de invordering voor de perceelstoegang bij goedkeuring van de aanvraag en voor de uitvoering van de werken.

 

§2 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §4 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking  op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - het reglement op het plaatsen van perceelstoegangen goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 april 2020, op te heffen van 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor standplaats kermis - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 het gemeentelijk retributiereglement voor standplaats kermis goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor aanvragers vrij te stellen van de retributie voor standplaatsen voor het jaar 2022. Op deze manier wil het college de opstart van de kermissen na de coronacrisis ondersteunen.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP001016

Omschrijving

Retributie - standplaatsen kermissen

Geraamde ontvangst

10.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor standplaats kermis

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor standplaatsen van de openbare kermissen die de gemeente organiseert.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de standplaats.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor standplaatsen:

 

Bergkermis en Augustuskermis

Attracties tot en met 30 m²

60 euro per kermis

Attracties van 31 m² tot en met 75 m²

120 euro per kermis

Attracties van 76 m² tot en met 95 m²

180 euro per kermis

Attracties van groter dan 95 m²

320 euro per kermis

Dorpkermis

Attracties tot en met 30 m²

30 euro per kermis

Attracties van 31 m² tot en met 75 m²

60 euro per kermis

Attracties van 76 m² tot en met 95 m²

90 euro per kermis

Attracties van groter dan 95 m²

180 euro per kermis

 

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor het ter beschikking stellen van elektriciteit:

 

Per monofasige aansluiting van 32 A

40 euro per kermis

Per driefasige aansluiting van 32 A

80 euro per kermis

 

Artikel 4 - vrijstellingen

 

 §1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de                 gemeente.

 

 §2 De aanvragers voor het jaar 2022 vrij te stellen van de retributie bepaald in artikel 3, §1.

 

Artikel 5 - invordering

 

§1 De financieel directeur vordert de retributie in.

 

§2 De gebruiker betaalt de retributie voor elektriciteit bij de aanvraag.

 

§3 Het plaatsrecht is opeisbaar zodra de plaats wordt ingenomen.

 

§4 De gebruiker betaalt de retributie voor het plaatsrecht binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

§5 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 6 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 7 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op 4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 - gemeentelijk retributiereglement voor standplaats kermis goedgekeurd op 19 december 2019, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Financieel beleid - gemeentelijk retributiereglement voor toeristische activiteiten en producten - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De gemeenteraad keurde op 25 maart 2021 het gemeentelijk retributiereglement voor toeristische activiteiten en producten toerisme goed. Dit reglement geldt tot en met 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 3 en artikel 41 bepalen dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt

 

Grondwet, artikel 173

 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende retributies voor de prestaties die het gemeentebestuur levert.

 

Financiële gevolgen

Volgnummer

MJP000843

Omschrijving

Verkoop cadeaucheques

Geraamde ontvangst

95.000 euro per jaar

 

Volgnummer

MJP000918

Omschrijving

Inschrijvings- en toegangsgelden - evenementen toerisme

Geraamde ontvangst

16.400 euro per jaar

 

Volgnummer

MJP000928

Omschrijving

Verkoop producten toerisme

Geraamde ontvangst

13.000 euro per jaar

 

Volgnummer

MJP000919

Omschrijving

Opbrengst verkopen bij evenementen toerisme

Geraamde ontvangst

5.900 euro per jaar

 

Volgnummer

MJP002296

Omschrijving

Opbrengst - horecabons

Geraamde ontvangst

13.000 euro per jaar

Beraadslaging

 

Voorzitter Jolien Vrints geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen en 1 onthouding (Tom Lauryssen)

 

Artikel 1 - het volgende retributiereglement goed te keuren:

 

Gemeentelijk retributiereglement voor toeristische activiteiten en producten

 

Artikel 1 - algemeen

 

Vanaf 4 april 2022 tot en met 31 december 2025 heft de gemeente Malle een retributie voor producten die verkocht worden in het toerismekantoor van de gemeente Malle en op de activiteiten georganiseerd door de dienst toerisme van Malle.

 

Artikel 2 - gebruikers

 

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die erom verzoekt en dit vanaf het moment van de aanvaarding van de aanvraag.

 

Artikel 3 - tarief en berekening

 

§1 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor producten:

 

Product

Tarief

Producten van externe uitgevers

volgens de adviesprijs van de uitgever

Mals mandje

25 euro

Mals mandje - luxe

35 euro

Malse cadeaubon

5 euro

Malse cadeaubon

15 euro

Horecabon

5 euro

Horecabon

15 euro

Fiets- of wandeltocht (jaarlijks aanpasbaar)

5 euro

Trappist geschenk - 3 x T, 3 x D + 1 glas 33 cl

13 euro

Trappist geschenk - 1 x T, 1 x D + 1 glas 33 cl

9 euro

Trappist geschenk - 2 x T, 2 x D + 2 glas 17 cl

11,50 euro

Oostmals Drupke klein

2,25 euro

Postkaart

0,50 euro

Trappist glas 17 cl verpakt

4 euro

Trappist glas 17 cl onverpakt

3 euro

Fles dubbel 75 cl

3,70 euro

Fles Tripel 75 cl

4,50 euro

Koker Dubbel

7,50 euro

Koker Tripel

8,50 euro

Trappist zakje

1 euro

Houten kist 2 x T + 2 glazen 25 cl

25 euro

Houten kist 2 x D + 2 glazen 25 cl

23 euro

Houten kist 1 x T, 1 x D + 2 glazen 25 cl

24 euro

Brochure Op stap met Anemoontje

4 euro

Beloning Op stap met Anemoontje

1 euro

Tornadokoekjes

1,60 euro

Kaars de Renesse

5 euro

 

§2 De gemeente Malle hanteert de volgende tarieven voor activiteiten:

 

Activiteit

Tarief

Gidsbezoeken

Reële kostprijs die wordt aangerekend door de gids + administratiekost van 5 euro per aanvraag voor een gidsbezoek

Bezoeken en activiteiten van derden

Reële kostprijs die wordt aangerekend door het bedrijf

Knabbelen van Malle

42 euro per volwassene

30 euro per kind

Kickbikerit

3 euro per kickbike

Picknickmandje

10 euro per persoon

 

Artikel 4 - invordering

 

§1 De gebruiker betaalt de retributie contant tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

§2 Bij gebrek aan contante betaling vordert de financieel directeur de retributie in.

 

§3 De gebruiker betaalt de retributie binnen de dertig dagen na verzending van de factuur.

 

 §4 Als de gebruiker de retributie niet binnen de dertig dagen betaalt, zal de financieel directeur de                             retributie invorderen volgens de volgende regels:

         Voor het betwiste gedeelte of een schuldvordering tegen een publieke rechtspersoon gelden de regels van de burgerlijke rechtspleging

         Voor het niet-betwiste gedeelte kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 5 - bezwaren

 

De gebruiker kan binnen de dertig dagen na de verzending van de factuur bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

Artikel 6 - inwerkingtreding en bekendmaking

 

 §1 Het reglement treedt in werking op  4 april 2022.

 

 §2 Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het   decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Artikel 2 –het gemeentelijk retributiereglement voor toeristische activiteiten en producten toerisme goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 maart 2021, op te heffen vanaf 4 april 2022.

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Vragen en mededelingen – RUP Hooyberg – stand van zaken

 

Er wordt een stand van zaken gegeven over het RUP Hooyberg.

 

Schepen Sanne Van Looy geeft een toelichting. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Er is enerzijds het verhaal van het RUP en anderzijds het verhaal van de dorpskernhernieuwing. Wat het laatste betreft zijn we de inventarisatie van de lokalen aan het afronden. In het kader van de dorpskernvernieuwing gaan we uit van het zoveel mogelijk proberen te bundelen en gemeenschappelijk gebruik. Omdat we willen inzetten op voldoende groen en ruimte, hebben we gezocht naar andere plaatsen voor sommige functies. Zo is er bijvoorbeeld aan De Schaggelen een terrein, aan de Grootakker, Steenovenstraat, ...

         De gemeente heeft kennis genomen van het arrest m.b.t. het RUP Hooyberg. Het RUP werd vernietigd. Het spoor van de dorpskernvernieuwing komt zo samen met het RUP, waar terug opnieuw begonnen moet worden. Er wordt bekeken of de sporthal op deze site zou kunnen komen. Het is niettemin een lang en moeilijk proces. Er zal eerst een beleidsplan opgemaakt moeten worden alvorens we kunnen dromen over een RUP. De adviesinstanties zullen overtuigd moeten worden. De Vlaamse regering zal overtuigd moeten worden. Het is een piste in onderzoek.

         Het college van burgemeester en schepenen vond het belangrijk om de gemeenteraad op de hoogte te brengen, daarom dat het punt werd geagendeerd.

 

Raadslid Kathleen Mintjens licht toe dat het jammer is dat de gemeenteraad niet betrokken wordt. Waarom kan de gemeenteraad niet ingelicht worden voor dat de raadsleden het in de media moeten lezen.

 

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat het arrest geveld is op 25 februari. Kort nadien is de gemeente op de hoogte gebracht.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat het college van burgemeester en schepenen had kunnen wachten met communiceren naar de krant.

 

Raadslid Tom Lauryssen vraagt of al de gronden van Igean zijn.

 

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat niet al de gronden van Igean zijn.

 

Raadslid Tom Lauryssen vraagt of de andere partijen ook geïnformeerd zijn over het arrest.

 

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat de andere partijen het arrest ook ontvangen hebben.

 

Schepen Wim Jordens licht toe dat met alle partijen rond de tafel gezeten zal moeten worden om oplossingen te zoeken.

 

Raadslid Wim Vervloet stelt dat het op zich een goede locatie is voor een sporthal. Hij vraagt of er met Play & Sport wordt gesproken in verband met de sporthal.

 

Burgemeester Sanne Van Looy stelt dat dit onderzocht kan worden.

 

Raadslid Eddy Krijnen stelt dat toch ook een mail had gestuurd kunnen worden naar de raadsleden.

 

Raadslid Alain De Laet licht toe dat er adviesraden zijn. Daar werd vroeger actief in gewerkt. Het idee van de sporthal zou toch met de sportraad afgetoetst moeten worden.

 

Raadslid Alain De Laet verwijst ook naar de vergadering met de buurt over de wissel. Hij merkt op dat hij uit de commissie afleidde dat niet geweten was wie uitgenodigd was. De gemeenteraadsleden waren bovendien niet uitgenodigd op de vergadering met de buurtbewoners. Raadslid Alain De Laet vraagt waar het college van burgemeester en schepenen mee bezig is. Dergelijke zaken zouden toch op de gemeenteraad moeten komen.

 

Raadslid Alain De Laet licht toe dat vertegenwoordigers van intercommunales ook geen toelichting meer geven over de vergaderingen.

 

Raadslid Alain De Laet stelt dat er wordt gezegd dat de raadsleden vragen moeten stellen, maar het college van burgemeester en schepenen kan ook zelf zaken naar voor brengen.

 

Raadslid Kathleen Mintjens verwijst naar de 'bios waarden' van op haar werk. Het zou goed zijn om daar als gemeenteraad ook eens over na te denken. Deze waarden staan voor betrokkenheid, inlevend, ondernemend en samenwerken. Zo zouden we als gemeenteraad naar buiten moeten komen, aldus raadslid Kathleen Mintjens.

 

Raadslid Paul Van Ham licht toe dat het een mooie site is om eventueel een sporthal te realiseren, maar dat er heel wat obstakels zijn. Raadslid Paul Van Ham roept op om ook eens naar de partner te kijken die op het grondgebied van de gemeente en van andere gemeenten heel sterk actief is rond sport. De partner heeft veel know-how, mogelijk kan het een financiële partner zijn, mogelijk zijn er synergieën. Raadslid Paul Van Ham roept op om er mee aan tafel te gaan zitten.

 

Schepen Elisabeth Joris stelt dat er een onderscheid is tussen Play & Sport en Arena Mintjens, die eigenaar is van de sporthal. Schepen Elisabeth Joris stelt in gesprek te zijn met Carl Mintjens.

 

Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat de gemeente plaats wil geven aan verenigingen. Daar moet ruimte voor zijn in de sporthal.

 

Schepen Elisabeth Joris gaf aan dat men in het verleden vooral de individuele sporter wilde ondersteunen, maar dat er op dit moment wel openingen lijken te zijn.

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Vragen en mededelingen

 

         Schepen Elisabeth Joris verwijst naar het project van de 'gele doos' dat uitgewerkt wordt.

         Burgemeester Sanne Van Looy nodigt de raadsleden uit op 11 mei voor een tentoonstelling over dorpsarchitectuur.

         Raadslid Kirsten Dewaelheyns stelt dat ze het enige raadslid van Progressief Malle is dat vandaag aanwezig kon zijn omwille van een corona besmetting of een besmetting van een huisgenoot. Ze licht toe dat ze niet begrijpt waarom een hybride werking niet opgestart kan worden.
Burgemeester Sanne Van Looy licht toe dat in code rood een hybride werking wordt georganiseerd, in code oranje wordt er vergaderd in De Notelaar en in code geel wordt er vergaderd in de raadzaal. Gelet op het stijgende aantal besmettingen werd er voor geopteerd om toch naar De Notelaar te gaan.
Raadslid Kirsten Dewaelheyns stelt zich de vraag of de gemeenteraad ook op deze wijze georganiseerd zou worden als er twee of drie mensen van de meerderheid afwezig zouden zijn.

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2022
Overzicht punten

GR van 31 maart 2022

 

Interpellatie over burgerparticipatie over de namen van trage wegen

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns licht onderhavig punt toe en stelt:

"Op maandag 21 maart 2022 lanceerde de gemeente Malle via Facebook een oproep om suggesties te doen voor namen voor 13 trage wegen. Tot en met vrijdag 25 maart 2022 konden er voorstellen worden ingediend via het participatieplatform denkmee.malle.be.

 

Deze keer krijgen de bezoekers van het participatieplatform in de eerste fase de vrije keuze, later aangevuld met voorstellen van de heemkundige kring. De vorige keer waren de 2 voorstellen van de heemkundige kring de enige keuzemogelijkheden.

 

Maar er was slechts gedurende 5 dagen de mogelijkheid om voorstellen in te dienen."

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns stelt volgende vragen:

         "Waarom was het slechts gedurende 5 dagen mogelijk om voorstellen in te dienen?

         Waarom werd de Trekkersgroep Trage Wegen hierbij niet betrokken?

         Hoe ziet het schepencollege de organisatie van burgerparticipatie?"

 

Schepen Dirk Gerinckx geeft een toelichting. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

        Het participatieplatform werd geopend op 10 maart 2022. Men kon tot en met 25 maart 2022 voorstellen indienen. Op 21 maart 2022 werd een reminder gelanceerd op sociale media. De ervaring leert dat de meeste mensen de eerste week, de eerste twee weken reageren en daarna niet meer.

        De trekkersgroep trage wegen is een vereniging die prachtig werk doet. Zij kunnen uiteraard ook namen doorgeven. Schepen Dirk Gerinckx licht toe dat hij zeker met hen zal afspreken.

        Over participatie is in deze gemeenteraad al veel gezegd. Enkele voorbeelden waarbij geparticipeerd werd:

       dorpskernhernieuwing: er was een sessie met de gemeenteraadsleden, belanghebbenden werden bevraagd, net als de adviesraden en medewerkers van de gemeente Malle. Ook buurtbewoners werden bevraagd. Er werd een wandeling over het projectgebied georganiseerd. Er was overleg met stakeholders.

       kindvriendelijke gemeente: er werd een belevingsonderzoek georganiseerd, leerlingen werden bevraagd, ...

       bij de detailhandelskernafbakening werden de ondernemers betrokken

       voor de opmaak van het meerjarenplan werden de inwoners en de adviesraden betrokken

       ...

        Participatie is belangrijk voor het college van burgemeester en schepenen en het wordt ook georganiseerd.

        Voor projecten wordt ook altijd de nauwe omgeving betrokken.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns vraagt of er enkel via sociale media werd gecommuniceerd voor de trage wegen omdat 40% van de burgers niet gedigitaliseerd is.

 

Schepen Dirk Gerinckx stelt dat er getracht wordt om de items die op het participatieplatform komen ook aan te kondigen in de Malse Courant. Dit kon deze keer niet meer omdat de timing reeds gelanceerd werd op het participatieplatform en het niet meer uitkwam met de publicatie in de Malse Courant.

 

Raadslid Yannis Leirs vraagt of er in het vervolg van het traject enkel digitaal kan gestemd worden.

 

Schepen Dirk Gerinckx licht toe dat er geen formulier in de Malse Courant zit. Normaal had er wel een aankondiging voorzien geweest. Een briefje in de bus kon dan ook.

 

Raadslid Kirsten Dewaelheyns roept op om zeker de reflex naar het niet digitale te behouden.

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2022