Gemeenteraad

Maandag 23 april 2018

 

Aanwezig

 

Voorzitter:

Harry Hendrickx

Schepenen:

Paul Van Ham, Dries Van Dyck, Maria Vermeyen, Elisabeth Joris, Wouter Patho

Raadsleden:

Thierry van der Straten Waillet, Jan Boeckx, Wim Jordens, Katleen Mintjens, Alain De Laet, Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Pieter van Boxel, Dominique Defossez, Peter Lacante, Kim Geys, Beatrix Knaepkens, Sanne Van Looy, Ingrid Vrints, Paul Wens, Mieke Laenen

Algemeen directeur:

Sven Brabants

 

Verontschuldigd

 

Schepen:

Jules Mintjens

 

 

De gemeenteraad, regelmatig bijeengeroepen door de voorzitter overeenkomstig artikel 22 van het gemeentedecreet, vergadert in het gemeentehuis op 23 april 2018.

 

De voorzitter stelt vast dat de raad wettelijk is samengesteld.

 

De voorzitter verklaart de vergadering om 20.27 uur voor geopend voor de behandeling van de volgende punten:

 

OPENBARE ZITTING

Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Gemeenteraad - verslag zitting van 26 maart 2018 - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het verslag van de zitting van 26 maart 2018 wordt ter goedkeuring voorgelegd.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 33, betreffende de opmaak van de notulen.

 

Artikel 40, 1ste lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals goedgekeurd in zitting van 28 september 2015.

 

Motivering

 

De gemeenteraad stelt vast dat het ontwerp van de notulen van de gemeenteraadszitting van 26 maart 2018 correct en volledig is opgesteld.

 

Beraadslaging

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 - Het verslag van de gemeenteraadszitting van 26 maart 2018 wordt goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Lokaal woonbeleid - gemeentelijk reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De inventarisatie en opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen was tot 31 december 2016 een gewestelijke bevoegdheid. De gemeenten bezorgden jaarlijks een vermoedenslijst van verwaarloosde woningen en gebouwen aan de Vlaamse Overheid. De technische controle, het inventariseren en heffen van een belasting, werden verder uitgevoerd door de Vlaamse Overheid.

 

Het besluit van 22 december 2016 van het Vlaams Parlement draagt de bevoegdheid rond het bestrijden van verwaarlozing volledig over aan de gemeenten. Deze beslissing werd bekrachtigd en afgekondigd op 23 december 2016 en is in werking getreden op 1 januari 2017, waarbij de inventaris werd overgedragen aan de gemeente en waarbij de Vlaamse inventaris en Vlaamse heffingsplicht voor verwaarloosde woningen en gebouwen werd stopgezet.

 

Tijdens het beheerscomité van IVLW Midden van 12 mei 2017 werd door de 6 gemeenten beslist om een gemeentelijk beleid tegen verwaarlozing te voeren en hiervoor een gemeentelijk reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen op te maken, alsook een belastingsreglement.

 

Tijdens het huisvestingsambtenarenoverleg van 3 augustus 2017 werden het modelreglement van het binnenlands bestuur en het technisch verslag besproken.

Het technisch verslag werkt met een puntensysteem. Het ontwerp reglement voorziet dat een woning wordt opgenomen op de gemeentelijke inventaris verwaarloosde woningen en gebouwen, als meer dan 12 strafpunten worden bekomen op het technisch verslag.

Verwaarlozing wordt vastgesteld langs de buitenzijde van de woning en tuin.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 9 april 2018 het ontwerp van het gemeentelijk reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen principieel goedgekeurd.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen.

 

Decreet van 22 december 1995 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

 

Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet fiscale schuldvorderingen.

 

Heffingsdecreet van 22 december 1995 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

 

Motivering

 

De verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moet voorkomen en bestreden worden om verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.

 

Ten gevolge van het besluit van 22 december 2016 van het Vlaamse Parlement om het beleid rond het bestrijden van verwaarlozing volledig aan de gemeenten toe te vertrouwen, kan de gemeenteraad een reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen goedkeuren, teneinde een gemeentelijk beleid te voeren voor het bestrijden en voorkomen van de verwaarlozing van woningen en gebouwen.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         Tot nu toe werd de focus gelegd op betaalbaar wonen, duurzaam wonen, innovatief wonen, leegstand van woningen en ongeschiktheid van woningen;

         In de toekomst zal de focus ook gelegd worden op verwaarlozing van woningen voornamelijk aan de buitenzijde van woningen.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 - Navolgend gemeentelijk reglement op verwaarloosde woningen en gebouwen wordt goedgekeurd:

 

"1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 - Doelstelling

Dit gemeentelijk reglement heeft als doel verwaarloosde gebouwen en woningen in de gemeente te inventariseren, te voorkomen en te bestrijden.

 

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

 

Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen

 

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

Register: gemeentelijke inventarislijst waarop de verwaarloosde woningen en gebouwen worden opgenomen, het register vermeld in artikel 3 van dit reglement.

 

Administratie: de dienst ruimtelijke ordening & mobiliteit van de gemeente Malle wordt belast met het beheer en het actualiseren van een register voor verwaarloosde woningen en gebouwen en de vaststelling van verwaarlozing bij woningen en gebouwen

.

Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen.

 

Verwaarlozing: een gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten... en wanneer deze 12 strafpunten behaalt op het technisch verslag voor verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet.

 

Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom

b) het recht van opstal of van erfpacht

c) het vruchtgebruik.

 

10° Feitenonderzoek: een plaatsbezoek dat door de administratie wordt uitgevoerd met als doel de aangehaalde argumenten vermeld in de ontvangen bezwaarschriften en schrappingaanvragen te controleren op de feitelijke toestand.

 

11° Technisch verslag: het verslag van de administratie dat de gebreken inzake verwaarlozing aan de buitenzijde van een woning of een gebouw vaststelt en de behaalde strafpunten weergeeft, alsook de identificatiegegevens van het onderzoek, de woning of het gebouw, de zakelijk gerechtigde.

 

 

2. REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN

 

Artikel 3 - Vaststelling van verwaarloosde woningen en gebouwen

De administratie stelt de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 12 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

 

De administratie bezit de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 4 - Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.

 

In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

1° het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

2° de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

3° de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

4° het nummer en de datum van de administratieve akte;

5° de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag;

6° de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

7° de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosde gebouw zich situeert.

 

Artikel 5 - Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De administratie neemt een woning of een gebouw, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, op in het register, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, §1, tweede lid, 4° of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

 

§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het register, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

§3. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het register.

 

Artikel 6 - Kennisgeving van de voorgenomen registratie

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het register.

 

Deze kennisgeving bevat:

1° de genummerde administratieve akte;

2° het technisch verslag;

3° informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;

4° informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het register;

5° informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het register.

 

Artikel 7 - Bezwaar tegen de voorgenomen registratie

§1. Tegen het voornemen om een woning of een gebouw op te nemen in het register, vermeld in artikel 5, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending, vermeld in artikel 6.

 

§2. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en minimaal volgende gegevens bevatten:

         de identiteit en het adres van de indiener

         de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift

betrekking heeft

         de aanwijzing van het technisch verslag van de woning of het gebouw waarop het

bezwaarschrift betrekking heeft

         de datum van het indienen van het bezwaarschrift

         een motivering en/of bewijsstukken die aantonen dat het voornemen tot opname van de

woning of het gebouw in het register onterecht is.

 

§3. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. Als het bezwaarschrift niet ontvankelijk is, deelt de bezwaarinstantie dit mee aan de indiener met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd en de woning of het gebouw wordt opgenomen in het register.

 

§5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften op stukken indien de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek als een onderzoek niet volstaat of indien de administratie dit nodig acht.

 

§6. De bezwaarinstantie doet een uitspraak over het bezwaarschrift en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift. Als dit niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het bewaar geacht te zijn bijgetreden en wordt de woning of gebouw niet opgenomen in het register.

Als de bezwaarinstantie het bezwaar bijtreedt, wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het register.

 

§7. Indien de voorgenomen opname in het register niet tijdig betwist wordt, of het bezwaar van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie de woning of het gebouw in het register op vanaf de datum van de vaststelling van de verwaarlozing.

 

Artikel 8 - Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De administratie schrapt een woning of een gebouw uit het register wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 12 punten of meer zouden opleveren.

 

§2. Voor de schrapping uit het register richt de zakelijk gerechtigde een schriftelijk en gemotiveerd verzoek per beveiligde zending aan de administratie. Dit verzoek bevat minimaal volgende gegevens:

de identiteit en het adres van de indiener

de vermelding van het adres van de betreffende woning of gebouw

de aanwijzing van het technisch verslag van de betreffende woning of het gebouw

de datum van het indienen van het verzoek tot schrapping

een motivering en/of bewijsstukken die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt               kan worden uit het register.

 

§3 Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken indien de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd.

 

§5. De administratie doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

 

§6. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het register. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het register.

 

Artikel 9 - Beroep tegen weigering tot schrapping

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie op dezelfde manier als het indienen van een bezwaarschrift volgens de procedure bepaald in artikel 7.

 

§2. Als de beslissing over het beroep volgens de procedure vermeld in artikel 7 niet tijdig werd betekend, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd en wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het register.

 

§3. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het register.

 

Artikel 10 - Slotbepalingen

§1 Dit reglement treedt in werking vanaf de goedkeuring door de gemeenteraad.

 

§2 De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

§3 Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden."

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Financieel beleid - gemeentelijk belastingsreglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De inventarisatie en opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen was tot 31 december 2016 een gewestelijke bevoegdheid. De gemeenten bezorgden jaarlijks een vermoedenslijst van verwaarloosde woningen en gebouwen aan de Vlaamse Overheid. De technische controle, het inventariseren alsook het heffen van een belasting, werden verder uitgevoerd door de Vlaamse Overheid.

 

Het besluit van 22 december 2016 van het Vlaams Parlement draagt de bevoegdheid rond het bestrijden van verwaarlozing volledig over aan de gemeenten. Deze beslissing werd bekrachtigd en afgekondigd op 23 december 2016 en is in werking getreden op 1 januari 2017, waarbij de inventaris werd overgedragen aan de gemeente en waarbij de Vlaamse inventaris en Vlaamse heffingsplicht voor verwaarloosde woningen en gebouwen werd stopgezet.

 

Tijdens het beheerscomité van IVLW Midden van 12 mei 2017 werd door de 6 gemeenten beslist om een gemeentelijk beleid tegen verwaarlozing te voeren en hiervoor een gemeentelijk reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen op te maken, alsook een belastingsreglement.

 

Het gemeentelijk reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen werd in zitting van 9 april 2018 principieel goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen.

 

Decreet van 22 december 1995 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

 

Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet fiscale schuldvorderingen.

 

Motivering

 

De verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moet voorkomen en bestreden worden om verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.

Dit gebeurt in de eerste plaats door het jaarlijks inventariseren van verwaarloosde woningen en gebouwen in een register.

Daarnaast moet het voorliggende belastingsreglement ertoe bijdragen om verwaarlozing van woningen en gebouwen tegen te gaan en op te lossen.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente/OCMW

Actie

1419/004/001/001/007

Beleidscode

0020

Algemene rekening

73750000

Beschikbaar krediet

0

 

 

 

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt of het ook gaat over de toestand van het dak.

 

Schepen Wouter Patho licht toe dat ook naar het dak gekeken wordt. De checklist die gehanteerd wordt, zal aan de gemeenteraadsleden bezorgd worden.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of dit vergelijkbaar is met de omliggende gemeenten.

 

Schepen Wouter Patho antwoordt dat het met zes gemeenten uit het samenwerkingsverband samen is opgesteld en dus inderdaad vergelijkbaar is met de omliggende gemeenten.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 - Navolgend belastingsreglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen goed te keuren:

 

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

 

Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen

 

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

Register: gemeentelijke inventarislijst waarop de verwaarloosde woningen en gebouwen worden opgenomen.

 

Administratie: de dienst ruimtelijke ordening & mobiliteit van de gemeente Malle wordt belast met het beheer en actualisering van een register voor verwaarloosde woningen en gebouwen en de vaststelling van verwaarlozing bij woningen en gebouwen.

 

Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw voor de eerste maal in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen wordt ingeschreven.

 

Verwaarlozing: een gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten... en wanneer deze 12 strafpunten behaalt op het technisch verslag voor verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet.

 

Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom

b) het recht van opstal of van erfpacht

c) het vruchtgebruik.

 

10° Feitenonderzoek: een plaatsbezoek dat door de administratie wordt uitgevoerd met als doel de aangehaalde argumenten vermeld in de ontvangen bezwaarschriften en schrappingaanvragen te controleren op de feitelijke toestand.

 

11° Technisch verslag: het verslag van de administratie dat de gebreken inzake verwaarlozing aan de buitenzijde van een woning of een gebouw vaststelt en de behaalde strafpunten weergeeft, alsook de identificatiegegevens van het onderzoek, de woning of het gebouw, de zakelijk gerechtigde.

 

12° Aanslagjaar: is het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de belasting wordt betaald. Het betreft de periode vanaf de opname in het register tot de verjaring van de inventarisatiedatum. Deze periode herhaalt zich jaarlijks zolang de woning of het gebouw niet uit het register geschrapt wordt.

 

13° Instrumenterende ambtenaar: iedere persoon of instelling die ertoe gemachtigd is aktes van eigendomsoverdracht te verlijden.

 

 

Artikel 2 - Belastingstermijn en belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de jaren 2018 tot en met 2019 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het register.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het register.

 

Zolang de verwaarloosde woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijke recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het register.

De instrumenterende ambtenaar of de overdrager stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe houder(s) van het zakelijk recht. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4 - Tarief van de belasting

De basisbelasting bedraagt 1.000,00 EUR per woning of gebouw.

 

Het bedrag van de belasting bedraagt:

1ste heffingsjaar : de basisbelasting

2de heffingsjaar : de basisbelasting verhoogd met 25 %

3de heffingsjaar : de basisbelasting verhoogd met 50%

4de heffingsjaar : de basisbelasting verhoogd met 75%

5de en volgende heffingsjaren : de basisbelasting verhoogd met 100%.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag dient per beveiligde zending te worden ingediend voor het verstrijken van de verjaring van de inventarisatiedatum. Indien de vrijstelling te laat werd aangevraagd, kan deze niet meer gelden voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling werd aangevraagd.

 

De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in artikel 6, §2 dient hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2. Persoonsgebonden vrijstellingen.

Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

 

1° de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht;

 

2° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. De vrijstelling geldt maximum voor 1 woning van de belastingplichtige en voor maximum 2 jaar. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgegeven door de instelling.

 

§3. Objectgebonden vrijstellingen.

De belastingplichtige kan een vrijstelling krijgen van betaling van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen als:

 

1° de woning of het gebouw, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;

 

2° de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling jaarlijks opnieuw moet aangevraagd worden en slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

3° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning (stedenbouwkundige vergunning) voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning;

 

4° de woning of het gebouw gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning (stedenbouwkundige vergunning), mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd en is verlengbaar tot maximum drie jaar.

 

5° de woning of het gebouw eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB of OCMW, voor een periode van maximum twee jaar.

 

6° de woning of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid voorlopig of goedgekeurd onteigeningsplan;

 

§4. De vrijstelling dient jaarlijks aangevraagd te worden.

 

Artikel 6 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7 - Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 - Bezwaar

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd.

 

§2. Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

§3. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9 - Toepasselijke regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 10 - Kennisgeving toezicht

Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden."

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Buurtwegen - afschaffing buurtweg nr. 230 (deelgemeente Oostmalle) - definitieve beslissing

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 11 januari 2018 heeft de deputatie van de provincie Antwerpen een aanvraagdossier ontvangen van Antea Group en Ekham nv houdende verzoek tot afschaffing van buurtweg nr. 230 (deelgemeente Oostmalle).

 

Het aanvraagdossier bevat een motivatienota opgemaakt door Ekham nv en een wijzigingsplan Atlas Buurtwegen van 12 december 2017 opgemaakt door Antea Group.

 

Op 5 februari 2018 ontvingen wij het schrijven van de Provincie Antwerpen van 1 februari 2018 met referentie GemBU-2017-0044 met de vraag om het aanvraagdossier voor te leggen aan onze gemeenteraad.

 

In zitting van 12 februari 2018 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist principieel akkoord te gaan met de afschaffing van buurtweg nr. 230, gelegen op het kadastraal perceel 2de afdeling, sectie D, 83h en dit verzoek tot afschaffing van buurtweg nr. 230 voor te leggen aan de gemeenteraad tijdens de volgende zitting.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 57 § 1.

 

De Wet van 10 april 1841 en 20 mei 1863 op de buurtwegen, en latere wijzigingen.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen.

 

Motivering

 

De buurtweg nr. 230 is volledig gelegen op het kadastraal perceel Malle, 2e afd., sectie D, nr. 83h. Dit perceel is eigendom van Ekham nv. binnen het tracé van buurtweg nr. 230 is een sterfgracht gelegen.

 

Volgens de gegevens in ons bezit werden aan deze buurtweg, sinds zijn vermelding in de atlas der buurtwegen, geen wijzigingen aangebracht die goedgekeurd werden door de deputatie van de provincie.

 

Deze buurtweg is doodlopend en sluit aan op het tracé van buurtweg nr. 17, gelegen naast de eigenlijke asfaltweg genaamd 'Den Brekel'. Hij heeft geen enkele verbindingsfunctie met andere wegenissen in de buurt en bedient geen andere percelen. De afschaffing heeft dan ook geen negatieve gevolgen voor het netwerk van de buurtwegen.

 

De buurtweg is gelegen op een akkerland waar reeds jaren maïs wordt verbouwd, is niet meer zichtbaar op het perceel en wordt ook niet meer gebruikt. Er kan dan ook aangenomen worden dat het openbaar nut van deze weg volkomen achterhaald is en het niet opportuun is de buurtweg te reconstrueren.

 

In zitting van 26 februari 2018 heeft de gemeenteraad beslist principieel akkoord te gaan met de afschaffing van buurtweg nr. 230 en opdracht te geven tot het instellen van een openbaar onderzoek.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 6 maart 2018 tot en met 4 april 2018.

 

Dit openbaar onderzoek werd aangekondigd in het Belgisch Staatsblad van 2 maart 2018, op onze gemeentelijke website op 6 maart 2018 en door afkondiging aan het gemeentehuis en ter plaatse aan het begin en einde van de buurtweg nr. 230.

Zowel de aanpalende eigenaar van de buurtweg, zijnde Ehkam nv als de deputatie van de provincie Antwerpen werden per aangetekende brief in kennis gesteld van het openbaar onderzoek.

 

Tijdens dit openbaar onderzoek werd 1 collectief bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaarschift handelt over:

- fundamentele verwarring in hoofde van de gemeenteraad omtrent de ligging van de kwestieuze buurtweg.

In het beschikkend gedeelte van het gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2018 wordt vermeld :

'beslist: principieel akkoord te kaan met de afschaffing van buurtweg nr. 230, gelegen op het kadastraal perceel 2de afd., sectie D, 230h en opdracht wordt gegeven tot het instellen van een openbaar onderzoek'

De vraag rijst of de gemeenteraad effectief buurtweg 230 beoogt af te schaffen, dan wel een andere buurtweg, die zich dan zou bevinden op het kadastraal perceel 2de afd., sectie D, 230h.

Alleszins blijkt uit het betreffende gemeenteraadsbesluit dat er in hoofde van het bevoegde orgaan, de gemeenteraad, een fundamentele verwarring bestaat omtrent de ligging van de buurtweg die men wenst af te schaffen.

Gelet op de onduidelijkheid omtrent de (kadastrale) ligging van de buurtweg, kan onmogelijk worden nagegaan of de aanpalende eigenaars aangetekend werden aangeschreven.

Alvorens de procedure kan worden voortgezet en kan worden overgegaan tot een definitieve beraadslaging, dient de gemeenteraad alleszins opnieuw (voorlopig) te beraadslagen omtrent de opportuniteit van de afschaffing van de buurtweg en ditmaal op basis van correcte gegevens omtrent de ligging van de buurtweg.

- Opportuniteit van de afschaffing van buurtweg nr. 230 is allerminst afdoende aangetoond.

De motivering in de gemeenteraadsbeslissing van 26 februari 2018 is quasi letterlijk overgenomen uit de bij het dossier gevoegde motivatienota van nv Ehkam.

Of een buurtweg moet worden aangelegd, gewijzigd of afgeschaft impliceert een belangenafweging, waarbij volgens vaste rechtspraak van de Raad van State het algemeen belang dient te primeren en dit moet ook blijken uit de tekst van het afschaffingsbesluit zelf.

Bij het beoordelen van een afschaffingsbesluit is het nut van het gebruik van de weg door het publiek een doorslaggevende factor. Belangrijk hierbij is dat niet alleen moet gekeken worden naar het actuele gebruik (of niet-gebruik) maar tevens naar het mogelijke toekomstig nuttige gebruik van de buurtweg in kwestie.

Met het toekomstige mogelijk nuttig gebruik van de buurtweg is in de besluitvorming nergens rekening gehouden.

De opheffing van buurtweg nr. 230 kadert uiteraard in de verkavelingsaanvraag van nv Ehkam. Een minder dichte inplanting van de voorgenomen verkaveling is perfect combineerbaar met het behoud van buurtweg nr. 230, desgevallend gekoppeld aan een beperkte wijziging van het tracé. Deze piste is nooit in overweging genomen.

Indien het terrein zou worden ontwikkeld, kan de bestaande buurtweg nr. 230 een belangrijke, veilige verbindingsfunctie vervullen.

- Onregelmatigheden inzake de bekendmaking van het openbaar onderzoek

Zoals blijkt uit de bijgevoegde foto is het bord quasi tegen het achterliggende bestaande bedrijfsgebouw geplaatst, terwijl uit de atlas der buurtwegen en uit het bij het dossier gevoegde plan duidelijk blijkt dat de betreffende buurtweg ergens halverwege het kadastrale perceel 2e afd., sectie D, nr. 83h eindigt. Het openbaar onderzoek werd derhalve niet aangekondigd door een aanplakking aan het begin- en eindpunt van buurtweg nr. 230, waardoor het openbaar onderzoek onregelmatig is. De correcte aankondiging van het openbaar onderzoek aan het begin- en eindpunt van de buurtweg is des te belangrijker nu er kennelijk grote onduidelijkheid bestaat omtrent de ligging van de kwestieuze buurtweg.

Door deze onduidelijkheid kan ook niet worden nagegaan of de aanpalende eigenaars van de buurtweg aangetekend in kennis werden gesteld.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig punt.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat zijn fractie zal tegenstemmen, niet omwille van het dossier Ehkam zelf, maar wel omdat het gelinkt is aan de omleidingsweg waar de fractie principieel bezwaren bij heeft.

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 3 neen stemmen (Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Mieke Laenen) en 2 onthoudingen (Pieter van Boxel, Ingrid Vrints)

 

Artikel 1 - Kennis te nemen van het collectief bezwaarschrift ingediend tijdens het openbaar onderzoek georganiseerd van 6 maart 2018 tot en met 4 april 2018 betreffende de afschaffing van buurtweg nr. 230 (deelgemeente Oostmalle).

 

Artikel 2 - Omtrent het collectief bezwaarschrift volgend standpunt in te nemen:

- Er is inderdaad in het besluit van de gemeenteraadsbeslissing van 26 februari 2018 een administratieve vergissing gemaakt, doch in de motivering van de gemeenteraadsbeslissing en op alle stukken van de diverse aankondigingen werd wel het juiste kadasternummer vermeld. Daarenboven werd bij dit agendapunt als bijlage aan de raadsleden, zowel de motivatienota van de aanvraag alsook het opmetingsplan van de buurtweg gevoegd. De stelling dat de gemeenteraad niet wist welke buurtweg juist bedoeld werd is onjuist.

Daarenboven bestaat het kadastraal perceel Malle, 2e afd., sectie D, nr. 230h niet, dus kan er ook niet gesteld worden dat de buurtweg op dit perceel mogelijk het onderwerp van de afschaffing is. De buurtweg is volledig gelegen op het kadastraal perceel 2e afd., sectie D, nr. 83h, welk eigendom is van Ehkam nv. Er werd wel degelijk een aangetekend schrijven verstuurd aan de eigenaar, palend aan de af te schaffen buurtweg nr. 230. Het tracé van buurtweg nr. 17 is immers eigendom van de gemeente Malle. De correcte procedure is gevolgd

Uit het ingediende bezwaarschrift en de foto in bijlage blijkt duidelijk dat bezwaarindieners wel degelijk de juiste ligging van de buurtweg nr. 230 kenden. Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden.

 

- De motivering tot afschaffing komt inderdaad deels overeen met deze vermeld in de motivatienota van de aanvraag. Dit vermeldt de feitelijke toestand, die niet kan ontkend worden door het gemeentebestuur. Daarenboven werd in de gemeenteraadsbeslissing wel degelijk beoordeeld over het mogelijk toekomstig nuttig gebruik van de buurtweg in kwestie. Zo werd er het volgende vermeld:

'Deze buurtweg is doodlopend en sluit aan op het tracé van buurtweg nr. 17, gelegen naast de eigenlijke asfaltweg genaamd 'Den Brekel'. Hij heeft geen enkele verbindingsfunctie met andere wegenissen in de buurt en bedient geen andere percelen. De afschaffing heeft dan ook geen negatieve gevolgen voor het netwerk van de buurtwegen.

De buurtweg is gelegen op een akkerland waar reeds jaren maïs wordt verbouwd, is niet meer zichtbaar op het perceel en wordt ook niet meer gebruikt. Er kan dan ook aangenomen worden dat het openbaar nut van deze weg volkomen achterhaald is en het niet opportuun is de buurtweg te reconstrueren.'

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden.

 

- Er werd wel degelijk een aankondiging geplaatst door de gemeente op het begin- en eindpunt van de buurtweg. Dit blijkt duidelijk uit de foto gevoegd bij het bezwaarschrift. De buurtweg nr. 230 volgt immers grotendeels de waterlossing die duidelijk zichtbaar is op deze foto. Ook aan het beginpunt ter hoogte van buurtweg nr. 17 werd een aankondiging geplaatst.

De aanpalende eigenaar, zijnde Ehkam nv werd wel degelijk aangetekend in kennis gesteld. Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden.

 

Artikel 3 - Definitief akkoord te gaan met de afschaffing van buurtweg nr. 230, gelegen op het kadastraal perceel Malle, 2de afdeling, sectie D, nr. 83h.

 

Artikel 4 - Aan de deputatie van de provincie Antwerpen zal gevraagd worden een beslissing te nemen omtrent de voorgenomen afschaffing van buurtweg nr. 230.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Patrimonium - vervreemding van eigendom - openbare verkoop van pastorie Oude Molenstraat 1

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

De pastorie gelegen aan de Oude Molenstraat 1 te Malle wordt niet langer gebruikt als pastorie en het is niet aangewezen deze woning nog langer in eigendom te houden.

 

Igean heeft op 20 oktober 2017 een schattingsverslag opgemaakt, dat de waarde schat op 286.000,00 EUR.

 

In de zitting van 6 november 2017 besliste het college van burgemeester en schepenen om aan notaris Nouwkens de opdracht te geven tot het opmaken van een ontwerpakte voor de verkoop.

 

Notaris Nouwkens heeft een ontwerpakte opgemaakt met referte CC/CC/1275/18-2180487.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 57 §1.

 

De omzendbrief  BB 2010/02 van 12 februari 2010 van de viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, betreffende de vervreemding van onroerende goederen door provincies, gemeenten, OCMW's en besturen van de erkende erediensten.

 

Motivering

 

Er werd gekozen voor een openbare verkoop, omdat deze procedure de algemene regel moet zijn en het best het algemeen belang dient. Het is wettelijk vereist om de bevolking met gepaste publiciteit in te lichten over de geplande verkoop. De publiciteit rond de openbare verkoop zal drie weken lopen.

 

De minimale verkoopprijs moet minstens de geschatte prijs zijn zoals geschat door Igean in zijn schattingsverslag opgemaakt op 20 oktober 2017, nl. 286.000,00 EUR.

 

De middelen die voortvloeien uit de verkoop zullen worden aangewend ten behoeve van investeringen die nodig zijn voor de uitbouw en exploitatie van het overige gemeentelijke patrimonium en dienstverlening.

 

Om de openbare verkoop verder in goede banen te leiden is het aangewezen de uitvoering van deze opdracht te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Zij zal zich over de verdere details buigen om dit tot een goed einde te brengen.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente/OCMW

Actie

1419/7/1/1/1

Beleidscode

0790

Algemene rekening

22103020

Beschikbaar krediet

286.000 EUR

Raming

286.000 EUR

Beraadslaging

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of hij de vergadering moet verlaten.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat het volgens hem niet moet aangezien er op dit moment geen rechtstreeks belang speelt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 - Kennis te nemen van het schattingsverslag opgemaakt door Igean op 20 oktober 2017, dat de waarde schat op 286.000,00 EUR.

 

Artikel 2 - De ontwerpakte 'openbare verkoop - lastenkohier - instel' met referte CC/CC/1275/18-2180487, opgemaakt door notaris Wouter Nouwkens te Malle, goed te keuren.

'KOHIER VAN LASTEN, BEDINGEN EN VOORWAARDEN op welke Wouter NOUWKENS, notaris met standplaats te Malle, die zijn ambt uitoefent in de vennootschap “Notariaat Nouwkens & Portier”, met zetel te 2390 Malle, Antwerpsesteenweg 93;, openbaar zal verkopen, het hierna beschreven onroerend goed;

OP VERZOEK VAN:

De GEMEENTE MALLE, ondernemingsnummer: 0207.537.240, alhier vertegenwoordigd door *  Ingevolge beslissing van de gemeenteraad van de Gemeente Malle van *, waarvan een exemplaar aan deze akte gehecht zal worden.

BEKWAAMHEID VAN PARTIJEN:

Alle verschijnende partijen verklaren bevoegd en bekwaam te zijn tot het stellen van de bij deze akte vastgestelde rechtshandelingen en niet het voorwerp te zijn van enige maatregel die een onbekwaamheid daartoe in het leven zou kunnen roepen zoals faillissement, collectieve schuldenregeling, aanstelling bewindvoerder over persoon en goederen, enzovoort.

BESCHRIJVING VAN HET TEKOOPGESTELDE GOED:

GEMEENTE MALLE/eerste afdeling/WETSMALLE

Een woonhuis op en met grond en alle aanhorigheden, gelegen Oude Molenstraat 1, thans op het kadaster gekend sectie A, nummer 0488M2P0000, met een oppervlakte van achthonderdvijfennegentig vierkante meter (895 m²).

Volgens titel ten kadaster gekend sectie A nummers 488/G/2 en 488/H/2 met een grotere oppervlakte.

OORSPRONG VAN EIGENDOM

Voorschreven eigendom hoort toe aan de GEMEENTE MALLE, verzoekster in deze om het te hebben verkregen van 1. Baron VAN DER STRATEN WAILLET François Xavier Georges Maria Joseph Ghilsain te Stabroek, 2. Baron VAN DER STRATEN WAILLET Michel Fortuné Arthur Maria Joseph Ghislain te Malle, 3. Baron VAN DER STRATEN WAILLET Jacques Charles Arthur Marie Joseph Robert te Schaarbeek, 4. Barones VAN DER STRATEN WAILLET Monique Marie de la Paix Josephe Louise Clothilde Ghislain te Malle, 5. Barones VAN DER STRATEN WAILLET Marie Josephe Louisa Clothilde Emilie Ghislaine te Malle, 6. Barones VAN DER STRATEN WAILLET Yvonne Marthe Françoise Marie Josephe Isabelle Ghislaine te Malle en 7. Barones VAN DER STRATEN WAILLET Sabine Marie Louise Clothilde Josephine Ghislaine en haar echtgenoot de heer POWIS DE TENBOSSCHE Ferdinand Georges Marie Joseph Ghislain te Malle ingevolge kosteloze afstand verleden voor notaris Geert Nouwkens te Malle op 25 oktober 1974, behoorlijk overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te Antwerpen.

VOORWAARDEN VAN DE VERKOPING

ALGEMEEN LASTENKOHIER

Behoudens de afwijkingen en aanvullingen vervat in tegenwoordig lastenkohier zal de openbare verkoping gehouden worden op basis van de “eenvormige algemene verkoopsvoorwaarden voor buitengerechtelijke openbare verkopingen”, in gebruik bij de notarissen van de provincie Antwerpen, van welke verkoopsvoorwaarden een exemplaar gevoegd werd bij het proces-verbaal verleden voor ondergetekende notaris op 24 februari 2014, samen met de akte definitieve toewijs verleden voor ondergetekende notaris op 10 maart 2014 overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te Antwerpen op 2 mei 2014 onder formaliteitennummer 58-T-02/05/2014-07599.

BIJZONDERE VERKOOPSVOORWAARDEN

Verder als aanvulling en/of afwijking van gemelde "algemene verkoopsvoorwaarden", worden de volgende bijzondere verkoopsvoorwaarden bedongen:

1. Aantal zittingen - instelpremie

In aanvulling van de algemene verkoopsvoorwaarden wordt hier bepaald dat de verkoping plaats heeft bij opbod in TWEE ZITTINGEN, waarvan de eerste voor de voorlopige en de tweede voor de definitieve toewijzing bij geven van geluk aan de meestbiedende.

De verkoop geschiedt met instelpremie van één procent (1 %) voor de bieder aan wie het goed op de eerste zitting voorlopig is toegewezen, mits hij aanwezig of vertegenwoordigd is op de definitieve toewijzing en het eigendom definitief verkocht wordt.

De VOORLOPIGE TOEWIJZING heeft plaats op maandag 28 mei 2018 om 17.00 uur en de DEFINITIEVE TOEWIJZING heeft plaats op maandag 11 juni 2018 om 17.00 uur telkens in De Kasteelhoeve te 2390 Westmalle, Kasteellaan 81.

2. Kosten en lasten

In aanvulling van de algemene verkoopsvoorwaarden, wordt hier bepaald:

a) dat het kostenpercentage, te betalen door de kopers, vastgesteld wordt overeenkomstig de beslissing van het Genootschap van Notarissen van de provincie Antwerpen op drieëntwintig december tweeduizend dertien, waarbij het kostenpercentage werd bepaald als volgt:

-zesendertig procent (36,00%), voor prijzen van nul euro (€ 0,00) tot en met dertigduizend euro (€ 30.000,00);

- dertig procent (30,00%), voor prijzen boven dertigduizend euro (€ 30.000,00) tot en met veertigduizend euro (€ 40.000,00);

- zesentwintig komma vijftig procent (26,50%), voor prijzen boven veertigduizend euro (€ 40.000,00) tot en met vijftigduizend euro (€ 50.000,00);

- drieëntwintig procent (23,00%), voor prijzen boven vijftigduizend euro (€ 50.000,00) tot en met zestigduizend euro (€ 60.000,00);

- tweeëntwintig procent (22,00%), voor prijzen boven zestigduizend euro (€ 60.000,00) tot en met zeventigduizend euro (€ 70.000,00);

- eenentwintig komma vijftig procent (21,50%), voor prijzen boven zeventigduizend euro (€ 70.000,00) tot en met tachtigduizend euro (€ 80.000,00);

- twintig komma vijftig procent (20,50%), voor prijzen boven tachtigduizend euro (€ 80.000,00) tot en met negentigduizend euro (€ 90.000,00);

- twintig procent (20,00%), voor prijzen boven negentigduizend euro (€ 90.000,00) tot en met honderdduizend euro (€ 100.000,00);

- negentien komma vijftig procent (19,50%), voor prijzen boven honderdduizend euro (€ 100.000,00) tot en met honderd en tienduizend euro (€ 110.000,00);

- negentien komma vijfentwintig procent (19,25%), voor prijzen boven honderd en tienduizend euro (€ 110.000,00) tot en met honderdvijfentwintigduizend euro (€ 125.000,00);

- achttien komma vijftig procent (18,50%), voor prijzen boven honderdvijfentwintig-duizend euro (€ 125.000,00) tot en met honderdvijftigduizend euro (€ 150.000,00);

- achttien komma vijfentwintig procent (18,25%), voor prijzen boven honderdvijftig-duizend euro (€ 150.000,00) tot en met honderdvijfenzeventigduizend euro (€ 175.000,00);

- zeventien komma vijfenzeventig procent (17,75%), voor prijzen boven honderdvijfen-zeventigduizend euro (€ 175.000,00) tot en met tweehonderdduizend euro (€ 200.000,00);

- zeventien procent (17,00%), voor prijzen boven tweehonderdduizend euro (€ 200.000,00) tot en met tweehonderdvijfentwintigduizend euro (€ 225.000,00);

- zestien komma vijftig procent (16,50%), voor prijzen boven tweehonderd-vijfentwintigduizend euro (€ 225.000,00) tot en met tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250.000,00);

- zestien procent (16,00%), voor prijzen boven tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250.000,00) tot en met tweehonderdvijfenzeventigduizend euro (€ 275.000,00);

- vijftien komma vijfenzeventig procent (15,75%), voor prijzen boven tweehonderd-vijfenzeventigduizend euro (€ 275.000,00) tot en met driehonderdduizend euro (€ 300.000,00);

- vijftien komma vijfentwintig procent (15,25%), voor prijzen boven driehonderd-duizend euro (€ 300.000,00) tot en met driehonderdvijfentwintigduizend euro (€ 325.000,00);

- vijftien procent (15,00%), voor prijzen boven driehonderdvijfentwintigduizend euro (€ 325.000,00) tot en met driehonderdvijfenzeventigduizend euro (€ 375.000,00);

- veertien komma vijftig procent (14,50%), voor prijzen boven driehonderdvijfenzeventig-duizend euro (€ 375.000,00) tot en met vierhonderdduizend euro (€ 400.000,00);

- veertien komma vijfentwintig procent (14,25%), voor prijzen boven vierhonderdduizend euro (€ 400.000,00) tot en met vierhonderdvijfentwintigduizend euro (€ 425.000,00);

- veertien procent (14,00%), voor prijzen boven vierhonderdvijfentwintigduizend euro (€ 425.000,00) tot en met vijfhonderdduizend euro (€ 500.000,00);

- dertien komma vijfenzeventig procent (13,75%), voor prijzen boven vijfhonderdduizend euro (€ 500.000,00) tot en met vijfhonderdvijftigduizend euro (€ 550.000,00);

- dertien komma vijftig procent (13,50%), voor prijzen boven vijfhonderdvijftigduizend euro (€ 550.000,00) tot en met zeshonderdduizend euro (€ 600.000,00);

- dertien komma vijfentwintig procent (13,25%) voor prijzen boven zeshonderdduizend euro (€ 600.000,00) tot en met zevenhonderdvijftigduizend euro (€ 750.000,00);

- dertien procent (13,00%), voor prijzen boven zevenhonderdvijftigduizend euro (€ 750.000,00).

Het kostenpercentage vormt een forfait en omvat het registratierecht, het ereloon, en een provisie voor publiciteitskosten, overschrijvingskosten en de gebruikelijke andere vaste aktekosten.

Het barema is opgesteld op basis van een registratierecht van tien procent en het volle ereloon.

De verkopers staan in voor de nagerekende kosten, rechten en erelonen, waarop de door de kopers betaalde kosten in mindering worden gebracht. Het tekort wordt door hen betaald; het batig saldo komt hen toe.

Het toe te passen kostenpercentage wordt enkel door de bekomen prijzen bepaald. Het wordt echter zowel op de prijzen als op alle andere in de verkoopsvoorwaarden voorziene kosten en de inzetpremie berekend.

b) dat de eventuele kosten van plan en opmeting, te betalen door de kopers, alle eventuele overnamekosten en alle andere eventuele kosten te betalen door de kopers, in fine van dit lastenkohier zullen vermeld worden.

3. Verwijlintresten

In aanvulling van de algemene verkoopsvoorwaarden wordt hier bedongen dat de verwijlintresten thans negen procent per jaar bedragen.

4. Lastgeving - sterkmaking - command

In afwijking van de algemene verkoopsvoorwaarden, wordt hier bedongen:

- dat een toegewezen goed en/of massa niet door aanwijzing van lastgeving of command kan gesplitst worden.

- dat de bieder een lastgever of command kan aanwijzen binnen de vijf werkdagen na de verkoop.

5. Stedenbouw

In nagemeld schrijven van de gemeente Malle staat onder meer letterlijk vermeld:

“- Voor de aanbouw achter de garages en het afdak achter de bestaande woning op het eigendom zijn geen stedenbouwkundige vergunningen verleend. Deze constructies kunnen dan ook geen rechten doen ontstaan voor de verkrijgers van het goed.

- Het perceel wordt getroffen door een rooilijn, ingevolge de ligging in een verkaveling.”

De verzoekster verklaart dat het verkochte goed deel uitmaakt van een goedgekeurde niet vervallen verkaveling, waarvoor vergunning werd uitgereikt door het Schepencollege van de gemeente Malle op 31 juli 1969 onder het stedenbouwkundig nummer 138/059.

Voorschreven eigendom is onderworpen aan de bedingen, voorwaarden en voorschriften van de verkavelingsvoorschriften, waarvan de uiteindelijke koper een kopie heeft ontvangen. De uiteindelijke koper erkent dat gemelde verkavelingsakte en haar bijlagen een geheel zullen vormen,  samen met onderhavige akte om samen uitvoerbaar te zijn. Bovendien ontslaat de uiteindelijke koper ondergetekende notaris van het verdere aanhalen ervan in deze akte.

De verzoekster verkoopt in de staat waarin het zich bevindt, met alle zichtbare en verborgen gebreken, zowel wat betreft het gebouw als de grond; de verzoekster is niet gehouden tot vrijwaring voor zichtbare of verborgen gebreken, ter uitzondering van deze die de verkoopster gekend heeft doch niet aan de uiteindelijke koper heeft meegedeeld; de verzoekster verklaart dat zij geen weet heeft van verborgen gebreken in de constructies of de grond. De verzoekster verklaart dat alle door haar opgerichte vergunningsplichtige constructies vergund werden en dat er bij haar weten geen stedenbouwkundige overtredingen inzake het verkochte goed zijn vastgesteld, ter uitzondering van hetgeen vermeld staat in nagemeld schrijven van de gemeente Malle. De uiteindelijke koper verklaart op de hoogte te zijn van de risico’s verbonden aan de aankoop van constructies die zonder vergunning zijn opgericht, zowel op burgerlijk als op strafrechtelijk vlak. De eventuele gevolgen hiervan zullen uitsluitend ten laste zijn van, en gedragen worden door de uiteindelijk koper in deze, zonder enig verhaal dienaangaande te kunnen uitoefenen tegen de verzoekster in deze of de instrumenterende notaris.

VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING

A. De notaris vermeldt en informeert, met toepassing van de artikelen 5.2.1., 5.2.3. Vlaamse codex ruimtelijke ordening en overeenkomstig het uittreksel uit het vergunningen- en plannenregister, waarvan sprake in artikel 7.6.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, afgeleverd door de gemeente malle op 12 maart 2018:

1) dat voor het onroerend goed een stedenbouwkundige vergunning werd uitgereikt op 3 juli 1973 voor bouwen van een pastorie;

2) dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van het onroerend goed volgens voormeld schrijven van de gemeente is woongebied;

3) dat het onroerend goed niet het voorwerp uitmaakt van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV (zijnde een rechterlijke of bestuurlijke maatregel) noch is er een procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende

4) dat het onroerend goed niet is gelegen in een zone die in een definitief vastgesteld uitvoeringsplan zou zijn aangeduid als een zone met voorkooprecht, zoals bedoeld in artikel 2.4.1 van voormelde codex of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten;

5) dat voor het onroerend goed een verkavelingsvergunning de dato 31 juli 1969 van toepassing is;

6) dat voor de overdracht geen as-builtattest is uitgereikt en gevalideerd, overeenkomstig artikel 4.2.12, §2,2° van voormelde Vlaamse codex, vermits deze bepaling nog niet in werking is getreden.

7) dat het onroerend goed niet het voorwerp uitmaakt van een voorkeursbesluit of projectbesluit.

De definitieve koper zal een kopie van voormeld stedenbouwkundig uittreksel betreffende het onroerend goed ontvangen.

B. De notaris verwijst partijen naar artikel 4.2.1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening. Deze bepaling omschrijft de vergunningsplichtige handelingen.

ONROEREND ERFGOED

De verzoekster verklaart dat het verkochte goed niet is opgenomen in de landschapsatlas, noch in de inventaris archeologische zones, de inventaris bouwkundig erfgoed, de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde of de inventaris van historische tuinen en parken. Zij verklaart hierover nooit enige betekening of kennisgeving te hebben ontvangen.

Ondergetekende notaris bevestigt dat dit ook niet blijkt uit een opzoeking in de databank die door het Agentschap Onroerend Erfgoed digitaal beschikbaar werd gesteld.

POSTINTERVENTIEDOSSIER

Op vraag van de notaris of er voor het hoger beschreven eigendom reeds een postinterventiedossier werd opgesteld, antwoordt de verzoekster ontkennend, en bevestigt zij dat er aan het eigendom sinds één mei tweeduizend en één (01/05/2001) geen werken werden uitgevoerd door één of meerdere aannemers waarvoor een postinterventiedossier diende te worden opgesteld.

STOOKOLIETANK

De verzoekster verklaart dat in het bij deze verkochte goed noch een ondergrondse noch een bovengrondse stookolietank aanwezig is.

ELEKTRISCHE INSTALLATIES

De verzoekster verklaart dat het voorwerp van deze verkoop een wooneenheid is in de zin van artikel 276 bis van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties van 10 maart 1981, waarvan de elektrische installatie niet het voorwerp is geweest van een volledig controleonderzoek in de zin van het reglement voorafgaandelijk de ingebruikname van de installatie.

Bij proces-verbaal op datum van * werd door * vastgesteld dat de installatie niet voldoet aan de voorschriften van dit reglement. Na afloop van een termijn van 18 maanden vanaf heden zal vastgesteld moeten worden of de overtredingen verdwenen zijn. De uiteindelijke koper is verplicht zijn identiteit en de datum van deze akte mee te delen aan voornoemd erkend organisme dat de controle heeft uitgevoerd.

De uiteindelijke koper behoudt evenwel de vrijheid om na deze mededeling vrij een ander erkend organisme aan te stellen om de keuring in de toekomst te verrichten.

De geïnteresseerden worden door de notaris op de hoogte gesteld te zijn van zowel de sancties voorzien in het Algemeen Reglement alsook de gevaren en aansprakelijkheden bij het gebruik van een installatie die niet voldoet aan de vereisten van dit Reglement, alsook het feit dat de kosten van herkeuring door het organisme aan hen zullen aangerekend worden.

De definitieve koper zal een exemplaar van het proces-verbaal uit handen van de verzoekster ontvangen.

ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT (EPC)

Een geldig energieprestatiecertificaat werd opgemaakt met betrekking tot het goed, voorwerp van huidige verkoop, door energiedeskundige * gedateerd op * met vermelding van unieke code * en een waarde van * kWh/m2.

De verkoopster en kopers verklaren uitdrukkelijk dat de kopers voor het verlijden van huidige akte op de hoogte werd gebracht van het bestaan en de inhoud van dit energieprestatiecertificaat.

Het origineel van dit certificaat wordt heden door de verkoopster aan de kopers overhandigd.

6. Bodemtoestand

In aanvulling van de algemene verkoopsvoorwaarden verklaren de verzoekster dat het eigendom, voorwerp van onderhavige akte, bij haar weten geen risicogrond is die opgenomen is in de lijst van risico-inrichtingen  zoals bedoeld in artikel 6 van het Bodemdecreet.

De verzoekster legt het bodemattest voor dat betrekking heeft op het bij deze verkochte goed en dat werd afgeleverd door OVAM op 14 maart 2018 en waarvan de inhoud luidt als volgt:

“2. Inhoud van het bodemattest

De OVAM heeft voor deze grond geen relevante gegevens over de bodemkwaliteit.

Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten.”

VOORKOOPRECHTEN

De verkoopster verklaart geen kennis te hebben van conventionele voorkooprechten, noch van een voorkooprecht in het kader van de ruilverkaveling of in toepassing van artikel 85/1 van de Vlaamse Wooncode, of van het Vlaams decreet op het natuurbehoud of van het Vlaamse decreet op de Ruimtelijke Ordening of enige andere overheidsregeling.

WATERPARAGRAAF

De verzoekster verklaart dat de hierbij verkochte goederen:

- geheel niet gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de Vlaamse regering;

- geheel niet gelegen is in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone zoals vastgesteld door de Vlaamse regering;

- geheel niet gelegen is in een risicozone voor overstromingen;

BOSDECREET van DERTIEN JUNI NEGENTIENHONDERD NEGENTIG

De verzoekster verklaart dat het hierbij verkochte goed niet onder de toepassing van het Bosdecreet valt.

ERFDIENSTBAARHEDEN

Het goed wordt verkocht onder de wettelijke vrijwaring en onder meer met al zijn lijdende en heersende, durende en niet-voortdurende, zicht- en onzichtbare erfdienstbaarheden waarmee het belast of bevoordeeld zou kunnen zijn. Het staat de kopers vrij zich tegen de nadelige te verzetten en de voordelige in hun voordeel te doen gelden, doch dit alles voor eigen rekening en op eigen risico.

De verzoekster verklaart zelf geen erfdienstbaarheden te hebben gevestigd in voor- of nadeel van het bij deze verkochte goed, en geen kennis te hebben van dergelijke erfdienstbaarheden.

7. Ingenottreding

In aanvulling van de algemene verkoopvoorwaarden, verklaart de verzoekster dat het bij deze te koop gestelde goed niet verhuurd is noch verpacht is.

De definitieve kopers zullen het genot en het gebruik bekomen vanaf de betaling van de volledige koopprijs, kosten en toebehoren.

8. Belastingen

In aanvulling van de algemene verkoopsvoorwaarden, wordt hier bedongen dat de belastingen die met betrekking tot het te koop gestelde goed worden geheven, door de kopers zullen gedragen en betaald worden te rekenen vanaf 1 juni 2018.

9. Roeploon – Meetloon - Instelpremie

In aanvulling van de algemene verkoopsvoorwaarden, wordt hier bedongen dat de kopers moeten betalen:

- voor ROEPLOON: zeventig euro (€ 70,00) voor de twee zitdagen;

- voor INSTELPREMIE: 1%, berekend op de instelprijs.

VOORLOPIGE TOEWIJZING

Op heden maandag 28 mei 2018 om 17.00 uur, in De Kasteelhoeve te 2390 Westmalle, Kasteellaan 81.

Op verzoek van de Gemeente Malle, voornoemd.

Na de gewone bekendmakingen en het vergaderd publiek ingelicht te hebben over de algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden,

Heeft ondergetekende Wouter Nouwkens, notaris met standplaats te Malle, het te koop gestelde eigendom opgeroepen, en VOORLOPIG TOEGEWEZEN MITS DE PRIJS VAN:

 

TOELICHTING - AANVAARDING

De comparanten bevestigen dat de instrumenterende notaris hen naar behoren heeft ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten, die voortvloeien uit onderhavige akte en hen op een onpartijdige wijze raad heeft verstrekt.

Zij verklaren dus de overeenkomst, voorwerp van deze akte, en de eraan verbonden rechten en verplichtingen, voor evenwichtig te houden en uitdrukkelijk te aanvaarden zowel voor zichzelf als voor hun rechtsopvolgers.

BEVESTIGING IDENTITEIT

Ondergetekende notaris bevestigt aan de hand van hoger vermelde bewijskrachtige identiteitskaarten de identiteiten van partijen en om te voldoen aan de verplichtingen opgelegd door de Hypotheekwet, dat de namen, voornamen, plaatsen en data van geboorte van de partijen, alsmede hun woonplaats zoals zij hierboven geschreven staan, overeenstemmen met de trouwboekjes van partijen en/of de registers van de burgerlijke stand.

WAARVAN PROCES-VERBAAL

Opgemaakt te Malle, op plaats en datum als gemeld.

En na volledige voorlezing en toelichting, hebben de verzoekster en de voorlopige kopers getekend met de notaris.'

 

Artikel 3 - De kopers de integrale verkoopprijs te laten betalen tegen kwijting aan de notaris bij het verlijden van de authentieke akte. Alle kosten voortvloeiend uit de verkoop zijn ten laste van de kopers, zoals honoraria, registratierechten, overschrijvingskosten, vaste aktekosten, eventuele kosten voor de opmaak van een opmetingsplan en het schattingsverslag.

 

Artikel 4 - De minimale verkoopprijs vast te leggen op 286.000,00 EUR.

 

Artikel 5 - De middelen die voortvloeien uit de verkoop aan te wenden ten behoeve van investeringen die nodig zijn voor de uitbouw en exploitatie van het overige gemeentelijk patrimonium en dienstverlening.

 

Artikel 6 - Het college van burgemeester en schepenen de opdracht te geven om dit besluit verder uit te voeren, om de opdracht tot openbare verkoop verder te vervullen.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Straatnaamgeving - voorstel nieuwe straatnaam voor de zijstraat van de Schaggeleweg - definitieve beslissing

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 10 november 2016 heeft de deputatie van de provincie Antwerpen de verkavelingsvergunning nr. PSTV-2016-0508 (ons nr. 2016/12) afgegeven aan Koen Wouters namens Leenaerts - Theys en Skimmo nv voor een verkavelingsontwerp van 7 kavels voor eengezinswoningen (1 open bebouwing en 6 halfopen bebouwingen) en het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken op een terrein met als adres Schaggeleweg zn en met als kadastrale omschrijving Malle, 1ste afdeling, sectie B, nrs. 363m2 - 341b2.

 

De verkaveling is gelegen op het einde van de Schaggeleweg. Het verkavelingsontwerp voorziet in een nieuwe zijweg van deze gemeenteweg. Deze nieuwe zijweg is doodlopend.

 

Het is heel verwarrend om zijstraten dezelfde straatnaam te geven en door te nummeren. De Schaggeleweg buigt al af in westelijke richting. Het is noodzakelijk aan de voormalige onverharde weg en de nieuwe zijweg een straatnaam toe te kennen en aan de woningen Schaggeleweg 51 tot 55 een nieuw adres toe te kennen.

 

De gemeenteraad heeft tijdens de zitting van 29 januari 2018  voor de voormalige onverharde weg en de nieuwe zijweg de straatnaam 'Elsten' principieel goedgekeurd.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42 en 43.

 

Decreet van 28 januari 1977 en latere wijzigingen tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen.

 

Motivering

 

De nieuwe straatnaamgeving werd op 8 februari 2018 door openbare aanplakking bekendgemaakt gedurende de periode beginnend op 8 februari 2018 en eindigend op 10 maart 2018.

 

De dienst ruimtelijke ordening bevestigt dat de procedure van het openbaar onderzoek correct werd gevolgd en er tijdens de procedure 1 opmerking werd ontvangen.

 

Dit ingediende bezwaar/opmerking luidt als volgt:

- Zij zijn akkoord met het toekennen van de straatnaam 'Elsten' aan de voormalige onverharde weg en nieuwe zijstraat van de Schaggeleweg.

- De huidige straatnaamgeving en huisnummering zorgt voor immens veel verwarring.

- Het zou nuttig zijn om ook aan de verbindingsweg tussen de Hallebaan en de Schaggeleweg een nieuwe straatnaam toe te kennen.

- Een straatnaambordje op het einde van de Schaggeleweg zou duidelijk zijn om de woningen Schaggeleweg 50A - 50B  tot 50F aan te duiden.

- Nu de huisnummers Schaggeleweg 51 tot 55 vrij komen is het misschien de moment om de nummering in onze straat te herzien.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 19 maart 2018 kennis genomen van het ingediende bezwaar/opmerking en heeft als volgt beslist:

Er bestaat geen bezwaar tegen het toekennen van de straatnaam 'Elsten' aan de voormalige onverharde weg en nieuwe zijstraat van de Schaggeleweg. Het bezwaar/opmerking heeft dan ook geen betrekking op onderhavige procedure.

Het toekennen van een nieuwe straatnaam aan de verbindingsweg tussen de Hallebaan en de Schaggeleweg kan niet opgenomen worden in deze lopende procedure.

Het hernummeren brengt heel wat administratie, onkosten en ongemak mee voor de betrokken bewoners en dit is te vermijden indien dit niet strikt noodzakelijk is.

Het ingediende bezwaar/opmerking wordt in deze procedure niet weerhouden.

De gemeenteraad neemt de visie op het bezwaar/opmerking over van het college van burgemeester en schepenen en maakt deze tot de zijne.

 

Op 2 februari 2018 werd advies gevraagd aan CURAMA. Het bestuur van CURAMA heeft in zitting van 20 februari 2018 beslist om akkoord te gaan met de nieuwe straatnaam 'Elsten'.

 

Beraadslaging

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 - Aan de voormalige onverharde weg en nieuwe zijstraat van de Schaggeleweg, die wordt aangelegd in uitvoering van de verkavelingsvergunning nr. PSTV-2016-0508 (ons nr. 2016/12) van 10 november 2016, definitief de naam 'Elsten' toe te kennen.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Ruimtelijke ordening - vaststelling wegtracé in de verkaveling 2017/A24 – Nijverheidsstraat zn - 2e afd., sectie D, nrs. 83h - 83k - 696f - 696L

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Op 22 december 2017 werd door Carl Mintjens namens Ehkam nv een verkavelingsaanvraag ingediend tot het bekomen van een verkavelingsvergunning voor een eigendom gelegen te Malle, Nijverheidsstraat zn, kadastraal bekend 2de afdeling, sectie D nummers 83h - 83k - 696f - 696L.

 

De aanvraag betreft een verkavelingsontwerp van 29 bedrijfskavels, het uitvoeren van weg- en rioleringswerken, het aanleggen van een parkeerzone voor 7 vrachtwagens, 2 bufferbekkens en een groenbuffer (2 loten).

 

De grond is gelegen in gebied voor milieubelastende industrie volgens het gewestplan Turnhout (koninklijk besluit van 30 september 1977).

 

De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

In het bijzonder moeten die industrieën en ambachtelijke bedrijven in het industriegebied worden ondergebracht, die moeten worden afgezonderd van de andere bestemmingen wegens hun aard of wegens economische en sociale redenen, of omdat deze bedrijven niet behoren tot de normale uitrusting van andere gebieden. De gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard.

De louter commerciële activiteiten, zoals winkels en handelszaken, horen niet thuis in een industriegebied.

 

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd; doch er niet verder bepaald is op grond van welke criteria onderscheid moet worden gemaakt tussen de verschillende industrieën om ze te kunnen catalogeren als vervuilend of milieubelastend, dan wel of ze van ambachtelijke aard zijn dan wel of het gaat om kleine of middelgrote ondernemingen.

(artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, in een RUP, noch binnen de omschrijving van de behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.

 

De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan zoals hoger omschreven.

 

Eandis heeft op 31 januari 2018 haar voorwaardelijk gunstig advies gegeven met referentie 306105_47336 en deelt mee dat in voorliggende verkaveling behoefte is aan een lokaal voor de oprichting van een hoogspanningscabine. Deze hoogspanningscabine is reeds voorzien op het verkavelingsontwerp aansluitend op de vrachtwagenparking.

 

Het advies van de Brandweer Zone Rand van 1 februari 2018 met referentie PR-01869-03 is gunstig.

 

Het advies van Igean van 5 februari 2018 is gunstig.

 

Het advies van Elia van 12 februari 2018 met referentie GS/N/804962-1 /BA/JHA is voorwaardelijk gunstig.

 

Het advies van Aquafin van 15 februari 2018 met referentie GD/lib/180189 is gunstig.

 

Het advies van het Agentschap Wegen & Verkeer van 16 februari 2018 met referentie 123/B/BVK/2018/507 is voorwaardelijk gunstig.

 

Het advies van Pidpa-Riolering van 26 februari 2018 met referentie ALG is voorwaardelijk gunstig.

 

Het advies van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid van 28 februari 2018 met referentie WAMA-2018-0030 is voorwaardelijk gunstig.

 

Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij van 6 maart 2018 met referentie WT 2017 G 0384_2 is gunstig.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 22 januari 2018 tot 20 februari 2018. Uit het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 27 februari 2018 blijkt dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek twee bezwaarschriften of opmerkingen werden ingediend.

 

De ingekomen bezwaren / opmerkingen kunnen als volgt worden samengevat:

Bezwaarschrift 1:

1. Er zijn elementen en documenten uit het verleden die de wederverkoop van industriegrond door het toenmalig IOK regelen.

Er is het document van 'bijzondere verkoopsvoorwaarden' opgesteld, geregistreerd en in bijlage bij de originele aankoopakte van de industriegrond gevoegd. Bezwaarindiener heeft hieromtrent twijfels bij het langdurig braak liggen van deze industriegrond.

 

2. Weg- en rioleringswerken

Er is geen plan van de aansluiting op de geplande ringweg aanwezig.

Er zijn geen fiets- en voetpaden noch fietssuggestiestroken aangeduid, wel een doorsteek voor fietsers naar de Jan van Renesselaan.

 

3. Openbare parking voor vracht- en andere wagens

Er is hier geen sanitair blok voorzien. Toch kent iedereen de mensonwaardige toestanden op dergelijke parkings.

Er ontbreekt ook een parking voor de wagens van de werknemers van de verschillende bedrijven. Er zijn er momenteel zelfs onvoldoende voor het huidig bedrijfsgebouw, opgericht en verhuurd door Ehkam.

Een parkeertoren in de omgeving Nijverheidsstraat/Ambachtsstraat zou niet misstaan.

Zo komt er ruimte vrij voor fiets- en voetpaden en moeten voetgangers niet in de grasberm lopen. Men komt met de wagen omdat een veilige optie ontbreekt.

Bij het alternatief van de ringweg in het RSM laat men doorgaand verkeer met matige snelheid op de zogenaamde industrie-boulevard passeren. (RSM blz. 223-224)

Bushalten voor De Lijn en een deelfietsenstalling zouden de accommodatie voor de mobiliteit vervolledigen.

 

4. Groene buffer

Een bufferzone voor industrie is noodzakelijk. Direct naast de intekening in oostelijke richting is de reservatiestrook voor de ringweg voorzien. Wat baat het de omgeving als de bufferzone tussen de ringweg en industriezone komt te liggen? (RSM blz. 221)

Waarom niet de ontsluitingsweg op de industriegrond leggen en de bufferzone + fietspad op de reservatiestrook, die dan ook aansluit op de ankerplaats de Renesse? Dit zijn eenmalige kosten.

- Bufferbekken, waterputten of open wateroppervlak ten zuiden kunnen voorzien worden in de meander van de Delftenbeek.

 

5. Hypotheek op alternatieve route ringweg

Door de goedkeuring van de verkaveling is er geen enkele mogelijkheid meer om een alternatieve route voor de ringweg te bespreken of nog in overweging te nemen. In 2018 legt men toch geen weg meer dwars door een woonzone ook al is deze op onrechtmatige manier 60 jaar geleden ontstaan en gegroeid.

Het alternatief ten westen van de Schaaf (het volgen van de hoogspanningslijn) met een zeer laag viaduct boven de meander van de Delftenbeek, welke dan tevens als waterbuffer dienst kan doen. (zie plan RSM blz. 224). Dit is ook toegepast voor de autostrade in Grobbendonk. Veel kosten, maar ook veel baten.

 

Besluit:

Men is al jaren bezig met deeloplossingen in functie van speculatieve en commerciële belangen. Iedere keer wordt er aldus een hypotheek gelegd op de oplossing van andere problemen. Men zou beter in overweging nemen om één globaal plan uit te werken, waarin volgende aspecten aan bod komen: economische belangen, milieu, mobiliteit en veiligheid.

De verkaveling legt een hypotheek op de aanpassing van het ontwerp van de ringweg, het milieu, de mobiliteit en de veiligheid. Dit moet één geheel vormen.

 

Bezwaarschrift 2:

1. De verkavelingsaanvraag is onverenigbaar met de goede ruimtelijke ordening

- De klemtoon in de thans voorliggende verkavelingsaanvraag helt al te zeer over naar de maximalisatie van de opportuniteiten inzake bedrijvigheid, maar andere maatschappelijke belangen worden kennelijk verwaarloosd. De ruimtelijke draagkracht wordt overschreden.

- Terwijl de provincie Antwerpen te kampen heeft met significante leegstand van gebouwen op industrieterreinen, legt de voorgenomen ontwikkeling van de Ehkam-site bijkomende druk op open gebied, landbouwgrond en een woonzone. Zolang geen grondige analyse is gemaakt van de leegstand van bedrijfssites in de regio, kan van de verkavelingsaanvraag van Ehkam en de daarmee gepaard gaande uitbreiding van het industrieterrein geen sprake zijn. Er wordt immers niet aangetoond dat de ontwikkeling beleidsmatig gewenst is en geen aanleiding zal geven tot bijkomende leegstand.

 

2. Bezwaren inzake de ontsluiting van het industrieterrein en de mobiliteit

- omleidingsweg

Hoewel in de mobiliteitsstudie enkel de verkeersafwikkeling via de Nijverheidsstraat is onderzocht en de impact van de toekomstige omleidingsweg volledig buiten beschouwing is gelaten, blijkt uit het aanvraagdossier dat de verkavelaar/ontwikkelaar werd verzocht om met de plannen van de omleidingsweg rekening te houden. Dit in tegenstelling tot de bezwaarindieners, wat een schending van het gelijkheidsbeginsel is.

De wegenis binnen het bedrijventerrein is derhalve ontworpen om aan te sluiten op de toekomstige omleidingsweg, waarbij er kennelijk vanuit wordt gegaan dat deze er sowieso komt. De keerlus wordt zelfs uitdrukkelijk bestempeld als een tijdelijke oplossing, zolang de aansluiting op de omleidingsweg niet kan worden gemaakt.

Het is echter niet toegelaten om nog niet vergunde infrastructuurwerken als quasi verwezenlijkt voor te stellen en daarmee de rechten die derden-belanghebbenden ontlenen aan de bij decreet vastgestelde vergunningsprocedures bij voorbaat te fnuiken.

- AWV volgt voor de omleidingsweg het tracé voorzien in BPA Voorkensheide en niet die van het gewestplan. Een BPA op zich kan geen juridische en planologische grondslag uitmaken voor de omleidingsweg, dit kan enkel een gewestplan. De voorliggende vergunningsaanvraag waarin op dit alles wordt vooruitgelopen dient afgewezen te worden.

Zolang het tracé van de omleidingsweg met bijhorende omgevingsvergunning geen definitieve goedkeuring heeft gekregen van de vergunningsverlenende overheid, kan van de ontwikkeling van deze verkaveling geen sprake zijn. De voorliggende vergunningsvraag hypothekeert de ontwikkelings- en uitwijkmogelijkheden voor de omleidingsweg en beknot aldus de kansen op een kwaliteitsvolle ontwikkeling van de omgeving.

Er wordt een te kleine groenbuffer voorzien tussen de woonzone en het industriegebied. Deze wordt onderbroken voor de omleidingsweg. Dit toont de samenhang tussen industrieterrein en omleidingsweg. Er wordt hier onvoldoende rekening gehouden met de omgeving.

Een piste van de omleidingsweg centraal door het industrieterrein - en niet erlangs zoals in de voorliggende aanvraag - is ook voorzien in het ontwerp van ruimtelijk structuurplan Malle. Voorliggende verkavelingsaanvraag sluit dit nochtans evidente alternatief uit.

Er wordt door bezwaarindieners verwezen naar het advies van Igean van 30 juni 2017 betreffende een eerdere verkavelingsaanvraag waarin opmerkingen werden geformuleerd betreffende de aansluiting op de omleidingsweg.

De impact van de aanleg van de omleidingsweg is noch in de mobiliteitsstudie, noch in de MER-screeningsnota onderzocht.

De gezamenlijke impact van de vergunningsaanvraag voor de Ehkam-site en de aanleg van de omleidingsweg wordt dan ook nergens onderzocht, ook al zijn beide projecten onlosmakelijk met elkaar verbonden.

 

- De mobiliteitsdruk

De impact van de verkaveling op de verkeersdrukte is in de mobiliteitsstudie en de MER-screeningsnota niet afdoende onderzocht. Het is momenteel niet duidelijk welk type bedrijven zich op de site zullen vestigen. In de MER-screeningsnota gaat men ervan uit dat 10% bijkomende oppervlakte aan bedrijfsruimtes leidt tot 10% bijkomende verkeersgeneratie. Er bestaat echter geen rechtstreeks verband tussen de oppervlakte van de ontwikkeling en de verkeersgeneratie. Bovendien baseert men zich op verouderde cijfers uit 2014. De inschatting van de verkeersimpact dient opnieuw te worden uitgevoerd, rekening houdend met recente mobiliteitscijfers.

De verkavelingsaanvraag voorziet in een intens gebruik van het betreffende terrein. Dit vergt uiteraard constante aan- en afvoer van goederen en bijkomende verkeersbewegingen door werknemers. Het centrum van Oostmalle, dat nu reeds verzadigd is, zal nog meer (vracht)verkeer te verwerken krijgen. Er dient over de grenzen van gemeenten heen naar oplossingen te worden gezocht om terreinen nabij autostrades te verkavelen naar industriegronden.

Zolang de omleidingsweg niet is gerealiseerd en de centra van onze dorpskernen (Oostmalle en Westmalle) niet op een ingenieuze manier zijn heraangelegd kan er, omwille van de mobiliteitsproblematiek, geen sprake zijn van de ontwikkeling van dit gebied.

 

3. Bezwaar inzake de maatregelen ter preventie van hinder voor de omliggende gebieden

- De groenbuffer

Over een lengte van ongeveer 20 meter vanaf perceel 14 is er helemaal geen buffer voorzien en naast perceel 6 is de groenbuffer slechts 3 meter breed. Het is totaal ongepast om op deze locatie nu reeds geen of nauwelijks een groenbuffer aan te leggen, temeer daar dit grenst aan een waardevolle ankerplaats.

De voorziene groenbuffer, ook op plaatsen waar deze 15 meter breed zou zijn, is ontoereikend. Rondom de industriezone en ambachtelijke zones dient, op de aldus aangeduide zone, een bufferstrook aangelegd te worden waarvoor als breedte volgende cijfers als richtinggevend kunnen worden voorgesteld:

         15 meter voor ambachtelijke bedrijven

         25 meter voor milieubelastende bedrijven

         50 meter voor vervuilende industrie.

Wanneer zij palen aan woongebieden moeten deze breedtes vergroot en zelfs verdubbeld worden.

Het is dan ook duidelijk dat de aanvraag gelet op de veel te beperkte bufferstrook manifest onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening, temeer rekening gehouden met de impact op de leefomgeving van de bewoners en de nabijheid van groengebied.

 

De groenbuffer moet aangelegd worden alvorens omgevingsvergunningen voor bedrijfsunits kunnen worden verleend. Dit moet verordenend bepaald worden in de verkavelingsvoorschriften.

 

- geluidswerende maatregelen

De groenbuffer wordt als talud aangelegd en zal eveneens als geluidswal fungeren. Daar waar de groenbuffer ontbreekt, ontbreekt ook elke geluidswal. Dit is totaal onaanvaardbaar.

Verder wordt de talud met groenbuffer onderbroken voor een doorgang voor zwakke weggebruikers. Rekening houdend met de werking van geluidsgolven, mogen geluidswallen niet worden onderbroken.

Om de geluidshinder van het industrieterrein te beperken dringen bezwaarindieners erop aan dat de wegenis binnen het industrieterrein met fluisterasfalt wordt aangelegd.

 

- overige maatregelen

Teneinde de hinder voor het omliggende gebied tot een minimum te beperken vragen bezwaarindieners dat bijkomend volgende voorwaarden worden opgelegd:

         Lichtreclame en grote spots aan bedrijfspanden en de straatverlichting zullen lichtoverlast veroorzaken. Om die reden moeten de meest innovatieve oplossingen worden nagestreefd om lichtoverlast maximaal te vermijden.

Ook niet verlichte uithangborden mogen niet langs de zijde van De Schaaf en Den Brekel worden aangebracht om zichtvervuiling te vermijden.

 

         Om geluidsoverlast van technische installaties te beperken dient te worden opgelegd dat zij niet aan de zijde van De Schaaf en Den Brekel mogen aangebracht worden.

 

         Voor elk perceel moet een verbod op stockeren in open lucht opgelegd worden.

 

4. Bezwaren inzake de impact op de aangrenzende ankerplaats en het nabijgelegen Natura 2000-gebied:

         aangrenzende ankerplaats de Renesse

Ankerplaatsen zijn onderworpen aan de motiverings- en zorgplicht vermeld in artikel 4.1.9 van voormeld Onroerenderfgoeddecreet. Deze zorgplicht houdt in dat de overheid schade aan het landschap zo veel mogelijk moet voorkomen.

         De impact van de inplanting van de verkaveling is dermate groot dat de ankerplaats sterk in waarde zal verminderen wegens lawaaioverlast,  aantasting van het open landschappelijk karakter en aantasting van de zeer typische eikenlaan op Den Brekel en De Schaaf.

         De impact wordt nog versterkt daar er ter hoogte van de ankerplaats geen of nauwelijks een groenbuffer wordt voorzien.

Wegens de nadelige effecten op de natuurwetenschappelijke, historische, esthetische, sociaal-culturele en ruimtelijk-structurerende waarde van het Domein de Renesse, dient de verkavelingsaanvraag te worden geweigerd.

 

         nabijgelegen Natura 2000-gebied 's Herenbos

De verkaveling is gelegen op 1000 meter van een Natura 2000-gebied, zijnde 's Herenbos. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het opstellen van de passende beoordeling indien een vergunningsplichtige activiteit die een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken.

Hier is geen dergelijke passende beoordeling uitgevoerd, noch een daadwerkelijke voortoets (onderzoek op hoofdlijnen).

De geringe afstand van het industrieterrein en het feit dat de twee waterlopen die de voedingsaders vormen van 's Herenbos door het betrokken industrieterrein geaffecteerd worden, doet vermoeden dat er zich betekenisvolle effecten zouden kunnen voordoen. Bezwaarindieners wensen alsnog dat een voortoets en desgevallend een passende beoordeling wordt uitgevoerd.

 

         Nood aan een betere afstemming van biodiversiteit en industrie

Bezwaarindieners vragen dat voor het betreffende industrieterrein werk zou worden gemaakt van de uitwerking van de meest ecologische variant (zie Biodiva - BREEAM-normen).

 

5. Bezwaar inzake luchtkwaliteit

         in de MER-screeningsnota wordt gemotiveerd waarom de luchtverontreiniging niet aanzienlijk is en er enkel emissies ten gevolge van verkeer van en naar het project zullen ontstaan. Tevens wordt het gebied volgens de ATMOSYS-kaart gekenmerkt door een goede luchtkwaliteit.

         voorgaande argumentatie wekt verbazing. Ook de industrie zelf, los van het verkeer genereert luchtvervuiling. Dit aspect wordt in de vergunningsaanvraag volkomen veronachtzaamd. In afwachting van een ernstige analyse van de impact van het project op de luchtkwaliteit dient de vergunningsaanvraag te worden geweigerd.

 

6. Bezwaar inzake veiligheid

         brandveiligheid

In het kader van de eerdere vergunningsaanvraag formuleerde de brandweer een aantal bekommernissen omtrent de brandveiligheid. Uit de bij de aanvraag gevoegde 'Omgevingsplan brandweer' blijkt dat ook in de voorliggende vergunningsaanvraag niet aan alle voormelde bekommernissen is tegemoetgekomen.

 

         verkeersveiligheid

De gekozen inrichting van het industrieterrein laat wat verkeersveiligheid betreft veel te wensen over. De plannen voorzien geen fiets- en voetpaden, zelfs fietssuggestiestroken ontbreken.

De fietsdoorsteek ter hoogte van de groenbuffer komt onmiddellijk uit aan de verbreding waar voertuigen rechtsomkeer zullen moeten maken.

 

7. bezwaar inzake de waterhuishouding

Inzake de waterhuishouding van het voorgenomen industrieterrein wordt eenzijdig ingezet op buffering in straatgrachten en ondergrondse bekkens per kavel.

Deze eenzijdige aanpak via buffering dient te worden verworpen. In het kader van de eerdere vergunningsaanvraag werd door de provinciale dienst Waterbeleid op 24 januari 2017 opgemerkt dat eerst maximaal dient ingezet te worden op infiltratie. De huidige vergunningsaanvraag bevat geen enkele maatregel die de infiltratie van het regenwater zou kunnen bevorderen. Door de grote gebouwvolumes die worden opgelegd, blijft er op de kavels nauwelijks tot geen ruimte voor open infiltratie.

In het kader van de eerdere vergunningsaanvraag adviseerde de VMM om 1 kavel op te offeren voor een collectieve buffering. Hoewel kavel 29 hiertoe perfect geschikt zou zijn, slaat de verkavelaar ook dit advies volkomen in de wind. De voorgenomen ontwikkeling en de gebrekkige waterhuishouding betekent een direct gevaar voor de nabijgelegen woonzone, die met wateroverlast dreigt te worden geconfronteerd.

 

8. Bezwaar van procedurele aard

         Toepassing van de verkeerde procedure

Op 15 januari 2018 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om 'volmacht tot verkavelen' aan Ehkam nv af te leveren. Wat betreft deze percelen betekent de volmacht dat de eigenlijke vergunningsaanvrager de gemeente Malle is. Normalerwijze worden vergunningsaanvragen ingediend door publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals de gemeente Malle, behandeld volgens de 'bijzondere procedure', d.w.z. door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. De aanvraag wordt (minstens gedeeltelijk) volgens de verkeerde procedure gevoerd, waardoor de aanvraag dient te worden geweigerd wegens onbevoegdheid van de vergunningsverlenende overheid in de gewone procedure.

 

         Het ontbreken van een beslissing omtrent de wegen en buurtwegen.

Er ontbreekt een gemeenteraadsbeslissing omtrent de wegeniswerken, waardoor de aanvraag dient te worden afgewezen.

Buurtwegen nrs. 17 en 230 lopen doorheen de projectsite. De afschaffing/verlegging van de buurtwegen is evenwel nog niet goedgekeurd. De bezwaarindieners verzetten zich tegen deze afschaffing/verlegging. Zolang de afschaffing/verlegging niet definitief is goedgekeurd kan de vergunning alleszins niet verleend worden.

 

         Het niet-actuele karakter en de innerlijke tegenstrijdigheid van de MER-screeningsnota.

Een van de criteria van bijlage II DABM waaraan elk project in het kader van de MER-screeningsplicht dient te worden getoetst, is de locatie van het project (Natura 2000 - landschappen van historisch, cultureel of archeologisch belang). Het project is gelegen in de nabijheid van een ankerplaats en een Natura 2000-gebied. Zoals wordt aangetoond ontbreekt desalniettemin een degelijke MER-screeningsnota.

De bij de vergunningsaanvraag gevoegde MER-screeningsnota is vooreerst innerlijk tegenstrijdig. Er staat te lezen dat er geen relatie is met andere projecten, anderzijds wordt in het gehele project overduidelijk wel rekening gehouden met de realisatie van de omsluitingsweg.

 

De MER-screeningsnota is eveneens aangetast door tal van onvolkomenheden en onvolledigheid:

- bij de beoordeling van de impact op het milieu en de mobiliteit wordt de aanleg van de omsluitingsweg niet in overweging genomen.

- de verkeersdrukte is niet grondig onderzocht en de cijfers in de mobiliteitsstudie zijn verouderd.

- bij de impact op de luchtkwaliteit wordt geen rekening gehouden met de industrie als autonome bron van luchtvervuiling.

 

De MER-screeningsnota is feitelijk onjuist. Aldus vermeldt de nota 'Door de invoering van het project dienen er in de Oostelijke rand van het project (biologisch zeer waardevolle) bomen gerooid te worden, deze worden binnen het project vervangen door een groenbuffer.'

Deze passage is duidelijk overgenomen uit de eerdere vergunningsaanvraag, terwijl de huidige aanvraag niet langer voorziet in het rooien van bomen.

Bij afwezigheid van een afdoende MER-screeningsnota dient de verkavelingsaanvraag dan ook te worden geweigerd.

 

         De schending van het gelijkheidsbeginsel.

Uit het aanvraagdossier blijkt dat de ontwikkelaar werd verzocht om rekening te houden met de plannen van de omleidingsweg. Hij verkreeg hiervoor van het Agentschap Wegen en Verkeer de plannen van de omleidingsweg. Bezwaarindieners hebben herhaaldelijk om dezelfde plannen verzocht, maar zijn steeds op een weigering gestuit. De gehele procedure is dan ook aangetast door een schending van het gelijkheidsbeginsel, waarbij de rechten van de omwonenden ondergeschikt zijn gemaakt aan de belangen van de ontwikkelaar.

 

         Participatie

De bezwaarindieners verzoeken dat het dossier wordt ingetrokken, respectievelijk geweigerd en dat een werkelijk participatief model geactiveerd wordt, waarbij tijdig wordt geïnformeerd inzake projecten, zodat de bezwaarindieners tijdig hun opmerkingen kunnen doen gelden en zodat hiermee rekening kan worden gehouden nog voor dat de formele aanvragen voor dergelijke projecten worden ingediend.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42 en 43.

 

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, stelt dat indien een verkavelingsaanvraag de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen omvat en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, de gemeenteraad dan een besluit over de weg dient te nemen alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan over de vergunningsaanvraag kan beslissen.

De gemeenteraad beslist uiterlijk op de tweede raadszitting waarop de zaak van de wegen geagendeerd is, zo niet wordt de beslissing over de wegenis geacht ongunstig te zijn.

 

Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen en latere wijzigingen, stelt dat indien de gemeenteraad een gemotiveerd besluit moet nemen over de zaak der wegen, de gemeenteraad dan eveneens kennis neemt van de ingediende bezwaren en opmerkingen.

 

Motivering

 

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over het tracé van de wegen, in het bijzonder over het grondplan van de ontworpen verkaveling met de ontworpen rooilijn van de nieuwe zijwegen van de Nijverheidsstraat en de uitrusting van het toekomstige openbaar domein, ter hoogte van de aangevraagde verkaveling.
Ongeacht de reguliere of bijzondere procedure dient te worden gevolgd, is de gemeenteraad bevoegd om zich te buigen over het wegtracé.

 

In deze beslissing worden enkel de elementen beoordeeld die betrekking hebben op de zaak der wegen. De elementen die geen betrekking hebben op de zaak der wegen, zullen worden behandeld door het college van burgemeester en schepenen. Zij zijn bevoegd voor het beoordelen en het nemen van een beslissing met betrekking tot de aanvraag van een verkavelingsvergunning, waarbij het openbaar onderzoek wordt behandeld, met name voor de zaken die geen betrekking hebben op de zaak der wegen. De bezwaren worden in deze beslissing enkel behandeld in het licht van de zaak der wegen.

 

Er wordt een rooilijnbreedte voorzien van 18 meter voor die wegen waar langs beide zijden bebouwing voorzien is (wegtype 1 en 2) en een rooilijnbreedte van 13 meter voor de weg waar langs 1 zijde bebouwing voorzien is (wegtype 3). Op het einde van elke wegenis wordt een pijpenkop voorzien om het keren van vrachtwagens mogelijk te maken. Bij de mogelijk toekomstige aanleg van de omleidingsweg rond Malle (fase 1) kan deze aansluiten op het industrieterrein via de noordelijke weg (wegtype 1) en kan daar de pijpenkop verdwijnen.

Op het einde van de tweede zijweg (wegtype 2) wordt een fietsverbinding voorzien naar Den Brekel. Het is aangewezen dat ook op het einde van de noordelijke weg (wegtype 1) een fietsverbinding te voorzien met Den Brekel.

 

De huidige pijpenkop op het einde van de Nijverheidsstraat is niet meer nuttig na aanleg van de nieuwe wegen. Op een gedeelte van de huidige pijpenkop en deels op het eigendom van de verkavelaar wordt een vrachtwagenparking aangelegd met 7 parkeerplaatsen. De parking wordt zo aangelegd dat de vrachtwagens kunnen inrijden langs de huidige Nijverheidsstraat en voorwaarts kunnen uitrijden. Aansluitend op deze parking wordt een hoogspanningscabine geplaatst en rondom deze cabine wordt een groenzone voorzien.

Tussen de parking en de rijweg wordt een bufferbekken aangelegd en ten noorden van de parking, langs kavel 7 wordt eveneens een groot bufferbekken aangelegd.

 

Het openbaar domein wordt op een voldoende kwalitatieve manier afgewerkt: rijwegen in beton met een breedte van 6,50 m met aan beide zijden een betonnen boordsteen van 50 cm breedte. Er worden lichtpunten voorzien.

 

Er wordt een volledig gescheiden stelsel voorzien in de verkaveling met een DWA-leiding diameter 250 mm die zal aansluiten op de bestaande afvalwaterriolering in de Nijverheidsstraat. Voor de RWA wordt voorzien in 2 buffer/infiltratiebekkens en open baangrachten langsheen de wegen, met overwelvingen ter hoogte van de inritten met een breedte van 8 meter als toegang tot de bedrijfskavel en ca. 4 meter ten behoeve van de brandwegen.

 

Studiebureau Antea Group heeft een technisch voorontwerp van de inrichting van de verkaveling opgemaakt met ontwerp van de bovenbouw (verhardingen, groen,...) en onderbouw (RWA en DWA-riolering), doorsnedes en detailtekeningen van de wegen en de riolering, met motivatie- en berekeningsnota.

 

Het technisch voorontwerp dient als volgt aangevuld en aangepast te worden:

         Zowel voor kavel 22 als voor de toegang tot de hoogspanningscentrale van Elia Asset dient een overwelving aangelegd te worden.

         Aan elke toegang tot de kavels dient een afschuining van 1,50 m x 1,50 m voorzien te worden.

         Aan de uitsluiting van de vrachtwagenparking op weg type 2 dient een afschuining van 1,50 m x 1,50 m voorzien te worden.

         Langs wegtype 2 dient een afschuining voorzien te worden bij aanleg van de baangracht, dit rond elk lichtpunt.

         In alle bochten dienen schampblokken voorzien te worden.

         De waterbuffer ter hoogte van wegtype 1 op de Nijverheidsstraat dient verkleind te worden, zodanig dat er voldoende plaats is voor de latere aanleg van een fietspad.

         Eveneens een fietsverbinding met Den Brekel te voorzien op het einde van weg type 1.

         Ter hoogte van de aansluiting van deze fietsverbindingen op de nieuw aan te leggen wegen geen boordsteen met goot te voorzien.

         Ter hoogte van de aansluiting van deze fietsverbindingen op de nieuw aan te leggen wegen en op Den Brekel afschuiningen te voorzien van 2 m x 2 m.

         Ter inrichting van het groenperk te voorzien in een picknicktafel op een verharding, een vuilnisbak en een verharding van 1,50 m op 1,50 m voor de latere plaatsing van een chemisch toilet door de gemeente, met rondom een haagstructuur van 2 meter hoogte om het toilet uit het straatbeeld te onttrekken.

         De zone grenzend aan lot 6, ter hoogte van Den Brekel, waar geen talud wordt aangelegd, dient verder te worden aangelegd als groene bufferruimte en aangeplant te worden met heesters, struiken en grassen.

 

Het voorziene wegtracé met aanliggende groenzones betreft een grondgedeelte ter grootte van ca. 19.887 m², zoals in geel aangeduid op het verkavelingsplan, opgemaakt door Antea Group, op 21 december 2017, welk na goedkeuring van de verkavelingsvergunning en uitvoering van de infrastructuurwerken kosteloos wordt afgestaan aan de gemeente Malle voor inlijving bij het openbaar domein.

 

Beraadslaging

 

Schepen Wouter Patho geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alex Van Loon merkt op dat het handig had geweest om een situatieplan gehad te hebben.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt wat het advies van de GECORO was.

 

Voorzitter Wouter Patho licht toe dat hij meent dat het een gunstig advies was met die nuance dat er voldoende groenvoorziening en sanitair moet worden voorzien.

 

Schepen Paul Van Ham licht toe dat de GECORO zich uitspreekt over de verkaveling en niet zozeer over de zaak van de wegen.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of het mogelijk is om voetpaden en fietspaden te voorzien, minstens te voorzien dat er rekening mee wordt gehouden dat er in de toekomst mogelijkheden zijn om voetpaden en fietspaden te voorzien.

 

Voorzitter Wouter Patho antwoordt dat hiermee rekening is gehouden.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet stelt dat op het kruispunt de weg lijkt te verspringen.

 

Schepen Wouter Patho antwoordt dat een inslag naar links moet worden voorzien.

 

Schepen Paul Van Ham licht toe dat dit waarschijnlijk gereserveerd is voor een fietspad.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet stelt dat we dit toch exact zouden moeten weten.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat het tracé van de ringweg hier niet wordt goedgekeurd, maar dat het enkel de maximale berekening is van wat de ringweg zou kunnen worden.

 

Raadslid Pieter van Boxel licht toe dat de ringweg, het dossier Hooyberg en dit dossier samen hangen. Het is jammer dat dit dossier als een eiland wordt behandeld.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat de eigenaars een aanvraag hebben ingediend die in regel is met alles. Er kan nu dan ook moeilijk worden gezegd dat het dossier verder naar achter geschoven moet worden. In een perfecte wereld kan je misschien met alles rekening houden, maar de timing is in deze nu anders.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt of er geen precedent wordt geschept met betrekking tot de aansluiting.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat het altijd de bedoeling is geweest om één aansluiting te hebben.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt dat hij voor meer industrie is, maar dat hij gelet op zijn voorgaande tussenkomst toch zal tegen stemmen.

 

Raadslid Walter Vermeylen licht toe dat het verslag van de GECORO voorwaardelijk gunstig was, met name op voorwaarde dat er een groenbuffer voorzien wordt naast de ringweg.

 

Schepen Wouter Patho merkt op dat het gaat over de verkavelingsvoorwaarden, waar het evenwel nu niet over gaat.

 

Raadslid Alain De Laet vraagt of het college van burgemeester en schepenen het advies van de GECORO gaat volgen.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat de consequenties van het voorzien van de buffer duidelijk in kaart gebracht moeten worden.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat het vandaag over het wegtracé gaat.

 

Raadslid Walter Vermeylen vraagt waar de parking komt.

 

Schepen Wouter Patho licht toe dat deze op het plan gezien links bovenaan komt.

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 4 neen stemmen (Alexander Van Loon, Walter Vermeylen, Pieter van Boxel, Mieke Laenen) en 1 onthouding (Ingrid Vrints)

 

Artikel 1 – Kennis te nemen van het proces-verbaal van bekendmaking van de verkavelingsaanvraag van 27 februari 2018, waaruit blijkt dat de aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 22 januari 2018 tot 20 februari 2018 en dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek 1 individueel en 1 collectief bezwaarschrift werd ingediend.

 

Artikel 2 – Kennis te nemen van de twee bezwaarschriften die naar aanleiding van het openbaar onderzoek omtrent deze aanvraag werden ingediend en volgend standpunt in te nemen over de elementen van de ingediende bezwaarschriften die betrekking hebben op het tracé van de wegen of de ontworpen rooilijn:

Bezwaarschrift 1:

         De aansluiting van het industrieterrein op de omleidingsweg maakt geen deel uit van de verkaveling. Het ontwerp is zo voorzien dat een mogelijke aansluiting niet wordt gehypothekeerd in de toekomst, zonder evenwel verplichtingen op te leggen inzake realisatie van de betreffende omleidingsweg. Als de omleidingsweg wordt uitgewerkt en aangelegd, zal de aansluiting in deze fase worden uitgewerkt en gerealiseerd.

De weergave van de zuidelijke aansluiting van de omleidingsweg op het industrieterrein is conceptueel. Verdere verfijning werd gegeven in de goedgekeurde startnota van het project 'omleidingsweg fase 1 - Malle', zoals goedgekeurd op de iGBC van 26 februari 2014 en de RMC van 19 juni 2014 (houdende gunstig verslag m.b.t. keuze tracé BPA Voorkensheide) en het positief advies van de kwaliteitsadviseur van 8 juli 2014 aangaande deze RMC.

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden.

 

         Het verkavelingsontwerp voorziet geen voet- en fietspaden. De wegen die voorzien worden, staan ten behoeve van het bereiken van de plaatselijke bedrijven en zijn dus van zeer lokale aard. Het lokale gebruik staat het toe om verschillende vervoersmodi te combineren. Als deze doodlopende straat in de toekomst zal fungeren als toegangspoort tot het industrieterrein (vanaf de omleidingsweg), zullen de nodige fietsvoorzieningen worden aangelegd op initiatief van de gemeente. De ruimte is hiervoor voorzien in het profiel van het aan de gemeente over te dragen openbaar domein.

Voetpaden worden niet voorzien op lange termijn omdat het zwaartepunt van de bereikbaarheid van de bedrijven toegespitst is op vrachtverkeer en woon-werkverkeer. Voetgangers kunnen in voorliggend ontwerp op de openbare weg lopen. De breedte laat dit toe, alsook het zeer lokale gebruik van de nieuwe weg.

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden, doch stelt de gemeente zich als doel om op termijn in de aanleg van fietspaden in het industrieterrein te voorzien, op voorwaarde dat er een omleidingsweg wordt gerealiseerd. De noodzaak hiertoe zal pas dan aan de orde zijn.

 

         Het voorzien van een sanitaire voorziening is aangewezen, doch hoeft dit niet als gebouw te worden voorzien. Verder onderzoek naar deze faciliteit moet nog worden gevoerd. Een belangrijk aspect hiervan is het beheer en onderhoud. Gezien de vrachtwagenparking openbaar wordt en in functie staat van het gehele industrieterrein, is het aangewezen dat deze voorziening wordt aangelegd door de gemeente, al dan niet in samenspraak met het bedrijvenpark.

De bedrijven die zich op deze site zullen vestigen, zullen moeten voorzien in de eigen parkeerbehoefte. Dit moet worden voorzien op het eigen terrein. In artikel 2.1 van de stedenbouwkundige voorschriften wordt dit geregeld. De huidige parkeerproblematiek kan niet ten laste worden gelegd van de nieuwe, nog te ontwikkelen, privatieve bedrijfskavels.

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden in deze procedure, doch wordt verder onderzocht naar wenselijkheid in de toekomst en op initiatief van de gemeente.

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden, doch stelt de gemeente als doel om op korte termijn verder te bekijken op welke wijze een minimale sanitaire voorziening voor vrachtwagenchauffeurs kan worden gefaciliteerd.

 

         De aansluiting van de industriezone op de omleidingsweg werd besproken op de iGBC van 26 februari 2014 en RMC van 19 juni 2014. Hierbij werd een tracé gekozen (BPA Voorkensheide), alsook de voorkeur gegeven aan een ontsluiting van het industrieterrein via de gronden van Ehkam, om vervolgens aan te sluiten op de momenteel doodlopende Nijverheidsstraat.

Het treffen van flankerende maatregelen op vlak van deelfietsen en openbaar vervoer kan niet worden geregeld via de verkavelingsvergunning.
Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden, doch lijkt het wenselijk dit via het flankerend mobiliteitsbeleid verder aan te moedigen.

 

Bezwaarschrift 2:

         De aansluiting van de industriezone op de omleidingsweg werd besproken en beslist op de iGBC van 26 februari 2014 en RMC van 19 juni 2014. Hierbij werd een tracé gekozen (BPA Voorkensheide), alsook de voorkeur gegeven aan een ontsluiting van het industrieterrein via de gronden van Ehkam, om vervolgens aan te sluiten op de momenteel doodlopende Nijverheidsstraat. De omleidingsweg is net zoals voorliggende verkavelingsaanvraag een op zichzelf staand project. Het tracé van de omleidingsweg werd reeds beslist en staat los van dit dossier. Het verkavelingsontwerp is een dossier dat op zichzelf staat en zal blijven staan, ook wanneer de omleidingsweg nooit wordt aangelegd. De pijpenkop zal in dit geval blijven bestaan en ten dienste staan voor de circulatie op het industrieterrein. Er werd geen keerlus voorzien in het huidige ontwerp.

De aanvraag betreft een aanvraag tot verkavelingsvergunning voor de industriegrond. De verkaveling spreekt zich niet uit over de omleidingsweg, maar houdt wel rekening met een mogelijke realisatie volgens het reeds goedgekeurde tracé.

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden.

 

         Het verkavelingsontwerp voorziet geen voet- en fietspaden. De wegen die voorzien worden, staan ten behoeve van het bereiken van de plaatselijke bedrijven en zijn dus van zeer lokale aard. Het lokale gebruik staat het toe om verschillende vervoersmodi te combineren. Als deze doodlopende straat in de toekomst zal fungeren als toegangspoort tot het industrieterrein (vanaf de omleidingsweg), zullen de nodige fietsvoorzieningen worden aangelegd op initiatief van de gemeente. De ruimte is hiervoor voorzien in het profiel van het aan de gemeente over te dragen openbaar domein.

Voetpaden worden niet voorzien op lange termijn omdat het zwaartepunt van de bereikbaarheid van de bedrijven toegespitst is op vrachtverkeer en woon-werkverkeer. Voetgangers kunnen in voorliggend ontwerp op de openbare weg lopen. De breedte laat dit toe, alsook het zeer lokale gebruik van de nieuwe weg.

De intensiteit van het verkeer is laag, waardoor er geen aanleiding lijkt te zijn tot gevaarlijke situaties. Het verkeer is bestemmingsverkeer die de individuele bedrijven moeten kunnen bereiken en van daaruit opnieuw moeten vertrekken. Bijgevolg zal de keerlus uitzonderlijk gebruikt worden door gemotoriseerd verkeer.
Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden. Als er op termijn aansluiting wordt gemaakt met de omleidingsweg, zal de gemeente het initiatief nemen om fietspaden aan te leggen.

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden, doch stelt de gemeente zich als doel om op termijn in de aanleg van fietspaden in het industrieterrein te voorzien, op voorwaarde dat er een omleidingsweg wordt gerealiseerd. De noodzaak hiertoe zal pas dan aan de orde zijn.

 

         De projectsite raakt de Ankerplaats de Renesse niet. In een voorgaande vergunningsaanvraag werden de straatbomen geveld, in onderhavig voorstel worden ze voorzien als 'te behouden'. De zone waar geen talud wordt aangelegd, dient verder te worden aangelegd als groene bufferruimte. Dit kan worden aangeplant met heesters, struiken en grassen. Een grote oppervlakte wordt als last bij de verkaveling overgedragen aan de gemeente. Het voorzien van een berm heeft hier geen meerwaarde, er is geen noodzaak aan een sterkere bufferfunctie naar het aangrenzende landbouwgebied.
Dit onderdeel van het bezwaar wordt gedeeltelijk weerhouden, de zone die grenst aan de oostelijke perceelsgrens van lot 6 van de verkaveling zal worden aangelegd als groenbuffer ten laste van de verkavelaar bij het bekomen van de verkavelingsvergunning.

 

         De aanvraag voldoet aan de geldende normen en regelgeving inzake waterbeleid. De adviezen van betrokken adviesinstanties (PIDPA, Integraal Waterbeleid VMM, AQUAFI) waren gunstig.

Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden.

 

         Het wegendossier maakt deel uit van huidige verkavelingsaanvraag en zal tijdens deze procedure behandeld worden, dit na het openbaar onderzoek, gezien de gemeenteraad kennis moet nemen van de bezwaren.
Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden.

 

         Buurtweg 17 valt buiten het projectgebied en is bijgevolg niet aan de orde inzake de beoordeling van huidige verkavelingsvergunningsaanvraag.

De procedure ter afschaffing van buurtweg 230 is lopende. Een verkavelingsvergunning kan niet worden afgegeven indien buurtweg 230 niet werd afgeschaft.
Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden, op voorwaarde dat buurtweg 230 tijdig wordt afgeschaft door de deputatie en bijgevolg niet conflicteert met de verkavelingsvergunning.

 

Artikel 3 - De ontworpen rooilijn en het wegtracé van de nieuwe zijstraten van de Nijverheidsstraat, zoals voorgesteld op het plan 'omgevingsplan wegeniswerken' van 21 december 2017, opgemaakt door Antea Group namens Ehkam en ingediend op 22 december 2017, tot het verkavelen van gronden gelegen Nijverheidsstraat, kadastraal bekend 2de afdeling, sectie D, nummers 83h - 83k - 696f - 696L, goed te keuren, op voorwaarde dat de deputatie buurtweg 230 afgeschaft heeft alvorens het college van burgemeester en schepenen zich buigt over de beslissing tot afgifte van de verkavelingsvergunning, hetgeen uiterlijk voorzien is op de zitting van 11 juni 2018.

 

Artikel 4 - Aan de verkavelaars wordt ten laste gelegd, de uitvoering op hun kosten van alle infrastructuurwerken tot uitrusting van de verkaveling, te weten: wegverharding, riolering, baangrachten, hoogspanningscabine, openbare verlichting, waterleidings-, gas-, elektriciteits-, t.v.-distributie- en telecommunicatienet, groenaanleg, rekening houdend met navolgende opmerkingen:

         Zowel voor kavel 22 als voor de toegang tot de hoogspanningscentrale van Elia Asset dient een overwelving aangelegd te worden.

         Aan elke toegang tot de kavels dient een afschuining van 1,50 m x 1,50 m voorzien te worden.

         Aan de uitsluiting van de vrachtwagenparking op weg type 2 dient een afschuining van 1,50 m x 1,50 m voorzien te worden.

         Langs wegtype 2 dient een afschuining voorzien te worden bij aanleg van de baangracht, dit rond elk lichtpunt.

         In alle bochten dienen schampblokken voorzien te worden.

         De waterbuffer ter hoogte van wegtype 1 op de Nijverheidsstraat dient verkleind te worden, zodanig dat er voldoende plaats is voor de latere aanleg van een fietspad.

         Eveneens een fietsverbinding met Den Brekel te voorzien op het einde van weg type 1.

         Ter hoogte van de aansluiting van deze fietsverbindingen op de nieuw aan te leggen wegen geen boordsteen met goot te voorzien.

         Ter hoogte van de aansluiting van deze fietsverbindingen op de nieuw aan te leggen wegen en op Den Brekel afschuiningen te voorzien van 2 m x 2 m.

         Ter inrichting van het groenperk te voorzien in een picknicktafel op een verharding, een vuilbak en een verharding van 1,50 m op 1,50 meter voor de latere plaatsing van een chemisch toilet door de gemeente, met rondom een haagstructuur van 2 meter hoogte om het toilet uit het straatbeeld te onttrekken.

         De zone grenzend aan lot 6, ter hoogte van Den Brekel, waar geen talud wordt aangelegd, dient verder te worden aangelegd als groene bufferruimte en aangeplant te worden met heesters, struiken en grassen.
 

Artikel 5 - Na aanleg van de opgelegde infrastructuurwerken in de verkaveling dienen de infrastructuur en de private gronden, begrepen in de nieuwe wegzaten en de groenzones, zoals in geel aangeduid op het verkavelingsplan, kosteloos aan de gemeente te worden afgestaan.

De uitrusting van de nieuwe wegen geldt derhalve als last voor de onderhavige verkavelingsaanvraag.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Klimaatbeleid - Burgemeesterconvenant 2030 - ondertekening

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Het Burgemeesterconvenant 2030 is de opvolger van het Convenant 2020. Destijds was het de bedoeling om tegen 2020 20% van de CO2-uitstoot te verminderen.

Het Convenant 2020 werd destijds niet ondertekend maar men koos er wel voor om concreet deel te nemen aan acties die IGEAN aanbiedt in het kader van uitvoering van deze convenant. Voorbeelden hiervan zijn groepsaankoop van dak- en muurisolatie, samenaankoop elektrische fietsen, sensibilisatie van de burgers via uitgave van een klimaatkrant, gratis bouwadvies van Kamp C.

 

De ondertekenaars van het Burgemeesterconvenant 2030 onderschrijven een gemeenschappelijke visie voor 2050: het versneld koolstofvrij maken van hun grondgebieden, het versterken van hun capaciteit voor aanpassing aan de onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering en ervoor zorgen dat hun burgers toegang hebben tot veilige, duurzame en betaalbare energie.

 

Steden en gemeenten die het Convenant ondertekenen beloven maatregelen te nemen ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het EU-streefdoel van 40% vermindering van broeikasgassen tegen 2030 alsook een gezamenlijke aanpak voor de mitigatie van en aanpassing aan klimaatverandering te volgen.

 

Teneinde de politieke verbintenis om te zetten in praktische maatregelen en projecten, moeten ondertekenaars van het Convenant met name een Inventarisatie Uitgangswaarden Emissies (nulmeting) en een beoordeling van de risico’s van en kwetsbaarheid voor klimaatverandering opstellen. Zij verbinden zich ertoe om, binnen twee jaar na de datum van het gemeentebesluit, een Actieplan voor Duurzame Energie en Klimaat (SECAP) in te dienen waarin de belangrijkste door hen geplande acties worden geschetst. De aanpassingsstrategie dient onderdeel uit te maken van het SECAP en/of te worden ontwikkeld en geïntegreerd in één of meer afzonderlijke planningsdocumenten – ondertekenaars worden hierin de vrije keuze gelaten. Deze politieke verbintenis markeert het begin van een langdurig proces met steden en gemeenten die ernaar streven om elke twee jaar verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang.

 

De rapportering naar Europa is vrij strikt gereglementeerd en brengt heel wat rapportageverplichting met zich mee. In eerste instantie kan IGEAN ondersteuning bieden bij opmaak van de nulmeting en een actieplan. Dit tegen de kostprijs van 4.250,00 EUR.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42 en 43.

 

Burgemeesterconvenant 2030.

 

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 maart 2018.

 

Motivering

 

Het ondertekenen van het Burgemeesterconvenant biedt een effectief kader om de klimaatverandering tegen te gaan.

 

Het Burgemeesterconvenant zet immers in op een verlaging van het energieverbruik binnen het gemeentelijk patrimonium enerzijds en op het ondersteunen van de bevolking en andere doelgroepen en sectoren om minder energie te gebruiken anderzijds.

 

Het is aangewezen om een beroep te doen op de ondersteuning van IGEAN. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband verwierf immers al de erkenning van 'territoriaal coördinator' door de Europese commissie.

 

De ondersteuning bestaat er voornamelijk in dat IGEAN het administratieve luik mee uitwerkt en een kader voor acties aanreikt.

 

De ondertekening van het Burgemeesterconvenant en het aangaan van dergelijk engagement is niet vrijblijvend. Hoewel IGEAN ondersteuning biedt, zal het aan de gemeente zijn om effectief een koerswijziging te realiseren.

 

De taken van de gemeente zijn globaal de volgende:

1. Data verzamelen in het kader van de nulmeting en elke 2 jaar informatie doorgeven aan IGEAN.

2. Op vlak van interne milieuzorg een hoog ambitieniveau uitwerken: de meest duurzame technologie of renovatie is niet langer een optie, maar een doel.

3. Het verder uitwerken van acties naar de bevolking.

 

 

Financiële gevolgen

 

 

Budget

Gemeente

Actie

1419/4.3.3.1

Beleidscode

0300

Algemene rekening

649400000

Beschikbaar krediet

te voorzien in budget 2019

Raming

4.250,00 EUR

Beraadslaging

 

Schepen Mieke Vermeyen geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

Raadslid Alex Van Loon vindt het een goed initiatief en vraagt waarom er nu wel op ingetekend wordt terwijl het vroeger niet werd gedaan.

 

Schepen Mieke Vermeyen stelt dat soortgelijke acties zoals in het verleden zullen worden ontwikkeld, maar dat er consequenter mee omgegaan zal worden.

 

Schepen Wouter Patho vult aan dat de gemeente een belangrijk signaal wil geven. We doen heel wat dezelfde acties dan andere gemeenten, terwijl onze gemeente er niet voor erkend wordt.

 

Raadslid Walter Vermeylen stelt dat bij het vorige plan werd afgesproken om een evaluatie te maken van de afgesproken acties. Is dat ook een reden om nu de convenant te ondertekenen?

 

Schepen Wouter Patho antwoordt dat een evaluatie nog niet is gebeurd, maar dat het sowieso interessant is om de oefening te maken en een overzicht te geven van de ondernomen acties.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt wat de gemeente concreet gaat doen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx verwijst naar onderhavige beslissing waarin de taken van de gemeente worden uitgelegd.

 

Raadslid Pieter van Boxel licht toe dat hij het liever concreter had gezien.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt over welke middelen de gemeente beschikt om de nulmeting te doen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat Igean zich sterk maakt om onder hun leiding het nodige op een haalbare manier te doen.

 

Raadslid Thierry van der Straten Waillet vraagt of wij het dan gaan doen of Igean.

 

Schepen Wouter Patho stelt dat de gemeente er personeel voor vrij zal moeten maken om verschillende gegevens aan te reiken.

 

Raadslid Pieter van Boxel vraagt of het een meerkost heeft.

 

Schepen Wouter Patho antwoordt dat het gaat over keuzes maken, maar dat het uiteraard ook voor een stuk parallel loopt met de opdrachten vandaag de dag.

 

De gemeenteraad besluit bij 21 ja stemmen en 1 neen stem (Pieter van Boxel)

 

Artikel 1 - Het Burgemeesterconvenant 2030 te ondertekenen.

 

Artikel 2 - Voor het opstellen van de nulmeting en het Actieplan voor Duurzame Energie en Klimaat beroep te doen op de diensten van IGEAN.

 

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Informatieveiligheid - aanstelling functionaris voor gegevensbescherming - goedkeuring

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Dagelijks verwerken de medewerkers van gemeente & OCMW Malle persoonsgegevens bij de uitvoering van hun taken. Deze gegevens raken rechtstreeks aan de privacy van de burgers van Malle.

 

Voor de bescherming van deze gegevens hebben de Belgische en Vlaamse overheden al een tijd

aandacht maar sinds mei 2016 is er ook een nieuwe Europese verordening van kracht: de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) of in het Engels de General Data Protection Regulation (GDPR). Europa verwacht dat alle organisaties die persoonsgegevens verwerken vanaf 28 mei 2018 in overeenstemming zijn met de bepalingen in de verordening.

 

Om de persoonsgegevens te beschermen en te voldoen aan de wettelijke verplichtingen inzake

informatieveiligheid hebben de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn een informatieveiligheidsconsulent aangesteld, een informatieveiligheidscel opgericht en een informatieveiligheidsplan bepaald.

 

Juridische gronden

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42.

 

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en

betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming of AVG), in het bijzonder:

         Artikel 37 in verband met de aanwijzing van de functionaris voor gegevensbescherming.

 

Aanbeveling van de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 04/2017 van 24 mei 2017.

 

Beslissing van de gemeenteraad van 18 december 2017 over de aanstelling van een informatieveiligheidsconsulent, de samenstelling van een informatieveiligheidscel en het informatieveiligheidsplan.

 

Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 januari 2018 over de aanstelling van een informatieveiligheidconsulent, de samenstelling van een informatieveiligheidscel en het informatieveiligheidsplan.

 

Motivering

 

De medewerkers van gemeente & OCMW verwerken tijdens het uitoefenen van hun taken

persoonsgegevens. Bovendien raadplegen zij tijdens de behandeling van verschillende dossiers ook

authentieke gegevensbronnen zoals het Rijksregister, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de Kruispuntbank van Ondernemingen.

 

In het kader van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming of AVG), in het bijzonder artikel 37 is het noodzakelijk om een functionaris voor gegevensbescherming aan te stellen.

 

De organisatie KINA p.v., Antwerpsesteenweg 503, 2390 Malle, heeft vandaag de dag een informatieveiligheidsconsulent ter beschikking gesteld aan de gemeente (en het OCMW) Malle, met name Marc Smets. In het kader van dat takenpakket kan hij worden aangesteld als functionaris voor gegevensbescherming. KINA p.v. bevestigt dat Marc Smets voldoet aan de voorwaarden om als functionaris voor gegevensbescherming te worden aangesteld.

 

Beraadslaging

 

Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.

 

De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen

 

Artikel 1 - In het kader van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, in het bijzonder artikel 37, Marc Smets, medewerker KINA p.v., Antwerpsesteenweg 503, 2390 Malle, aan te stellen als functionaris voor gegevensbescherming.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Vragen en mededelingen

 

Schepen Dries Van Dyck schetst in navolging van de vorige gemeenteraad de context met betrekking tot de hinderpremie. Raadslid Wim Jordens stelt dat het punt vooral was dat mensen de papieren wel krijgen om een premie aan te vragen, maar dat het niet duidelijk is voor welke werken het is. Daarom is het belangrijk om dit communicatietraject mee in het oog te houden, aldus raadslid Wim Jordens.

         Schepen Dries Van Dyck geeft toelichting bij verschillende evenementen.

         Schepen Elisabeth Joris geeft toelichting bij verschillende evenementen.

         Schepen Mieke Vermeyen nodigt de raadsleden uit voor de seniorenfuif vanaf 23.00 uur.

         Raadslid Pieter van Boxel stelt dat hij de naam van zijn fractie wil wijzigen in "Lijst van Boxel" onder voorbehoud van bevestiging door het Agentschap Binnenlands Bestuur dat dit mogelijk is. Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx vraagt of Pieter van Boxel nog lid is van het Vlaams Belang, waarop raadslid Pieter van Boxel antwoordt dat hij geen lid meer is. Raadslid Pieter van Boxel stelt tot slot nog dat hij geen verklaring aflegt dat hij uit een fractie stapt.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Interpellatie over zwerfvuil

 

Toelichting

 

Aanleiding en context

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe:

         In het weekend van 25 maart 2018 heeft de lokale afdeling van Natuurpunt langs heel wat kilometers straten zwerfvuil opgehaald.

         Dat is een prachtige actie, maar het is jammer dat er structureel weinig verandert. Daarom ijveren meer en meer gemeenten en verenigingen voor het invoeren van statiegeld op blikjes en plastic flessen. Zij hebben zich verenigd in de Statiegeldalliantie.

         Het invoeren van statiegeld op blikjes en plastic flessen is een structurele oplossing voor de vervuiling van straten, bermen, stranden en zeeën. Het is een eerlijke oplossing door de kosten weg te halen bij de burgers en lokale overheden en de verpakkingsindustrie ervoor verantwoordelijk te maken.

         Het principe van statiegeld is eenvoudig: bovenop de prijs van een plastic fles of blikje betaal je bijvoorbeeld 0,25 euro statiegeld. Die 0,25 euro krijg je volledig terug op het moment dat je de lege verpakking via een automaat of winkelbalie terugbrengt. Statiegeld is dus geen belasting: wie zijn flesje of blikje netjes terugbrengt betaalt helemaal niets extra’s. Na inleveren gaat de verpakking het recyclingproces in om opnieuw in de productie van plastic flessen en blikjes te worden gebruikt.

         Intussen hebben zich al 112 Vlaamse gemeenten, waaronder Rijkevorsel, Zandhoven en Zoersel, aangesloten bij de Statiegeldalliantie.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt dan ook dat de gemeenteraad over gaat tot het nemen van volgend besluit:

"De gemeenteraad,

Overwegende dat er jaarlijks in Malle heel wat zwerfvuil wordt opgehaald door vrijwilligers,

Overwegende dat er een structurele aanpak nodig is op niveau van het Vlaams gewest,

Besluit:

Enig artikel: De gemeente Malle sluit zich aan bij de Statiegeldalliantie, die aan de Vlaamse regering vraagt om het statiegeldsysteem in te voeren voor blikjes en grote en kleine plastic flessen."

 

Motivering

 

Raadslid Alain De Laet licht toe dat hij het een goed initiatief vindt. Hij verwijst naar de vele blikjes die in het park De Renesse liggen.

 

Schepen Paul Van Ham licht toe dat niet alleen Natuurpunt zwerfvuil heeft opgehaald, maar dat verschillende verenigingen hebben meegewerkt.

 

Raadslid Pieter van Boxel licht toe dat hij het voorstel steunt.

 

Raadslid Dominique Defossez licht toe dat het een goed signaal is, maar dat nog niet alles duidelijk is. Hoe zit het bijvoorbeeld met de gevolgen voor de kleinhandelaar? Als er op dit moment gestemd wordt, dan zal de fractie zich onthouden.

 

Schepen Wouter Patho geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         De Vlaamse regering moet een beslissing nemen. Vlaanderen onderzoekt momenteel verschillende mogelijkheden. Het invoeren van statiegeld is er één van. Maar er zijn ook nog andere mogelijkheden.

         De alliantie werd opgericht door Tomra, een bedrijf gespecialiseerd in recyclagemachines voor drankverpakking.

         Het debat is nu nog volop bezig in Vlaanderen. Als gemeente daarin nu tussenkomen, ondersteunt de fractie niet.

         De fractie is een absolute voorstander van vermindering van het zwerfvuil. De vraag is evenwel of statiegeld de oplossing is.

         Het gaat enkel over blik en PMD. Volgens onderzoek is dat 20% van het zwerfvuil. Dat valt niet te verwaarlozen, maar het is 20%.

         Het is enkel van toepassing op blik dat is aangekocht in Vlaanderen. Bijvoorbeeld de winkelketen Action haalt blik uit Nederland. Hier is geen statiegeld op van toepassing.

         Winkeliers zullen investeringen moeten doen, wat maakt dat de prijs van de producten omhoog zal gaan.

         In Vlaanderen is er een sterke traditie van sorteren en recycleren. Als dit wordt ingevoerd, zal de blauwe zak niet meer bestaan. Gaan we dan vragen om het blik bij te houden en het terug te brengen naar de winkel? Is dit wel realistisch?

         Als er een stemming is, zal de fractie niet voor stemmen op dit moment. Niettemin is de bezorgdheid voor de bestrijding van zwerfvuil groot.

 

Raadslid Pieter van Boxel stelt dat het probleem misschien niet volledig zal opgelost worden, maar dat het wel een belangrijke bijdrage kan leveren.

 

Raadslid Sanne Van Looy geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Zwerfvuil is de bezorgdheid van ons allemaal.

         Het is belangrijk de oefening die Vlaanderen maakt, af te wachten.

         Op 4 jaar tijd werden 9 GAS-boetes voor sluikstorten opgemaakt.

         Met het statiegeld ga je iedereen op kosten jagen, terwijl er maar een kleine groep is die er voor verantwoordelijk is. Je kan dan ook beter inzetten op een streng GAS beleid.

         Er staan verschillende vuilbakken, maar misschien staan er te weinig.

         Er is ook een belangrijke verantwoordelijkheid van de burgers. Deze kan je bijvoorbeeld aanmoedigen door bepaalde plaatsen te laten adopteren.

         Er zijn andere en betere lokale ingrepen mogelijk die veel effectiever zijn.

 

Raadslid Wim Jordens stelt dat de meerderheid 6 jaar de tijd heeft gehad om de voorstellen die werden genoemd te realiseren. Hij licht toe dat de fractie het punt van raadslid Alex Van Loon zal steunen, al zeker als signaalfunctie.

 

Schepen Paul Van Ham licht toe dat hij het als onafhankelijke ook zal steunen. De intenties van de alliantie zijn als volgt:

         structurele oplossing voor de vervuiling van straten, bermen, stranden en zeeën door plastic flesjes en blikken op te ruimen.

         een eerlijke oplossing voor zwerfafval door de kost ervan weg te nemen bij burgers en lokale overheden.

         een duurzaam circulair model voor het beheer van grondstoffen.

Schepen Paul Van Ham besluit dat het signaal is dat telt en dat het perfect vanuit de gemeente gegeven kan worden.

 

Raadslid Alex Van Loon bedankt de raadsleden voor de feedback. Hij wijst eveneens nog op de wisselende kwaliteit van de PMD zakken. Hij licht tot slot toe dat het belangrijkste argument is dat een signaal gegeven moet worden. Lokale besturen geven enorm veel geld uit aan het opruimen van zwerfvuil.

 

Raadslid Alain De Laet roept op om als gemeenteraad met één stem naar buiten te komen, gedragen door iedereen. Kan er niet iets naar voor gebracht worden dat het standpunt van de gemeente Malle is en dat een schrijven wordt gericht aan de Vlaamse overheid waarin wordt weergegeven dat gevraagd wordt om een stellingname op korte termijn en dat er iets gebeurt met betrekking tot de problematiek van zwerfvuil.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat men er ook voor zou kunnen opteren om blikjes te verbieden.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat in het besluit geschreven zou kunnen worden dat de gemeente Malle zich aansluit bij de doelstellingen van de statiegeldalliantie die aan de Vlaamse regering vraagt om statiegeld in te voeren, met de bedoeling dat de gemeenteraad van Malle vraagt om structurele oplossingen waarvan statiegeld een onderdeel zou kunnen zijn.

 

Raadslid Dominique Defossez vraagt of dit dan met of zonder steun naar de alliantie is.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat als de gemeenteraad niet exact de oproep van de statiegeldalliantie ondersteunt, dan lijkt het niet te zijn én zal dus de naam ook niet vermeld worden op de website.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx vat het volgende samen: de gemeente Malle ondersteunt de doelstellingen van de statiegeldalliantie en vraagt om structurele oplossingen waarvan het statiegeldsysteem een onderdeel van zou kunnen uitmaken.

 

Schepen Wouter Patho vraagt zich af of er nu een tekst ter goedkeuring zal worden voorgelegd waarin er steun gegeven wordt aan de statiegeldalliantie en waarin verwezen wordt naar de statiegeldalliantie. Desgevallend zal N-VA dit niet goedkeuren omdat het op dit moment niet aangewezen is om het te doen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx vraagt aan de algemeen directeur om de samenvatting voor te lezen zoals hij deze genoteerd heeft. Algemeen directeur Sven Brabants leest het volgende voor: de gemeente Malle ondersteunt de doelstellingen van de statiegeldalliantie en vraagt om structurele oplossingen waarvan het statiegeldsysteem een onderdeel van zou kunnen uitmaken.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx vraagt hierover de stemming.

 

 

De gemeenteraad besluit bij 17 ja stemmen en 5 neen stemmen (Maria Vermeyen, Wouter Patho, Peter Lacante, Beatrix Knaepkens, Sanne Van Looy)

 

Artikel 1 - De gemeente Malle ondersteunt de doelstellingen van de statiegeldalliantie en vraagt om structurele oplossingen waarvan het statiegeldsysteem een onderdeel van zou kunnen uitmaken.

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Interpellatie over een KMO in de Wijngaardstraat

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         In de notulen van het college van burgemeester en schepenen staat dat het college van burgemeester en schepenen op 15 januari 2018 een stedenbouwkundige vergunning heeft verleend voor het bouwen van een KMO-gebouw met 7 bedrijfsunits en 1 conciërgewoning in de Wijngaardstraat 5.

         Het perceel is gelegen in een gebied voor ambachtelijke bedrijven en voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s). De aanvraag is dus in overeenstemming met de planologische bestemming van het gebied.

         Nochtans weigerde het college van burgemeester en schepenen op 15 mei 2017 een aanvraag tot het wijzigen van de geldende verkavelingsvergunningen omdat dit gebied in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd opgenomen als uitdovend. Bij de definitieve vaststelling heeft men dit gebied alsnog opgenomen als solitair bedrijventerrein. Het gebied grenst aan het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap ‘Abdij van de Trappisten’.

         De Gecoro (gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening) adviseerde dat het in deze omgeving niet wenselijk is om industriegebieden verder te ontwikkelen. De Gecoro stelde voor om een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken om de bestemming KMO-gebied uit te doven. Het college van burgemeester en schepenen sloot zich aan bij de visie van de Gecoro. Ondanks de huidige planologische bestemming van KMO-gebied heeft het college van burgemeester en schepenen altijd het uitdovend karakter van deze beperkte KMO-site voor ogen gehad en wenst zij deze site een bestemming te geven die aansluit op de residentiële woonomgeving, zo staat in de notulen.

         De aanvrager ging tegen de weigering in beroep bij de deputatie van de provincie Antwerpen. Op 3 augustus 2017 gaf de deputatie de aanvrager gelijk en verleende een vergunning voor de wijziging van de verkavelingsvergunningen voor wat betreft de wijziging van de bestemming van een kavel voor opslag en verhandelen van brandstoffen met woongelegenheid naar KMO-gebouw met woongelegenheid.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt volgende vraag:

         Waarom heeft het college van burgemeester en schepenen niet het initiatief genomen om een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken om de bestemming van KMO-gebied te doen uitdoven?

 

Schepen Wouter Patho geeft volgende toelichting:

         De opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) moet in overeenstemming zijn met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS). Dit is niet het geval, de bedrijfssite wordt geselecteerd als solitair bedrijventerrein, wat resulteert in een verankerde visie inzake het behoud ervan. Daarnaast is de opmaak van een RUP gebonden aan een proceduretermijn die al snel oploopt tot 18 maanden doorlooptijd. Indien de gemeenteraad een RUP definitief vast zou stellen, zou de toezichthoudende overheid (provincie en departement Omgeving) het plan moeten schorsen op basis van een onverzoenbaarheid met het door de gemeenteraad goedgekeurde GRS.

         De bouwvergunning werd beoordeeld op de planologische en juridische context. Deze wordt beschreven door de goedgekeurde verkavelingswijziging van 3 augustus 2017, zoals beslist door de deputatie.

         De aanvankelijke weigering van de verkavelingswijziging door het college van burgemeester en schepenen was gestoeld op een persoonlijke visie. Doch dit heeft vanwege het vigerende juridisch kader niet kunnen standhouden; vanwege de strijdigheid met de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de economische structuur in Malle, die volgens het GRS in de gemeente dient te worden uitgedragen en waarbij het terrein bestendigd wordt als solitair bedrijventerrein.

         Men heeft bij het RUP 'Erfgoedlandschap Abdij der Trappisten' hierover ook geen uitspraak gedaan. Door het uit te sluiten kiest men impliciet om het niet nader of anders te definiëren.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat het een technische materie is. In het structuurplan werd gesteld dat een aantal bedrijventerreinen uitdovend waren. Het is dan raar dat je met een RUP niets zou kunnen doen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx licht toe dat de juridische context zo is dat er eigenlijk niet geweigerd kon worden. Er was gehoopt dat de eigenaar mee zou gaan in de gedachtegang om het niet te ontwikkelen. Intrinsiek zou het college van burgemeester en schepenen ook willen dat het er niet is. Daarom dat er in eerste instantie ook werd geweigerd.

 

Raadslid Wim Jordens licht toe dat er in de toekomst toch mogelijkheden zouden zijn, gebaseerd op Vlaamse regelgeving, om er iets aan te doen.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat dit in de toekomst misschien zo zou kunnen zijn, maar dat de juridische context vandaag de dag anders is.

 

Raadslid Wim Jordens meent dat er vandaag de dag wel mogelijkheden zouden zijn.

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat het vandaag de dag misschien zou kunnen, maar ten tijde van de aanvraag in ieder geval niet.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Interpellatie over een loods in d'Aesten

 

Raadslid Alex Van Loon licht onderhavig punt toe. Volgende elementen komen onder andere aan bod:

         In de notulen van het college van burgemeester en schepenen staat dat het college van burgemeester en schepenen op 29 januari 2018 een verklaring van openbaarmaking goedkeurde van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor het uitvoeren van afbraak- en aanpassingswerken aan een bestaande loods/schuur in d’ Aesten 1.

         Het gaat om een loods die is opgetrokken op basis van een vergunning die de provincie in beroep afleverde in 2010. Maar in 2015 vernietigde de Raad voor Vergunningsbetwistingen deze vergunning. Op 7 december 2015 keurde het college van burgemeester en schepenen een herstelvordering goed, met de volgende elementen:

- Het slopen van de onvergunde loods met inpandige woning

- Het verwijderen van diverse materialen die worden gestockeerd in open lucht

- Het regulariseren van het slopen van diverse bijgebouwen middels een stedenbouwkundige vergunning

- Het vorderen van een dwangsom van 100 EUR per dag voor elke dag vertraging in geval van niet-uitvoering van het vonnis binnen de gestelde termijn.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt volgende vragen:

         Is de loods intussen afgebroken?

         Heeft de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking op de regularisatie bedoeld in de herstelvordering?

 

Schepen Wouter Patho geeft een toelichting waarbij onder andere volgende elementen aan bod komen:

         Na de vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door de deputatie, moest de deputatie zich opnieuw buigen over het beroep. De deputatie weigerde uiteindelijk het beroep, na het eerst goedgekeurd te hebben. De aanvragers gingen opnieuw in beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, doch deze bevestigden de weigering door de deputatie.

         De loods is intussen niet afgebroken. De stedenbouwkundige vergunning voor gedeeltelijke sloop en gedeeltelijke regularisatie werd afgegeven op 30 maart 2018. Deze vergunning heeft betrekking op de niet-vergunde nieuwbouwloods.

         Het college van burgemeester en schepenen heeft deze vordering ingesteld bij het Openbaar Ministerie. De gerechtelijke herstelvordering uitgesproken door de correctionele rechtbank die hieruit voortvloeide beoogde sloop van de loods. De herstelvordering werd gegrond verklaard en zij dienen de loods te slopen binnen de 12 maanden en bij gebreke hieraan te voldoen binnen voormelde termijn, wordt een dwangsom van 150 euro/dag opgelegd.

 

Raadslid Alex Van Loon vraagt of de vergunning die dan nu is aangeplakt gaat over de sloop van het gehele gebouw.

 

Schepen Wouter Patho antwoordt dat de vergunning inderdaad over de sloop gaat.

 

Raadslid Walter Vermeylen licht toe dat hij het raar vindt dat een architect zo'n grote loods zet die er niet mag staan.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019
Overzicht punten

GR van 23 april 2018

 

Interpellatie over de woning van de dokterswoning Sint-Jozeflei

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx stelt dat vanwege de delicaatheid van onderhavig punt het aangewezen is om het in geheime zitting te behandelen of anders in publieke zitting binnen een maand.

 

Raadslid Alex Van Loon stelt dat hij een heel eenvoudige vraag had: is er al contact opgenomen met de eigenaar van de dokterswoning in de Sint-Jozeflei 8?

 

Burgemeester-voorzitter Harry Hendrickx antwoordt dat er een brief vertrokken is naar de mensen. De omstandigheden kunnen in geheime zitting worden toegelicht.

 

 

Publicatiedatum: 17/01/2019