RMW van 31 januari 2019
Raad voor maatschappelijk welzijn - verslag vergadering van 2 januari 2019 - goedkeuring
Toelichting
Aanleiding en context
De ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de zitting van 2 januari 2019 (eerste raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering) worden ter goedkeuring voorgelegd.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32, volgens artikel 74
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 277 en 278 betreffende de opmaak van de notulen
Motivering
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt vast dat de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de zitting van 2 januari 2019 correct en volledig werden opgesteld.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 januari 2019 goed te keuren.
RMW van 31 januari 2019
Huishoudelijk reglement - goedkeuring
Toelichting
Aanleiding en context
Bij aanvang van de zittingsperiode dient de OCMW-raad een huishoudelijk reglement vast te stellen dat de werking van de OCMW-raad regelt.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 38, volgens artikel 74
Motivering
Het ontwerp van het huishoudelijk reglement is gebaseerd op het model dat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG) naar voor schuift, en op het huishoudelijk reglement van de OCMW-raad van de voorbije zittingsperiode.
Aan het model van de VVSG en het vorige huishoudelijk reglement werden geen fundamentele wijzigingen aangebracht.
Het ontwerp van het huishoudelijk reglement werd besproken in een vergadering van de voorzitter van de OCMW-raad en een lid van elke fractie.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - het huishoudelijk reglement met de titel 'huishoudelijk reglement van de OCMW-raad (goedgekeurd op de OCMW-raadszitting van 31/01/2019)', met kenmerk '20190118_HR_GR_en_RMW', bestaande uit 33 pagina's, goed te keuren.
RMW van 31 januari 2019
Organisatiebeheersing - definitie van het begrip dagelijks bestuur - goedkeuring
Toelichting
Aanleiding en context
De gemeenteraad heeft op 31 januari 2019 een beslissing genomen over de definitie van het begrip dagelijks bestuur.
Het past dat de raad voor maatschappelijk welzijn eenzelfde beslissing neemt.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 78 lid 2, 9°: 'De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd: [...] 9° het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks bestuur' moet worden verstaan.'
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 84 §3, 5°: 'Het vast bureau is bevoegd voor: [...] 5° de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in artikel 78, tweede lid, 9°.'
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 84 §3, 6°: 'Het vast bureau is bevoegd voor: [...] 6° de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten voor de opdrachten waarvoor de raad voor maatschappelijk welzijn dat nominatief aan het vast bureau heeft toevertrouwd.'
Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017
Motivering
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om een definitie van het begrip dagelijks bestuur vast te stellen.
Vanzelfsprekend is deze definitie dezelfde als de definitie die de gemeenteraad op 31 januari 2019 voor het begrip dagelijks bestuur heeft vastgesteld.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - overheidsopdrachten met een maximaal geraamde waarde van 85.000,00 EUR exclusief btw, van het exploitatiebudget te beschouwen als dagelijks bestuur. Voor de berekening van de waarde van jaaroverschrijdende opdrachten wordt de opdrachtwaarde berekend over de volledige opdrachtduur. Voor overeenkomsten van onbepaalde duur wordt de totale opdrachtwaarde berekend over 48 maanden.
Artikel 2 - overheidsopdrachten met een geraamde waarde tot en met 85.000,00 EUR exclusief btw, van het investeringsbudget te beschouwen als dagelijks bestuur.
Artikel 3 - de toelagen die nominatief opgenomen zijn in het budget of meerjarenplan, voor zover deze niet onderhevig zijn aan een reglement, te beschouwen als dagelijks bestuur.
Artikel 4 - opdrachten voor meer- en minwerken tijdens de uitvoeringsfase van gegunde opdrachten waarvan de lastvoorwaarden door de raad voor maatschappelijk welzijn werden vastgesteld, voor zover de totaliteit van de goedgekeurde meer- en minwerken niet leidt tot bijkomende uitgaven van meer dan 10% van het gunningsbedrag én in zoverre het voorwerp van de opdracht niet wijzigt, te beschouwen als dagelijks bestuur.
Artikel 5 - opdrachten die het gevolg zijn van gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden, te beschouwen als dagelijks bestuur.
RMW van 31 januari 2019
Organisatiebeheersing - toepassing van het visum en uitzonderingen op het verplichte visum door de financieel directeur - goedkeuring
Toelichting
Aanleiding en context
Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn de voorwaarden voor het visum van de financieel directeur bepaalt.
Er is geen voorgaande beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn die deze voorwaarden vastlegt.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 266 en 273 bepalen dat de raad voor maatschappelijk welzijn de voorwaarden voor het toepassen van het visum vastlegt. Artikel 78 bepaalt dat de raad deze bevoegdheid niet kan delegeren aan het vast bureau.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 266 en 273: 'De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1°. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle, vermeld in het tweede lid, uitoefent. De raad voor maatschappelijk welzijn kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.
Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt de voorwaarden die gelden om advies te kunnen vragen aan de financieel directeur over de wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen die van de visumverplichting zijn uitgesloten.'
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 267 en 273: 'Als de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis, kan het vast bureau op eigen verantwoordelijkheid viseren. In dat geval brengt het vast bureau de gemotiveerde beslissing van de financieel directeur, samen met zijn eigen beslissing, ter kennis van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De verbintenis kan pas worden aangegaan nadat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft kunnen kennisnemen van die beslissing van het vast bureau.
In afwijking van het eerste lid kan de raad voor maatschappelijk welzijn in de situatie, vermeld in artikel 265, tweede lid, viseren als de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis.'
Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 121: 'De raad kan de volgende categorieën van verrichtingen niet uitsluiten van de visumverplichting :
1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;
2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;
4° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister;
5° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister;
6° de investeringssubsidies.'
Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 19: 'De raad kan de volgende categorieën van verrichtingen niet uitsluiten van de visumverplichting:
1° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan vijftigduizend euro;
2° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan vijfentwintigduizend euro.'
Motivering
De financieel directeur adviseert dezelfde regels vast te leggen voor gemeente en OCMW.
De financieel directeur adviseert de volgende voorwaarden vast te leggen:
• De volgende verbintenissen zijn uitgesloten van de voorafgaande visumverplichting:
• verbintenissen waarvan het geraamde bedrag niet hoger is dan 2.500,00 EUR exclusief btw
• aanstellingen van personeel waarvan de duur niet meer dan 1 jaar bedraagt
• de tewerkstelling met toepassing van artikel 60, §7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
• de tewerkstelling in het kader van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden voor maximum 4 jaar in het kader van de opdracht van het OCMW vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of in het kader van de opdracht van het OCMW vermeld in artikel 8, 9 of 13 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie
• dotaties aan OCMW, politiezone, brandweerzone, kerkfabriek en andere toelagen die nominatief zijn opgenomen in het budget
• schulduitgaven die voortvloeien uit regelmatig aangegane verbintenissen
• uitgaven voor steun die het gevolg zijn van een beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst of van een hoogdringende beslissing van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
• De financieel directeur hanteert de volgende voorwaarden
• voor verbintenissen van onbepaalde duur houdt de financieel directeur rekening met een forfaitaire looptijd van 48 maanden
• bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie houdt de financieel directeur rekening met de totale duur.
De financieel directeur adviseert in het organisatiebeheersingssysteem vast te leggen dat enkel de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau de financieel directeur kunnen vragen om een visum af te leveren voor een uitgave die onder de uitzonderingen valt.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - de financieel directeur de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom, te laten controleren onder de volgende voorwaarden:
• De volgende verbintenissen zijn uitgesloten van de voorafgaande visumverplichting:
• verbintenissen waarvan het geraamde bedrag niet hoger is dan 2.500,00 EUR exclusief btw
• aanstellingen van personeel waarvan de duur niet meer dan 1 jaar bedraagt
• de tewerkstelling met toepassing van artikel 60, §7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
• de tewerkstelling in het kader van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden voor maximum 4 jaar in het kader van de opdracht van het OCMW vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of in het kader van de opdracht van het OCMW vermeld in artikel 8, 9 of 13 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie
• dotaties aan OCMW, politiezone, brandweerzone, kerkfabriek en andere toelagen die nominatief zijn opgenomen in het budget
• schulduitgaven die voortvloeien uit regelmatig aangegane verbintenissen
• uitgaven voor steun die het gevolg zijn van een beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst of van een hoogdringende beslissing van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
• De financieel directeur hanteert de volgende voorwaarden
• Voor verbintenissen van onbepaalde duur houdt de financieel directeur rekening met een forfaitaire looptijd van 4 jaar
• Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie houdt de financieel directeur rekening met de totale duur.
Artikel 2 - in het organisatiebeheersingssysteem vast te leggen dat enkel de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau de financieel directeur kunnen vragen om een visum af te leveren voor een uitgave die onder de uitzonderingen valt.
RMW van 31 januari 2019
Organisatiebeheersing - definitie van het begrip dagelijks personeelsbeheer - goedkeuring
Toelichting
Aanleiding en context
De gemeenteraad heeft op 31 januari 2019 een beslissing genomen over de definitie van het begrip dagelijks personeelsbeheer.
Het past dat de raad voor maatschappelijk welzijn eenzelfde beslissing neemt.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 170: 'De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagdagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 85: 'Met behoud van de toepassing van deel 3, titel 4, en behalve bij uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid krachtens de wet of het decreet aan het vast bureau, kan het vast bureau bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan de algemeen directeur.
De bevoegdheden van het vast bureau, vermeld in artikel 84, § 4, en in artikel 84, § 1, eerste lid, en de met toepassing van artikel 84, § 2, gedelegeerde bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn voor het vaststellen van de rechtspositieregeling, het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan, het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, en de bevoegdheden, vermeld in artikel 84, § 3, 7°, 8°, b), en 10°, kunnen evenwel niet aan de algemeen directeur worden toevertrouwd. [...]
De algemeen directeur oefent de bevoegdheden die hem met toepassing van het eerste lid zijn toevertrouwd, persoonlijk uit. Met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram en de bevoegdheid tot het aanstellen van een waarnemend algemeen directeur bij toepassing van artikel 166, vierde lid, kan de algemeen directeur die bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.'
Motivering
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om een definitie van het begrip dagelijks personeelsbeheer vast te stellen.
Vanzelfsprekend is deze definitie dezelfde als de definitie die de gemeenteraad op 31 januari 2019 voor het begrip dagelijks personeelsbeheer heeft vastgesteld.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - de volgende vormen van individueel en collectief personeelsbeheer te beschouwen als dagelijks bestuur:
• allerlei aanvragen voor vakantie
• disponibiliteit
• afwezigheden en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen
• individuele toepassingen van de bepalingen met betrekking tot vorming en evaluatie
• regelingen die rechtstreeks voortvloeien en de toepassing zijn van de rechtspositieregeling
• aanpassing van bestaande functiebeschrijvingen
• het vastleggen van vakantieperiodes en feestdagen
• de regeling van diensturen en -prestaties
• de regeling van de tijdsregistratie (tikklok)
• individuele weddevaststellingen.
RMW van 31 januari 2019
Organisatiebeheersing - personeelsformatie - opheffing - organogram - vaststelling
Toelichting
Aanleiding en context
In het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 wordt geen melding meer gemaakt van de personeelsformatie.
Het statuut van de personeelsformatie is thans onduidelijk.
Anderzijds moeten de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn ingevolge het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vaststellen.
De laatste beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn met betrekking tot de wijziging van de personeelsformatie en het organogram dateert van 7 november 2018.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 161
Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn 'OCMW-personeel - wijziging personeelsformatie - goedkeuring' van 7 november 2018
Motivering
Om het statuut van de personeelsformatie vast te leggen, is het van belang om de beslissing van 7 november 2018 op te heffen.
De personeelsformatie heeft zich in het verleden bewezen als een uitermate nuttig instrument in het kader van de organisatiebeheersing. Door de personeelsformatie op te nemen als een beheersinstrument in het kader voor organisatiebeheersing krijgt deze een duidelijk statuut.
Evenwel miste de personeelsformatie een dynamisch karakter om aan personeelsplanning op korte en langere termijn te kunnen doen. Een evolutie van een personeelskader naar een personeelsplan is dan ook aangewezen.
Door het opheffen van de beslissing van 7 november 2018 is het noodzakelijk dat de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram, dat nog wel een statuut heeft binnen het decreet lokaal bestuur, opnieuw vaststelt.
De gemeenteraad heeft op 31 januari 2019 het organogram van de diensten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vastgesteld. Het is logisch dat de raad voor maatschappelijk welzijn hetzelfde organogram vaststelt.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 november 2018 'OCMW-personeel - wijziging personeelsformatie - goedkeuring' op te heffen.
Artikel 2 - het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn als volgt vast te stellen:
Artikel 3 - het personeelsplan als een beheersinstrument in het kader voor organisatiebeheersing onder te brengen.
RMW van 31 januari 2019
Organisatiebeheersing - aanpassing kader voor organisatiebeheersing - goedkeuring
Toelichting
Aanleiding en context
Organisatiebeheersing is volgens het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:
1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst
2° wetgeving en procedures naleeft
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet
5° de activa beschermt en fraude voorkomt.
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft bij beslissing van 3 januari 2018 het kader voor organisatiebeheersing versie 1.2 goedgekeurd.
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op 31 januari 2019 beslissingen goedgekeurd in verband met het visum van de financieel directeur en de personeelsformatie.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 219, lid 1 dat stelt dat het kader voor organisatiebeheersing onderworpen is aan de goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 217 tot en met 220 die de invulling van de organisatiebeheersing bepalen
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 176, 180, 181, 188, 193, 266, 272 en 303 die concrete bepalingen bevatten over het organisatiebeheersingssysteem
Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn 'Organisatiebeheersing - kader voor organisatiebeheersing - goedkeuring' van 3 januari 2018
Motivering
Ten opzichte van de vorige versie van het kader voor organisatiebeheersing wijzigt het volgende:
1) het managementteam vergadert wekelijks
2) ingevolge de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 januari 2019 wordt de personeelsformatie opgeheven en wordt het instrument in de vorm van een personeelsplan ondergebracht in het kader voor organisatiebeheersing. Het managementteam zal het personeelsplan opstellen en het ter kennisgeving brengen aan het vast bureau. Het vast bureau kan opmerkingen formuleren over het personeelsplan. Vervolgens past het managementteam het personeelsplan aan en maakt het bekend in de organisatie. Dit is dezelfde werkwijze als voor dienstnota's.
3) ingevolge de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 januari 2019 worden de regels over wie een visum kan vragen bij uitgaven die uitgezonderd zijn in de beslissing over het visum, opgenomen in het kader voor organisatiebeheersing.
Het managementteam adviseerde deze wijzigingen op 22 januari 2019 positief.
De algemeen directeur heeft de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn een begeleidende nota bezorgd in verband met het kader voor de organisatiebeheersing en was voor de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn ter beschikking voor vragen van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn dienaangaande.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - het kader voor organisatiebeheersing versie 2.0 goed te keuren.
RMW van 31 januari 2019
Informatieveiligheid - heraanstelling functionaris - goedkeuring
Toelichting
Aanleiding en context
Dagelijks verwerken de medewerkers van gemeente & OCMW Malle persoonsgegevens bij de uitvoering van hun taken. Deze gegevens raken rechtstreeks aan de privacy van de burgers van Malle.
Voor de bescherming van deze gegevens hebben de Belgische en Vlaamse overheden al een tijd
aandacht maar sinds mei 2016 is er ook een nieuwe Europese verordening van kracht: de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) of in het Engels de General Data Protection Regulation (GDPR). Europa verwacht dat alle organisaties die persoonsgegevens verwerken vanaf 28 mei 2018 in overeenstemming zijn met de bepalingen in de verordening.
Om de persoonsgegevens te beschermen en te voldoen aan de wettelijke verplichtingen inzake
informatieveiligheid hebben de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn een informatieveiligheidsconsulent aangesteld, een informatieveiligheidscel opgericht en een informatieveiligheidsplan bepaald.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en
betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming of AVG), in het bijzonder:
• Artikel 37 in verband met de aanwijzing van de functionaris voor gegevensbescherming
Aanbeveling van de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 04/2017 van 24 mei 2017
Beslissing van de gemeenteraad van 18 december 2017 over de aanstelling van een informatieveiligheidsconsulent, de samenstelling van een informatieveiligheidscel en het informatieveiligheidsplan
Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 januari 2018 over de aanstelling van een informatieveiligheidconsulent, de samenstelling van een informatieveiligheidscel en het informatieveiligheidsplan
Motivering
De medewerkers van gemeente & OCMW Malle verwerken tijdens het uitoefenen van hun taken
persoonsgegevens. Bovendien raadplegen zij tijdens de behandeling van verschillende dossiers ook
authentieke gegevensbronnen zoals het Rijksregister, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de Kruispuntbank van Ondernemingen.
In het kader van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming of AVG), in het bijzonder artikel 37 is het noodzakelijk om een functionaris voor gegevensbescherming aan te stellen.
De organisatie KINA p.v., Antwerpsesteenweg 503, 2390 Malle, heeft tot op heden een informatieveiligheidsconsulent ter beschikking gesteld aan de gemeente (en het OCMW) Malle, met name Marc Smets. In het kader van dat takenpakket kan hij worden heraangesteld als functionaris voor gegevensbescherming. KINA p.v. bevestigt dat Marc Smets voldoet aan de voorwaarden om als functionaris voor gegevensbescherming te worden aangesteld.
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit eenparig
Artikel 1 - Marc Smets, medewerker KINA p.v., Antwerpsesteenweg 503, 2390 Malle opnieuw aan te stellen als functionaris voor gegevensbescherming in het kader van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, in het bijzonder artikel 37.
Kim Geys Jolien Vrints Wim Vervloet Dirk Gerinckx Wim Jordens Mieke Vermeyen Tom Lauryssen Dries Van Dyck Alain De Laet Gert Peeters Wouter Patho Kris Mintjens Paul Van Ham Alex Van Loon Mieke Laenen Elisabeth Joris Sanne Van Looy Sven Brabants Eddy Krijnen Peter Lacante Katleen Mintjens Ingrid Vrints Dries De Vry Thierry van der Straten Waillet Harry Hendrickx Kim Geys Jolien Vrints Wim Vervloet Dirk Gerinckx Wim Jordens Mieke Vermeyen Tom Lauryssen Dries Van Dyck Alain De Laet Gert Peeters Wouter Patho Kris Mintjens Paul Van Ham Alex Van Loon Mieke Laenen Elisabeth Joris Sanne Van Looy Eddy Krijnen Peter Lacante Katleen Mintjens Ingrid Vrints Dries De Vry Thierry van der Straten Waillet Harry Hendrickx aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
RMW van 31 januari 2019
Aanstelling vertegenwoordiger in de lokale adviescommissie te verkiezen uit de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst - verkiezing
Toelichting
Aanleiding en context
In elke gemeente wordt een lokale adviescommissie (LAC) opgericht omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water. Naast de teamverantwoordelijke van de sociale dienst, of zijn afgevaardigde, bestaat deze commissie uit een lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, een vertegenwoordiger van de betrokken netbeheerder, aardgasnetbeheerder of exploitant én een vertegenwoordiger van de erkende instelling voor schuldbemiddeling als de huishoudelijke afnemer, huishoudelijke aardgasafnemer of huishoudelijke abonnee naargelang het geval, voor zijn sociale begeleiding een beroep gedaan heeft op een dergelijke instelling.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77
Decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water, artikel 7, §1, vervangen bij het decreet van 25 mei 2007
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water
Motivering
Aan de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst werd ter zitting van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 8 januari 2019 toegelicht dat zij zich kandidaat kunnen stellen om vertegenwoordiger te worden van de lokale adviescommissie opgericht omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water. De leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst kregen hierover ook een brief mee. Hierin werd bepaald dat de kandidaatstelling mogelijk is tot en met zondag 20 januari 2019.
Eén kandidatuur als effectief lid werd ingediend.
Wouter Patho stelt zich kandidaat om als effectief lid deel uit te maken van de lokale adviescommissie.
24 stembiljetten werden uitgedeeld voor de verkiezing van het effectief lid. In geheime stemming wordt overgegaan tot de verkiezing van een effectief lid waarbij het volgende resultaat wordt bekomen:
• 24 raadsleden nemen deel aan de stemming
• 24 stembiljetten worden in de stembus gevonden
• 22 stemmen voor Wouter Patho
• 2 blanco
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit bij 22 ja stemmen
Artikel 1 - de heer Wouter Patho, schepen en lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, wonende Sint-Lenaartsebaan 32 te 2390 Malle aan te duiden als effectief lid van de lokale adviescommissie opgericht omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water.
Kim Geys Jolien Vrints Wim Vervloet Dirk Gerinckx Wim Jordens Tom Lauryssen Dries Van Dyck Alain De Laet Gert Peeters Wouter Patho Kris Mintjens Paul Van Ham Alex Van Loon Mieke Laenen Elisabeth Joris Sanne Van Looy Sven Brabants Eddy Krijnen Peter Lacante Katleen Mintjens Ingrid Vrints Dries De Vry Thierry van der Straten Waillet Harry Hendrickx Kim Geys Jolien Vrints Wim Vervloet Dirk Gerinckx Wim Jordens Tom Lauryssen Dries Van Dyck Alain De Laet Gert Peeters Wouter Patho Kris Mintjens Paul Van Ham Alex Van Loon Mieke Laenen Elisabeth Joris Sanne Van Looy Eddy Krijnen Peter Lacante Katleen Mintjens Ingrid Vrints Dries De Vry Thierry van der Straten Waillet Harry Hendrickx aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
RMW van 31 januari 2019
Aanstelling plaatsvervanger in de lokale adviescommissie te verkiezen uit de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst - verkiezing
Toelichting
Aanleiding en context
In elke gemeente wordt een lokale adviescommissie (LAC) opgericht omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water. Naast de teamverantwoordelijke van de sociale dienst, of zijn afgevaardigde, bestaat deze commissie uit een lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, een vertegenwoordiger van de betrokken netbeheerder, aardgasnetbeheerder of exploitant én een vertegenwoordiger van de erkende instelling voor schuldbemiddeling als de huishoudelijke afnemer, huishoudelijke aardgasafnemer of huishoudelijke abonnee naargelang het geval, voor zijn sociale begeleiding een beroep gedaan heeft op een dergelijke instelling.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77
Decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water, artikel 7, §1, vervangen bij het decreet van 25 mei 2007
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water
Motivering
Aan de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst werd ter zitting van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 8 januari 2019 toegelicht dat zij zich kandidaat kunnen stellen om plaatsvervanger te worden van de lokale adviescommissie opgericht omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water. De leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst kregen hierover ook een brief mee. Hierin werd bepaald dat de kandidaatstelling mogelijk is tot en met zondag 20 januari 2019.
Eén kandidatuur als plaatsvervanger werd ingediend.
Eddy Smits stelt zich kandidaat om als plaatsvervanger deel uit te maken van de lokale adviescommissie.
23 stembiljetten werden uitgedeeld voor de verkiezing van een plaatsvervangend lid. In geheime stemming wordt overgegaan tot de verkiezing van een plaatsvervangend lid waarbij het volgende resultaat wordt bekomen:
•23 raadsleden nemen deel aan de stemming
•23 stembiljetten worden in de stembus gevonden
•23 stemmen voor Eddy Smits
Beraadslaging
Voorzitter Dirk Gerinckx geeft toelichting bij onderhavig agendapunt.
De gemeenteraad besluit bij 23 ja stemmen
Artikel 1 - de heer Eddy Smits, raadslid en lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, wonende Bosdreef 8 te 2390 Malle aan te duiden als plaatsvervanger van de lokale adviescommissie opgericht omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water.
RMW van 31 januari 2019
Vragen en mededelingen
Er werden geen vragen gesteld, noch mededelingen gedaan.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.